Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent de markt (Marktverordening gemeente Altena 2020)

Geldend van 25-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent de markt (Marktverordening gemeente Altena 2020)

De raad van de gemeente Altena;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2020, aangaande de Marktverordening gemeente Altena 2020;

gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 1 december 2020;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

besluit:

vast te stellen de navolgende:

Marktverordening gemeente Altena 2020

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    marktplaats/standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste marktplaats/standplaats: de standplaats, die middels een vergunning, voor de duur van 15 jaar ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

  • e.

    selectiecommissie: commissie die is ingesteld door het college en het college adviseert over de markten en het selecteren van een vaste standplaatshouder voor een van de markten in het geval van meerdere gegadigen;.

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • k.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal marktkooplieden per artikelengroep;

  • l.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten in Altena die op gezette tijden worden gehouden.

In bijlage is een actueel overzicht gegeven van de verschillende markten in de verschillende kernen.

Artikel 3 Inrichting van de markten

  • 1. Voor de markten stellen burgemeester en wethouders de volgende aspecten vast:

    • a.

      de locatie van de markt;

    • b.

      aanduiding van de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden (markttijd);

    • c.

      een inrichtingskaart van de markt;

  • 2. Op de inrichtingskaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning;

    • c.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede indien van toepassing, de maximum aantallen vaste standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning.

  • 3. Het inrichtingsplan is gedurende markttijd bij de markt aanwezig en in te zien.

Artikel 4. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 6. Selectiecommissie

  • 1. Het college is bevoegd een selectiecommissie samen te stellen die tot taak heeft het college te adviseren in zaken die direct betrekking hebben op de markten;

  • 2. Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de selectiecommissie.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 7. Vergunningen

  • 1. Het is verboden op de markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-marktplaatsvergunning geldt voor een periode van 15 jaar en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning (0p verzoek) voor een kortere periode wordt verleend. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 5. Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en een aanvraag voor een vergunning tijdig heeft ingediend bij het college. De beslistermijn hiervoor is 8 weken en kan met nog eens een keer met dezelfde periode worden verlengd.

Artikel 8. Afgelasting markt

Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarin de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kunnen burgemeester en wethouders besluiten:

  • a.

    de vergunninghouder verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

  • b.

    de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

  • c.

    de markt niet te laten beginnen;

  • d.

    de markt onmiddellijk te laten beëindigen.

Artikel 9. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Artikel 10. Selectiestelsel

  • 1. Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste standplaatsvergunningen, geldt het volgende in dit artikel.

  • 2. Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de gemeentepagina, de gemeentelijke website en in een vakblad.

  • 4. Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college, gehoord het advies van de selectiecommissie, punten toe aan de hand van de volgende aspecten tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

    • a.

      De vergunningaanvraag is tijdig ingediend (20 punten);

    • b.

      of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20 punten);

    • c.

      de uitstraling van de uitstalling (20 punten);

    • d.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij/zij maakt (20 punten);

    • e.

      of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20 punten). Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 5. Een door het college te benoemen selectiecommissie adviseert hun college ten aanzien van de toe te kennen punten.

Artikel 11. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind, indien:

    • a.

      de houder van een vaste-standplaatsvergunning zelf niet langer gebruik wenst te maken van de vergunning;

    • b.

      de houder van een vaste-standplaatsvergunning is overleden;

    • c.

      de houder van een vaste-standplaatsvergunning onder curatele is gesteld.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 5 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. In geval van overlijden of onder curatelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen in deze verordening te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze geweigerd.

Artikel 12. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder;

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of onder curatelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 11.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 13 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 13. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen

Artikel 14. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op de markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 13.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die zich voor de aanvang van de markttijd bij de marktmeester hebben gemeld, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde op verzoek bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 15. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 16. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 17. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 1 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens een op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing voor wat betreft de sluitingstijd kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 18. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 19. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 21. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

  • 1. De marktverordeningen van de gemeente Aalburg 2009, gemeente Werkendam 2009 en gemeente Woudrichem 2014 worden ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de marktverordeningen van de gemeente Aalburg 2009, gemeente Werkendam 2009 en gemeente Woudrichem 2014 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens de Marktverordening gemeente Altena 2020. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de genoemde marktverordeningen maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze nieuwe verordening.

  • 4. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgen gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 23. Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Altena 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Altena van 15 december 2020.

de voorzitter,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

de raadsgriffier,

drs. S.J. Peet

BIJLAGE: 1 Actueel overzicht weekmarkten gemeente Altena

Locatie

Dag

Tijd

Almkerk, Mr. L.A. Donkerstraat

Donderdag

09.00 - 12.00 uur

Andel, Plein bij Romboutstoren

Vrijdag

09.00 - 12.00 uur

Dussen, Vrijheidsplein

Donderdag

08.30 - 12.30 uur

Giessen, Wilgenhof, Parallelweg

Dinsdag

08.30 - 12.30 uur

Hank, Kerkstraat

Donderdag

13.30 -16.30 uur

Nieuwendijk, Kerkweg/Rijksweg

Donderdag

14.00 - 17.00 uur

Rijswijk, Dorpsstraat

Donderdag

08.30 - 12.00 uur

Sleeuwijk, De Nieuwe Es

Dinsdag

09.00 - 12.00 uur

Werkendam, Gedempte Haven

Zaterdag

08.00 - 16.00 uur

Wijk en Aalburg, Markt

Dinsdag

13.00 - 17.00 uur

Woudrichem, ’t Rond

Donderdag

13.00 -16.30 uur