Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR651489
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR651489/2
Regeling vervallen per 01-01-2022
Verordening op de heffing en invordering van leges 2021
Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges 2021De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020;
gelet op artikel 229 Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- •
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- •
jaar: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalenderjaar tot de eerste dag in het volgende kalenderjaar;
- •
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- •
maand: het tijdvak dat loopt van de eerste dag in een kalendermaand tot de eerste dag in de volgende kalendermaand;
- •
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
het door gemeenteambtenaren, in de uitoefening van hun functie, raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers;
- d.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een Projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling
Artikel 9a Overdracht van bevoegheden
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen van zuiver redactionele aard zijn.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen de tarieventabel bij de Legesverordening 2021 als de wijzigingen een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken van de tarieventabel betreft:
- a.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- b.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- c.
hoofdstuk 4 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen);
voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van de tarieventabel bij raadsbesluit rekening is gehouden.
- a.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
- 2.
De Legesverordening 2020 van 19 december 2019 wordt ingetrokken.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021. Op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan blijft de Legesverordening 2020 van toepassing.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2021.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2020,
mr. drs. J. A. de Vries, voorzitter.
G.W. Stegenga, griffier.
Tarieventabel Legesverordening 2021
behorende bij de Legesverordening 2021.
Titel 1 Algemene dienstverlening |
||
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, het registreren van een partnerschap, het omzetten van een partnerschap in een huwelijk op: |
|
1.1.1.1 |
Maandag t/m vrijdag in het gemeentehuis c.q. voormalig gemeentehuis |
€ 360,05 |
1.1.1.2 |
Zaterdag in het gemeentehuis c.q. voormalig gemeentehuis |
€ 742,75 |
1.1.1.3 |
Maandag t/m vrijdag in een éénmalig aangewezen locatie, exclusief de kosten van deze locatie |
€ 360,05 |
1.1.1.4 |
Zaterdag in een éénmalig aangewezen locatie, exclusief de kosten van deze locatie |
€ 742,75 |
1.1.1.5 |
Een daartoe aangewezen dag, een verkorte voltrekking van een huwelijk of een verkorte registratie van een partnerschap in een daartoe aangewezen (voormalig) gemeentehuis |
€ 233,30 |
1.1.2 |
Voor het annuleren of wijzigen van eerder gekozen locatie, datum en/of tijdstip volgens 1.1.1.1 t/m 1.1.1.5 huwelijk/registratie partnerschap bedraagt het tarief |
€ 31,45 |
1.1.3 |
Het tarief voor de benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag bedraagt |
€ 105,25 |
1.1.4 |
Voor het leveren van getuigen bij voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap, bedraagt het tarief per getuige |
€ 19,85 |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 32,05 |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten |
||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een: |
|
1.2.1.1 |
Nationaal paspoort, vluchtelingenpaspoort, vreemdelingenpaspoort, faciliteitenpaspoort of zakenpaspoort, met een maximale geldigheidsduur van vijf jaar |
€ 56,55 |
1.2.1.2 |
Nationaal paspoort, faciliteitenpaspoort of zakenpaspoort, met een geldigheidsduur van tien jaar |
€ 74,75 |
1.2.1.3 |
tweede paspoort met een geldigheidsduur van twee jaar als: |
|
1.2.1.3.1 |
de aanvrager jonger is dan 18 jaar |
€ 56,55 |
1.2.1.3.2 |
de aanvrager 18 jaar of ouder is |
€ 74,75 |
1.2.1.4 |
Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor een persoon die op het moment van de aanvraag: |
|
1.2.1.4.1 |
18 jaar of ouder is |
€ 67,55 |
1.2.1.4.2 |
de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 36,45 |
1.2.1.5 |
vervangende Nederlandse identiteitskaart (NIK) als bedoeld in artikel 23b Paspoortwet |
€ 36,45 |
1.2.2 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ 50,90 |
1.2.3 |
De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.5 worden bij een heraanvraag Pinbrief vermeerderd met een bedrag van |
€ 2,20 |
1.2.4 |
Op de tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.5 geldt een toeslag als voor: |
|
1.2.4.1 |
één reisdocument of Nederlandse identiteitskaart bezorging wordt aangevraagd |
€ 5,40 |
1.2.4.2 |
twee of meer reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaarten gelijktijdig op hetzelfde adres bezorging wordt aangevraagd |
€ 10,80 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 41,00 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
1.3.3 |
Het in 1.3.1 genoemde tarief wordt, wanneer een verklaring van vermissing moet worden opgemaakt, vermeerderd met: |
€ 33,15 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
||
1.4.1 |
Voor toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking, persoonlijk aangevraagd via internet met DigiD |
€ 6,25 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van gegevens, per verstrekking aangevraagd aan het gemeenteloket, schriftelijk of per machtiging |
€ 10,05 |
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een meertalig modelformulier, als bedoeld in artikel 7 van de Europese verordening 2016/1191, bij verstrekking uit de basisregistratie personen |
€ 14,00 |
Hoofdstuk 5 Bestuursstukken |
||
1.5.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.5.1.1 |
Een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 35,80 |
1.5.1.2 |
Een afschrift van de gemeenterekening |
€ 35,80 |
1.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.5.2.1 |
Een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,65 |
1.5.2.2 |
Een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,65 |
1.5.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.5.3.1 |
Een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 0,65 |
1.5.3.2 |
Een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 0,65 |
1.5.4 |
Een afschrift van een verordening per pagina |
€ 0,65 |
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie |
||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het behandelen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een vergunning c.q. melding, bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan, stadsvernieuwingsplan of wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.6.2.2: |
|
1.6.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,65 |
1.6.1.2 |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 1,05 |
1.6.1.3 |
in formaat groter dan A3, per bladzijde |
€ 9,65 |
1.6.1.3.1 |
indien de fotokopie zoals bedoeld in onderdeel 1.6.1.3 digitaal vertrekt wordt dan bedraagt het tarief, per bladzijde |
€ 4,85 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het behandelen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of een uittreksel uit: |
|
1.6.2.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen |
€ 1,40 |
1.6.2.2 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 1,40 |
1.6.2.3 |
de inschrijving in register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 |
€ 1,40 |
1.6.2.4 |
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 |
€ 1,40 |
1.6.2.5 |
het register bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet |
€ 1,40 |
1.6.2.6 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 0,65 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het behandelen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van: |
|
1.6.3.1 |
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres |
€ 0,65 |
1.6.3.2 |
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie |
€ 0,65 |
1.6.3.3 |
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat |
€ 0,65 |
1.6.3.4 |
de gebouwenregistratie |
€ 0,65 |
1.6.3.5 |
leges voor het behandelen van een verzoek om vastgoed informatie over percelen en hun omgeving ten behoeve van taxatie en/of verkoopopdrachten: Dit bedrag wordt per hieronder benoemd onderdeel verhoogd met: |
€ 44,45 |
1.6.3.5.1 |
voor het verstrekken van perceelsgebonden informatie inzake (ontwerp) bestemmingsplannen, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten |
€ 20,75 |
1.6.3.5.2 |
voor het verstrekken van informatie over de bodemgesteldheid van een kadastraal perceel |
€ 22,85 |
1.6.3.5.3 |
voor het raadplegen van het kadastrale informatiesysteem en het versturen van een PDF-document |
€ 22,85 |
1.6.3.5.4 |
voor het verstrekken van informatie over publiekrechtelijke beperkingen |
€ 22,85 |
1.6.3.5.5 |
voor het verstrekken van perceelsgebonden informatie inzake rioleringen en onlangs afgegeven omgevingsvergunningen. |
€ 22,85 |
1.6.3.6 |
het raadplegen van kadastrale informatiesystemen en het daarbij van gemeentewege behulpzaam zijn per kwartier of gedeelte daarvan |
€ 8,40 |
1.6.3.7 |
het verkrijgen van een schermafdruk van een kadastraal gegeven op A4 formaat per pagina |
€ 0,65 |
1.6.3.8 |
de kadastrale massale output per pagina |
€ 0,65 |
1.6.3.9 |
het verkrijgen van een schermafdruk uit het bouwvergunningensysteem op A-4 formaat per pagina |
€ 0,65 |
1.6.3.10 |
het verstreken van een digitaal "afschrift" van een verleende vergunning of melding, bedraagt voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 12,20 |
Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.1.1 |
Tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn voor gebruik in Nederland |
€ 10,05 |
1.7.1.2 |
Tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 10,05 |
1.7.1.3 |
Tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 10,05 |
Hoofdstuk 8 Gemeentearchief |
||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 12,35 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 0,65 |
Hoofdstuk 9 Telecommunicatie |
||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 398,10 |
1.9.2 |
het in 1.9.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met: |
|
1.9.2.1 |
indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie, |
|
1.9.2.1.1 |
per strekkende meter sleuf tot 200 meter |
€ 1,12 |
1.9.2.1.1 |
per strekkende meter sleuf van 200 meter tot 1.000 meter |
€ 1,00 |
1.9.2.1.3 |
per strekkende meter sleuf van 1.000 meter of meer |
€ 0,85 |
1.9.2.2 |
indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein, per strekkende meter |
€ 0,57 |
1.9.3 |
het in 1.9.1 genoemde tarief wordt verhoogd met: |
|
1.9.3.1 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk |
€ 398,10 |
1.9.4 |
het in 1.9.1 genoemde tarief wordt verhoogd met: |
|
1.9.4.1 |
Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet |
€ 72,80 |
1.9.5 |
De in 1.9.1 tot en met 1.9.4 genoemde tarieven worden niet in rekening gebracht als het een aanvraag betreft van meer dan 5.000 meter strekkende sleuflengte betreft t.b.v. de aanleg van een infrastructuur voor snel internet. Dan wordt een bedrag in rekening gebracht als opgenomen in een ter zake opgestelde en door het college van B&W goedgekeurde projectbegroting met bijbehorende afspraken (convenant) waarin de geraamde kosten voor de behandeling van de melding worden vastgesteld. Indien een projectbegroting is uitgebracht wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Hoofdstuk 10 Overige kabels en leidingen |
||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4 van de verordening kabels en leidingen gemeente Súdwest-Fryslân |
€ 398,10 |
1.10.2 |
Het in artikel 1.10.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met: |
|
1.10.2.1 |
indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie, |
|
1.10.2.1.1 |
per strekkende meter sleuf tot 200 meter |
€ 1,12 |
1.10.2.1.2 |
per strekkende meter sleuf van 200 meter tot 1.000 meter |
€ 1,00 |
1.10.2.1.3 |
per strekkende meter sleuf van 1.000 meter of meer |
€ 0,85 |
1.10.2.2 |
indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein, per strekkende meter |
€ 0,57 |
1.10.3 |
het in 1.10.1 genoemde tarief wordt verhoogd met: |
|
1.10.3.1 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk |
€ 398,10 |
1.10.4 |
het in 1.10.1 genoemde tarief wordt verhoogd met: |
|
1.10.4.1 |
indien de melder verzoekt om een inhoudelijke voorafstemming bij de voorbereiding en of beoordeling van de vergunningsaanvraag. |
€ 72,80 |
Hoofdstuk 11 Verkeer en vervoer |
||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.11.1.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 19,75 |
1.11.1.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen, voor een periode van maximaal 5 jaar |
€ 44,45 |
1.11.1.3 |
een parkeervergunning bij belanghebbendenplaatsen (parkeerzones voor vergunninghouders) als bedoeld in artikel 3.1 van de Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2019 |
€ 19,75 |
1.11.1.4 |
een ontheffing voor het houden van een wedstrijd op de weg als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet (verklaring geen bezwaar wielerrondes, triatlons e.d.) |
€ 44,45 |
1.11.2 |
Het tarief tot wijziging of verstrekking van een duplicaat van een parkeervergunning of ontheffing bedraagt |
€ 19,75 |
1.11.3 |
Het tarief tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), voor een periode van maximaal 5 jaar, bedraagt |
€ 35,60 |
1.11.3.1 |
Bij verlies of diefstal van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) kan, mits hiervan aangifte is gedaan, een vervangende GPK worden verkregen tegen betaling van |
€ 35,60 |
1.11.4 |
Het tarief tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) als bedoeld in de ‘Beleidsregels gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen 2020 gemeente Súdwest-Fryslân’ bedraagt |
€ 411,04 |
1.11.4.1 |
Het tarief tot het verkrijgen van een nieuw onderbord voor een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) in verband met een wijziging van het kenteken bedraagt |
€ 60,50 |
1.11.5 |
Indien bij het verkrijgen van een ontheffing, zoals bedoeld in 1.11.1.1 van deze rubriek, een pasje wordt verstrekt voor de bediening van de dynamische palen, bedraagt het tarief tezamen daarvoor |
€ 40,30 |
1.11.6 |
Bij verlies of diefstal van een taxipasje kan, mits hiervan melding is gedaan bij de gemeente (verloren voorwerpen), een vervangend taxipasje worden verkregen tegen een tarief van |
|
1.11.6.1 |
bij de eerste vermissing |
€ 38,80 |
1.11.6.2 |
bij de tweede en verdere vermissing |
€ 51,70 |
1.11.7 |
Bij verlies van een OV-pas, dat verstrekt is op grond van de ‘Regeling Voortgezet Onderwijs 2017-2018’, kan een vervangende OV-pas worden verstrekt tegen een tarief van |
€ 16,50 |
Hoofdstuk 12 Overige vergunningen en ontheffingen |
||
1.12.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.12.1.1 |
een ontheffing van het verbod tot het stoken van vuur, op grond van de APV |
€ 44,45 |
1.12.1.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6 van de APV (bijvoorbeeld geluidhinder bij evenementen) |
€ 44,45 |
1.12.1.3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4.18 van de APV (kamperen buiten kampeerterreinen) |
€ 44,45 |
1.12.1.4 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 van de APV (voorwerpen op of aan de weg) |
€ 19,75 |
1.12.1.5 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 44,45 |
1.12.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.12.2.1 |
een vergunning als bedoeld in de verordeningen havens en overige wateren gemeente Súdwest-Fryslân |
€ 124,60 |
1.12.2.2 |
een ligplaatsvergunning conform de Woonschepenverordening |
€ 133,55 |
1.12.2.3 |
een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de APV |
€ 44,45 |
1.12.3 |
Verrekening: |
|
1.12.3.1 |
Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd, is 50% van de leges verschuldigd |
|
1.12.3.2 |
indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk buiten behandeling wordt gesteld, is 25% van de leges verschuldigd |
|
1.12.3.3 |
indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt ingetrokken nadat de aanvraag al in behandeling is genomen door de gemeente, is 50% van de leges verschuldigd |
|
Hoofdstuk 13 Algemeen |
||
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.13.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,15 |
1.13.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.13.1.2.1 |
per pagina op papier van A-4 formaat |
€ 0,75 |
1.13.1.2.2 |
per pagina op papier van een ander formaat |
€ 1,30 |
1.13.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorende bij de in de onderdelen 1.13.1.1 en 1.13.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 9,80 |
1.13.1.4 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 8,15 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning |
||
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen |
|
2.1.1.2 |
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Indien de opgave van de bouw- of aanneemsom op het aanvraagformulier omgevingsvergunning niet aannemelijk maakt dat deze marktconform berekend is op basis van de hierboven genoemde norm, wordt de bouw- of aanneemsom ambtshalve gecorrigeerd. |
|
2.1.1.3 |
Flitsvergunning: een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakkapel, dakopbouw, tuinhuisje, overkapping, kozijnverandering, erfafscheiding, perceelafscheiding, garage, aanbouw, uitbouw, schotelantenne, damwand, walbeschoeiing of steiger of aanleggen van een inrit/uitrit, die digitaal is aangevraagd via www.omgevingsloket.nl en:
|
|
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Hoofdstuk 2 Vergunningvrij bouwen / conceptaanvraag |
||
2.2.1 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
2.2.1.1 |
het behandelen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen |
€ 83,50 |
2.2.1.2 |
het behandelen van een conceptaanvraag, ongeacht de uitkomst daarvan |
€ 167,00 |
2.2.1.3 |
het ambtelijk toetsen van een conceptaanvraag aan de criteria behorende tot de welstandnota, wordt het tarief van 2.2.1.2 per advies verhoogd met |
€ 83,50 |
2.2.1.4 |
het voorleggen van een conceptaanvraag aan de welstandscommissie Hús en Hiem, wordt het tarief van 2.2.1.2 per advies verhoogd met (leges welstand commissie Hús en Hiem worden apart in rekening gebracht) |
€ 83,50 |
2.2.1.5 |
een toetsing van de conceptaanvraag aan de planologische regels van de gemeente, wordt het tarief in 2.2.1.2 verhoogd met |
€ 83,50 |
2.2.1.6 |
het behandelen van een conceptaanvraag voor een andere activiteit dan hiervoor benoemd |
€ 83,50 |
2.2.1.7 |
voor het behandelen van een conceptaanvraag voor de activiteit milieu worden geen kosten in rekening gebracht |
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
||
2.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.2 |
Bouwactiviteiten: |
|
2.3.2.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.2.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 5.000,- bedragen |
€ 195,00 |
2.3.2.1.2 |
indien de bouwkosten € 5.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 25.000,- vermeerderd met € 17,03 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 5.000,- |
€ 195,00 |
2.3.2.1.3 |
Indien de bouwkosten € 25.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,- vermeerderd met € 14,85 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 25.000,- |
€ 876,20 |
2.3.2.1.4 |
indien de bouwkosten € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-. vermeerderd met € 13,19 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 50.000,- |
€ 1.618,70 |
2.3.2.1.5 |
indien de bouwkosten € 100.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,- vermeerderd met € 11,64 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 100.000,- |
€ 2.937,70 |
2.3.2.1.6 |
indien de bouwkosten € 250.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 10.000.000,- vermeerderd met € 5,94 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 250.000,- |
€ 6.429,70 |
2.3.2.1.7 |
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen, vermeerderd met € 1,36 voor elke € 500,- of gedeelte daarvan boven € 10.000.000,- |
€ 122.259,70 |
2.3.2.2 |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lichte afwijking van een reeds verleende vergunning, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, bedraagt het tarief voor het behandelen van de aanvraag het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar omstandigheden beoordeeld, er sprake is van een nieuwe situatie waarvoor een nieuwe aanvraag moet worden gedaan. |
€ 195,00 |
2.3.2.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het behandelen van een flitsvergunning als bedoeld in 2.1.1.3, bedraagt het tarief |
€ 229,90 |
2.3.2.4 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het behandelen van een flitsvergunning als bedoeld in 2.1.1.3, voor een in- of uitrit bedraagt het tarief de posten : 2.3.2.1 (bouwactiviteiten) / 2.3.6 (Aanlegactiviteiten) / 2.3.7 (planologisch strijdig gebruik incl. bouwactiviteit) / 2.3.8 (plan. str.gebruik excl. bouwactiviteit) / 2.3.12 (aanleggen of veranderen weg) / 2.3.13 (uitweg/inrit), worden bij een flitsvergunning niet in rekening gebracht. |
€ 181,50 |
2.3.3 |
Welstandstoets: |
|
2.3.3.1 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouw-, monument-, of reclameactiviteit en hierover een advies van een monumenten- of welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.10 en 2.8.1 berekende bedrag verhoogd met de leges van de monumenten- of welstandcommissie zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem vastgesteld is (zie www.husenhiem.nl) |
|
2.3.3.2 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouw-, of reclameactiviteit en hierover een ambtelijk welstandsadvies moet worden afgegeven, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.10 en 2.8.1 berekende bedrag verhoogd met de leges zoals deze door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hûs en Hiem is vastgesteld (zie www.husenhiem.nl) |
|
2.3.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigd bouwplan waarvoor een nieuw advies van Hûs en Hiem noodzakelijk is |
€ 82,30 |
2.3.4 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
2.3.4.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 en 2.3.10 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met 10% met een maximum van € 1.000,- van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|
2.3.5 |
Buiten behandeling laten |
|
2.3.5.1 |
Indien een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten wordt 25% van het verschuldigde bedrag in rekening gebracht met een minimum van € 83,50 en een maximum van € 500,-- |
|
2.3.6 |
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.7 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, oder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1: |
|
2.3.7.1.1 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking): |
€ 407,45 |
2.3.7.1.2 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) en 2º (buitenplanse kleine afwijking die aan de criteria van het planologische afwijkingen beleid van de gemeente Súdwest-Fryslân voldoet): |
€ 211,75 |
2.3.7.1.3 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking die op grond van het planologische afwijkingenbeleid van de gemeente Súdwest-Fryslân per geval moet worden beoordeeld): |
€ 512,50 |
2.3.7.1.4 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) en indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is: |
€ 1.839,75 |
2.3.7.1.5 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking): |
€ 6.806,25 |
2.3.7.1.6 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2˚, van de Wabo jo. artikel 4, elfde lid, van bijlage II van het Bor (tijdelijke afwijking): |
€ 709,65 |
2.3.7.1.7 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo nodig is (afwijking van exploitatieplan): |
€ 303,60 |
2.3.7.1.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 303,60 |
2.3.7.1.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 303,60 |
2.3.7.1.10 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo nodig is (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 303,60 |
2.3.8 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
2.3.8.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.8.1.1 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking): |
€ 407,45 |
2.3.8.1.2 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) en het gebruik ook voldoet aan het planologische afwijkingen beleid van de gemeente Súdwest-Fryslân: |
€ 211,75 |
2.3.8.1.3 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 512,50 |
2.3.8.1.4 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking) en indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is: |
€ 1.839,75 |
2.3.8.1.5 |
indien de omgevingsvergunning (slechts) kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking): |
€ 6.806,25 |
2.3.8.1.6 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo nodig is (tijdelijke afwijking): |
€ 709,65 |
2.3.8.1.7 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo nodig is (afwijking van exploitatieplan): |
€ 303,60 |
2.3.8.1.8 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 303,60 |
2.3.8.1.9 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo nodig is (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 303,60 |
2.3.8.1.10 |
indien voor een omgevingsvergunning toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo nodig is (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 303,60 |
2.3.9 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.9.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 77,00 |
Vermeerderd met een bedrag per (gewijzigd) gebruiksoppervlakte : |
||
2.3.9.1.1 |
tot 100 m² |
€ 167,00 |
2.3.9.1.2 |
van 100 tot 500 m² vermeerderd met € 1,57 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 100 m² te boven gaat |
€ 167,00 |
2.3.9.1.3 |
van 500 tot 2.000 m² vermeerderd met € 0,59 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 500 m² te boven gaat |
€ 795,00 |
2.3.9.1.4 |
van 2.000 tot 5.000 m² vermeerderd met € 0,15 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 2.000 m² te boven gaat |
€ 1.680,00 |
2.3.9.1.5 |
van 5.000 tot 50.000 m² vermeerderd met € 0,03 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 5.000 m² te boven gaat |
€ 2.130,00 |
2.3.9.1.6 |
groter dan 50.000 m² vermeerderd met € 0,02 per m² gebruiksoppervlakte waarmee de gebruiksoppervlakte 50.000 m² te boven gaat. |
€ 3.480,00 |
2.3.10 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
2.3.10.1.1 |
Voor het (geheel of gedeeltelijk) slopen van een monument |
€ 82,30 |
2.3.10.1.2 |
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ 82,30 |
2.3.10.1.3 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 82,30 |
2.3.10.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 82,30 |
2.3.11 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ 205,70 |
2.3.12 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.13 |
Uitweg/inrit |
|
2.3.13.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.14 |
Kappen |
|
2.3.14.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening en vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.15 |
Reclame |
|
2.3.15.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.16 |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
|
2.3.16.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie. |
|
2.3.16.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie. |
|
2.3.17 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|
2.3.17.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, is het tarief overeenkomstig het in rekening gebrachte tarief door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of de provincie. |
|
2.3.18 |
Andere activiteiten |
|
2.3.18.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
2.3.18.1.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, met uitzondering van de activiteit beperkte milieutoets, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.18.1.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 205,70 |
2.3.18.2 |
Voor de activiteit genoemd in artikel 2.1 onder e, van de WABO worden geen leges in rekening gebracht. |
|
2.3.19 |
Overig |
|
2.3.19.1 |
Het tarief voor het behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit die niet in deze titel zijn benoemd: |
€ 205,70 |
2.3.20 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
2.3.20.1 |
voor het in behandelen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.20.2 |
voor het in behandelen nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
2.3.21 |
Beoordeling rapporten |
|
2.3.21.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld: |
|
2.3.21.1.1 |
indien een aanvraag gelijkwaardigheid brandveiligheid op grond van artikel 1.5 van het Bouwbesluit wordt gedaan, kost het beoordelen van een rapport gelijkwaardige brandveiligheid |
€ 167,00 |
2.3.21.1.2 |
een milieukundig bodemrapport |
€ 247,45 |
2.3.21.1.3 |
een archeologisch bodemrapport |
€ 247,45 |
2.3.21.1.4 |
een bouwveiligheidsplan |
€ 247,45 |
2.3.21.1.5 |
een sloopveiligheidsplan |
€ 247,45 |
2.3.21.1.6 |
voor de beoordeling van elk noodzakelijk rapport (met uitzondering van artikel 2.1, eerste lid, onder e van de WABO) per besteed uur |
€ 82,30 |
2.3.22 |
Advies |
|
2.3.22.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, tot een maximum van: |
€ 44.407,00 |
2.3.22.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.22.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.23 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.23.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.23.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 167,00 |
2.3.23.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.23.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.23.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. Dit geldt alleen als de omgevingsvergunning binnen zes maanden na het afhandelen van het vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag is ingediend. |
|
2.4.2 |
Advieskosten van derden worden niet in mindering gebracht. |
|
2.4.3 |
De leges van het vooroverleg of de conceptaanvraag voor bouwwerken waarvan de bouwkosten lager zijn dan € 5000,- zijn, worden niet in mindering gebracht. |
|
2.4.4 |
Indien de aanvraag om een flitsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges niet in mindering gebracht. |
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
||
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, strijdig planologische-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.1.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoelt in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 / 2.3.12/ 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 en 2.3.16 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.1.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de aanvraag ontvankelijk is verklaard, het behandelen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
90% |
2.5.1.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag ontvankelijk is verklaard, het behandelen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
75% |
2.5.1.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag inhoudelijk is behandeld, maar voor de besluitvorming, op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
50% |
2.5.1.2 |
Als de gemeente de aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 / 2.3.12 / 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 en 2.3.16 intrekt op eigen verzoek, waarna geen nieuwe aanvraag om vergunning zal worden aangevraagd, vindt teruggaaf van een deel van de bouwleges plaats. Bijzondere legeskosten vallen buiten de teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.2.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 en 2.3.12 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
2.5.2.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente binnen 12 maanden na verlening van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 en 2.3.12 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van deze leges. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
2.5.3.2 |
Als de gemeente binnen 12 maanden na verlening van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, strijdig planologische, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.3.2.1 / 2.3.6 / 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.11 en 2.3.12 intrekt op eigen verzoek, waarna een nieuwe aanvraag om vergunning zal worden aangevraagd, worden voor de ingetrokken aanvraag een deel van de leges terug gegeven. De teruggaaf bedraagt: |
25% |
2.5.4 |
Geen teruggaaf bij intrekken of weigeren van een aanvraag om een omgevingsvergunning |
|
2.5.4.1 |
Indien het eindbedrag van teruggave lager is dan € 80,00 wordt er geen teruggaaf verleend. |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
2.5.5.1 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.7 / 2.3.8 / 2.3.9 / 2.3.12 / 2.3.13 / 2.3.14 / 2.3.15 / 2.3.16 / 2.3.21 / 2.7.1 / 2.7.2 en 2.8.1 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
2.5.6 |
Tarief voor het intrekken van een aanvraag in verband met een verklaring van geen bedenking bij een ander bestuursorgaan voor de ontvankelijkheid verklaring. |
|
2.5.6.1 |
Wanneer een aanvraag wordt ingetrokken, indien een verklaring van een ander bestuursorgaan nodig is ten behoeve van de besluitvorming én indien de aanvraag nog niet ontvankelijk is verklaard, bedragen de verschuldigde leges voor de betreffende activiteiten |
€ 454,75 |
Hoofdstuk 6 Wijziging tenaamstelling omgevingsvergunning |
||
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandelen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing. |
€ 83,50 |
Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
||
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 3.6, eerste lid, onder a, het bedrag van het voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten. Artikel 2.7.2 is van overeenkomstige toepassing. |
|
2.7.2 |
Over de hoogte van de onder 2.7.1 bedoelde rechten wordt de aanvrager door middel van een begroting van de kosten door of vanwege burgemeester en wethouders geïnformeerd. De betreffende aanvraag wordt eerst na ondertekening door de aanvrager in behandeling genomen. |
|
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde beschikking |
||
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 83,50 |
Hoofdstuk 9 Niet ontvankelijke aanvraag |
||
2.9.1 |
De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen bedragen |
€ 83,50 |
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese Dienstverlening |
||
Hoofdstuk 1 Horeca |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1.1 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
|
3.1.1.1.1 |
Voor commerciële instellingen |
€ 305,15 |
3.1.1.1.2 |
Voor paracommerciële instellingen |
€ 254,25 |
3.1.1.2 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV |
€ 279,75 |
3.1.1.3 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een terras als bedoeld in artikel 2:28a van de APV |
|
3.1.1.3.1 |
voor een incidenteel terras (max. 10 dagen) |
€ 43,40 |
3.1.1.3.2 |
voor een terras voor langere duur |
€ 92,95 |
3.1.1.4 |
een wijziging als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 48,40 |
3.1.1.5 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid van de Drank- en horecawet |
€ 48,40 |
3.1.1.6 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid van de Drank- en horecawet |
€ 43,40 |
3.1.1.7 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 94,05 |
3.1.1.8 |
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in de APV |
€ 43,40 |
3.1.1.9 |
een aanvraag om wijziging van de exploitatievergunning of terrasvergunning |
€ 48,40 |
3.1.2 |
Verrekening: |
|
3.1.2.1 |
Indien een aanvraag als bedoeld in 3.1.1.1 / 3.1.1.2 / 3.1.1.3 van dit hoofdstuk wordt geweigerd, is 50% van de leges verschuldigd |
|
3.1.2.2 |
indien een aanvraag als bedoeld in 3.1.1.1 / 3.1.1.2 / 3.1.1.3 van dit hoofdstuk buiten behandeling wordt gesteld, is 50% van de leges verschuldigd |
|
3.1.2.3 |
indien een aanvraag als bedoeld in 3.1.1.1 / 3.1.1.2 / 3.1.1.3 van dit hoofdstuk wordt ingetrokken nadat de aanvraag reeds in behandeling is genomen door de gemeente, is 25% van de leges verschuldigd |
|
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen |
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
een vergunning voor een A-evenement (regulier) |
€ 44,45 |
3.2.1.2 |
een vergunning voor een B-evenement (evenement met verhoogde aandacht) |
€ 193,30 |
3.2.1.3 |
een vergunning voor een B-evenement + advies Kernteam Veiligheid |
€ 318,00 |
3.2.1.4 |
een vergunning voor een C-evenement (risicovol) |
€ 1.495,05 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening |
€ 43,40 |
3.2.3 |
Verrekening: |
|
3.2.3.1 |
Indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd, is 50% van de leges verschuldigd |
|
3.2.3.2 |
indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk buiten behandeling wordt gesteld, is 25% van de leges verschuldigd |
|
3.2.3.3 |
indien een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt ingetrokken nadat de aanvraag reeds in behandeling is genomen door de gemeente, is 50% van de leges verschuldigd |
|
3.2.3.4 |
Het bedrag aan leges bedraagt, na toepassing van de in onderdeel 3.2.3.1 tot en met 3.2.3.3 bedoelde verrekening, minimaal |
€ 31,00 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
||
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.3.1.1 |
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 312,25 |
3.3.1.2 |
een wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in 3.3.1.1 |
€ 286,20 |
Hoofdstuk 4 Markt- en standplaatsen |
||
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het afgeven van een standplaatsvergunning |
|
3.4.1.1 |
per jaarmarkt |
€ 11,30 |
3.4.2.2 |
op de weekmarkt(en) |
€ 123,90 |
3.4.2 |
het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaats anders dan op een markt |
|
3.4.2.1 |
voor een incidentele standplaats (max 2 dagen) |
€ 43,40 |
3.4.2.2 |
voor een standplaats voor langere duur (max. 5 jaar) |
€ 92,95 |
3.4.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning als bedoeld in 3.4.1.2, 3.4.2.1, 3.4.2.2 bedraagt |
€ 43,40 |
3.4.4 |
Indien een aanvraag als bedoeld in 3.4.1.2, 3.4.2.1, 3.4.2.2 wordt geweigerd of buiten behandeling wordt gesteld, bedraagt het tarief |
€ 43,40 |
Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet |
||
3.5.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt: |
|
3.5.1.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 26,60 |
3.5.1.2 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 3.5.1.1 bedoelde ontheffing |
€ 20,20 |
Hoofdstuk 6 Kansspelen |
||
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen |
€ 398,20 |
3.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op Kansspelen (loterijvergunning) |
€ 43,90 |
3.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning ingevolge artikel 2 van de verordening Speelautomatenhal Súdwest-Fryslân |
€ 376,40 |
3.6.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bijschrijving of wijziging van de exploitatievergunning ingevolge de verordening Speelautomatenhal Súdwest-Fryslân |
€ 48,40 |
Hoofdstuk 7 Kinderopvang |
||
3.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
3.7.1.1 |
Een uittreksel uit het register bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang, per uittreksel |
€ 14,35 |
3.7.1.2 |
Inlichtingen over gegevens die zijn opgenomen in het register bedoeld in Artikel 46 van de Wet Kinderopvang, per verstrekking |
€ 10,30 |
Hoofdstuk 8 Leegstandswet |
||
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet |
€ 130,10 |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||
3.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 43,40 |
3.9.1.1 |
Indien een aanvraag voor een ontheffing van de Zondagswet wordt aangevraagd in combinatie met een aanvraag voor een vergunning voor een evenement (aanvraag conform hoofdstuk 2) worden de leges genoemd onder 3.9.1 niet opgelegd. |
|
Hoofdstuk 10 Niet ontvankelijke aanvraag |
||
3.10.1 |
De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen bedragen |
€ 43,40 |
Ondertekening
Behorende bij raadsbesluit van 17 december 2020
de griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl