Subsidieregeling Erfgoedpanden in een gebiedsaanpak provincie Groningen 2020

Geldend van 25-10-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Erfgoedpanden in een gebiedsaanpak provincie Groningen 2020

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 15 december 2020, nr. A.29, afdeling ECP, dossiernummer K19843 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat:

  • -

    de provincies met ingang van 2012 de taak hebben gekregen om de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten te verdelen. In februari 2012 hebben Rijk en IPO afspraken gemaakt over de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten van rijk naar de provincies;

  • -

    de taak behoort bij de afspraken die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het erfgoedprogramma voor het aardbevingsgebied zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor onderhoud van rijksmonumenten gelegen in de gemeenten die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap in de versterking is;

  • -

    de provincie Groningen het van belang vindt een regierol te vervullen voor het gebiedsgerichte monumentenbeleid;

  • -

    rijks- en gemeentelijke monumenten en karakteristieke panden worden aangewezen in het algemeen belang en de kosten van instandhouding, in het bijzonder het onderhoud en de restauratie kunnen hoog zijn vanwege de hogere eisen aan architectonische uitwerking, materiaalgebruik en detaillering;

  • -

    de provincie Groningen vanuit de provinciale omgevingsvisie zich inzet op het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit;

Gelet op:

  • -

    Het geactualiseerde erfgoedprogramma 2020-2023;

  • -

    Erfgoedwet;

  • -

    Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

  • -

    Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;

  • -

    Uitvoeringsprogramma Cultuur Provincie Groningen 2017-2020;

  • -

    De bestuurlijke afspraken tussen IPO en de Rijksoverheid met betrekking tot de restauratie van rijksmonumenten en het ruimtelijk beleid voor erfgoed uit 2012 en ook de aanvulling daarop uit 2015;

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

Besluiten:

  • I.

    Vast te stellen de:

Subsidieregeling Erfgoedprojecten in een gebiedsaanpak provincie Groningen 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

Hieronder vindt u een alfabetische lijst van alle begrippen met uitleg die u tijdens het lezen van de subsidieregeling tegenkomt.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aardbevingsgemeenten: de gemeenten binnen het aardbevingsgebied zoals vastgelegd in de geldende versie van de Omgevingsverordening provincie Groningen;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    cluster van erfgoedpanden: twee of meer erfgoedpanden binnen de gebiedsaanpak die stedenbouwkundig en functioneel met elkaar een relatie hebben;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van een aardbevingsgemeente waarin het erfgoedpand of cluster van erfgoedpanden gelegen is;

  • e.

    comfortverbetering of verfraaiing: werkzaamheden met betrekking tot het wooncomfort, decoratie en de leefbaarheid zoals het binnenklimaat of het verbeteren van functionaliteit;

  • f.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft op het rijks- of gemeentelijke monument of karakteristiek pand;

  • g.

    energiebesparende maatregelen: vloer-, gevel- of dakisolatie, isolerende beglazing, het waterzijdig inregelen van de warmte-installatie;

  • h.

    erfgoedpand: gebouwd of groen rijksmonument, gemeentelijk monument of karakteristiek pand;

  • i.

    exploitatieplan: een plan dat beschrijft hoe wordt gezorgd voor de exploitatie en het onderhoud van het erfgoedpand in de vijf jaren volgend op het jaar waarin een subsidieaanvraag op grond van deze regeling wordt ingediend. Ook wordt in dit plan de financiële onderbouwing hiervan weergegeven;

  • j.

    gebiedsaanpak: multidisciplinaire aanpak gericht op herinrichting of verbetering van een afgebakend gebied zoals stads- en dorpsvernieuwing, die wordt uitgevoerd onder regie van een overheidsorganisatie;

  • k.

    gemeentelijk monument: een gebouw of ander object dat door cultuurhistorische waarde en schoonheid van lokaal belang is en als beschermd monument is opgenomen in een gemeentelijk monumentenregister;

  • l.

    gebouwd rijksmonument: een gebouw of zelfstandig bouwkundige eenheid daarvan, of een op een andere manier vervaardigde onroerende zaak, die om zijn nationale cultuurhistorische waarde door de Rijksoverheid is aangewezen als beschermd monument en met eigen monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister;

  • m.

    groen rijksmonument: rijksmonument of zelfstandig onderdeel daarvan, namelijk een aanleg die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg, en die met een monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;

  • n.

    groot onderhoud: werkzaamheden die behoren tot het normale onderhoud aan een erfgoedpand waarmee verval wordt voorkomen, waarbij het gaat om omvangrijke werkzaamheden. Dat kan zijn in omvang of in aantal;

  • o.

    herbestemming: het geven van een nieuwe gebruiksfunctie aan een erfgoedpand of een belangrijk deel van het erfgoedpand (qua oppervlakte) of de zelfstandig bouwkundige eenheid waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

  • p.

    instandhouding: het sober en doelmatig behouden of herstellen van de beschermde onderdelen van het erfgoedpand, waarmee verval van het erfgoedpand kan worden voorkomen. Het gaat uitsluitend om werkzaamheden voor groot onderhoud, restauratie, vervangende dakbedekking;

  • q.

    kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • r.

    karakteristiek pand: gebouwen die vanaf 1 januari 2020 door de gemeente zijn aangewezen als karakteristiek pand vanwege de lokale cultuurhistorische waarde van de buitenzijde van het pand en die op grond van hun karakteristieke hoofdvorm, typologie, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, gaafheid of zeldzaamheid bijdragen aan de identiteit van de omgeving;

  • s.

    Leidraad: de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, die beschrijft welke kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen aan een rijksmonument voor subsidie in aanmerking komen zijn, inclusief het daarbij behorende rekenmodel volgens STABU; De Leidraad wordt in deze regeling voor de subsidiabele kosten ook toegepast op gemeentelijke monumenten en karakteristieke panden;

  • t.

    procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • u.

    project: een afgebakend onderdeel van de gebiedsaanpak waar de werkzaamheden aan of nabij het erfgoedpand of het cluster van erfgoedpanden onderdeel van is;

  • v.

    projectkosten: de kosten die gemaakt worden binnen het project;

  • w.

    provincie: provincie Groningen;

  • x.

    restauratie: werkzaamheden die het normale, reguliere onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor het herstel van het erfgoedpand;

  • y.

    rijksmonument: een gebouw of ander object, waaronder groene rijksmonumenten, dat door cultuurhistorische waarde en schoonheid van nationaal belang is. Rijksmonumenten vallen onder de Erfgoedwet en zijn opgenomen in het rijksmonumentenregister;

  • z.

    Ruimtelijke kwaliteit: kwaliteit die wordt bepaald door de mate waarin binnen een gebied de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde in onderlinge verhouding geoptimaliseerd zijn;

  • aa.

    vervangende dakbedekking: noodzakelijke vervanging van de dakbedekking die geen restauratie is en op grond van de Leidraad niet in aanmerking komt voor subsidie.;

  • bb.

    zelfstandig bouwkundige eenheid: bouwwerk dat in zowel constructief als functioneel opzicht te onderscheiden is van de naastgelegen bouwwerken. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben, afzonderlijk te gebruiken moet zijn. Bij boerderijen gelden schuur, stal en woonhuis altijd als zelfstandige onderdelen, zelfs als ze aan elkaar zijn vast gebouwd;

  • cc.

    zelfstandig onderdeel groen rijksmonument: één of meer delen van een groen rijksmonument, namelijk een aanleg die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg, die aan één eigenaar behoort, niet het gehele rijksmonument omvat.

Artikel 2 Doel

Het hoofddoel van de regeling is om erfgoedpanden binnen een gebiedsaanpak in het aardbevingsgebied van de provincie Groningen te behouden inclusief de monumentale waarden.

Daarnaast is het de bedoeling dat de regeling de herbestemming van erfgoedpanden in het aardbevingsgebied van de provincie Groningen stimuleert en investeringen die bijdragen aan energiebesparende maatregelen stimuleert. Ook is de regeling bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen van het betreffende werkgebied van de gebiedsaanpak waarbinnen het erfgoedpand is gelegen.

Artikel 3 Doelgroep en subsidiabele activiteit

Subsidie wordt aangevraagd door het college voor een project ten behoeve van de instandhouding, herbestemming of energiebesparende maatregelen van een erfgoedpand of een cluster van erfgoedpanden. Ook investeringen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit die deel uitmaken van het project komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden uit artikel 4:25, tweede lid en 4:35 Awb en artikel 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    er reeds een subsidie op grond van deze regeling is verstrekt;

  • b.

    de omvang van de subsidiabele kosten binnen de totale projectkosten minder dan € 1.250.000,-bedraagt;

  • c.

    er subsidie wordt aangevraagd voor erfgoedpanden die geen onderdeel zijn van een gebiedsaanpak;

  • d.

    er geen sluitende begroting en geen dekkingsplan is waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten van het project voor ruimtelijke kwaliteit, instandhouding, herbestemming en energiebesparende maatregelen kunnen worden gefinancierd;

  • e.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor herbestemming of het nemen van energiebesparende maatregelen, zonder de combinatie met een aanvraag voor groot onderhoud en restauratie;

  • f.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor vervangende dakbedekking, zonder de combinatie met een aanvraag voor groot onderhoud en restauratie, tenzij uit het inspectierapport blijkt dat er geen andere werkzaamheden groot onderhoud of restauratie aan het rijksmonument nodig zijn;

  • g.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor investeringen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit zonder de combinatie met een aanvraag voor groot onderhoud en restauratie;

  • h.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor restauratie zonder de combinatie met een aanvraag voor investeringen ter bevordering van de ruimtelijke kwaliteit;

  • i.

    niet is voldaan aan de bepalingen, verplichtingen en vereisten zoals die zijn gesteld in deze regeling.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    er wordt voor de financiering van het project waarop de aanvraag betrekking heeft een bedrag minimaal gelijk aan het aangevraagde subsidiebedrag ingebracht;

  • b.

    het college van B&W maakt de keuze voor welk project een aanvraag wordt ingediend.

  • c.

    per aardbevingsgemeente wordt voor maximaal één project een aanvraag ingediend.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn:

  • a.

    kosten in het kader van het groot onderhoud en de restauratie van een erfgoedpand. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt en gespecificeerd in de Leidraad;

  • b.

    kosten die nodig zijn voor de herbestemming van het erfgoedpand. Dit betreft de sober en doelmatige investeringskosten die noodzakelijk zijn om de met het ingediende project specifiek beoogde herbestemming mogelijk te maken, en die rechtstreeks verband houden met het erfgoedpand;

  • c.

    kosten voor het nemen van energiebesparende maatregelen in het erfgoedpand;

  • d.

    kosten voor vervangende dakbedekking van erfgoedpand indien het vervangen van de dakbedekking aantoonbaar technisch noodzakelijk is, en het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk is de huidige dakbedekking te restaureren zoals bedoeld in de Leidraad;

  • e.

    kosten voor investeringen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit in de directe nabijheid van het erfgoedpand als onderdeel van het project.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

Naast het bepaalde in artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van doe-het-zelf-werk of kosten die door niet-deskundigen worden gemaakt;

  • b.

    kosten voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden door schade waarvoor een derde of de eigenaar van het erfgoedpand aansprakelijk kan worden gesteld;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • d.

    kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering of verfraaiing.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een subsidieaanvraag:

    • a.

      een door een deskundige opgesteld plan voor groot onderhoud of restauratieplan zoals staat in artikel 12 voor het erfgoedpand met een actuele beschrijving van de werkzaamheden;

    • b.

      indien ook subsidie voor herbestemming, energiebesparende maatregelen of vervangende dakbedekking wordt aangevraagd: een door een deskundige opgesteld projectplan waarin naast de werkzaamheden van groot onderhoud en restauratie ook een actuele beschrijving van de werkzaamheden herbestemming, energiebesparende maatregelen of vervangende dakbedekking zijn opgenomen;

    • c.

      een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat de eigenaar van het erfgoedpand of eigenaren van erfgoedpanden instemt of instemmen met de subsidieaanvraag;

    • d.

      de benodigde vergunningen voor de werkzaamheden aan het betreffende erfgoedpand waarvoor subsidie wordt aangevraagd, of een schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning voor de in het project opgenomen werkzaamheden niet is vereist;

    • e.

      een begroting van het gehele ingediende project, opgemaakt in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

    • f.

      een dekkingsplan waaruit blijkt met welke financiële middelen het gehele project gedekt wordt, inclusief bewijsstukken waaruit blijkt dat de in het dekkingsplan opgenomen financiële middelen reeds toegezegd dan wel beschikbaar zijn;

    • g.

      een tijdsplanning van de werkzaamheden;

    • h.

      indien er sprake is van kosten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen: een beschrijving van de voorgenomen maatregelen en een offerte of kostenraming opgemaakt door een ter zake deskundige onder vermelding van naam en datum;

    • i.

      indien er sprake is van kosten voor vervangende dakbedekking: een toelichting waarin onderbouwd wordt dat er sprake is van vervangende dakbedekking zoals bedoeld in artikel 1, onder y, en een offerte of kostenraming onder vermelding van naam en datum, opgemaakt door een ter zake deskundige;

    • j.

      in het geval een aanvraag wordt gedaan voor herbestemming: een exploitatieplan voor de vijf jaren volgend op het jaar waarin een subsidieaanvraag op grond van deze regeling wordt ingediend;

    • k.

      een door het college van B&W vastgesteld plan voor de gebiedsaanpak waarbinnen het project is gelegen.

Artikel 10 Indieningstermijn

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 1 januari 2021 tot 31 december 2024.

Artikel 11 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de periode zoals benoemd in artikel 10 bedraagt € 10.500.000,-.

Artikel 12 Restauratieplan

Een restauratieplan of plan voor groot onderhoud bestaat uit:

  • a.

    een beknopte omschrijving van de maatregelen groot onderhoud of restauratie die worden genomen;

  • b.

    een rapport met een beschrijving van de technische staat of een inspectierapport van het erfgoedpand niet ouder dan 30 maanden, waarin de gebreken van het erfgoedpand nauwkeurig worden beschreven;

  • c.

    afbeeldingen waarop de bestaande toestand van het erfgoedpand gedetailleerd wordt weergegeven, waarbij in het geval van een aanvraag met constructieve wijzigingen tekeningen van de bestaande toestand;

  • d.

    afbeeldingen van de voorgenomen herstelwerkzaamheden aan en wijzigingen van het erfgoedpand, waarbij in het geval van wijzigingen aan het rijksmonument ook gedetailleerde tekeningen;

  • e.

    een gespecificeerd bestek en werkbeschrijving;

  • f.

    de in de onderdelen a tot en met e genoemde beschrijvingen, tekeningen en rapportages dienen te zijn opgemaakt door een aantoonbaar deskundige op dit vlak overeenkomstig de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de rijkssubsidieregeling Subsidieregeling instandhouding monumenten.

Artikel 13 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 80% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 1.500.000,-.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het ingediende projectplan en restauratieplan, en overeenkomstig het bepaalde in de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2. Onvoorziene wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden door de subsidieontvanger direct schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3. Zodra de werkzaamheden starten, dient dit door de subsidieontvanger te worden gemeld aan de provincie Groningen, waarbij ook wordt aangegeven of de planning ongewijzigd is. Indien de planning van de werkzaamheden is gewijzigd, moet de aanleiding daarvan worden toegelicht en een aangepaste planning worden meegestuurd.

  • 4. Met de werkzaamheden wordt gestart binnen twaalf maanden na de datum van de subsidieverlening.

  • 5. De werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd onder leiding van een architect of deskundige met voldoende ervaring met groot onderhoud dan wel restauratie, rekening houdend met de Erfgoedwet en andere relevante wet- en regelgeving.

  • 6. Bij de uitvoering van de werkzaamheden dienen de uitvoeringsrichtlijnen vastgesteld door de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg te worden gevolgd.

  • 7. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het vijfde lid, indien naar hun oordeel blijkt dat het groot onderhoud onder begeleiding van een organisatie plaatsvindt, waarvan de deskundigheid op dit terrein voldoende is gebleken.

  • 8. De werkzaamheden zijn voltooid binnen twee jaar na de datum van de start.

  • 9. Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en achtste lid, is alleen mogelijk indien voor het aflopen van de termijn vooraf een schriftelijk verzoek door de subsidieontvanger wordt ingediend met een toelichting op de reden van de vertraging of de voortgang van de activiteit en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging is eenmalig en bedraagt maximaal één jaar.

  • 10. Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van lid 9 instemmen met verlenging van de termijnen als de vertraging van het project het gevolg is van overmacht, of in de gevallen waarbij er sprake is van geconstateerde aardbevingsschade aan het erfgoedpand.

  • 11. Indien de door het college aan de eigenaar van een erfgoedpand te verstrekken bijdrage staatssteun vormt als omschreven in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, draagt het college zorg voor naleving van de staatssteunregels.

  • 12. Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor infrastructurele werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de Aanbestedingswet 2012 in acht worden genomen.

  • 13. Van bouw- en directieverslagen van de uitvoering van het project dienen door de gemeente per e-mail afschriften te worden verzonden aan de ambtelijke contactpersoon.

  • 14. Conform artikel 2.11, vierde lid, van de Procedureregeling wordt jaarlijks door de gemeente een beleidsinhoudelijke tussenrapportage aangeleverd.

Artikel 15 Bevoorschotting

Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag. Het college hoeft geen aanvraag voor bevoorschotting in te dienen.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. Conform artikel 3.7, vijfde lid van de Procedureregeling wordt de ontvangst van de bijlage SiSa in de jaarrekening beschouwd als de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 2. Binnen dertien weken na uitvoering van de activiteiten wordt een beleidsinhoudelijk verslag overgelegd.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Erfgoedpanden in een gebiedsaanpak provincie Groningen 2020.

Ondertekening

Groningen, 15 december 2020

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.