Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende nadere regels omtrent de vergunning deelmobiliteit (Nadere regels vergunning deelmobiliteit)

Geldend van 23-11-2022 t/m 25-04-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende nadere regels omtrent de vergunning deelmobiliteit (Nadere regels vergunning deelmobiliteit)

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen het raadsbesluit van 15 december 2020 waarbij de Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening inzake deelmobiliteit is vastgesteld (kenmerk en vindplaats gemeenteblad),

gelet op artikel 2:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het verlenen van vergunningen voor het bedrijfsmatig voertuigen op de weg plaatsen ten behoeve van gebruik door derden;

besluit vast te stellen:

Nadere regels vergunning deelmobiliteit

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Verordening: Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort;

  • b.

    elektrische snorfiets: snorfiets, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW;

  • c.

    elektrische bromfiets: motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een elektromotor met een nominaal maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • d.

    elektrische fiets: fiets met trapondersteuning, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    elektrische step: step die door de minister is aangewezen als bijzondere bromfiets, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 waarvoor een aanwijzing op grond van artikel 20b van de Wegenverkeerswet 1994 is ingediend bij de minister, en de minister deze step heeft toegelaten op de openbare weg.

Artikel 2 Aanwijzing wegen en wegvakken

Als wegen en wegvakken bedoeld in artikel 2:8, vijfde lid van de Verordening, worden aangewezen de wegen en wegvakken zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze nadere regels.

Artikel 3 Vergunning

  • 1. Het college kan een vergunning verlenen als bedoeld in artikel 2:8, eerste lid van de Verordening voor de volgende voertuigcategorieën:

    • a.

      elektrische snorfiets;

    • b.

      elektrische fiets;

    • c.

      fiets;

    • d.

      (elektrische) bakfiets;

    • e.

      (elektrische) step;

    • f.

      elektrische bromfiets.

  • 2. Een vergunning wordt verleend voor maximaal 150 voertuigen per voertuigcategorie, als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Na vergunningverlening kan het college op aanvraag van de vergunninghouder het aantal voertuigen verbonden aan de vergunning telkens uitbreiden met een maximum van 150, indien:

    • a.

      vergunninghouder in de voorafgaande periode continu heeft gehandeld conform de vergunningsvoorschriften;

    • b.

      de vergunninghouder minimaal een kwartaal de vergunde voertuigen aanbiedt in de gemeente Amersfoort;

    • c.

      het aandeel reeds vergunde voertuigen dat langer dan zeven dagen ongebruikt op één locatie staat maximaal 5 procent bedraagt;

    • d.

      het aandeel reeds vergunde voertuigen dat langer dan vier dagen ongebruikt op één locatie staat maximaal 20 procent bedraagt;

    • e.

      vergunninghouder aantoont dat uitbreiding van het aantal voertuigen realiseerbaar is binnen de vergunningvoorschriften.

  • 4. In afwijking van artikel 1:7 van de Verordening geldt de vergunning tot en met 31 mei 2023.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvrager mag maximaal 1 vergunning per voertuigcategorie aanvragen. Indien een rechtspersoon meerdere handelsnamen gebruikt, wordt deze beschouwd als dezelfde aanvrager.

  • 2.

    Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt gedaan met het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 3.

    Een aanvraag kan worden ingediend tot 31 december 2021.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan een aanvraag voor een (elektrische) step worden ingediend tot 31 mei 2022.

Artikel 5 Vereisten

Om voor een vergunning als bedoeld artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de aanvrager biedt de voertuigen niet aan op de wegen en wegvakken die zijn opgenomen in Bijlage 1 en gebieden waar een stallingsverbod van kracht is;

  • b.

    de aanvrager biedt de voertuigen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, b, c , e en f niet aan vanaf een vaste locatie;

  • c.

    de aanvrager biedt voertuigen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d slechts aan vanaf een vaste locatie;

  • d.

    in afwijking van het vereiste onder artikel 5, onder b, biedt de aanvrager voertuigen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder e in de binnenstad, bij treinstations en winkelcentra slechts vanaf een vaste locatie aan;

  • e.

    de aanvraag gaat vergezeld van een plan van aanpak waarin in elk geval aannemelijk wordt gemaakt dat:

    • 1.

      de aangeboden voertuigen voldoen aan de wettelijke eisen;

    • 2.

      de gebruiker wordt gestimuleerd om op een veilige manier gebruik te maken van het voertuig;

    • 3.

      de gebruiker wordt gestimuleerd om parkeeroverlast te voorkomen in de openbare ruimte ten behoeve van de toegankelijkheid daarvan;

    • 4.

      misbruik van een registratie van de gebruiker wordt voorkomen;

    • 5.

      de aanvrager kan voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in artikel 7.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 1:8 en artikel 2:8 van de Verordening wordt een vergunning geweigerd, indien niet is voldaan aan de vereisten neergelegd in artikel 5.

Artikel 7 Verplichtingen

Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de vergunninghouder start uiterlijk binnen 10 weken na vergunningverlening met het aanbieden van voertuigen;

  • b.

    4 weken nadat de vergunninghouder is gestart met aanbieden van deelvoertuigen, bedraagt het aandeel voertuigen dat langer dan zeven dagen ongebruikt op één locatie staat maximaal 5%;

  • c.

    4 weken nadat de vergunninghouder voertuigen aanbiedt, bedraagt het aandeel voertuigen dat langer dan drie dagen ongebruikt op één locatie staat maximaal 20%;

  • d.

    op het voertuig staan contactgegevens van de vergunninghouder voor het doen van een melding duidelijk weergegeven;

  • e.

    de vergunninghouder neemt 24 uur per dag meldingen van gebruikers, inwoners of gemeente aan;

  • f.

    zo snel mogelijk, maar in elk geval binnen 24 uur na een melding worden defecte deelvoertuigen gerepareerd of verwijderd;

  • g.

    de vergunninghouder verwijdert een hinderlijk geparkeerd voertuig zo snel mogelijk, maar in elk geval binnen 4 uur na een melding in de periode tussen 8.00 en 20.00 uur;

  • h.

    de vergunninghouder past op verzoek van de gemeente binnen 24 uur het gebied aan waarbinnen voertuigen worden aangeboden;

  • i.

    de vergunninghouder levert de gemeente toegang tot actuele data, die inzicht geven in het aanbod en het gebruik van de voertuigen, zoals opgenomen in de vergunningvoorschriften;

  • j.

    de vergunninghouder levert ieder kwartaal een rapportage, zoals opgenomen in de vergunningvoorschriften;

  • k.

    de vergunninghouder werkt mee aan een evaluatie van deze nadere regels en de vergunning en overlegt daarvoor gegevens, zoals opgenomen in de vergunningvoorschriften;

  • l.

    de vergunninghouder werkt mee aan het afnemen van een enquête onder de gebruikers van de voertuigen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2021.

  • 2. Deze nadere regels vervallen op 31 mei 2023.

  • 3. Deze nadere regels worden geëvalueerd in het laatste half jaar van 2022.

  • 4. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels vergunning deelmobiliteit.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 18 december 2020

de burgemeester

L.M.M. Bolsius

de secretaris

N.W. Kamphorst

ALGEMENE TOELICHTING

Amersfoort groeit, en het aantal voertuigen en verkeersbewegingen daardoor ook. Dit mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid, veiligheid en openbare ruimte in de stad. Nieuwe mobiliteitsconcepten, zoals deelmobiliteit, stimuleert de gemeente daarom. Daarentegen leggen deelvoertuigen ook een druk op de schaarse openbare ruimte. Daarom heeft de gemeente in de APV een vergunningstelsel voor deelmobiliteit ingevoerd, zodat deelvoertuigen gereguleerd worden toegelaten. Via de vergunning worden onder meer voorwaarden verbonden aan de dienstverlening en het aantal voertuigen dat een aanbieder neerzet. Doel is om een gereguleerd experiment uit te voeren met deelsnorfietsen, elektrische deel(bak-)fietsen en deel(bak-)fietsen, voor de duur van twee jaar. Halverwege 2021 zijn de deelsteps en deelbromfietsen toegevoegd aan de pilot. In de tweede helft van 2022 vindt een evaluatie plaats. Met de bevindingen uit de experimentperiode worden, indien nodig, de APV, nadere regels en vergunningvoorschriften aangepast.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKEL 1

De elektrische step die door het merendeel van de deelstepaanbieders wordt aangeboden, is op dit moment nog niet toegelaten op de openbare weg. De elektrische step mag in Nederland de weg op, wanneer de minister van Infrastructuur en Waterstaat de elektrische step heeft aangewezen als ‘bijzondere bromfiets’ en deze heeft toegelaten op de openbare weg.

E en bijzondere bromfiets is een (innovatief) licht en langzaam voertuig met specifieke kenmerken (bijv. het ontbreken van een zadel) waardoor het geen reguliere bromfiets is. Daarom kunnen ze niet binnen de Europese regelgeving die van toepassing is op bromfietsen worden toegelaten. Dit soort voertuigen wordt daarom in Nederland toegelaten onder de toelatingsregels voor bijzondere bromfietsen . Deze regels zijn nationaal en verschillen per land (bron: website RDW ).

ARTIKEL 2

Tijdens de pilotfase kiezen we voor het zogeheten free floating systeem (met uitzondering van (elektrische) bakfietsen, en deels zijn deelsteps uitgezonderd van het free floating systeem), zie daarvoor de toelichting op artikel 5, onder c). Dat houdt in dat de voertuigen kunnen worden aangeboden binnen het hele servicegebied (gemeentegrens van Amersfoort) met uitzondering van aangewezen wegen en wegvakken. In Bijlage 1 is opgenomen welke wegen en wegvakken het college heeft aangewezen waar je wel/niet mag parkeren en wel/niet mag in- en uitchecken. Naast deze gebieden gelden uiteraard de algemene parkeerverboden.

In het servicegebied mag een gebruiker het deelvoertuig in- en uitchecken en parkeren (zie witte delen in bijlage 1). Binnen het servicegebied zijn er gebieden aangewezen waar je niet mag parkeren en waarin je niet mag in-/ en uitchecken (zie rood gearceerde delen in bijlage 1). Ook zijn er gebieden waar je volgens de geldende wet- en regelgeving het deelvoertuig mag parkeren, maar waar het voertuig niet mag worden uitgecheckt (zie gele gebieden in bijlage 1). De gebruiker betaalt dan een bedrag om de scooter gereserveerd te houden. Definitief uitchecken en de dienstverlening stopzetten kan alleen in het (witte) servicegebied.

ARTIKEL 3

  • 1.

    De elektrische snor- en bromfiets, elektrische (bak-)fiets, de (bak-)fiets en (elektrische) step zijn de toegestane deelvoertuigen waarvoor een vergunning aangevraagd kan worden. Voor alle overige deelvoertuigen kan vooralsnog geen vergunning aangevraagd worden.

  • 2.

    Aanbieders van deelvoertuigen kunnen in eerste instantie een vergunning krijgen voor maximaal 150 voertuigen per deelvoertuigcategorie.

  • 3.

    Vergunninghouders kunnen telkens een uitbreiding op de 150 deelvoertuigen aanvragen van nog eens maximaal 150 deelvoertuigen, als ze voldoen aan de vereisten in artikel 3 derde lid. Zo mag niet meer dan 5 % van het aantal deelvoertuigen langer dan 7 dagen ongebruikt op één locatie staan. Ook mag niet meer dan 20% van de voertuigen langer dan vier dagen op een locatie staan. Uiteraard geldt dat de vergunninghouder zich blijft houden aan de vergunningvoorschriften en de vereisten aan de eerder verleende vergunning.

  • 4.

    De vergunning die wordt afgegeven overschrijdt de termijn van de experimentfase. Na de evaluatie in het tweede halfjaar van 2022 is tijd nodig om de nadere regels op te stellen en vergunninghouders de mogelijkheid te bieden een nieuwe vergunning aan te vragen. Daarom wordt de vergunning ook verstrekt voor een overbruggingsperiode, t/m 31 mei 2023.

ARTIKEL 4

Een aanvrager mag maximaal 1 vergunning aanvragen per deelvoertuigcategorie. Een aanvraag moet worden gedaan met het aanvraagformulier dat te vinden is op www.amersfoort.nl/deelvervoer . De gemeente Amersfoort heeft een experimentfase voor het aanbieden van deelmobiliteit in de stad, die loopt van eind 2020 tot eind 2022. In het tweede halfjaar van 2022 wordt het experiment geëvalueerd. Op basis hiervan en van de ontwikkelingen worden er nieuwe regels opgesteld en moeten nieuwe vergunningen worden aangevraagd. Om het gebruik van het deelaanbod per vergunninghouder en de werkwijze van de nadere regels, goed te kunnen evalueren, willen we dat de vergunninghouder minimaal een half jaar ervaring heeft opgedaan met het aanbieden van deelvoertuigen in Amersfoort. Dit betekent dat tot uiterlijk eind december 2021 een vergunning kan worden aangevraagd. Het aanvragen van een vergunning voor deelsteps en bromfiets is pas later aan deze pilot toegevoegd (juli 2021). Voor het aanvragen van deelsteps hebben we de uiterlijke termijn waarop een aanvraag ingediend kan worden, opgerekt naar 31 mei 2022. Hierbij geldt overigens dat voor deelsteps pas een vergunning aangevraagd kan worden als het ministerie van IenW het voertuig goedkeurt om op de openbare weg te gaan. Op dit moment (medio 2021) is het merendeel van de deelsteps nog niet goed gekeurd.

ARTIKEL 5

In dit artikel zijn de eisen opgenomen om in aanmerking te komen voor een vergunning. Als niet aan deze vereisten wordt voldaan, dan wordt de vergunning geweigerd.

Onder a en b

De aanvrager biedt de (elektrische) snor- en bromfietsen en (elektrische) fietsen niet aan vanaf een vaste locatie.

Onder c

De aanvrager biedt (elektrische) bakfietsen alleen aan vanaf een vaste locatie. De locatie waar de (elektrische) bakfietsen aangeboden mogen worden gaat, in overleg en met toestemming van de gemeente met een aanwijzingsbesluit op grond van artikel 2:8, vijfde lid APV. De kosten voor het inrichten van de vaste plekken voor de elektrische bakfietsen worden doorberekend aan de vergunninghouder.

Onder d

De aanvrager biedt de (elektrische) steps in drukke gebieden, zoals de binnenstad, bij stations en winkelcentra, aan vanaf een vaste locatie. De locatie waar de (elektrische) steps mogen staan, worden bepaald in overleg met en met toestemming van de gemeente met een aanwijzingsbesluit op grond van artikel 2:8, vijfde lid APV. De kosten voor het inrichten van de vaste plekken voor de elektrische bakfietsen worden doorberekend aan de vergunninghouder.

Buiten deze gebieden worden de steps bij voorkeur volgens het free floating systeem aangeboden. De steps mogen niet in de gebieden worden aangeboden die opgenomen zijn in Bijlage 1 en in gebieden waar een stallingsverbod van kracht is. Mocht de aanvrager buiten de drukke gebieden ook de voorkeur geven aan station based, dan kan dit na overleg en toestemming van de gemeente. Dan gelden dezelfde regels genoemd hierboven, bij vaste plekken in drukke gebieden.

Onder e

De aanvraag wordt vergezeld van een plan van aanpak waarin de aanvrager onder andere aannemelijk maakt dat kan worden voldaan aan de verplichtingen die zijn opgenomen in artikel 7.

Sub 3

Bij de beschrijving m.b.t. de toegankelijkheid gaat het met name over het voorkomen van obstakels en daarmee overlast voor mensen met een beperking (zowel gebruikers van rolstoel als slechtzienden). De aanbieder neemt in de voorwaarden op dat gebruikers de deelvoertuigen niet hinderlijk mogen parkeren en op de stoep ruimte laten zodat de gebruikers van onder meer een kinderwagen en hulpmiddelen zoals een rolstoel, taststok en rollator langs het deelvoertuig over de stoep kunnen.

ARTIKEL 6

Een aanvraag kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu. Dit is opgenomen in artikel 1:8 van de APV. Daarnaast kan de vergunning worden geweigerd:

  • a.

    in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • b.

    in het belang van de veiligheid van het publiek;

  • c.

    in het belang van de doorstroming van het verkeer;

  • d.

    ter voorkoming van onevenredig ruimtegebruik. (artikel 2:8 van de APV).

Een aanvraag wordt geweigerd als de aanvrager de voertuigen wil aanbieden op wegen of wegvakken die zijn opgenomen in Bijlage 1 als uitgesloten wegen en wegvakken. Een aanvraag wordt geweigerd als de aanvrager de voertuigen wil aanbieden vanaf een vaste locatie (station based) in plaats van free floating met uitzondering van (elektrische) bakfietsen en steps. Ten slotte wordt de vergunning geweigerd indien de stukken van artikel 5 niet worden ingediend, nadat de aanvrager twee weken de tijd is gegund om alsnog de ontbrekende/niet complete stukken aan te leveren.

Bovendien moet er worden gehandeld conform die stukken. Gebeurt dit niet dan wordt de vergunning ingetrokken. Dit wordt ook opgenomen in de vergunningvoorschriften.

ARTIKEL 7

Aan de vergunning worden voorschriften verbonden. Een aantal verplichtingen die aan de vergunning worden verbonden, is in artikel 7 al benoemd. ‘

Bijlage 1 Nadere regels vergunning deelmobiliteit versie okt 2022

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Locaties vaste parkeerplekken deelfietsen en deelscooters binnenstad

afbeelding binnen de regeling

1. Eemlaan

In de fietsenstalling aan de Eemlaan wordt een deel gereserveerd voor het parkeren van deelfietsenen deelscooters.

afbeelding binnen de regeling

2. Eemplein

afbeelding binnen de regeling

3. Het Zand

afbeelding binnen de regeling

4. Stadshuisplein

afbeelding binnen de regeling

5. Torenstraat

afbeelding binnen de regeling

6. Hellestraat

afbeelding binnen de regeling

7. Langegracht

afbeelding binnen de regeling

8. Lieve Vrouwetoren

afbeelding binnen de regeling

9. Achter de Arnhemsepoortwal

De fietsenrekken worden verwijderd. Op deze plek komt een deelvervoervak.

afbeelding binnen de regeling

10. Arnhemsestraat

afbeelding binnen de regeling

11. Grote Haag

afbeelding binnen de regeling

12. Herenstraat

Eén autoparkeerplek wordt opgeheven, daarvoor in de plaats komt een deelvervoervak.

N B Deze locatie wordt pas in juni 2023 aangelegd. Op dit moment zijn deze parkeervakkengereserveerd voor bouwlogistiek voor het appartementencomplex.

afbeelding binnen de regeling

13. Beestenmarkt

afbeelding binnen de regeling

14. Achter de Kamp

afbeelding binnen de regeling

15. Kamp

afbeelding binnen de regeling

16. Coninckstraat

Deze voormalige parkeerplek wordt verbreed. De helft van de locatie wordt parkeerplek voordeelfietsen en deelscooters, de andere helft blijft beschikbaar voor overige fietsen. Het kunstwerkvan de rode auto wordt verplaatst naar het parkeervak voor deelvervoer aan de Bloemendalsestraat (nr 18).

afbeelding binnen de regeling

17. Flintplein

afbeelding binnen de regeling

18. Bloemendalsestraat

De eerste twee autoparkeerplekken worden opgeheven en ingericht als deelvervoervak. Voor het vakwordt het kunstwerk van de rode auto geplaatst (afkomstig van de Coninckstraat, nr. 16).

afbeelding binnen de regeling