Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent subsidie groen- blauwe daken (Subsidieregeling groen- blauwe daken bestaande panden Gouda 2021-2023)

Geldend van 01-01-2021 t/m 07-07-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent subsidie groen- blauwe daken (Subsidieregeling groen- blauwe daken bestaande panden Gouda 2021-2023)

Burgemeester en wethouders van Gouda

Gelezen het advies van 4550;

Gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Gouda 2003

besluiten:

vast te stellen de ‘Subsidieregeling Groen- blauwe daken bestaande panden Gouda 2021-2023’.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • -

    bestaand stadsgebied: bestaand stedelijk gebied binnen de gemeente Gouda als afgebeeld op de kaart in bijlage 1;

  • -

    bestaande panden: een gebouw dat opgeleverd is tenminste twee jaar vóór aanvraag van de subsidie;

  • -

    blauw dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een opvangvoorziening van hemelwater al dan niet in combinatie met een substraat- en vegetatielaag dat tezamen tenminste 100 liter hemelwater per vierkante meter kan bergen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda;

  • -

    extensief groen dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag dat tezamen minimaal 15 liter hemelwater per vierkante meter kan bergen;

  • -

    intensief groen dak: een dak op een gebouw dat tenminste bestaat uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag dat tezamen minimaal 45 liter hemelwater per vierkante meter kan bergen;

Artikel 2 – Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening Gouda 2003

De Algemene subsidieverordening Gouda 2003 en het Uitvoeringsbesluit bij de algemene subsidieverordening Gouda 2003 is van toepassing op deze verordening, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Hoofdstuk 2 Subsidieprogramma

Artikel 3 – Doel

Het stimuleren van de aanleg van waterbergende daken op bestaande panden, die een bijdrage leveren aan de waterafvoervertragende eigenschappen in het bestaand stadsgebied in Gouda, met een nadruk op locaties die het meest gevoelig zijn voor wateroverlast.

Artikel 4 – Subsidiabele activiteiten

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor de volgende maatregelen aan bestaande panden, niet zijnde nieuwbouw, binnen het bestaand stadsgebied:

  • a.

    het aanleggen van een extensief groen dak van minimaal 10 m2 met een minimale wateropslagcapaciteit van 15 liter per m2;

  • b.

    het aanleggen van een intensief groen dak van minimaal 10 m2 met een minimale wateropslagcapaciteit van 45 liter per m2;

  • c.

    het aanleggen van een blauw dak van minimaal 10 m2 met een minimale wateropslagcapaciteit van 100 liter per m2.

Artikel 5 – Prioritering en aanvraagperiode

  • 1. Bij de subsidieverlening wordt prioriteit gegeven aan de aanleg van groene daken in de volgende wijken en buurten:

    • -

      binnenstad, de buurten: De Baan e.o.; Nieuwe Markt e.o., Raam e.o., Turfmarkt e.o.;

    • -

      Korte Akkeren Oud;

    • -

      Industrieterrein Kromme Gouwe;

    • -

      Kadenbuurt;

    • -

      Kort Haarlem;

    • -

      Boerhaavekwartier.

  • De wijken en buurten zijn aangegeven op de kaart in bijlage 2.

  • 2. Een aanvraag voor een bestaand pand als bedoeld in lid 1 kan het gehele jaar worden ingediend.

  • 3. Een aanvraag voor een bestaand pand gelegen buiten de in lid 1 geprioriteerde wijken en buurten, kan worden ingediend van 1 juli tot en met 31 december van het kalenderjaar.

Artikel 6 – Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      materiaalkosten;

    • b.

      uitvoeringskosten;

    • c.

      kosten voor berekening van de draagkracht van de constructie van het dak.

  • 2. De volgende kosten zijn in elk geval uitgesloten van subsidie:

    • a.

      kosten voor eigen arbeid;

    • b.

      offertekosten;

    • c.

      parkeerkosten;

    • d.

      kosten voor advies of ontwerp, behoudens advieskosten voor draagkrachtberekeningen;

    • e.

      kosten voor de aanvraag van vergunningen;

    • f.

      onderhoudskosten.

Artikel 7 – Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie voor de aanleg van een extensief groen dak bedraagt:

    • a.

      € 20,- per m2 ;

    • b.

      € 250,- voor advieskosten voor draagkrachtberekeningen;

    • c.

      in afwijking van lid b bedraagt de subsidie voor draagkrachtberekeningen maximaal € 125,- indien de aanleg niet daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

  • 3. De subsidie voor de aanleg van een intensief groen dak bedraagt:

    • a.

      € 25,- per m2;

    • b.

      € 250,- voor advieskosten voor draagkrachtberekeningen;

    • c.

      in afwijking van lid b bedraagt de subsidie voor draagkrachtberekeningen maximaal € 125,- indien de aanleg niet daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

  • 4. De subsidie voor de aanleg van een blauw dak bedraagt:

    • a.

      € 30,- per m2;

    • b.

      € 250,- voor advieskosten voor draagkrachtberekeningen;

    • c.

      in afwijking van lid b bedraagt de subsidie voor draagkrachtberekeningen maximaal € 125,- indien de aanleg niet daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

  • 5. Het college verleent voor een extensief groen dak maximaal € 5.000,- subsidie per aanvraag.

  • 6. Het college verleent voor een intensief groen dak maximaal € 7.500,- subsidie per aanvraag.

  • 7. Het college verleent voor blauwe daken maximaal € 10.000,- subsidie per aanvraag.

Artikel 8 – De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaren;

  • b.

    huurders;

  • c.

    verenigingen van eigenaren;

  • d.

    woningbouwcorporaties.

Artikel 9 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend conform het beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2. Bij een subsidieaanvraag worden de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      een bewijs dat het bankrekeningnummer waarop de aanvrager de aangevraagde subsidie ontvangen wenst te krijgen, op naam staat van de aanvrager.

    • c.

      een gespecificeerde offerte(s) van de kosten;

      • i.

        waarbij het aantal vierkante meter dat wordt gerealiseerd duidelijk staat aangegeven, en;

      • ii.

        waarbij de te realiseren wateropslagcapaciteit duidelijk wordt aangegeven en is af te leiden.

    • d.

      een kleurenfoto en tekening met afmetingen van het bestaande dak waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • e.

      indien de aanvraag wordt ingediend door een Vereniging van Eigenaren (VvE), een besluit van het bevoegde orgaan binnen de VvE, en een kopie van de splitsingsakte en het reglement van de VvE;

    • f.

      indien de aanvrager een huurder is, een schriftelijke toestemmingsverklaring van de eigenaar;

    • g.

      indien de aanvrager een onderneming is, een volledig ingevulde verklaring De-minimissteun, waaruit volgt dat het maximum van € 200.000 zoals genoemd in de De-minimisverordening, door de subsidie niet wordt overschreden.

  • 3. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 10 – Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 11 van de Algemene subsidieverordening Gouda weigert het college subsidie te verlenen, indien:

  • a.

    is begonnen met het uitvoeren van de maatregelen vóórdat een aanvraag voor subsidieverlening is ingediend;

  • b.

    reeds eerder subsidie is verleend voor het betreffende pand op grond van deze subsidieregeling;

  • c.

    niet is voldaan aan de criteria en voorwaarden van deze subsidieregeling;

  • d.

    de kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

  • e.

    de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen ten behoeve van de gesubsidieerde maatregelen heeft of zal kunnen verkrijgen.

Artikel 11 – Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1. Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling bedraagt:

    • -

      € 100.000,- voor 2021;

    • -

      € 100.000,- voor 2022; en

    • -

      € 50.000,- voor 2023.

  • 2. Indien het totaal van de te verlenen subsidies lager is dan het voor deze subsidieregeling beschikbare subsidieplafond in 2021 respectievelijk 2022, kan het ontstane overschot toegevoegd worden aan het subsidieplafond voor het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 3. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.

  • 4. Indien meerdere volledige aanvragen op dezelfde dag zijn ontvangen en honorering van deze aanvragen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, vindt de rangschikking van deze aanvragen plaats op basis van een loting.

Artikel 12 – Aanvullende verplichtingen

  • 1. De aanleg van het groene dak moet binnen zes maanden na het besluit tot subsidieverlening zijn uitgevoerd.

  • 2. Het groene dak moet minimaal vijf jaar, goed onderhouden, in stand blijven.

  • 3. De subsidieontvanger dient aan de door het college met controle belaste personen toegang te verlenen tot de zaak waarvoor subsidie is gegeven alsmede alle inlichtingen en bescheiden te verstrekken die naar het oordeel van die personen noodzakelijk zijn om te beoordelen of aan de voorwaarden voor subsidieverlening is voldaan.

Artikel 13 – Verantwoording en vaststelling

  • 1. De subsidieontvanger levert binnen acht weken na het uitvoeren van de gesubsidieerde maatregelen de verantwoording aan.

  • 2. Hierbij worden de volgende documenten en gegevens overgelegd:

    • a.

      een ingevuld vaststellingsformulier;

    • b.

      facturen van de uitgevoerde maatregelen;

    • c.

      betaalbewijzen;

    • d.

      een kleurenfoto van het dak na het uitvoeren van de maatregelen

    • e.

      eventueel onderzoeksrapport van de draagkrachtberekening.

  • 3. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 14 – Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel 15 – Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling groen- blauwe daken bestaande panden Gouda 2021-2023.

Ondertekening

Bijlage 1: kaart stads- en dorpsgebied

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: kaart met prioritaire wijken en buurten

afbeelding binnen de regeling

Toelichting

De noodzaak om ons aan te passen aan het veranderende klimaat wordt steeds urgenter. Klimaatadaptatie richt zich hoofdzakelijk op het voorkomen of verminderen van de effecten van hittestress, wateroverlast in verband met piekbuien, droogte en overstroming. Met name tegen hitte, piekbuien en droogte zijn kleine en grotere maatregelen te nemen door zowel de gemeente in de openbare ruimte als inwoners van de gemeente.

De gemeente wil haar inwoners en bedrijven stimuleren om maatregelen te nemen bij hun pand en hiermee wateroverlast bij piekbuien te verminderen. Met de aanleg van groene daken wordt tevens hittestress beperkt en de biodiversiteit vergroot. De gemeente stelt voor de aanleg van groene daken subsidie beschikbaar.

Er is vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan (GPR) 2019-2023 jaarlijks € 50.000,- door de raad beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling die woningeigenaren en huurders stimuleert tot het treffen van deze maatregelen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 – Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen uitgelegd die van belang zijn om de inhoud en voorwaarden van de subsidieregeling te begrijpen.

Bestaand stadsgebied: De contouren van het bestaand stadsgebied zijn op 20 februari 2019 vastgesteld door de provincie Zuid-Holland. Die contouren zijn hier te vinden: https://staatvan.zuid-holland.nl/portfolio_page/bestaand-stads-en-dorpsgebied/

Artikel 3 – Doel

Waterbergende daken kunnen groene of blauwe daken zijn of een combinatie. Onder waterafvoervertragend verstaan we het vergroten van de tijd tussen het vallen van het hemelwater en het moment dat dit een afvoersysteem voor hemelwater zoals riool of oppervlaktewater bereikt.

Artikel 4 – Subsidiabele activiteiten

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet het pand zijn gelegen binnen het bestaand stadsgebied van de gemeente. Buiten het bestaand stadsgebied is wateroverlast doorgaans geen grote opgave, dus hiervoor wordt geen subsidie verleend.

Een groen- en/of blauw dak leveren een zinvolle bijdrage aan de waterafvoervertraging bij neerslag. De kosten voor de aanleg van deze daken zijn aanzienlijk, terwijl de baten ook ten goede komen aan de maatschappij. Daarom verleent de gemeente subsidie voor:

  • Extensieve groene daken. Extensieve groene daken hebben een substraatlaag van minder dan 15 centimeter, zijn licht en bevatten voornamelijk sedumbeplanting. De oppervlakte is minimaal 10 m2 en de vereiste minimale wateropslagcapaciteit 15 liter per m2.

  • Intensieve groene daken. Intensieve groene daken hebben een substraatpakket van 15 cm of meer met een gevarieerde beplanting en zijn relatief zwaar. De oppervlakte is minimaal 10 m2 en de vereiste minimale wateropslagcapaciteit 45 liter per m2.

  • Blauwe daken. Een blauw dak is een dak dat water vasthoudt door middel van waterretentiekratten en een slimme stuw. Met deze stuw kan de waterberging ingezet worden om hevige neerslag op te slaan en ook nuttig te gebruiken. Blauwe daken kunnen worden afgewerkt met beplanting/vegetatielaag: het opgevangen water kan gebruikt worden voor de waterbehoefte van de vegetatie en er zal dus minder water richting het riool afgevoerd worden. Een waterbergende laag heeft ook voordelen voor de vegetatie. Beschikbaarheid van water voor een groen dak zorgt voor meer verdamping op en een grotere biodiversiteit door een stabielere vochthuishouding.

De subsidieregeling is alleen voor bestaande panden die meer dan twee jaar geleden zijn opgeleverd, dus geen nieuwbouw. Nieuwbouw wordt uitgesloten omdat de gemeente Gouda het Convenant Klimaatadaptief bouwen heeft ondertekend waarin is vastgelegd dat bij nieuwbouw gestreefd wordt naar minder wateroverlast, meer biodiversiteit, minder hittestress, minder nadelige gevolgen van droogte en bodemdaling ten opzichte van voor de nieuwbouw. Ook heeft Gouda al in haar Structuurvisie Groen opgenomen dat bij nieuwbouw 15% openbaar groen gerealiseerd dient te worden. Klimaatadaptatie wordt bij nieuwbouw dus al voldoende geborgd.

Een nieuwe uit- of aanbouw aan een bestaand pand wordt niet als nieuwbouw beschouwd en de aanleg van een groen dak op de uit- of aanbouw komt dus in aanmerking voor subsidie.

Artikel 5 – Prioritering en aanvraagperiode

Om de subsidie zo effectief mogelijk in te zetten wordt prioriteit gegeven aan bestrijding van wateroverlast in die buurten en wijken waar dat het meest nodig is. Om te bepalen in welke buurten en wijken de aanleg van waterbergende daken het meest effectief is, is een analyse gemaakt op basis van de volgende gegevens:

  • -

    locaties die in de klimaatstresstesten en risicodialogen zijn geïdentificeerd als het meest gevoelig zijn voor wateroverlast. Deze locaties zijn te raadplegen in de goudse klimaatatlas: https://gis.gouda.nl/viewer/app/Klimaatatlas;

  • -

    percentage bebouwing en verharding;

  • -

    percentage groen en water.

De in dit artikel genoemde wijken zijn de meest wateroverlastgevoelige wijken, hebben relatief veel bebouwing en verharding en relatief weinig groen en oppervlaktewater. De buurten en wijken zijn op de kaart in bijlage 2 afgebeeld en zijn ook te raadplegen via https://gis.gouda.nl/viewer/app/Klimaatatlas.

Iedere eerste helft van het kalenderjaar kan alleen subsidie voor deze wijken worden aangevraagd. Aanvragen voor een pand gelegen buiten deze wijken kunnen in de tweede helft van het jaar een aanvraag indienen, indien het subsidieplafond dan nog niet is bereikt. Wordt toch eerder een aanvraag ingediend, dan zal het college deze afwijzen.

Artikel 7 – Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie is bepaald op basis van de mate waarin de doelstellingen van de regeling worden behaald. Hoe groter de waterbergende capaciteit van het groene dak, hoe hoger de subsidie per m2. Advieskosten voor berekeningen van de draagconstructie van het dak zijn subsidiabel tot een maximum van € 250,-, mits de maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Offertekosten zijn uitgesloten. Indien uit de berekeningen blijkt dat het dak niet geschikt is, wordt maximaal € 125,- vergoed voor advieskosten.

Artikel 8 – De aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door eigenaren, huurders, vereniging van eigenaren en woningbouwcorporaties voor bestaande panden vanaf twee jaar na oplevering. Een eigenaar kan zowel een particulier als een bedrijf als een school zijn (ook in de hoedanigheid van juridisch eigenaar van een schoolgebouw). Zowel grondgebonden panden als appartementen (waarbij vaak sprake is van VvE’s) komen voor subsidie in aanmerking. De subsidie is bedoeld voor derden, dus niet voor gemeentelijk vastgoed.

Artikel 9 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Een volledige aanvraag bevat de in dit artikel genoemde documenten en gegevens. Voor de bepaling van het subsidiebedrag is het noodzakelijk te kunnen bepalen het bepalen welk type waterbergend dak wordt aangelegd. Uit de offerte, tekening of omschrijving van de werkzaamheden moet duidelijk blijken hoe dik het substraat is en hoeveel liter water per m2 kan worden geborgen.

Voor huurders geldt een aanvullende eis, namelijk dat zij een schriftelijk akkoord van de verhuurder aanleveren.

Voor ondernemingen als bedoeld in de De-minimisverordening (Verordening 1407/2013 van 18 december 2013) geldt een aanvullende eis, namelijk dat zij een de-minimisverklaring indienen in het kader van de naleving van de staatssteunregels. Een onderneming is een entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Een template voor de De-minimisverklaring is vindbaar op de website van Europa-Decentraal: https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2018/02/Voorbeeldverklaring-de-minimis-2016.pdf Voor woningcorporaties geldt deze verplichting niet, aangezien de gesubsidieerde activiteiten onder de DAEB vallen.

Artikel 10 – Weigeringsgronden

De aanvrager mag niet zijn gestart met de uitvoering van de maatregelen voorafgaande aan de aanvraag van de subsidie. Het is voor de gemeente, zonder buitensporige administratieve lasten, niet mogelijk om te bepalen wanneer maatregelen zijn uitgevoerd. Gedurende de verleningsfase kan uitsluitend geconstateerd worden dat een offerte voor de te nemen maatregelen recent en geldig is. In de praktijk is het echter eenvoudig om een recente en geldige offerte te verkrijgen, ook als het werkzaamheden betreft die reeds uitgevoerd zijn. De waarde van de offerte om dit te toetsen is derhalve beperkt. In de vaststellingsfase ontvangt de gemeente facturen en bewijzen dat facturen voldaan zijn. De datum van de facturen en de datum waarop de facturen voldaan zijn, zijn sterkere instrumenten om te controleren of de werkzaamheden uitgevoerd waren na het moment van de aanvraag. Als gedurende de vaststellingsfase blijkt dat bepaalde werkzaamheden al waren uitgevoerd kan de subsidie lager of nihil vastgesteld worden. De datum waarop maatregelen uitgevoerd worden geacht te zijn uitgevoerd, valt samen met die van de btw-plichtige factuur van de uitvoerende partij die betrekking heeft op de uitvoering van de te subsidiëren maatregelen. Als de aanvrager zelf de maatregelen treft, dan is de datum van de aanschaf van noodzakelijke materialen leidend. Alle kosten die voor de aanvraagdatum zijn gefactureerd, zijn niet subsidiabel. Datzelfde geldt ook voor termijnfacturen. Termijnbedragen die vóór de aanvraagdatum zijn gefactureerd, zijn niet subsidiabel.

Artikel 11 – Subsidieplafond en verdeelsleutel

De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat indien het college om nadere stukken verzoekt omdat de aanvraag incompleet is, de aanvraag pas in behandeling wordt genomen als de aanvrager een volledige aanvraag heeft ingediend. Dit is van belang op het moment dat het subsidieplafond (nagenoeg) is bereikt.

Artikel 12 – Aanvullende verplichtingen

Het ontwerp, de aanleg en instandhouding van de voorzieningen dient deugdelijk en zorgvuldig te worden uitgevoerd. Tevens dienen de maatregelen ook ten minste vijf jaar in stand te worden gehouden. Het college is bevoegd tot terugvordering van de subsidie indien niet aan deze criteria wordt voldaan. De voortdurende verplichtingen ten aanzien van het onderhoud en in stand houden van het groene dak is belangrijk voor de mate waarin Gouda is aangepast aan klimaatverandering.

Artikel 13 – Verantwoording en vaststelling

De aangeleverde betaalbewijzen kunnen bestaan uit bankrekeningafschriften en kwitanties waarop de betaalde facturen inzichtelijk zijn. Op een pinbon staan niet genoeg gegevens vermeld om de uitgaven te kunnen controleren. Pinbonnen en soortgelijke bewijzen gelden daarom niet als betaalbewijs.

Er is gekozen voor een subsidiecyclus met een verleningsbesluit, waarna de uitvoering van het project plaatsvindt en ná de vaststelling tot uitbetaling van de subsidie wordt overgegaan. De regeling voorziet derhalve niet in een subsidievoorschot. Het aanhouden van de subsidiecyclus biedt de subsidieontvanger vooraf inzicht of er voldoende budget beschikbaar is voor een subsidie van zijn/haar activiteiten en welke hoogte de subsidie bedraagt.