Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021

De raad van de gemeente Den Haag,

gezien het voorstel van het college van 6 oktober 2020,

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

-

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

-

dag:

een tijdvak van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur;

-

jaar:

kalenderjaar;

-

kwartaal:

kalenderkwartaal;

-

laadvermogen:

het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootste toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

-

ligplaats:

de plaats in het binnenwater die door een woon-, bedrijfsschip, vrachtschip, passagiersschip, drijvend terras, drijvend (horeca-)terras, recreatieschip of passantenschip bij verblijf in de binnenwateren kan worden ingenomen;

-

maand:

kalendermaand;

-

schip:

elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water alsmede een drijvend werktuig en een drijvende inrichting;

-

ton:

gewichtseenheid van 1.000 kg;

-

vignet:

een bewijs van aangifte door de schipper van de voor het afmeren van een schip, niet zijnde een vrachtschip, verschuldigde binnenhavenbelasting en waarop staat aangegeven het kalenderjaar waarbinnen men gerechtigd is af te meren in het openbaar water;

-

vrachtschip:

elk vaartuig, dat wordt gebruikt of is bestemd, geheel of hoofdzakelijk, voor het vervoer van stoffen of goederen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavenbelasting wordt een recht geheven voor het gebruik door schepen van voor de openbare dienst bestemde gemeentelijke wateren alsmede van de bij die wateren behorende voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen, een en ander met uitzondering van de havens te Scheveningen, de passantenhaven Bierkade, de jachthaven De Vlietstreek, de Historische Haven aan het Zieken, de passantenvoorziening aan de Cruquiuskade, Fokkerhaven, Poolsterhaven, ligplaats korps Zeekadetten aan de Saturnuskade en de ligplaatsen van de schepencarrousel aan de Calandkade.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De binnenhavenbelasting wordt geheven van de reder, de eigenaar, de kapitein of de schipper van het schip.

  • 2. Onder reder of eigenaar wordt mede verstaan hij, die tijdelijk het beheer over het schip voert.

  • 3. Onder kapitein of schipper wordt verstaan hij, die het beheer over het schip voert en de feitelijke leiding over het schip heeft.

Artikel 4. Vrijstellingen

Geen belasting wordt geheven voor het in artikel 2 bedoelde gebruik, indien dit plaatsvindt met:

  • a.

    een schip dat in opdracht of op verzoek van de gemeente wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en voorzieningen;

  • b.

    een oorlogsschip, een reddingsboot of een opleidingsschip van de koopvaardij, binnenvaart of visserij, mits geen personen of lading tegen betaling worden vervoerd;

  • c.

    een schip, bezig met een vaartocht voor invaliden of gehandicapten uit hoofde van een ideële doelstelling;

  • d.

    een schip waarvoor een ligplaats is toegewezen en waarvoor een belasting wordt geheven ingevolge de Verordening liggeld voor woonschepen en bedrijfsschepen Den Haag 2021.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De binnenhavenbelasting wordt geheven voor:

  • a.

    vrachtschepen: naar het laadvermogen van het schip;

  • b.

    schepen, niet zijnde vrachtschepen: naar de oppervlakte van het schip.

Artikel 6. Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak is het kalenderjaar dan wel de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan in geval die periode korter is dan een kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing en tijdstip van betaling

  • 1. De binnenhavenbelasting wordt geheven bij wege van nota en moet worden betaald binnen zes weken na dagtekening van de nota.

  • 2. De belastingschuld wordt aan de belastingschuldige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de nota.

  • 3. Voor elk belastbaar feit kan heffing plaatsvinden bij afzonderlijke nota.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8. Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de binnenhavenbelasting.

Hoofdstuk II. Vrachtschepen en passagiersschepen

Artikel 9. Tarieven

1. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een vrachtschip:

per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

abonnement per maand

abonnement per kwartaal

abonnement per jaar

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,108

€ 0,460

€ 1,238

€ 4,309

2. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een passagiersschip:

per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

abonnement per maand

abonnement per kwartaal

abonnement per jaar

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,108

€ 0,460

€ 1,238

€ 4,309

  • 3. Voor een schip met een laadvermogen minder dan 10 ton respectievelijk een oppervlakte kleiner dan 10 m² is een bedrag verschuldigd ter grootte van de binnenhavenbelasting die is verschuldigd voor een schip met een laadvermogen van 10 ton respectievelijk een oppervlakte van 10 m².

  • 4. De binnenhavenbelasting voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen, bedraagt 125% van het bedrag, overeenkomstig het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 10. Laadvermogen en oppervlakte bij toepassing tarieven

  • 1. Bij de toepassing van de tarieven wordt:

    • a.

      voor het laadvermogen van het vrachtschip gehouden het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij dat schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document;

    • b.

      voor de oppervlakte van het schip gehouden het product van de grootste lengte en grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmede gelijk te stellen document;

    • c.

      een gedeelte van eenheden van tijd, hoeveelheid of oppervlakte voor een gehele eenheid gerekend.

  • 2. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmee gelijk te stellen document, dan wel indien deze stukken het laadvermogen, de grootste lengte en de grootste breedte van het schip niet vermelden, worden het laadvermogen en de oppervlakte ambtshalve vastgesteld.

Artikel 11. Tijdstip van ontstaan belastingschuld

De belastingschuld ontstaat:

  • a.

    indien een abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het abonnement wordt verleend;

  • b.

    indien geen abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het verblijf aanvangt, dan wel het tijdstip waarop het verblijf wordt voortgezet na afloop van de periode waarvoor aanvankelijk binnenhavenbelasting is geheven.

Artikel 12. Overschrijving en ontheffing

  • 1. Indien het gebruik van de in artikel 2 bedoelde wateren met een schip in de loop van een abonnementsperiode van een kwartaal of jaar eindigt, kan het abonnement worden overgeschreven op een vervangend schip. Daarbij wordt de belasting voor het nog niet verstreken deel van de abonnementsperiode verrekend met de over dat deel voor het vervangende schip verschuldigde binnenhavenbelasting. Bij de berekening wordt een kwartaal op 90 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 2. Indien de belasting bij wijze van abonnement per kwartaal of per jaar is geheven, wordt voor een schip dat in de loop van de abonnementsperiode de in artikel 2 bedoelde wateren heeft verlaten en daar door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmachtsituatie heeft bestaan. Het bestaan van de overmachtsituatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.

Hoofdstuk III. Schepen, niet zijnde vrachtschepen en passagiersschepen

Artikel 13. Tarief

De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen bedraagt voor een schip, niet zijnde een vrachtschip en passagiersschip:

per vierkante meter per jaar:

€ 8,98

Artikel 14. Oppervlakte bij toepassing tarieven

Bij de toepassing van de tarieven wordt:

  • a.

    voor de oppervlakte van het schip gehouden de grootste lengte keer de grootste breedte;

  • b.

    een gedeelte van eenheden van tijd, hoeveelheid of oppervlakte voor een gehele eenheid gerekend.

Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De binnenhavenbelasting is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2. Indien het heffingstijdvak een kortere periode dan een jaar omvat, wordt de binnenhavenbelasting naar tijdsgelang berekend.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, ontstaat aanspraak op ontheffing over de nog niet ingetreden volle dagen van het heffingstijdvak.

Artikel 16. Vignet

Voor elk schip, niet zijnde een vrachtschip en passagiersschip, waarvoor aangifte voor de binnenhavenbelasting is gedaan, wordt kosteloos een vignet uitgereikt.

Hoofdstuk IV. Intrekking, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 17. Intrekking

De Verordening binnenhavenbelasting 2012 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze verordening van toepassing blijft voor de tijdvakken waarvoor deze heeft gegolden.

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 november 2020.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.