Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening leges 2021

Geldend van 31-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening leges 2021

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2020;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2021.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b. week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c. maand: het tijdvak dat loopt van een bepaalde dag in een kalendermaand tot dezelfde dag in de volgende kalendermaand;

  • d. jaar: het tijdvak dat loopt van een bepaalde dag in een kalenderjaar tot dezelfde dag in het volgende kalenderjaar;

  • e. kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam leges, worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse Identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d. het in behandeling nemen van een aanvraag om een beschikkingen op grond van de artikelen:

  • artikel 2:1 lid 4: ontheffing verbod op samenscholing;

  • artikel 2:6 lid 4: ontheffing aanbieden geschreven of gedrukte stukken;

  • artikel 2:41 lid 1 en 2: ontheffing betreden gesloten woning of lokaal;

  • artikel 2:60 lid 3: ontheffing houden hinderlijke of schadelijke dieren;

  • artikel 4:18 lid 3: ontheffing recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen;

  • artikel 5:3 lid 2: ontheffing te koop aanbieden van voertuigen;

  • artikel 5:6 lid 2: ontheffing parkeren kampeermiddelen e.a.;

  • artikel 5:11 lid 3: ontheffing aantasting groenvoorziening door voertuigen;

  • artikel 5:13 lid 1: vergunning inzameling van geld of goederen;

  • artikel 5:16 lid 3: ontheffing beperking venten met gedrukte stukken;

  • artikel 5:23 lid 1: vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt;

  • artikel 5:33 lid 5: ontheffing verkeer in natuurgebieden;

  • artikel 5:34 lid 3: ontheffing afvalstoffen verbanden buiteninrichtingen of anderszins vuur te stoken;

  • artikel 5:36 lid 2: ontheffing verstrooiing van as;

  • artikel 5:51 lid 2: ontheffing innemen ligplaats;

van de Algemene plaatselijke verordening (APV).

Artikel 5. Tarieven

1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.

Artikel 6. Wijze van heffing

1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

2. De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via iDeal of soortgelijke betaling.

Artikel 7. Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b. digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via iDeal of soortgelijke betaling;

  • c. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a. van zuiver redactionele aard zijn;

  • b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving waar een legesbedrag aan is gekoppeld;

  • c. een gevolg zijn van efficiëntie in de procesvoering van de dienstverlening waardoor de baten de lasten van de dienst overstijgen;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van leges.

Artikel 12. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

1. De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020 van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leges 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2020.

De voorzitter, ir J.N. Rozendaal

De griffier, mr. ir. M.C. Luiting.

Tarieventabel, behorende bij de verordening leges 2021

Titel 1. Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1. Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

1.1.1.1

Voor zover de plechtigheden in het Agnietenklooster (Jufferenstraat 6) plaatsvinden op maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur:

€ 435,70;

1.1.1.2

vervallen

1.1.1.3

Het tarief bedraagt op andere tijdstippen dan onder paragraaf 1.1.1.1 genoemd op maandag tot en met vrijdag, na ontheffing van het college van burgemeester en wethouders:

€ 512,15;

1.1.1.4

Het tarief bedraagt op zaterdag om 10.00, 11.00, 14.00 en 15.00 uur:

€ 824,50;

1.1.1.5

Op maandag van 8.30 uur tot 9.15 uur wordt gelegenheid geboden, in het gemeentehuis (Zuiderzeestraatweg Oost 19), tot een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap.

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk;

1.1.2.1

Op een trouwlocatie anders dan het gemeentehuis of de trouwzaal in het Agnietenklooster, op maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur:

€ 345,35;

1.1.2.2

vervallen

1.1.2.3

Het tarief bedraagt op andere tijdstippen dan onder paragraaf 1.1.2.1 genoemd op maandag tot en met vrijdag, na ontheffing van het college van burgemeester en wethouders:

€ 398,45;

1.1.2.4

Het tarief bedraagt op zaterdag om 10.00, 11.00, 14.00 en 15.00 uur:

€ 563,00;

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, zonder ceremonie aan het loket van het gemeentehuis (Zuiderzeestraatweg Oost 19):

€ 53,55;

1.1.4

Overige bepalingen en tarieven gerelateerd aan huwelijksvoltrekkingen of geregistreerd partnerschap:

1.1.4.1

Als de huwelijkskandidaten ervoor kiezen om een gemeenteambtenaar als getuige te laten optreden, bedraagt het tarief per getuige:

€ 48,45;

1.1.4.2

vervallen

1.1.4.3

vervallen

1.1.4.4

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een trouwlocatie is het tarief

€ 210,00;

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.5.1

- een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering (incl. omslag)

€ 25,50;

1.1.5.2

Gereserveerd

1.1.5.3

Het tarief bedraagt voor het kalligraferen van een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 16,70.

1.1.6

Gereserveerd

1.1.7

Gereserveerd

1.1.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Hieronder vallen:

a. een afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

b. een uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

c. een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

d. een attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en

e. een meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2. Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

- van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.1.2

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.2

- van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in paragraaf 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.2.2

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.3

- van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.3.2

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.4

- van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.5

- van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.5.2

- voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.6

- voor de versnelde uitreiking van een in paragraaf 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen. Geldt ten hoogste het tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden.

1.2.7

Gereserveerd

Hoofdstuk 3. Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs. Geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (Het maximaal vastgestelde tarief zoals vastgesteld door de Dienst Wegverkeer afgerond naar beneden op vijf cent).

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering verhoogd met: Het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (Het maximaal vastgestelde tarief zoals vastgesteld door de Dienst Wegverkeer afgerond naar beneden op vijf cent).

1.3.2.1

Vervallen

1.3.3

Voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief (staat vermeld op de gezondheidsverklaring)

1.3.4

Gereserveerd

Hoofdstuk 4. Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

- tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,25;

1.4.2.2

Indien de aanvraag, zoals bedoeld in paragraaf 1.4.2.1, de afhandeling en de betaling elektronisch plaatsvindt wordt de legesnota met 25% verminderd.

1.4.3

Gereserveerd

1.4.4

Gereserveerd

1.4.5

Gereserveerd

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 19,85.

Hoofdstuk 5. Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 75,40.

Hoofdstuk 6. Naturalisatie

1.6

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek : conform het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken (gereserveerd)

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.1.1

- een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in paragraaf 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

€ 7,60;

1.8.1.1.1

- verhoogd per pagina, in formaat A4 of kleiner

€ 0,90;

1.8.1.1.2

- verhoogd per pagina, in formaat A3

€ 1,95;

1.8.1.1.3

- verhoogd per pagina, in formaat A2 (plotter)

€ 7,60;

1.8.1.1.4

- verhoogd per pagina, in formaat A1 (plotter)

€ 10,00;

1.8.1.1.5

- verhoogd per pagina, in A0 formaat (plotter)

€ 14,75;

1.8.1.2

- een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in paragraaf 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk

1.8.1.2.1

- van het gebied buiten de bebouwde kom

€ 23,15;

1.8.1.2.2

- van het gebied binnen de bebouwde kom

€ 61,00;

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

1.8.2.1

- de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 8,25;

1.8.2.2

- de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 23,15;

1.8.2.3

- een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 13,75;

1.8.2.4

- het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 13,75;

1.8.2.5

- het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 13,75;

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

- het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan;

- het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan;

- het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan;

€ 7,55;

1.8.3.1

- verhoogd per adres;

€ 0,10;

1.8.3.2

- verhoogd per gelegde relatie

€ 0,25;

1.8.3.3

- verhoogd per adrescoördinaat

€ 0,25;

1.8.4

- voor het afdrukken (op papier of digitaal) een deel van een luchtfoto, per pagina A4 of A3 formaat. Of in tiff-, jpg of ecw-formaat.

€ 25,00.

1.8.5

gereserveerd

Hoofdstuk 9. Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

- tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35;

1.9.2

- tot het legaliseren van een handtekening

€ 8,25.

Hoofdstuk 10. Gemeentearchief (gereserveerd)

Hoofdstuk 11. Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

- vervallen

1.11.2

- tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45.

Hoofdstuk 12. Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

- tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 75,45;

1.12.1.2

- tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 75,45.

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in paragraaf 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.)

Hoofdstuk 13. Gemeentegarantie

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

- tot het verstrekken van een gemeentegarantie

€ 75,45;

1.13.2

- tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 75,45.

Hoofdstuk 14. (Vervallen)

Hoofdstuk 15. (Vervallen)

Hoofdstuk 16. Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

- voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat;

€ 56,50;

1.16.1.2

- voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat;

€ 56,50;

- en voor iedere volgende kansspelautomaat;

€ 34,00;

1.16.1.3

- voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd;

€ 235,62;

1.16.1.4

- voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat;

€ 235,62;

- en voor iedere volgende kansspelautomaat.

€ 141,45;

1.16.2

De paragrafen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 19,50;

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 569,15.

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

€ 466,90;

1.17.1.1

- indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 360,75;

1.17.1.2

- indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet, verhoogd met

€ 360,75;

1.17.1.3

- indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet.

1.17.2

Indien een begroting als bedoeld in paragraaf 1.17.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vraag voor een instemmingsbesluit of melding voor (spoedeisende) werkzaamheden van minder ingrijpende aard

€ 127,30.

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

- tot het verlenen van een ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit algemene bepalingen inzake het wegverkeer, Regeling voertuigen en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 64,45;

1.18.1.1

- tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen en landen van een helikopter of voet gestarte paramotor

€ 32,20;

1.18.2

- tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 voor een kenteken waarvoor nog niet eerder een ontheffing is verleend

€ 107,50;

1.18.2.1

- tot het aansluitend verlengen van een ontheffing op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 als bedoeld in paragraaf 1.18.2

€ 64,45;

1.18.2.2

- tot het gedurende het kalenderjaar wijzigen van een kenteken in een ontheffing, verleend op grond van de Parkeerverordening binnenstad Elburg 1998 als bedoeld in paragraaf 1.18.2

€ 32,20;

1.18.2.3

Indien de aanvraag, zoals bedoeld onder paragraaf 1.18.2 of 1.18.2.2, de afhandeling en de betaling elektronisch plaatsvindt wordt de legesnota met 25% verminderd

1.18.2.4

Indien een aanvraag, als bedoeld onder paragraaf 1.18.2, wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen of na in behandeling name, op verzoek van de behandelend ambtenaar, niet voldaan is aan het verstrekken van nadere gegevens waardoor de aanvraag niet verder in behandeling kan worden genomen of op een aanvraag om een parkeerontheffing afwijzend wordt beschikt, wordt op schriftelijk verzoek 50% teruggaaf van de leges verleend.

1.18.3

- tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

1.18.3.1

- met doktersadvies

€ 183,10;

1.18.3.2

- zonder doktersadvies

€ 102,35;

1.18.3.3

- voor het verstrekken van een duplicaat van een GPK na verlies of diefstal

€ 53,85.

Hoofdstuk 19. Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1.1

- tot het verlenen van een vergunning voor de verkoop van vuurwerk

€ 297,20;

1.19.1.2

- het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 788,30;

1.19.1.2.1

- het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 265,10;

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.2.1

- gewaarmerkte afschriften van stukken, afschriften, doorslagen, fotokopieën van stukken of stukken en/of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,55;

1.19.2.1.1

- verhoogd, per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,10;

1.19.2.1.2

- verhoogd, per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,20;

1.19.2.1.3

- verhoogd, per pagina op papier van een ander formaat

€ 0,30;

1.19.2.2

- voor het verstrekken van minder dan 20 kopieën per aanvraag als genoemd in paragraaf 1.19.2.1 tot en met 1.19.2.1.3 wordt geen legesnota opgelegd.

- Indien de aanvraag, zoals bedoeld in paragraaf 1.19.2.1 tot en met 1.19.2.1.3, de afhandeling en de betaling elektronisch plaatsvindt wordt de legesnota met 25% verminderd.

1.19.2.3

- kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in paragraaf 1.19.2.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk

€ 7,55;

1.19.2.4

- een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 75,45;

1.19.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het plaatsen van ‘sandwichborden’

€ 162,55.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

- aanlegkosten:

 

- de aannemingssom, exclusief omzetbelasting, waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten exclusief omzetbelasting die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs exclusief omzetbelasting die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

- bouwkosten:

de bouwkosten worden (exclusief omzetbelasting) bepaald met het (online)rekenprogramma “Basisbedragen Gebouwen” (boekwerk ISBN: 978-94-6046-043-2 uitgegeven door: Nederlands Bouwkosten Instituut). Deze ligt ter inzage bij de gemeente.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

- tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 241,65;

2.2.2

- tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

€ 241,65.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten:

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

- indien de bouwkosten minder dan € 1.500 bedragen:

€ 98,00;

2.3.1.1.2

- indien de bouwkosten € 1.500 tot € 7.500 bedragen:

€ 229,50;

2.3.1.1.3

- indien de bouwkosten € 7.500 tot € 500.000 bedragen:

3,5%;

van de bouwkosten;

2.3.1.1.4

- indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen:

3%;

van de bouwkosten;

2.3.1.1.5

- indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

2,5%;

van de bouwkosten;

2.3.1.1.6

- indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

2%;

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 500.000,-;

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

2.3.1.2.1

- indien de bouwkosten € 0,00 tot en met € 500.000 bedragen:

1,9‰;

van de bouwkosten, met een minimum van;

€ 49,95;

2.3.1.2.2

- indien de bouwkosten meer dan € 500.000 tot en met € 1.000.000 bedragen:

1,2‰;

van de bouwkosten;

2.3.1.2.2

- indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 tot en met € 2.500.000 bedragen:

0,8‰;

van de bouwkosten;

2.3.1.2.3

- indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000 tot en met € 5.000.000 bedragen:

0,5‰;

van de bouwkosten;

2.3.1.2.4

- indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

0,25‰;

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 250.000,-;

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in deze paragraaf bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 253,85;

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in deze paragraaf bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

25%;

van de op grond van dat paragraaf verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.2.1

- indien de bouwkosten € 0,00 tot € 500.000 bedragen:

3%;

van de bouwkosten, met een minimum van;

€ 104,80;

2.3.2.2

- indien de bouwkosten € 500.000 tot € 2.500.000 bedragen:

2,5%;

van de bouwkosten;

2.3.2.3

- indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:

2%;

van de bouwkosten;

2.3.2.4

- indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

1,5%;

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 250.000,-;

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

- indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 103,30;

2.3.3.2

- indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

1%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

met een minimum van

€ 103,30;

en een maximum van

€ 1.008,10;

2.3.3.3

- indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

10%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.4

- indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

1%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.5

- indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.6

- indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

1%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

1%;

van het op grond van paragraaf 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.4.1

- indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 103,30;

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 207,00;

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

2.3.4.3.1

- voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte tot en met 500 m²

€ 4.364,50;

2.3.4.3.2

- voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte groter dan 500 m², het bedrag genoemd in artikel 2.3.4.3.1 vermeerderd met € 5,00 per m² boven de 500 m² tot en met 1.000 m²;

2.3.4.3.3

- voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte groter dan 1.000 m², € 6.695,05 vermeerderd met € 2,50 per m² boven de 1.000 m² tot en met 5.000 m²;

2.3.4.3.4

- voor strijdig gebruik van een perceel met een oppervlakte t groter dan 5.000 m², € 16.695,05 vermeerderd met € 1,00 per m² boven de 5.000 m² met een maximum van

€ 20.000,-;

2.3.4.3.5

Met dien verstande dat voor toepassing van paragraaf 2.3.4.3 tot en met 2.3.4.3.4 geldt dat het verzoek in behandeling wordt genomen twee weken na het toezenden van de kennisgeving van het legesbedrag.

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 1.575,45;

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 1.575,45;

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 1.575,45;

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 1.575,45.

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 253,85.

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de Monumentenverordening Elburg 2014, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 0,00;

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de Monumentenverordening Elburg 2014, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00.

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00.

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 253,85.

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 147,90.

2.3.10

Kappen

Gereserveerd

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met artikel 2:10, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.11.1

- indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 75,45;

2.3.11.2

- indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 75,45.

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 253,85.

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 253,85.

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

- behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,45;

2.3.14.2

- behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 75,45;

2.3.14.2.1

- als het een gemeentelijke verordening betreft:

€ 75,45.

2.3.14.2.2

- als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

- voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

- voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat paragraaf bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

- voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 253,85;

2.3.16.2

- voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 253,85.

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning:

€ 253,85;

2.3.17.2

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien er advies ingewonnen dient te worden over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning.

€ 253,85.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

- indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 672,20.

2.3.18.1.2

- indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in paragraaf 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4. Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Gereserveerd

Hoofdstuk 5. Teruggaaf

2.5.1

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in paragraaf 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 met uitzondering van paragraaf 2.3.1.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat op verzoek aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%;

2.5.1.1

- indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 6 weken na het in behandeling nemen ervan omdat de aanvraag buiten behandeling wordt gesteld door de gemeente, bestaat op verzoek aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%;

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in paragraaf 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 met uitzondering van paragraaf 2.3.1.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%;

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in paragraaf 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 met uitzondering van paragraaf 2.3.1.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%.

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in paragraaf 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 94,25 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Gereserveerd

2.5.6

Indien na beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning blijkt dat een activiteit vergunningsvrij is wordt geen legesnota opgelegd voor betreffende activiteit.

2.5.7

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot de activiteit bouwen wordt ingediend, waarbij de vastgestelde bouwkosten lager zijn dan € 500, wordt geen legesnota opgelegde voor de toetsing van betreffende aanvraag.

Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Gereserveerd

Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 75,45.

Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, of een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt maximaal

€ 26.000,00;

2.8.1.1

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in paragraaf 2.8.1 wordt het te heffen bedrag, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet, aan de aanvrager meegedeeld.

2.8.1.2

Indien een begroting als bedoeld in paragraaf 2.8.1.1 is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.8.1.3

Als het college van burgemeester en wethouders besluit om, voordat het ontwerp van een plan als bedoeld in paragraaf 2.8.1 ter inzage is gelegd, hieraan geen medewerking te verlenen, wordt op verzoek van de aanvrager voor 50% van de geheven leges teruggaaf verleend.

2.8.2

Gereserveerd

Principeverzoek

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het doen van een principe-uitspraak door het college omtrent bebouwings- en/of gebruiksmogelijkheden van gronden in strijd met het vigerende bestemmingsplan of de vigerende beheersverordening

€ 672,20;

2.8.3.1

Indien enkel een oordeel gegeven kan worden op het principeverzoek als door het ODNV een milieuadvies is uitgebracht, wordt het bedrag in paragraaf 2.8.3 verhoogd met

€ 713,10.

Coördinatieregeling op grond van artikel 3:30, lid 1 van de Wro

2.8.4

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij gebruik wordt gemaakt van de Coördinatieverordening Wro Elburg 2016, worden te heffen bedragen, blijkend uit een begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, paragraaf b van de Gemeentewet, aan de aanvrager meegedeeld.

2.8.4.1

Indien een begroting als bedoeld in paragraaf 2.8.4 is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor de tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.8.4.2

Het door de aanvrager geaccepteerde begrote bedrag treedt in de plaats van de tarieven zoals vermeld in de paragrafen 2.2 tot en met 2.8.3.

2.8.4.3

Als het college van burgemeester en wethouders besluit om, voordat het ontwerp van een plan als bedoeld in paragraaf 2.8.1 ter inzage is gelegd, hieraan geen medewerking te verlenen, wordt op verzoek van de aanvrager voor 50% van de geheven leges teruggaaf verleend.

2.8.5

Indien een aanvraag als bedoeld in paragraaf 2.8.1 of 2.8.4 slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van een adviesinstantie noodzakelijk is, worden de kosten welke in rekening worden gebracht door de adviesinstantie verhaald op de aanvrager, met dien verstande dat eerst een offerte wordt gevraagd en de aanvrager akkoord is gegaan met de kosten.

Hoofdstuk9. Vervallen

Hoofdstuk 10. In deze titel niet benoemde beschikking en overige

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 75,45;

2.11

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van reclame, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 122,25;

2.11.1

Als voor een plan waarvoor een vergunning is aangevraagd uit oogpunt van welstand het advies is vereist van de commissie ruimtelijke kwaliteit worden de in paragraaf 2.11 genoemde tarieven per adviesaanvraag vermeerderd met:

€ 49,95;

2.12

Op grond van dit paragraaf worden leges geheven voor dienstverlening die doorgaans een relatie heeft met een activiteit of gerelateerd is aan (extra) administratieve handelingen.

2.12.1

Vervallen

2.12.2

Vervallen

2.12.3

Vervallen

2.12.4

Een verleende omgevingsvergunning als bedoeld in titel 2 de hoofstukken 3 en 7 van deze tarieventabel, is overdraagbaar, tenzij een wettelijke regeling zich daartegen verzet. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het overschrijven van een verleende vergunning is

€ 19,55;

2.12.5

Indien binnen een half jaar na het intrekken van de aanvraag, een aanvraag om een bouwactiviteit voor hetzelfde bouwplan wordt ingediend, worden de daarvoor te heffen leges verrekend met de al geheven leges voor het intrekkingsbesluit.

2.12.6

Wet Geluidshinder

2.12.6.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vaststelling van een hogere grenswaarde bedraagt

€ 901,15.

2.12.6.2

Onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.12.6.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een plan waarvoor een procedure moet worden gevolgd op grond van de Wet ruimtelijke ordening en/of de Woningwet, het verschuldigde bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening en het bedrag aan leges ingevolge de van toepassing zijnde paragrafen van deze tarieventabel.

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1. Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

- een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 243,15;

3.1.1.1

- een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 84,15;

3.1.2

- een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in (artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening)

€ 243,15;

3.1.3

- een aanvraag tot het verlenen van een terrasvergunning

€ 71,40;

3.1.4

Gereserveerd

3.1.5

- een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 84,15;

3.1.6

Gereserveerd

3.1.7

- een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 170,75.

Hoofdstuk 2. Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1

- een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel

€ 105,72;

3.2.1.2

- een kleinschalig evenement, waarvoor een wegafsluiting noodzakelijk is

€ 19,55.

3.2.2

Vervallen

3.2.3

Gereserveerd

Hoofdstuk 3. Seksbedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.3.1.1

tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.1.1.1

- voor een escortbedrijf

€ 569,20;

3.3.1.1.2

- voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in paragraaf 3.3.1.1.1

€ 569,20;

3.3.1.1.3

- voor andere seksbedrijven dan bedoeld in paragraaf 3.3.1.1.1 en 3.1.1.1.2

€ 569,20.

3.3.1.2

Gereserveerd

3.3.2

Gereserveerd

3.3.3

Gereserveerd

3.3.4

Gereserveerd

Hoofdstuk 4. Huisvestingswet 2014

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.4.1

- tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45;

3.4.2

- tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45;

3.4.3

- tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45;

3.4.4

- tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45;

3.4.5

- tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 75,45.

Hoofdstuk 5. Marktstandplaatsen

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.5.1.1

- tot het verlenen van een vaste-standplaatsvergunning van een jaar tot maximaal zes jaar

€ 231,50;

Indien van de vergunning voor een periode langer dan 8 weken geen gebruik wordt gemaakt, wordt de vergunning ambtshalve ingetrokken, tenzij door de vergunninghouder is aangegeven met welke reden en voor welke termijn de standplaats tijdelijk niet wordt ingenomen.

3.5.1.2

- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats van een kwartaal tot maximaal een jaar

€ 94,55;

3.5.1.3

- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats voor meer dan één dag tot een kwartaal

€ 47,30;

3.5.1.4

- tot het verlenen van een vergunning voor het hebben van een standplaats voor één dag

€ 23,65;

3.5.1.5

- vervallen

3.5.1.6

Voor de gebruikmaking van een aansluiting op een elektriciteitskast, per dag, per aansluiting: Dit bedrag is inclusief 21% omzetbelasting.

€ 6,80;

3.5.2

Als een aanvraag om een standplaatsvergunning, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de op grond van paragraaf 3.5.1 tot en met 3.5.1.4 verschuldigde leges.

Hoofdstuk 6. Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1

- tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 75,45.

Hoofdstuk 7. In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 75,45.

Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2020,

De griffier, mr. ir. M.C. Luiting