Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug houdende regels omtrent de heffing en de invordering van precariobelastingen kabels en leidingen (Verordening precariobelasting kabels en leidingen Utrechtse Heuvelrug 2021)

Geldend van 18-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug houdende regels omtrent de heffing en de invordering van precariobelastingen kabels en leidingen (Verordening precariobelasting kabels en leidingen Utrechtse Heuvelrug 2021)

De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 05 november 2020;

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting kabels en leidingen Utrechtse Heuvelrug 2021

(Verordening precariobelasting kabels en leidingen Utrechtse Heuvelrug 2021)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Maand: een kalendermaand;

  • b.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • c.

    kabels en leidingen: kabels, leidingen, draden en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen.

Artikel 2 Belastbaar feit .

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Ter zake van kabels en leidingen waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

  • 2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    kabels en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

  • b.

    buizen in de grond tot aansluiting op het openbaar hemelwaterstelsel, het openbaar ontwateringsstelsel of het openbaar vuilwaterriool.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende meter per jaar € 0,78 met inachtneming van het overige zoals in deze verordening bepaald.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

  • 2. Het aantal strekkende meters wordt gesteld op het aantal strekkende meters dat aanwezig is bij aanvang van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting kabels en leidingen 2020 vastgesteld door de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug op 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening precariobelasting kabels en leidingen Utrechtse Heuvelrug 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 december 2020.

de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug,

de griffier

W. Hooghiemstra

de voorzitter

G.F. Naafs