Regeling vervallen per 01-01-2022

Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Utrecht 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Utrecht 2021

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op de Verordening Jeugdhulp 2020 gemeente Utrecht;

Overwegende dat de Verordening Jeugdhulp 2020 gemeente Utrecht is vastgesteld, waarin in artikel 5 lid 5 is aangegeven dat de tarieven separaat van deze verordening wordt vastgesteld in het Financieel besluit Jeugdhulp van de gemeente Utrecht;

BESLUIT:

Vast te stellen het volgende

Financieel besluit Jeugdhulp gemeente Utrecht 2021

Artikel 1 Pgb-tarieven

Het persoonsgebonden budget (PGB) wordt bepaald op basis van de door de jeugdige of zijn ouders met ouderlijkgezag en medewerker van het buurtteam opgestelde begroting. Onderstaande tarieven zijn daarbij de maximale tarieven waarop een PGB wordt berekend en die binnen het PGB gedeclareerd mogen worden bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Indien de werkelijke kosten van de voorziening lager liggen dan de in dit besluit genoemde maximale bedragen, worden de werkelijke kosten in de vorm van een pgb toegekend. Ondersteuning inkopen die duurder is dan de onderstaande tarieven is toegestaan: in dit geval dient de cliënt zelf het verschil tussen het ingekochte tarief en het maximum tarief bij te betalen aan de SVB.

Zorgcategorie

Eenheid

Instellingstarief

zzp tarief

Informeel tarief

Ambulante begeleiding individueel

uur

57

47

20

Ambulante begeleiding groep

dagdeel

52

42

20

Persoonlijke verzorging

uur

52

42

20

Basis Jeugd GGZ

uur

81

66

nvt

Gespecialiseerde Jeugd GGZ

uur

103

85

nvt

Kortdurend verblijf

etmaal

221

nvt

30

Vervoer individueel

rit

30

nvt

nvt

Vervoer groep

etmaal

8

nvt

nvt

De instellings- en zelfstandige zonder personeel (zzp)- tarieven zijn vastgesteld op basis van nor-matieve berekeningen: dat zijn toepasbare cao, plus opslagen, zoals bedoeld in de Algemene maatregelen van Bestuur (AmvB) reële prijzen. De afslag voor het ZZP-tarief in verband met lagere overhead is vastgesteld op 17%.

Alle tarieven zijn voor 2021 geïndexeerd met 3,45% conform de indexering op de zorg in natura.

Artikel 2 Differentiatie in tarief

In de Verordening Jeugdhulp gemeente Utrecht wordt onderscheid gemaakt tussen tarieven voor informele zorgverleners uit het eigen sociale netwerk en tarieven voor professionele zorgverleners:

  • 1. Het informele tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij een persoon uit het netwerk van belanghebbende én/of een niet-professionele hulpverlener. Deze vorm van hulp kan onder de Regeling Dienstverlening aan Huis (RDH) vallen, die van kracht is sinds 1 januari 2007. Via deze regeling is de budgethouder gevrijwaard van het afdragen van loonheffingen, premies werknemersverzekeringen en heeft daarnaast geen administratieve verplichtingen. Het in dit besluit gehanteerde tarief ligt ruim boven het wettelijk minimumloon. Voor informeel tarief is aangesloten bij het tarief dat gehanteerd wordt bij de Wet langdurige zorg voor niet-professionals. Het tarief voor kortdurend verblijf in het sociale netwerk is gebaseerd op het historisch tarief uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

  • 2. Het zzp- tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij een zelfstandige professional. Om in aanmerking te komen voor het zzp- tarief, dienen de volgende documenten ingediend te worden:

    • a.

      De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat er sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

    • b.

      Een kopie van een relevant diploma van een erkende Nederlandse instelling voor beroeps-onderwijs uitgereikt aan de beoogd zorgverlener die werkzaam is bij de organisatie waarvan de onder a genoemde inschrijving bij de Kamer van Koophandel is overlegd.

    • c.

      De SKJ of BIG registratie van de hulpverlener indien van toepassing. Indien een registratie niet van toepassing is, dan wordt een verklaring omtrent gedrag (VOG) ingediend.

  • 3. Het instellingstarief is van toepassing als de jeugdhulp wordt ingekocht bij een specialistische instelling; Instellingen met overheadkosten als gevolg van o.a. administratie, P&O, en vastgoed heb-ben te maken met hogere kosten dan zzp-ers. Hierbij dient de cliënt zélf aannemelijk te maken dat de door cliënt gewenste zorgaanbieder zich kwalificeert als specialistische instelling. Dit wordt gerealiseerd op basis van de volgende documenten:

    • a.

      De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

    • b.

      De melding loonheffingen aanmelding werkgever zoals deze bij de Belastingdienst is ingediend en de bevestiging.

    • c.

      Een kopie van een geanonimiseerde arbeidsovereenkomst waaruit blijkt welke cao wordt toegepast. Het dient daarbij te gaan om een voor de betreffende sector relevante cao die aan-gemeld is bij de directie UAW van het Ministerie van SZW.

    • d.

      De SKJ of BIG registratie van de hulpverlener indien van toepassing. Indien een registratie niet van toepassing is, dan wordt een VOG ingediend.

  • 4. Indien de documenten waarvan sprake is in artikel 2, lid 3a en/of 3b en of 3c niet overlegd worden, kan hoogstens het ZZP tarief worden toegekend.

  • 5. Indien de documenten waarvan sprake is in artikel 2, lid 2a en/of 2b niet overlegd worden, is automatisch sprake van het informele tarief.

Artikel 3 Bruto bedragen

  • a. De in dit Financieel besluit genoemde bedragen zijn, voor zover van toepassing, inclusief btw.

  • b. De in dit financieel besluit opgenomen tarieven zijn bruto. Dat betekent dat hierin alle kosten besloten zijn, waaronder eventuele werkgeverslasten op het moment dat belanghebbende een overeenkomst in loondienst aangaat met de hulpverlener(s) in het kader van werkgever voor personeel aan huis.

Artikel 4 Intrekking

Het Financieel besluit Jeugdhulp 2020 gemeente Utrecht komt per 1 januari 2021 te vervallen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 1 januari 2021 in werking.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit jeugdhulp gemeente Utrecht 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 december 2020,

De secretaris, De burgemeester,

Drs. G.G.H.M. Haanen P.E.J. den Oudsten