Beleidsregels gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart en ontheffing inrijverbod voetgangersgebied gemeente Barneveld

1. Een bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen, die inwoner is, kan voor een kaart in aanmerking komen, wanneer hij:

• a.

  ten gevolge van mindervaliditeit met een permanent of progressief karakter, zonder hulp van een ander, zich redelijkerwijs niet over een langere afstand dan 200 meter te voet kan voortbewegen; of

• b.

  ten gevolge van een belemmering in de bediening van vingers, handen en/of armen, redelijkerwijs niet zonder hulp van een ander, de op een algemene parkeerplaats aanwezige parkeerapparatuur kan bedienen; of,

• c.

  ten gevolge van een belemmering in de belastbaarheid en/of bediening van bijvoorbeeld schouders, armen, handen of vingers, zonder hulp van een ander of zonder gebruik van daartoe beschikbare hulpmiddelen, redelijkerwijs geen goederen over een langere afstand dan 100 meter kan vervoeren van winkel of verkooppunt naar hun motorvoertuig; of

• d.

  ten gevolge van overige lichamelijke beperkingen, redelijkerwijs niet zonder hulp van een ander, op een algemene parkeerplaats in en/of uit zijn voertuig kan stappen.

2. De lichamelijke beperkingen of belemmeringen, zoals beschreven in het vorige lid, dienen van langdurige aard te zijn.

3. Een kaart is geldig voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren gerekend vanaf de dag van afgifte. Indien redelijke grond bestaat voor de verwachting dat de termijn, gedurende welke de inwoner in aanmerking komt voor een kaart korter zal zijn dan vijf jaren, beperkt het college de geldigheidsduur tot die termijn met een minimum van drie maanden.

1. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een kaart zijn leges verschuldigd.

2. Na ontvangst van de aanvraag van de inwoner zal door het college extern medisch advies worden opgevraagd met betrekking tot de beperkingen van de inwoner.

3. Een medisch advies kan achterwege worden gelaten, als:

• a.

  aan de inwoner eerder een kaart of Europese gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en op grond van het medisch advies daarvoor nog steeds kan worden aangenomen dat de inwoner voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 2; of

• b.

  de medische situatie van de inwoner voldoende duidelijk is om de aanvraag te kunnen beoordelen.

1. Een inwoner krijgt bij een verlenging alleen een nieuwe kaart met nieuwe geldigheidsduur verstrekt, als hij de oude kaart heeft ingeleverd.

2. Indien een geldige kaart is versleten, geheel of ten dele onleesbaar is geworden, is verloren gegaan of is gestolen, kan door het college op aanvraag een duplicaat worden verstrekt. Voor het in behandeling nemen van een duplicaat aanvraag zijn leges verschuldigd.

3. Artikel 3, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. Een duplicaat wordt alleen verstrekt als de oude kaart is ingeleverd, tenzij de kaart is verloren of gestolen.

1. De kaart mag op de volgende plaatsen worden gebruikt:

• a.

  op elke openbare parkeerplaats;

• b.

  op algemene parkeergelegenheden die zijn aangewezen voor het motor- of invalidenvoertuig dat door of ten behoeve van het vervoer van gehandicapten wordt gebruikt. Een dergelijke parkeergelegenheid is aangeduid met het bord E 6 van het van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990. Op een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, herkenbaar aan een onderbord waarop een kenteken is aangebracht, mag niet worden geparkeerd met een voertuig dat niet voorzien is van dat kenteken;

• c.

  op een door een bord aangeduide algemene gehandicaptenparkeerplaats;

• d.

  voor onbeperkte tijd in een door een bord aangeduide parkeerschijfzone (blauwe zone) binnen en buiten de vakken, waar een beperkte tijd is aangegeven op een onderbord, zonder verplicht gebruik van de parkeerschijf;

• e.

  gedurende maximaal drie uur, met gebruik van een parkeerschijf, langs een gele onderbroken streep; en

• f.

  gedurende maximaal drie uur, met gebruik van parkeerschijf, op een woon- en/ of winkelerf buiten de parkeervakken.

2. De kaart geldt alleen voor het parkeren binnen het grondgebied van de gemeente Barneveld.

1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 8 zijn geen leges verschuldigd.

2. De aanvraag wordt na ontvangst voorgelegd aan een extern medisch adviseur voor diens oordeel over de beperkingen van de aanvrager.

3. Een medisch advies kan achterwege worden gelaten als voldoende aannemelijk is dat de aanvrager (nog steeds) voldoet aan artikel 8, eerste lid, bijvoorbeeld omdat een medisch advies dat bij een eerdere afgifte van een dergelijke ontheffing is ingewonnen of een onderzoek in het kader van de afgifte van een Europese of gemeentelijke gehandicaptenkaart dan wel een WMO-voorziening daarvoor (nog steeds) voldoende basis biedt, en de aanvrager de gemeente toestemming geeft om voor dit doel daarvan kennis te nemen.

1. Een inwoner ontvangt alleen een nieuwe ontheffing met nieuwe geldigheidsduur, als hij de oude ontheffingskaart heeft ingeleverd.

2. Indien een geldige ontheffingskaart is versleten, geheel of ten dele onleesbaar is geworden, is verloren gegaan of gestolen, kan door het college op aanvraag een duplicaat worden verstrekt.

3. Een duplicaat wordt alleen verstrekt als de oude kaart is ingeleverd, tenzij de kaart verloren of gestolen is.

1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart en gebruik voertuig door een gehandicapte in een voetgangersgebied’.

2. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie, onder intrekking van de “Beleidsregels gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart” die op 1 juli 2006 in werking zijn getreden.