Regeling vervallen per 22-01-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent parkeren op straatniveau, zoals de bloktijden, parkeerduurbeperkingen en 10-centzones (Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 27-09-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent parkeren op straatniveau, zoals de bloktijden, parkeerduurbeperkingen en 10-centzones (Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op de artikelen 4, 5 en 6 van de Parkeerverordening 2013 en artikel 225 van de Gemeentewet,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting 2021

Artikel 1

  • 1. Tegen voldoening van de belasting, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2020, mag worden geparkeerd op de parkeerapparatuurplaatsen in de tariefgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10-cent-tariefgebied en 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals omschreven in de bij die verordening behorende Tarieventabel.

  • 2. Indien er contant wordt betaald, bedraagt de minimaal te betalen belasting € 0,10.

Artikel 2

Bij de voldoening van de parkeerbelasting wordt het kenteken opgegeven van het te parkeren voertuig en worden de overige voorschriften die op of bij de parkeerapparatuur staan vermeld of uit de parkeerapparatuur of de parkeerkaart blijken in acht genomen.

Artikel 3

  • 1. Geen naheffingsaanslag wordt opgelegd binnen 10 minuten na het verstrijken van de geldigheidsduur van het tijdgebonden parkeerrecht, dan wel binnen 10 minuten na afloop van een periode waarvoor aangifte van parkeerbelasting is gedaan.

  • 2. Het eerste lid geldt niet indien bij aanvang van het parkeren het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de mobiele telefoon, of andere communicatiemiddelen, inloggen op de centrale computer.

Artikel 4

Elkaar in tijd overlappende parkeerrechten, met uitzondering van 10 cent-parkeerrechten en tijdgebonden parkeerrechten uit het tariefgebied 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zijn geldig voor de totale van die tijdgebonden parkeerrechten bij elkaar opgetelde parkeertijd. Een tijdgebonden parkeerrecht gekocht voor het bedrag van een dagparkeerrecht, geldt als dagparkeerrecht.

Artikel 5

In de 10-cent-tariefgebieden, bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt alleen geparkeerd met een 10-cent-parkeerrecht dat in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur; een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen.

Artikel 6

In het 10-cent-tariefgebied/tarief 4, bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020, wordt alleen geparkeerd met een tijdgebonden parkeerrecht die in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur, een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen.

Artikel 7

Indien voldoening van de parkeerbelasting, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2020 door middel van het in werking stellen van parkeerapparatuur middels een daarvoor ingerichte mobiele telefoon of andere communicatiemiddelen geschiedt, gebeurt dit met inachtneming van de voorschriften die bij de verstrekking van of het toestaan van deze apparatuur, waarvan het model en de versie van gemeentewege wordt bepaald, zijn gesteld.

Artikel 8

  • 1. Er kan direct een wielklem worden aangebracht als er sprake is van wanbetalen in de zin van artikel 8, eerste lid van de Parkeerverordening 2020. Er is sprake van wanbetalen indien:

    • a.

      op een Nederlands kenteken dan wel een buitenlands kenteken uit een land waarvoor het mogelijk is de tenaamstelling van de kentekenhouder te verkrijgen, vijf of meer niet-betaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

    • b.

      op een buitenlands kenteken uit een land waarvoor het niet mogelijk is de tenaamstelling van de kentekenhouder te verkrijgen, twee of meer niet-betaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

    • c.

      Indien een of meerdere landen zoals genoemd in lid a van dit artikel geen of tijdelijk geen gegevens van de tenaamstelling van kentekens leveren zal het desbetreffende land gedurende de tijd dat er geen tenaamstellingsgegevens worden geleverd onder de werking van lid b worden gebracht. Dit houdt in dat kentekenhouders van die landen direct als wanbetaler worden aangemerkt als blijkt dat er twee of meer onbetaalde naheffingsaanslagen zijn opgelegd.

  • 2. Voor het verwijderen van een wielklem gelden de volgende voorschriften:

    • a.

      De wielklem wordt verwijderd nadat de naheffingsaanslagen alsmede de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Hierna vindt verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats;

    • b.

      De onder a. bedoelde kosten worden voldaan op een daartoe aangewezen betaalkantoor van de desbetreffende handhaafinstantie, zoals vermeld op het naheffingsaanslagbiljet. Indien het voertuig is weggesleept, worden de kosten voldaan aan Toezicht en Handhaving (THOR).

Artikel 9

  • 1. De bloktijden, bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 en hoofdstuk 3 van de bij de Verordening Parkeerbelastingen 2020 behorende Tarieventabel, zoals die door de stadsdelen in hun tariefgebieden worden gehanteerd voor de zondag, gelden tevens op Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag.

  • 2. Wanneer het college geen bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied voor de zondag, dan wel indien het college enkel bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied op de koopzondagen, dan is er op de genoemde feestdagen geen parkeerbelasting verschuldigd.

Artikel 10

Op Koningsdag hoeft geen parkeerbelasting te worden voldaan.

Artikel 11

Ter nadere bepaling van de plaats en het tijdstip van het parkeren, bedoeld in artikel 1, onder a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2021, wordt de in de bijlage opgenomen stratentabel vastgesteld. In de Stratentabel wordt op straatniveau beschreven welke tarieven en tariefregimes er gelden, op welke tijden parkeergeld betaald moet worden en welke parkeerduur- en geldigheidsbeperkingen van toepassing zijn.

Artikel 12

De parkeerbelasting en de tarieven, bedoeld in de Verordening Parkeerbelastingen 2021, zijn verschuldigd op de door het college conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden.

Artikel 13

Het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit 2020 op grond van de Verordening Parkeerbelastingen 2020 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2021, met dien verstande dat dit van toepassing blijft op de feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

Artikel 14

De bijlage Stratentabel 2021 wordt bekendgemaakt door terinzagelegging op het stadhuis en bij de stadsloketten.

Artikel 15

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2021.

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit parkeerbelasting Amsterdam 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink