Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR649044
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR649044/1
Subsidieregeling onafhankelijke clientondersteuning Veenendaal
Geldend van 01-01-2021 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling onafhankelijke clientondersteuning VeenendaalHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;
Overwegende dat
- -
Het college er in ieder geval zorg voor draagt dat voor ingezetenen onafhankelijke clientondersteuning beschikbaar is (Wmo, art. 2.2.4).
- -
Het college op 20 december 2018 Model Veenendaal 2020 heeft vastgesteld;
- -
De gemeente (samenwerkende) organisaties wil stimuleren om de onafhankelijke cliëntondersteuning te ontwikkelen in lijn met de dienstverlening volgens model 2020 en die bijdraagt aan de beleidsdoelen zoals opgenomen in het integraal beleidskader ‘Sterker door verbinding’ (IBK) en aan het versterken van de zelfredzaamheid van Veenendalers met een hulpvraag.
- -
Onafhankelijke cliëntondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
- -
Het gewenst is in het proces van deze subsidieregeling inzicht te krijgen in mogelijkheden tot het verder ontwikkelen van algemene of basisvoorzieningen op het gebied van ondersteuning van de inwoners van Veenendaal.
Gelet op
Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Veenendaal (Asv) en artikel 1.1 en 2.2.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
Besluit
vast te stellen De Subsidieregeling onafhankelijke cliëntondersteuning Veenendaal
Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a. Asv |
Algemene subsidieverordening Veenendaal |
b. Awb |
Algemene wet bestuursrecht |
c. Cliënt |
een persoon aan wie onafhankelijke cliëntondersteuning wordt geleverd |
d. Cliëntondersteuning |
onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene, kortdurende ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, wonen, werk en inkomen |
e. Onafhankelijk |
onafhankelijk van het besluit dat de gemeente uiteindelijke neemt om een inwoners wel of niet een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget toe te kennen en onafhankelijk van een zorgaanbieder |
f. Organisatie |
een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die werkzaam is op het gebied van zorg, ondersteuning en welzijn en zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten |
g. Penvoerder |
de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende organisatie die deelneemt aan het samenwerkingsverband |
h. Plan |
het bij de aanvraag in te dienen plan waarin aangeven wordt hoe aan de doelstellingen en criteria van deze subsidieregeling wordt voldaan |
i. Professioneel |
beroepsmatig |
j. Samenwerkingsverband |
een samenwerkingsverband dat is gevormd ten behoeve van uitvoering van activiteiten, bestaande uit tenminste twee niet in een groep verbonden organisaties |
k. Wmo |
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 |
Artikel 2. Doelgroep
De doelgroep die in aanmerking komt voor subsidies uit deze regeling betreft:
- a.
Organisaties die professionele onafhankelijke clientondersteuning kunnen bieden aan inwoners van Veenendaal, waarbij het belang van de inwoner uitgangspunt is en bekend zijn met of ervaring hebben met cliëntondersteuning, in de gemeente Veenendaal;
- b.
Organisaties die vanuit hun levensbeschouwelijke achtergrond professionele cliëntondersteuning kunnen bieden aan inwoners van Veenendaal, waarbij het belang van de inwoner uitgangspunt is en die bekend zijn met en ervaring hebben met cliëntondersteuning;
- c.
Vrijwilligersorganisaties die professionele cliëntondersteuning kunnen bieden aan de inwoners van Veenendaal, waarbij het belang van de inwoner uitgangspunt is, bekend zijn met en ervaring hebben met cliëntondersteuning, in de gemeente Veenendaal.
Artikel 3. Doel en duur subsidie
- 1.
Het college wil met de inzet van de subsidieregeling organisaties stimuleren onafhankelijke cliëntondersteuning te ontwikkelen die invulling geeft aan de doelstellingen uit het IBK en een bijdrage levert aan alle volgende doelen:
- a.
Alle inwoners van Veenendaal kunnen gebruik maken van onafhankelijke clientondersteuning.
- b.
Bekendheid bij inwoners en hun mantelzorgers dat zij op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, wonen, werk en inkomen, gratis gebruik kunnen maken van onafhankelijke clientondersteuning;
- c.
De zelfredzaamheid en participatie van inwoners wordt vergroot;
- d.
Stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en het gebruik van algemene of collectieve voorzieningen;
- a.
- 2.
De onafhankelijk cliëntondersteuning is primair gericht op het belang van de cliënt en sluit aan bij de lokale infrastructuur en is gericht op samenwerking met relevante partijen zoals:
- a.
cliëntorganisaties/ervaringsdeskundigen;
- b.
wijkteams;
- c.
welzijnsorganisatie;
- d.
vrijwilligersorganisaties;
- e.
De gemeentelijke loketten voor Wmo, Jeugdzorg, inkomen, werk en het budgetloket.
- a.
Artikel 4. Toetsingscriteria
- 1.
Voor subsidie komen plannen in aanmerking die voldoen aan de volgende criteria:
Criteria |
Toelichting/bijbehorende vragen |
Doelgroep |
Behoort de aanvrager tot de doelgroep van artikel 2? |
Professionaliteit |
|
Onafhankelijkheid |
De organisatie mag geen rol en verantwoordelijkheid hebben bij het besluiten over gemeentelijke voorzieningen. |
Bereik |
Kunnen jongeren, volwassenen en ouderen gebruik maken van clientondersteuning, op alle levensterreinen? |
Resultaten |
Zijn de resultaten benoemd die met de subsidie voor het Plan moeten worden bereikt? Zijn de resultaten meetbaar? Op welke van de volgende resultaten richt het Plan zich:
|
Samenwerking |
Wordt samengewerkt met de verschillende loketten van de gemeente? Wordt samengewerkt met Stichting Veens Welzijn? Wat is het resultaat van samenwerking met andere relevante partijen? |
Communicatie |
Bij de aanvraag of uiterlijk in januari 2021 wordt een communicatieplan opgeleverd waarin de planning van de alle communicatie en PR- activiteiten in is opgenomen. |
Kosten |
Zijn de begrote kosten duidelijk omschreven en onderbouwd? |
Capaciteit Expertise |
Hoe is de verdeling aan capaciteit, expertise, financiën tussen de partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Plan? |
- 2.
Voor subsidie komen in ieder geval niet in aanmerking, de activiteiten waarvoor reeds op grond van een gemeentelijke subsidieregeling of anderszins bekostiging door de gemeente plaatsvindt.
Artikel 5. Aanvragen subsidie
- 1.
In afwijking van artikel 8 van de Asv kan de aanvraag voor subsidie 2021 nog bij het college ingediend worden tot 1 februari 2021.
- 2.
Bij de subsidieaanvraag wordt een plan overgelegd waaruit blijkt op welke manier aan de doelstellingen en de criteria in artikel 4 van deze subsidieregeling wordt voldaan.
- 3.
Indien als vereiste is opgenomen dat de organisaties samenwerken in een samenwerkingsverband, dan dient een penvoeder namens de organisaties de subsidieaanvraag in.
- 4.
Door ondertekening van de bij de aanvraag bijgevoegde samenwerkingsverklaring, verklaren de aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties dat de deelnemer aan het 4 samenwerkingsverband die de aanvraag heeft ondertekend, optreedt als penvoerder en verklaren de deelnemers akkoord te zijn met de inhoud van de aanvraag en bijlagen.
Artikel 6. Samenwerkingsverband (bij gezamenlijke aanvragen)
- 1.
Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband:
- a.
verzendt het college de beschikkingen omtrent de subsidie, waaronder in ieder geval de beschikking tot subsidieverlening, -wijziging en -vaststelling aan de penvoerder.
- b.
verstrekt het college de voorschotten aan de penvoerder. Deze betalingen gelden als betalingen aan de subsidie ontvangende organisaties en worden door de penvoerder per ommegaande doorbetaald aan de subsidie ontvangende organisaties.
- a.
- 2.
De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband:
- a.
dienen hun tussentijdse rapportages, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking, in via de penvoerder;
- b.
stellen het college, via de penvoerder, onverwijld schriftelijk in kennis van al hetgeen, waaronder wijzigingen, dat van belang is voor de subsidieverstrekking, de uitvoering van de activiteiten of het nakomen van de verplichtingen.
- a.
- 3.
Het college voert correspondentie en overleg met de penvoerder over uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten of het nakomen van de verplichtingen, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking. De penvoerder informeert over al hetgeen voor de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband van belang is om de gesubsidieerde activiteiten goed uit te kunnen voeren en subsidieverplichtingen na te kunnen komen.
- 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:57 Awb worden de aan de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband onverschuldigd betaalde subsidiebedragen van de penvoerder teruggevorderd als de penvoerder de doorbetalingsverplichting als bedoeld in het tweede lid niet of niet geheel nakomt.
Artikel 7. Subsidieplafond en wijze van verdeling
- 1.
Het college stelt jaarlijks, na de vaststelling van de gemeentebegroting, een subsidieplafond vast voor het subsidiëren van de activiteiten op grond van deze subsidieregeling.
- 2.
Het subsidieplafond voor 2021 bedraagt € 112.000. Voor de jaren daaropvolgende bedraagt het subsidieplafond eveneens € 112.000 onder voorbehoud van de vaststelling van dit bedrag in de programmabegroting door de gemeenteraad voor het betreffende jaar.
- 3.
Het college kan een eerder vastgesteld subsidieplafond verhogen of verlagen.
- 4.
De aanvragen worden afgewikkeld in volgorde van binnenkomst.
- 5.
Het college beoordeelt of de activiteiten in voldoende mate aansluiten bij de beleidsdoelstellingen en betrekt hierbij een afweging in kosten (hoeveelheid subsidie) versus opbrengst (bijdrage aan beleidsdoelstellingen). Een gedeeltelijke verlening en weigering van de subsidie is op basis van deze afweging mogelijk.
Artikel 8. Subsidiabele kosten
- 1.
Subsidie voor de redelijk te maken kosten van uitvoering van de activiteiten wordt verstrekt tot het maximum van de aantoonbare behoefte.
- 2.
Alleen kosten die niet op een andere wijze reeds gefinancierd zijn komen in aanmerking voor subsidie.
Artikel 9. Verplichtingen
- 1.
Het college legt, in aanvulling op hoofdstuk 6 van de Asv, aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen op:
- a.
de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring van gesubsidieerde activiteiten, o.a. op basis van de verantwoordingsrapportages
- b.
de subsidieontvanger informeert het college onverwijld indien de continuïteit van de gesubsidieerde activiteiten in het geding is;
- c.
de subsidieontvanger blijft gedurende de looptijd van de subsidie voldoen aan de eisen en criteria zoals genoemd in deze subsidieregeling;
- d.
de subsidieontvanger is op de hoogte van en neemt, indien nodig, deel aan relevante netwerken voor informatie-uitwisseling en gebruikt lokale en landelijke knooppunten/expertisecentra bij het uitvoeren van haar dienstverlening; en,
- e.
de subsidieontvanger is op de hoogte van en sluit aan bij gemeentelijke en wijkgerichte ontwikkelingen op het gebied van welzijn, ondersteuning en zorg;
- a.
- 2.
Het college kan daarnaast bij de subsidieverlening nog overige doelgebonden verplichtingen opleggen.
Artikel 10. Voorschotten
- 1.
Aan de subsidieontvanger c.q. de penvoerder wordt per kwartaal een voorschot van het verleende subsidiebedrag uitbetaald, tenzij in de toelichting of de verleningsbeschikking anders is bepaald.
- 2.
Het voorschot wordt na de subsidieverlening in termijnen betaalbaar gesteld.
Artikel 11. Besluit tot subsidievaststelling
- 1.
De aanvraag tot definitieve vaststelling van de subsidie dient uiterlijk op 30 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, bij het college te worden ingediend.
- 2.
De artikelen 21 en 22 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.
- 3.
De informatie als bedoeld in artikel 21 lid 2 van de Asv, alsmede het verslag als bedoeld in artikel 21 bevat kwantitatieve gegevens, een activiteitenverslag en een klanttevredenheidsmeting.
- 4.
Indien de subsidieontvangers samenwerken in een samenwerkingsverband, dienen zij hun aanvraag tot subsidievaststelling in via de penvoerder. Betaling van het vastgestelde subsidiebedrag, onder verrekening van reeds vastgestelde voorschotten, geschiedt aan de penvoerder. Deze betaling geldt als betaling aan de subsidieontvangers.
Artikel 12. Afwijkingsbevoegdheid
Het college kan in, bijzondere gevallen, afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling.
Artikel 13. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021 en wordt voor het eerst toegepast op subsidieaanvragen voor activiteiten in 2021 en daarna.
Artikel 14. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling onafhankelijke clientondersteuning Veenendaal.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020
mevrouw drs. A.P.W. van de Klift
secretaris
de heer K.J.G. Kats
burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl