Financieel volmachtbesluit Wetterskip Fryslân

Geldend van 28-06-2022 t/m heden

Intitulé

Financieel volmachtbesluit Wetterskip Fryslân

Het dagelijks bestuur van Wetterkip Fryslân

Overwegende dat volmachtverlening aan ambtenaren in dienst van Wetterskip Fryslân een belangrijke bijdrage kan leveren tot:

  • verbetering van de dienstverlening;

  • verduidelijking van verantwoordelijkheden;

  • verbetering van de motivatie van de medewerkers;

  • verkorting van procedures;

  • verhoging van de doelmatigheid van de ambtelijke organisatie van Wetterskip Fryslân.

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek

BESLUIT:

vast te stellen het hierna volgende Besluit Volmachtverlening tot het aangaan van financiële rechten en verplichtingen door Wetterskip Fryslân.

BEGRIPPEN

Artikel 1. Begripsverklaring

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân;

  • c.

    volmacht: de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur verplichtingen aan te gaan en rechten te vestigen inzake de levering van goederen en/of diensten en/of aanneming van werken;

  • d.

    begroting: de begroting van Wetterskip Fryslân van enig jaar, zoals deze wordt vastgesteld door het algemeen bestuur;

  • e.

    budget: een van te voren beschikbaar gestelde hoeveelheid geld met een daaraan gekoppelde te leveren prestatie. Er kan onderscheid gemaakt worden in:

    • directe kostenbudgetten(bij Wetterskip Fryslân ook wel aangeduid als eerste kosten): budgetten die direct aan een product of dienst kunnen worden toegewezen omdat er een rechtstreeks meetbaar verband is tussen het budget en het product of dienst waarvoor dit budget wordt aangewend; en

    • indirecte kostenbudgetten:

      budgetten waarbij er geen rechtstreeks meetbaar verband aanwezig is tussen budget en product of dienst. Deze budgetten worden verzameld op een kostenplaats en van daaruit m.b.v. een verdeelsleutel toegewezen aan een product of dienst.

  • f.

    krediet: een door het algemeen bestuur beschikbaar gestelde hoeveelheid geld ten behoeve van de realisatie van een investering. Ten laste van het krediet geboekte kosten komen in de jaren na gereedkomen van de investering als afschrijvingslasten in de exploitatie;

  • g.

    opgave: een programma als bedoeld in artikel 4.6 van het Waterschapsbesluit zijnde een samenhangend geheel van producten. Het totaal van de begroting is volledig gedekt door de opgaven

  • h.

    product: aggregatie van lasten als onderdeel van de begroting. Er worden drie aggregatieniveaus onderscheiden, te weten:

    • werkplanproduct;

    • beheerproduct;

    • beleidsproduct;

  • i.

    kostentoerekening: methode waarbij met behulp van een verdeelsleutel kosten en opbrengsten aan producten worden toegerekend;

  • j.

    directe kosten: kosten die direct aan een product of dienst kunnen worden toegerekend omdat er een rechtstreeks meetbaar verband is tussen de kosten en het product of dienst waarvoor deze kosten worden gemaakt;

  • k.

    indirecte kosten: kosten waarbij er geen rechtstreeks meetbaar verband aanwezig is tussen de kosten en het product of dienst. Deze kosten worden verzameld op een kostenplaats en van daaruit m.b.v. een verdeelsleutel toegerekend aan het product of dienst;

  • l.

    vakgroepbudgetten: totaal van budgetten die samenhangen met het beheer van een vakgroep. De op vakgroepbudgetten geboekte kosten worden door middel van tijdschrijven aan producten of andere vakgroepen toegerekend;

  • m.

    (hulp)kostenplaats: totaal van budgetten die samenhangen met een specifiek ondersteunend onderdeel van de organisatie. De op (hulp)kostenplaatsen geboekte kosten worden met verdeelsleutels over vakgroepbudgetten en/of producten verdeeld.

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 2. Hoofdbudgethouder

  • 1.

    Hoofdbudgethouder is de secretaris directeur van Wetterskip Fryslân.

  • 2.

    De hoofdbudgethouder is bevoegd tot:

    • a.

      het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten, voor zover deze strekken tot uitvoering van de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting binnen de voorwaarden zoals gesteld in artikel 7, 8 en 10.

    • b.

      het aangaan van verplichtingen ten laste van en het vestigen van rechten op door het algemeen bestuur ter beschikking gestelde investeringskredieten binnen de voorwaarden zoals gesteld in artikel 7, 8 en 11.

  • 3.

    De hoofdbudgethouder legt door middel van directierapportages verantwoording af aan het dagelijks bestuur over de uitvoering van de begroting bij de uitoefening van de in lid 2 bedoelde bevoegdheden.

  • De verantwoording wordt gebaseerd op de gegevens uit de administratie als bedoeld in artikel 5 lid 1.

  • 4.

    De hoofdbudgethouder is bevoegd om door aanwijzing het budgetbeheer en het kredietbeheer zoals bedoeld in respectievelijk de artikelen 6 en 7 op te dragen aan één of meer budgethouders. De aanwijzing van budgethouders en de budgetten waarop de aanwijzing betrekking heeft wordt vastgelegd in de administratie als bedoeld in artikel 5 lid 2.

  • 5.

    De hoofdbudgethouder verstrekt ter uitvoering van het in lid 4 van dit artikel gestelde, binnen de grenzen van het aan hen verleende budgethouderschap, een subvolmacht aan de adjunct-directeur, de opgavemanager en de vakgroepleider. Dit onder de voorwaarde dat over de gebruikmaking van deze bevoegdheden jaarlijks wordt gerapporteerd aan de hoofdbudgethouder.

Artikel 3. Budgethouder

  • 1.

    Een medewerker is budgethouder wanneer deze op grond van artikel 2 lid 4 als zodanig door de hoofdbudgethouder is aangewezen. Medewerkers van de organisatie in de functie of rol van:

    • a.

      Adjunct-directeur

    • b.

      Opgavemanager

    • c.

      Vakgroepleider

    • d.

      Projectmanager

    • e.

      Programmamanager

  • kunnen als budgethouder worden aangewezen. Voorts kunnen andere medewerkers als hiervoor genoemd als budgethouder worden aangewezen door de hoofdbudgethouder en op grond van artikel 2 lid 5 door de adjunct-directeur, de opgavemanager en de vakgroepleider.

  • 2.

    De budgethouder is verantwoordelijk voor het beheer van de budgetten zoals bedoeld in artikel 5 lid 3.

  • 3.

    De budgethouder is bevoegd om door aanwijzing het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten als bedoeld in artikel 6 lid a over te dragen aan één of meer bestellers. De aanwijzing van de bestellers en de budgetten waarop de aanwijzing betrekking heeft wordt vastgelegd in de administratie als bedoeld in artikel 5 lid 2.

  • 4.

    De budgethouder van een krediet is bevoegd de functionaris die het waterschap vertegenwoordigt aangaande de uitvoering van een werk meer- en minderwerk op te laten dragen tot het in de projectopdracht genoemde bedrag.

  • 5.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten tot een maximum van € 500.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van de adjunct-directeur.

  • 6.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten tot een maximum van € 200.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van een opgavemanager.

  • 7.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten tot een maximum van € 100.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van vakgroepleider.

  • 8.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten ten laste van de investeringen tot een maximum van € 200.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van de projectmanager.

  • 9.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten ten laste van het investeringsprogramma tot een maximum van € 500.000 inclusief BTW dient geschieden via tussenkomst van de programmamanager.

Artikel 4. Besteller

  • 1.

    Een medewerker is besteller wanneer deze op grond van artikel 3 lid 3 als zodanig door een vakgroepleider is aangewezen. De aanwijzing tot besteller vindt plaats na verkregen goedkeuring van de vakgroepleider Control, Financiën en inkoop. Alle medewerkers van de organisatie kunnen als besteller worden aangewezen.

  • 2.

    Een besteller is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot een maximum van € 5.000 inclusief BTW.

Artikel 5. Administratie

  • 1.

    De vakgroepleider Control, Financiën en Inkoop voert conform de geldende wet- en regelgeving een administratie waaruit per budget/krediet minimaal blijkt:

    • a.

      welke inkomsten en uitgaven er zijn;

    • b.

      welke verplichtingen zijn aangegaan en welke rechten zijn gevestigd.

  • 2.

    De vakgroepleider Control, Financiën en Inkoop voert een administratie waaruit blijkt welke medewerkers budgethouder of besteller zijn met daarbij vermelding van de budgetten waarop de aanwijzing betrekking heeft.

  • 3.

    Bij aanvang van het betreffende boekjaar wordt aan de hoofdbudgethouder en de budgethouders een overzicht verstrekt van de budgetten waarvan het beheer aan hen is opgedragen(budgettenboek).

FINANCIEEL BEHEER

Artikel 6. Budgetbeheer

De taken die tot het budgetbeheer gerekend worden zijn:

  • a.

    het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten binnen de grenzen zoals gesteld in artikel 8, 10 en 11;

  • b.

    het laten registreren van de aangegane verplichtingen en rechten in de verplichtingenadministratie als bedoeld in artikel 5 lid 1;

  • c.

    het accorderen van nota’s volgens de daartoe geldende procedure;

  • d.

    het periodiek opstellen van voortschrijdende prognoses voor de komende 12 maanden en ten behoeve van het te verwachten jaarresultaat;

  • e.

    het periodiek en op verzoek rapporteren van inkomsten en uitgaven alsmede het verantwoorden van de genomen beslissingen die daartoe geleid hebben;

  • f.

    het rapporteren van onregelmatigheden in de inkomsten en of uitgaven.

Artikel 7. Kredietbeheer

  • 1.

    Een investeringskrediet mag pas worden aangewend nadat het algemeen bestuur dit krediet beschikbaar heeft gesteld. Artikel 6 is dan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten

  • 1.

    Budgethouders of daartoe aangewezen bestellers kunnen enkel financiële verplichtingen aangaan ten laste van het budget waarvoor deze verantwoordelijk zijn.

  • 2.

    Financiële verplichtingen en rechten kunnen alleen op de volgende manieren worden aangegaan:

    • door middel van een brief, zoals een gunningsbrief

    • als inkooporder via het digitale inkoopinformatiesysteem

    • door het aangaan van een contract

  • 3.

    Uitgangspunt is dat realisatie van een product zoveel als mogelijk dient te geschieden met behulp van of met inschakeling van diensten die aanwezig zijn binnen Wetterskip Fryslân.

Artikel 9. Het aangaan van verplichtingen in het kader van het uitoefenen van de treasury functie

  • 1.

    Dit volmachtbesluit is niet van toepassing op verplichtingen die worden aangegaan in het kader van het uitoefenen van de treasury functie. Hierop is het treasury statuut van toepassing.

Artikel 10. Budgetoverschrijding en –verschuiving

  • 1.

    Indien zich een overschrijding van een budget voordoet, dan moet compensatie worden gevonden door het verschuiven van budgetten waar sprake is van een onderschrijding.

  • 2.

    Verschuiven van budget als bedoeld in lid 1 tussen directe kostenbudgetten is toegestaan indien het budget waarvoor dekking wordt gevonden tot dezelfde opgave behoort en voor zover het geen kapitaallasten betreft.

  • 3.

    Verschuiven van budget als bedoeld in lid 1 tussen indirecte kostenbudgetten is toegestaan indien het budget waarin dekking wordt gevonden ook een indirect budget is.

  • 4.

    Verschuivingen > € 10.000 worden door de budgethouder uit eigener beweging gerapporteerd door middel van de gangbare rapportage structuur.

Artikel 11. Krediet over- en -onderschrijding

  • 1.

    Indien als gevolg van onderbesteding c.q. overbesteding vermoed wordt dat het totaal van de investering lager of hoger zal uitvallen dan het krediet, dan wordt hiervan melding gemaakt aan de hoofdbudgethouder alvorens dit aan het dagelijks en algemeen bestuur ter besluitvorming wordt voorgelegd.

  • 2.

    De hoofdbudgethouder c.q. de budgethouder belast met het doen van investeringen is bevoegd het voor een investering geraamde krediet met maximaal € 100.000 te overschrijden, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd via de reguliere planning en control rapportages.

  • 3.

    De hoofdbudgethouder c.q. de budgethouder belast met het doen van investeringen is bevoegd de voor een investering geraamde inkomsten (bijdragen/subsidies) met maximaal € 100.000,- te onderschrijden zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd via de reguliere planning en control rapportages.

  • 4.

    Bij een dreigende overschrijding van het beschikbaar gestelde krediet die de grens zoals gesteld in artikel 11, lid 2, overschrijdt, dient het algemeen bestuur eerst te besluiten over aanvullend krediet voordat verdere verplichtingen aangegaan kunnen worden.

Artikel 12 Goedkeuring declaraties van woon werkverkeer van reis en verblijfkosten

  • 1.

    De dijkgraaf van het waterschap en de leden van het dagelijks bestuur maken ten laste van het waterschap aanspraak op vergoeding van kosten voor woon-werkverkeer en reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten het waterschap, gemaakt voor de uitoefening van het ambt.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur heeft ten laste van het waterschap aanspraak op vergoeding van reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van het algemeen bestuur en commissies, en reis- en verblijfkosten voor reizen binnen en buiten het waterschap gemaakt voor de uitoefening van de functie.

  • 3.

    De aanspraak op de in lid 1 en 2 genoemde kosten is geregeld in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 4.

    De secretaris-directeur, die reiskosten en andere kosten verband houdende met de uitoefening van zijn functie mag declareren, heeft geen leidinggevende waardoor de controle en accordering van zijn declaraties geregeld moet worden.

  • 5.

    De reiskosten en de andere kosten zoals genoemd in lid 6 van dit artikel, die door de secretaris-directeur en de in voornoemd genoemde ambtenaren kunnen worden gedeclareerd zijn geregeld in de CAO Werken voor waterschappen.

  • 6.

    Voor de goedkeuring van declaraties van kosten woon-werkverkeer, reis-, verblijfkosten voor reizen binnen en buiten het beheergebied van het waterschap geldt het volgende:

    • a.

      Voor declaraties van de leden van het dagelijks bestuur, en de secretaris-directeur is de dijkgraaf bevoegd;

    • b.

      Voor declaraties van de dijkgraaf is de loco dijkgraaf bevoegd;

    • c.

      Voor declaraties van de adjunct-directeur en de concerncontroller is de secretaris-directeur bevoegd;

    • d.

      Voor declaraties van de overige bestuursleden is de Vakgroepleider bestuursadvies, Communicatie en Omgeving bevoegd;

    • e.

      Voor declaraties van de opgavemanagers zijn de directeuren bevoegd;

    • f.

      Voor de declaraties van de vakgroepleiders zijn de opgavemanagers bevoegd;

    • g.

      Voor declaraties van de overige medewerkers zijn de vakgroepleiders bevoegd.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Citeertitel, inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking na vaststelling en kan worden aangehaald als “Financieel Volmachtbesluit Wetterskip Fryslân”. Hiermee is het Financieel Volmachtbesluit van 15 december 2020 gewijzigd.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, dd. 28 juni 2022.

L.M.B.C. Kroon,

O. Bijlsma,

Dijkgraaf.

Secretaris-directeur.

Ondertekening

Toelichting bij het Financieel Volmachtbesluit betreffende het aangaan van financiële verplichtingen en rechten door Wetterskip Fryslân

ALGEMEEN

Doelstelling

Op grond van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Wetterskip Fryslân is het dagelijks bestuur bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten.

Uiteraard voor zover deze zijn opgenomen in de vastgestelde begroting. Uit het oogpunt van beheersing en uitvoerbaarheid kan het dagelijks bestuur de uitoefening van de bevoegdheid (geheel of gedeeltelijk) opdragen aan functionarissen (budgethouders) binnen de ambtelijke organisatie. Dit Financieel Volmachtbesluit regelt deze opdracht en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn.

Het Financieel Volmachtbesluit voorziet er in dat de budgethouders de uitvoering van de bestedingsbevoegdheid per budget of een deel daarvan kunnen overdragen aan één of meer inkopers en of bestellers.

Verantwoording

De budgethouder zal over het gevoerde budgetbeheer periodiek verantwoording dienen af te leggen. Ten einde de objectiviteit te waarborgen is het noodzakelijk dat de bestedingen van het budget door een ander dan de budgethouder wordt bijgehouden (functiescheiding). De algemene registratie van het budget wordt derhalve overeenkomstig de administratieve organisatie bij de vakgroepleider Control, Financiën en Inkoop ondergebracht. Op deze wijze wordt ook het voor het algemeen beheer noodzakelijke inzicht in het totaal van de budgetten gewaarborgd.

Inkopen en aanbesteden

Voordat een verplichting aangegaan kan worden dient een inkoop- of aanbestedingsprocedure doorlopen te worden. In het Financieel Volmachtbesluit wordt hieraan niet expliciet gerefereerd. Het zal duidelijk zijn dat daar waar het aangaan van een verplichting voorafgegaan wordt door een aanbestedingsprocedure, het aanbestedingsbeleid van Wetterskip Fryslân onvoorwaardelijk van toepassing is.

Samenhang

De begrippen in artikel 1 zijn gebaseerd op het schema hiernaast. Het schema geeft globaal aan hoe budgetten en kredieten samenhangen met de producten, of wel hoe de eerste kosten samenhangen met de begroting.

De bevoegdheden zoals die in dit besluit zijn opgenomen hebben vooral betrekking op de budgetten en kredieten terwijl het algemeen en dagelijks bestuur besluiten nemen over producten en programma’s.

Het totaal van budgetten en kredieten is niet gelijk aan het totaal van de producten. Dat komt omdat kredieten niet rechtstreeks onderdeel zijn van de begroting, maar via afschrijvingslasten over de begrotingen van meerdere jaren verdeeld worden.

Alle lasten op de begroting maken deel uit van één van de als zodanig benoemde programma’s.

afbeelding binnen de regeling

Indeling

Het Financieel Volmachtbesluit bestaat uit 3 onderdelen:

  • a.

    begrippen;

  • b.

    taken en bevoegdheden: dit onderdeel gaat in op de verschillende betrokkenen en de toegekende taken en bevoegdheden;

  • c.

    financieel beheer: bevat de regels en voorwaarden waaraan het financieel beheer als geheel - bij het overdragen van de bevoegdheden - gebonden is.

ARTIKELGEWIJS

Artikel 2 t/m 4

In de eerste artikelen zijn de verschillende betrokken partijen benoemd. De categorie van besteller is opgevoerd om te voorkomen dat er een te grote groep is met brede bevoegdheden.

Artikel 2

Het dagelijks bestuur mandateert het financieel beheer als geheel aan de secretaris-directeur die dit vervolgens kan doormandateren aan één of meer budgethouders.

Artikel 3

De budgethouder is verantwoordelijk voor het beheer. Dit houdt in dat naast de bevoegdheid voor het aangaan van verplichtingen of het vestigen van rechten ook taken als het opstellen van voortschrijdende prognoses en het afleggen van verantwoording aan de budgethouder opgedragen worden. De laatstgenoemde taken kunnen niet doorgemandateerd worden. Alleen de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten kan aan bestellers door gemandateerd worden.

Artikel 4

Een besteller is bevoegd contracten af te sluiten. Omdat de besteller zelf geen budgethouder is, en het in de praktijk veelal om substantiële verplichtingen gaat, is voorafgaand toestemming nodig van de budgethouder. Een besteller is bevoegd verplichtingen aan te gaan tot € 5.000. Omdat het hier kleine bedragen betreft is en het veelal bestellingen betreft binnen een afgesloten contract is voorafgaande toestemming van de budgethouder niet nodig.

Artikel 5

Het voeren van een financiële administratie is evident. In dit artikel wordt dit expliciet opgedragen aan de vakgroepleider Control, Financiën en Inkoop. Van de financiële administratie is ook het registreren van de verplichtingen een onderdeel.

Om zicht te houden op de aanwijzing van budgethouders, inkopers en bestellers wordt ook daarvan door de vakgroepleider Control Financiën en Inkoop een register bijgehouden. Alle budgethouders worden aan het begin van het jaar op de hoogte gebracht van alle aan hen toegewezen budgetten. Dit gebeurt door middel van het budgettenboek (Artikel 5 lid 3).

Artikel 6

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 7

Een krediet kan ook beschouwd worden als een budget. Er zijn echter twee wezenlijke verschillen:

  • a.

    de looptijd kan langer zijn dan een jaar.

  • b.

    over het krediet kan pas beschikt worden nadat het algemeen bestuur daar over expliciet besloten heeft. Dit in tegenstelling tot een budget. Zodra het algemeen bestuur de begroting heeft vastgesteld mag over alle budgetten worden beschikt.

Voor het beheer maakt dit echter weinig verschil (verplichtingen, prognoses, verantwoording ed.). Wel geldt dat er t.a.v. investeringswerken extra regels zijn met betrekking tot rapportage en nacalculatie.

Artikel 8

In artikel 8 is de begrenzing van de volmacht aangegeven. Het gaat enkel om het aangaan van financiële verplichtingen. Een samenwerkingsovereenkomst ondertekenen valt daar niet onder. Immers bij het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst gaat het om meer dan alleen het aangaan van een financiële verplichting.

Lid 3 is opgenomen om te voorkomen dat diensten worden ingehuurd terwijl deze ook binnen Wetterskip Fryslân voorhanden zijn en als gevolg daarvan onbenut zouden blijven.

Artikel 9

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 10

Het is toegestaan dat budgetten in beperkte mate worden overschreden, mits de overschrijding kan worden gecompenseerd door verschuiving van een budget waar sprake is van een onderbesteding. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een verschuiving tussen directe kostenbudgetten (directe toerekening aan producten) en tussen indirecte kostenbudgetten (door middel van een kosten toerekeningsmethodiek). De budgetten waartussen mag worden geschoven moeten tot detzelfde opgave behoren en voor zover het geen kapitaallasten betreft. Met deze beperkingen wordt voorkomen dat een geheel andere besteding aan een budget wordt gegeven dan in de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting.

Het sluit niet uit dat verschuivingen ook van de ene naar de andere budgethouder kunnen plaatshebben. Afstemming is dus noodzakelijk. Voor deze afstemming is geen specifieke procedure vastgelegd. Om te voorkomen dat het dekken van budgetoverschrijdingen onvoldoende is geregeld, is pas van een verschuiving sprake wanneer dit in de financiële administratie is vastgelegd.

Het totaal van de eerste kosten is bij Wetterskip Fryslân gelijk aan het totaal van het directe kostenbudget.

Artikel 11

Bij het overschrijden van kredieten gelden andere regels dan bij budgetten. Schuiven tussen kredieten voor investeringen is niet toegestaan. In dit financieel volmachtbesluit worden bij de volmachtverstrekking aan de ambtelijke organisatie de regels aangescherpt in die zin, dat een krediet niet mag worden overschreden. Voordat in zo’n situatie verder verplichtingen mogen worden aangegaan dient het algemeen bestuur eerst te besluiten over de beschikbaarstelling van een aanvullend krediet.

Alleen de hoofdbudgethouder c.q. de budgethouder belast met het doen van investeringen is namens het dagelijks bestuur bevoegd om in bepaalde situaties van deze regel af te wijken. Op grond van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Wetterskip Fryslân is het dagelijks bestuur bevoegd de voor een investering geraamde uitgaven met maximaal € 100.000 van de uitgaven te overschrijden, op voorwaarde dat de overschrijding gedekt kan worden uit een onderbesteding op een andere investering en de mutatie past binnen het vastgestelde beleid. De als gevolg van onderbesteding aangewende middelen mogen geen onderdeel uitmaken van een verzamelkrediet opgebouwd uit verschillende deelkredieten die samen een programma of anderzijds een pakket vormen. Bijvoorbeeld een verzamelkrediet in het kader van het herstel van oevers en kaden of een routine investeringskrediet.

Voorts is het dagelijks bestuur bevoegd om te schuiven tussen de deelkredieten die behoren tot hetzelfde verzamelkrediet.

Nadat een verschuiving heeft plaats gehad zijn de regels van dit artikel van toepassing op het nieuw bepaalde krediet. Achteraf vindt melding plaats aan het algemeen bestuur.

Artikel 12

In artikel 12 lid 6 sub d is er voor gekozen de goedkeuring van de declaraties van de leden van het algemeen bestuur door de Vakgroepleider bestuursadvies, Communicatie en Omgeving te laten plaatsvinden. Deze vakgroepleider is binnen de kring van vakgroepleiders het meest direct betrokken bij de uitvoering van het administratief proces rondom de declaraties van reis- en verblijfkosten van de leden van het algemeen bestuur. 

Het overige behoeft geen nadere toelichting.

Bijlage 1: managementsamenvatting Financieel Volmachtbesluit Wetterskip Fryslân vastgesteld door het dagelijks bestuur op 15 december 2020

Budgethouder

  • 1.

    Hoofdbudgethouder is de Secretaris Directeur van Wetterskip Fryslân.

  • 2.

    Budgethouders kunnen alleen zijn medewerkers van Wetterskip Fryslân in de functie of rol van:

    • a.

      Adjunct-directeur

    • b.

      Opgavemanager

    • c.

      Vakgroepleider

    • d.

      Projectmanager

    • e.

      Programmamanager

Voorts kunnen andere medewerkers als hiervoor genoemd als budgethouder worden aangewezen door de hoofdbudgethouder en op grond van artikel 2 lid 5 door de adjunct-directeur, de opgavemanager en de vakgroepleider.

Bevoegdheden budgethouder

  • 1.

    Het overdragen van het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten aan één of meer bestellers.

  • 2.

    Het laten opdragen van meer- en minderwerk tot het in een projectopdracht genoemde bedrag overdragen aan de functionaris die het waterschap vertegenwoordigt bij de uitvoering van een werk.

  • 3.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten voor een bedrag van € 500.000 inclusief BTW en meer dient te geschieden via tussenkomst van de Secretaris directeur.

  • 4.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten voor een bedrag van € 200.000 inclusief BTW en tot een maximum van € 500.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van de Adjunct-directeur.

  • 5.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten voor een bedrag van € 100.000 inclusief BTW en tot een maximum van € 200.000 inclusief BTW dient te geschieden via tussenkomst van de Opgavemanager.

  • 6.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten tot een maximum van € 100.000 inclusief BTW via tussenkomst van de vakgroepleider.

  • 7.

    Het aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten tot een maximum van € 200.000 inclusief BTW via tussenkomst van de Projectmanager.

  • 8.

    Het via tussenkomst van de Programmamanager aangaan van verplichtingen en het vestigen van rechten ten laste van het investeringsprogramma tot een maximum van € 500.000 inclusief BTW.

Bevoegdheden besteller

1. Een besteller is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot een maximum van € 5.000 inclusief BTW.

Aangaan verplichtingen

Financiële verplichtingen en rechten kunnen alleen op de volgende manieren worden aangegaan:

  • 1.

    Door middel van een brief, zoals een gunningsbrief.

  • 2.

    Als inkooporder via het digitale inkoopinformatiesysteem.

  • 3.

    Door het aangaan van een contract

Exploitatiebudget- en investeringskredietoverschrijdingen

  • 1.

    Indien zich een overschrijding van een budget voordoet, dan moet compensatie worden gevonden door het verschuiven van budgetten waar sprake is van een onderschrijding.

  • 2.

    Verschuivingen > € 10.000 worden door de budgethouder uit eigener beweging gerapporteerd door middel van de gangbare rapportage structuur.

  • 3.

    Indien als gevolg van onderbesteding c.q. overbesteding vermoed wordt dat het totaal van de investering lager of hoger zal uitvallen dan het krediet, dan wordt hiervan melding gemaakt aan de hoofdbudgethouder alvorens dit aan het dagelijks en algemeen bestuur ter besluitvorming wordt voorgelegd.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur is bevoegd het voor een investering geraamde krediet met maximaal € 100.000 te overschrijden c.q. de voor een investering geraamde inkomsten met maximaal € 100.000 te onderschrijden, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd via de reguliere planning en control rapportages.

  • 5.

    Bij een dreigende over – of onderschrijding van het beschikbaar gestelde krediet die de grens zoals gesteld in lid 4, over- of onderschrijdt, dient het algemeen bestuur eerst te besluiten over aanvullend krediet voordat verdere verplichtingen aangegaan kunnen worden.