Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR647281
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR647281/1
Regeling vervallen per 01-01-2022
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening)
Geldend van 09-12-2020 t/m 31-12-2021
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening)De raad der gemeente Achtkarspelen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2020, punt nr. 5;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van leges 2021.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
In de gemeente worden onder de naam ‘leges’ rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart, vervangende identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
De leges worden niet geheven voor:
- 1.
bewijs van in leven zijn, strekkende tot uitbetaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provinciën, gemeenten, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;
- 2.
beschikkingen op verzoekschriften om ontheffing of teruggaaf van plaatselijke belastingen;
- 3.
de stukken en diensten, waarvan kosteloze afgifte, verstrekking of verlening bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeente is opgelegd;
- 4.
de stukken, door openbare besturen, ambtenaren of instellingen in het openbaar belang aangevraagd;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelaf¬druk, zegel, nota of ander schriftuur.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving; ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan; op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
-
2. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 wordt toegezonden, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 7 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 7 Abonnement voor de rechten
-
1. Een abonnement voor het verstrekken van diensten wordt geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop de verschuldigde leges zijn voldaan, tenzij een andere datum wordt overeengekomen.
-
2. Gehele of gedeeltelijke terugbetaling der leges van een niet of niet ten volle gebruikt abonnement vindt niet plaats.
-
3. De verkregen inlichtingen mogen slechts met toestemming van het gemeentebestuur worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, aan derden worden verstrekt of ten behoeve van derden worden verwerkt.
Artikel 8 Teruggaaf
Aanspraak op teruggaaf van betaalde leges is geregeld in de tarieventabel.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
Hoofdstuk 9 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 5.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
-
1. De verordening op de heffing en de invordering van leges 2020 van 12 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘legesverordening’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 12 november 2020.
De griffier,
Mevr. R. de Vries-Mulder
De voorzitter,
Dhr. mr. O.F. Brouwer
Bijlage 1: Tarieventabel
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|
|
|
|
jaar 2021 Achtkarspelen |
|
versie 4 nov.20 |
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
||
|
|
jaar |
afgerond |
|
|
2020 |
2021 |
1.1.1 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetten van een geregistreerd partnerschap in huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte: |
|
|
1.1.1.1 |
op maandag t/m vrijdag |
€ 306,00 |
€ 311,00 |
1.1.1.2 |
op zaterdag |
€ 536,00 |
€ 545,00 |
1.1.1.3 |
op zondag of op een erkende christelijke of nationale feestdag |
€ 612,00 |
€ 622,00 |
1.1.2 |
voor administratiekosten voor het wijzigen van de datum of het tijdstip voor een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van één van de beide |
€ 15,30 |
€ 15,55 |
1.1.3 |
voor het verstrekken van een huwelijks- of partnerschapsboekje of een duplicaat daarvan: |
|
|
1.1.3.1 |
voor een normale uitvoering |
€ 17,35 |
€ 17,65 |
1.1.3.2 |
voor luxere uitvoering |
€ 27,55 |
€ 28,00 |
1.1.4 |
voor het beschikbaar stellen van een getuige door de gemeente, per getuige |
€ 18,35 |
€ 18,65 |
1.1.5 |
voor het beoordelen van de geschiktheid van een incidentele locatie |
€ 153,00 |
€ 155,60 |
1.1.6 |
voor alle overige diensten tijdens de huwelijksvoltrekking of partnerschapregistratie (bijv. digitale uitzending) |
€ 129,55 |
€ 131,75 |
1.1.7 |
Indien voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap door derden kosten in rekening worden gebracht bij de gemeente, dan worden deze doorberekend aan het bruidspaar/partners. |
|
|
1.1.8 |
voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier arbeid of gedeelte daarvan |
€ 15,20 |
€ 15,45 |
1.1.9 |
voor het afgeven van |
|
|
1.1.9.1 |
een uittreksel of afschrift uit het register van de Burgerlijke stand |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.1.9.2 |
een attestatie de vita |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.1.9.3 |
een verklaring van huwelijksbevoegdheid voor gebruik in het buitenland |
€ 24,30 |
€ 24,60 |
1.1.9.4 |
kosteloze voltrekking geldt op de volgende dagen en tijden:dinsdag en woensdag, 9.00 uur |
|
|
|
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken lagere tarieven vast stelt dan in dit hoofdstuk vermeld, dan komen die tarieven in de plaats van onderstaande tarieven. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken lagere tarieven vast stelt dan in dit hoofdstuk vermeld, dan komen die tarieven in de plaats van onderstaande tarieven. |
|
|
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort |
|
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 73,20 |
€ 74,75 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 55,35 |
€ 56,55 |
|
|
|
|
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 73,20 |
€ 74,75 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 55,35 |
€ 56,55 |
|
|
|
|
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 73,20 |
€ 74,75 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 55,35 |
€ 56,55 |
|
|
|
|
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 55,35 |
€ 56,55 |
|
|
|
|
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 58,30 |
€ 64,00 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 30,70 |
€ 32,90 |
1.2.5.3 |
voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart (i.v.m. uitreisverbod) periode 5 jaar |
€ 30,70 |
€ 32,90 |
1.2.6 |
voor een spoedlevering van de in onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 49,85 |
€ 50,90 |
1.2.7 |
toeslag voor het (thuis) bezorgen van reisdocument of NIK |
€ 15,70 |
€ 16,05 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien het Ministerie van Binnenlandse Zaken lagere tarieven vaststelt dan in dit hoofdstuk vermeld, dan komen die tarieven in de plaats van onderstaande tarieven. |
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs of voor de bemiddeling bij de omwisseling van een buitenlands rijbewijs |
€ 40,65 |
€ 41,00 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
€ 34,10 |
1.3.3 |
voor de verstrekking van een aanvraagformulier voor een bij een rijbewijsaanvraag over te leggen geneeskundige verklaring, worden de kosten van het CBR in rekening gebracht. |
€ 37,80 |
€ 37,80 |
1.3.4.1 |
ingeval van vermissing van een rijbewijs wordt het betreffende tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een rijbewijs verhoogd met |
€ 15,10 |
€ 15,35 |
1.3.4.2 |
Personen die buiten hun schuld hun rijbewijs zijn kwijtgeraakt worden vrijgesteld. Dit kan onder anderen blijken uit het proces-verbaal van de politie, zulks ter beoordeling aan de gemeente. |
|
|
|
Na invoering wet digitale overheid (wdo) komt er € 3,50 bij boven op het genoemde tarief bij 1.3.1 |
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
1.4 |
Het tarief bedraagt: |
|
|
1.4.1 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: |
|
|
1.4.1.1 |
een uittreksel of afschrift uit het register van de Burgerlijke stand |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.4.1.2 |
voor een uittreksel, indien deze is aangevraagd via DIGID |
€ 8,20 |
€ 8,35 |
1.4.1.3 |
voor een "bewijs van in leven zijn" |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.4.1.4 |
voor een bewijs van Nederlanderschap, niet bestemd voor reispapier |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.4.1.5 |
voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17 van het Besluit basisregistratie personen, het maximumtarief zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen. |
€ 7,50 |
€ 7,65 |
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier of een deel daarvan |
€ 15,20 |
€ 15,45 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
|
n.v.t./vervallen |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|
|
|
|
|
|
|
|
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
|
|
|
|
|
|
1.7.1. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.1.1. |
een afschrift van de gemeentebegroting, de onder 1.7.1.1.2. t/m 1.7.1.1.4. genoemde stukken samen |
€ 112,00 |
€ 113,90 |
1.7.1.1.2. |
een afschrift van het beleidsdeel van de gemeentebegroting en de meerjarenbegroting |
€ 24,95 |
€ 25,35 |
1.7.1.1.3. |
een afschrift van het beheersdeel van de gemeentebegroting |
€ 55,95 |
€ 56,90 |
1.7.1.1.4. |
een afschrift van de bijlagen behorende bij de gemeentebegroting |
€ 37,35 |
€ 38,00 |
1.7.1.2. |
een afschrift van de gemeenterekening met toelichting |
€ 96,00 |
€ 97,65 |
|
|
|
|
1.7.3. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.7.3.1. |
tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.3.1.1. |
alle rechtspositieregelingen |
€ 14,20 |
€ 14,45 |
1.7.3.1.2. |
het algemeen ambtenarenreglement |
€ 4,90 |
€ 5,00 |
1.7.5. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
|
1.7.5.1. |
een afschrift van de de bouwverordening |
€ 43,35 |
€ 44,10 |
1.7.5.2. |
een afschrift van de toelichting op de bouwverordening |
€ 14,20 |
€ 14,45 |
1.7.5.3. |
een afschrift van de algemene politieverordening |
€ 28,45 |
€ 28,95 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
|
|
|
1.8.2.1. |
Voor het verstrekken van gegevens uit de BAG per object, of adres |
€ 12,50 |
€ 12,70 |
1.8.2.2. |
Voor het verstrekken van een uittreksel uit de Wkpb-registratie, per uittreksel: |
€ 12,50 |
€ 12,70 |
1.8.2.3. |
Voor het verstrekken van een onbelastverklaring uit het Wkpb-register, per verklaring: |
€ 12,50 |
€ 12,70 |
1.8.2.4. |
Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het kadastraal register via Kadaster-on-line: de door het kadaster in rekening gebrachte legeskosten voor het verstrekken van informatie uit en over de niet gemeentelijke beperkingen een toeslag per kwartier van |
€ 17,75 |
€ 18,05 |
1.8.2.5. |
In behandeling nemen van een verzoek om toelichting op het ter inzage verleende dossier per kwartier een tarief van |
€ 17,75 |
€ 18,05 |
1.8.2.6. |
Inzage in kadaster: |
|
|
|
a. Verschuldigd is voor het verlenen van inzage van de kadastrale legger, per artikel |
€ 5,70 |
€ 5,80 |
|
b. Voor het mondeling verstrekken van inlichtingen is het recht voor inzage verschuldigd, met dien verstande dat, ingeval deze inlichtingen telefonisch worden verstrekt, bovendien per gesprek is verschuldigd |
€ 5,70 |
€ 5,80 |
|
c. Voor het per telefax of telex verstrekken van inlichtingen is het recht voor inzage verschuldigd, vermeerderd: per bericht met |
€ 5,50 |
€ 5,60 |
|
d. Verschuldigd is wegens het verlenen van inzage van het kadastrale plan |
€ 5,70 |
€ 5,80 |
1.8.2.7. |
Het tarief voor het verstrekken van informatie bedraagt: |
|
|
|
a. per perceel, indien het een enkelvoudig verzoek betreft (bijvoorbeeld uitsluitend over bodemkwaliteit, of uitsluitend over bestemming enz.) |
€ 22,15 |
€ 22,55 |
|
b. per perceel, indien het een meervoudig verzoek betreft (bijvoorbeeld én bodemkwaliteit én bestemming enz.) |
€ 44,25 |
€ 45,00 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Overige publieksdiensten |
|
|
|
|
|
|
|
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) |
€ 41,35 |
€ 41,35 |
1.9.2 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.9.3 |
het verkrijgen van een waarmerking op een stuk/document |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
1.9.4 |
het ter legalisatie opsturen van een stuk/document |
€ 13,80 |
€ 14,00 |
|
|
|
|
1.9.5 |
afgeven van naturalisatie of optie verklaring, jaar: |
2020 |
2021 |
1.9.5.1 |
enkelvoudige optie |
€ 191,00 |
€ 196,00 |
1.9.5.2 |
gemeenschappelijke optie |
€ 326,00 |
€ 335,00 |
1.9.5.3 |
optie medeopterende minderjarige |
€ 21,00 |
€ 22,00 |
1.9.5.4 |
naturalisatie, enkelvoudig verlaagd tarief |
€ 670,00 |
€ 688,00 |
1.9.5.5 |
naturalisatie, gemeenschappelijk verlaagd tarief |
€ 920,00 |
€ 945,00 |
1.9.5.6 |
naturalisatie, enkelvoudig standaard tarief |
€ 901,00 |
€ 925,00 |
1.9.5.7 |
naturalisatie, gemeenschappelijk standaard tarief |
€ 1.150,00 |
€ 1.181,00 |
1.9.5.8 |
meenaturaliserende minderjarige kinderen |
€ 133,00 |
€ 137,00 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|
|
|
|
|
|
|
1.10.1. |
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, door een ambtenaar van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, eventueel gevolgd door het geven van een of meer inlichtingen voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 15,20 |
€ 15,45 |
|
|
|
|
1.10.2. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
|
1.10.2.1. |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per kopie |
€ 0,30 |
€ 0,30 |
|
|
|
|
1.10.3. |
Geen vergoeding is verschuldigd wanneer een onderzoek plaatsvindt ten behoeve van een zuiver wetenschappelijk doel, overeenkomstig de rijksbeschikking van 29 maart 1968, sedertdien gewijzigd. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
|
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.11.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.2 |
tot het inschrijven in een registervan woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.3 |
tot het verstrekken van gegevens uit het register van woningzoekenden als bedoeld in artikel 14 van de Huisvestingswet, voor elke in dat register vermelde woningzoekende |
|
|
1.11.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.5 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met een andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet |
|
|
1.11.6 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 12 Leegstandwet |
|
|
|
|
|
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 61,95 |
€ 63,00 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie nvt |
|
|
|
|
|
|
|
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.13.1 |
tot het verkrijgen van een gemeentegarantie |
|
|
1.13.2 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen |
|
|
|
|
|
|
|
1.14. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
|
1.14.1 |
Het afgeven van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een markt als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening 2009 |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
1.14.2 |
voor een standplaats op grond van artikel 5:18 van de A.P.V. |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
1.14.3 |
Tevens wordt een tarief geheven voor de standplaats zie de "verordening Marktgeld" |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet |
|
|
|
|
|
|
|
1.15.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.15.1.1. |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
1.15.1.2. |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
1.15.1.3. |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1.1 bedoelde ontheffing |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
|
|
|
|
|
|
|
1.16.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
|
1.16.2 |
voor het aanwezig hebben van 1 of meer speelautomaten als bedoeld in artikel 30" Wet op de Kansspelen", per aanvraag |
€ 90,50 |
€ 90,50 |
1.16.3. |
naast het tarief genoemd hierboven onder 1.16.2. voor één speelautomaat |
€ 136,00 |
€ 136,00 |
1.16.4 |
naast het tarief genoemd hierboven onder 1.16.2. voor twee speelautomaten |
€ 272,00 |
€ 272,00 |
1.16.5. |
Indien de vergunning binnen vier jaar wordt beëindigd worden bedragen naar evenredigheid herbepaald, waarbij uitgegaan wordt van € 90,50 per kalenderjaar |
|
|
1.16.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 17 Kinderopvang |
|
|
|
|
|
|
|
1.17.1 |
Het tarief voor het inbehandleing nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet Kinderopvang (Wko) voor: |
|
|
1.17.2 |
het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45,lid1 van de Wko. |
€ 1.530,00 |
€ 1.556,00 |
1.17.3 |
het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45,lid 2, Wko. |
€ 510,00 |
€ 518,65 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie |
|
|
|
|
|
|
|
1.18.7.1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid Telecommunicatiewet |
€ 486,30 |
€ 494,55 |
1.18.7.1.3. |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 325,25 |
€ 330,80 |
1.18.7.1.4. |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
1.18.7.2. |
Indien een begroting als bedoeld in 1.18.7.1.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19 Verkeer en Vervoer |
|
|
|
|
|
|
|
1.19.1.1. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 17,70 |
€ 18,00 |
1.19.1.2. |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement |
€ 22,15 |
€ 22,55 |
1.19.1.2.1 |
tot het verkrijgen van langlopende ontheffingen t.b.v. de voertuigen als bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen (o.m. landbouwverkeer) |
€ 33,85 |
€ 34,45 |
1.19.1.2.2 |
tot het verkrijgen van incidentele ontheffingen t.b.v. de voertuigen als bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen (o.m. landbouwverkeer) |
€ 95,95 |
€ 97,60 |
1.19.1.3.1. |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bedraagt: |
|
|
1.19.1.3.1.1 |
voor het ondergaan van de medische keuring |
€ 63,25 |
€ 64,35 |
1.19.1.3.1.2 |
voor het verkrijgen van de gehandicaptenparkeerkaart |
€ 28,00 |
€ 28,50 |
1.19.1.3.2. |
Bij verlenging of vermissing van de gehandicaptenparkeerkaart bedraagt het tarief |
€ 28,00 |
€ 28,50 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 20 Diversen |
|
|
|
|
|
|
|
1.20.1.2. |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
1.20.1.2.1. |
voor geheel of gedeeltelijk geschreven of getypte minuten, afschriften of uittreksels van stukken per pagina op papier van A4-formaat of gedeelte daarvan |
€ 3,75 |
€ 3,80 |
1.20.1.2.2. |
per pagina op papier van een A5 formaat |
€ 1,23 |
€ 1,25 |
1.20.1.2.3. |
welke met begeleiding van een ambtenaar worden opgezocht, per pagina |
€ 1,23 |
€ 1,25 |
1.20.1.2.4. |
voor andere gevallen per fotokopie |
€ 0,28 |
€ 0,28 |
1.20.1.3. |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.1.2.1 en 1.20.1.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
|
|
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A4 |
€ 6,00 |
€ 6,00 |
|
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A3 |
€ 6,00 |
€ 6,00 |
|
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A2 |
€ 10,00 |
€ 10,00 |
|
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A1 |
€ 14,00 |
€ 14,00 |
|
per kaart, tekening of lichtdruk tot een oppervlakte van het formaat A0 |
€ 20,00 |
€ 20,00 |
1.20.1.4 |
Indien de informatie, vermeld bij 1.20.1.2 tot en met 1.20.1.3, digitaal wordt verstrekt, bedraagt het tarief |
€ 3,00 |
€ 3,00 |
1.20.1.5 |
Publicatie, het tarief bedraagt per publicatie |
€ 18,00 |
€ 18,00 |
|
|
|
|
|
verklaring omtrent inwoners en legalisatie en waarmerken van stukken |
|
|
1.20.2. |
zie Hoofdstuk 9 |
|
|
|
|
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
jaar |
|
|
|
|
2020 |
2021 |
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
|
2.1.1.3 |
vooroverleg: |
|
|
|
een vooroverleg volgende uit een verzoek hierom en daarmee als zodanig erkend door gemeente en aanvrager/verzoeker |
|
|
2.1.1.4 |
behandeladvies: |
|
|
|
een behandeladvies is een verzoek en daarmee als zodanig erkend door gemeente en aanvrager/verzoeker tot advisering inzake één of meerdere deelaspecten van een voorgenomen projekt voordat er sprake is van een aanvraag tot een (omgevings)vergunning |
|
|
2.1.1.5 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
2.1.4 |
aanlegkosten: |
|
|
|
[de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
|
2.1.5 |
bouwkosten: |
|
|
|
[de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|
|
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
|
2.2.1 |
een conceptaanvraag om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
2.2.2 |
Als de conceptaanvraag/vooroverleg niet binnen 6 maanden tot een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning leidt, wordt het volgende bedrag in rekening gebracht |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
2.2.3 |
een principeverzoek om vooroverleg met het college over de ruimtelijke mogelijkheden van het verzoek |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|
|
|
2.3 |
Het basistarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
|
Dit bedrag wordt verhoogd met de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief onder 2.3 verhoogd met de van toepassing zijnde onderstaande bedragen.Indien de aanvraag betrekking heeft bouwactiviteiten op meerdere locaties, dan wordt één keer het basisbedrag van € 150,05, in rekening gebracht, verhoogd met de van toepassing zijnde onderstaande bedragen per locatie |
|
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten bedragen: |
|
|
|
van € 0,- t/m € 5.000,-- : alleen basistarief conform 2.3. |
|
|
|
van € 5.001,-- t/m € 10.000,-- : € 100,-- |
|
|
|
van € 10.001,-- t/m € 45.500,-- : 2,27 % van de bouwsom met een mimimum van € 255,-- |
|
|
|
van € 45.501,-- t/m € 135.000,-- : 2,01 % van de bouwsom met een minimum van € 1.015,-- |
|
|
|
van € 135.001,-- t/m € 250.000,-- : 1,81 % van de bouwsom met een minimum van € 2.659,-- |
|
|
|
van € 250.001,-- t/m € 500.000,-- : 1,56 % van de bouwsom met een minimum van € 4.425,-- |
|
|
|
van € 500.001,-- en meer : 1,31 % van de bouwsom met een minimum van € 7.600,-- |
|
|
|
|
|
|
|
In afwijking van bovenstaande tarieven bedraagt het tarief 0,43% van de aanleg-/bouwkosten voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo voor de bouw van een civieltechnisch werk als een brug, tunnel, viaduct e.d. en energietechnische werken zoals hoogspanningsmasten het aangegeven percentage met een minimum van |
€ 128,00 |
€ 150,05 |
|
|
|
|
|
Welstandstoets |
|
|
2.3.2 |
Het van toepassing zijnde tarief op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt verhoogd met de gemaakte kosten van het welstandsadvies van Hûs en Hiem, berekend over de naar boven op € 500,-- afgeronde bouwsom. Deze bedragen: |
|
|
|
van € 0,- t/m € 5.000,-- : € 45,-- |
|
|
|
van € 5.001,-- t/m € 25.000,-- : € 45,-- + 2,4 ‰ van de bouwsom boven € 5.000,-- |
|
|
|
van € 25.001,-- t/m € 100.000,-- : € 93,-- + 2,2 ‰ van de bouwsom boven € 25.000,-- |
|
|
|
van € 100,001,-- t/m € 250.000,-- : € 258,-- + 2,1 ‰ van de bouwsom boven € 100.000,-- |
|
|
|
van € 250.001,-- t/m € 750.000,-- : € 573,-- + 1,14 ‰ van de bouwsom boven € 250.000,-- |
|
|
|
vanaf € 750.000,-- : € 1.143,-- + 0,78 ‰ van de bouwsom boven € 750.000,-- |
|
|
|
met een maximum van € 2.300,-- |
|
|
|
(Van de berekende waarde wordt het gehele getal gebruikt, de integere waarde € 116,95 wordt dus € 116,00) |
|
|
2.3.2.1 |
Voor door Hûs en Hiem verstrekte adviezen voor overlegplannen betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, wordt in rekening gebracht het start tarief: |
€ 45,00 |
€ 45,00 |
|
met tijdbesteding tot 15 minuten |
€ 70,00 |
€ 70,00 |
|
15-30 minuten |
€ 96,00 |
€ 96,00 |
|
30-45 minuten |
€ 122,00 |
€ 122,00 |
|
45-60 minuten |
€ 150,00 |
€ 150,00 |
|
in bureaucommissie (kantoor hûs en hiem) |
€ 122,00 |
€ 122,00 |
|
in 'grote commissie' (kantoor hûs en hiem) |
€ 150,00 |
€ 150,00 |
2.3.2.2 |
In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht, dan wordt in rekening gebracht: |
€ 45,00 |
€ 45,00 |
|
Bovengenoemde tarieven (welstandstoets) zijn bepaald op grond van artikel 34, lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling en zijn exclusief BTW. |
|
|
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport |
|
|
2.3.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
|
|
2.3.3.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 59,80 |
€ 60,80 |
2.3.3.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 59,80 |
€ 60,80 |
|
|
|
|
2.3.4 |
Verplicht advies agrarische commissie |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
|
nvt |
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
2.3.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 130% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges |
|
|
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
2.3.6 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
|
|
|
|
|
|
2.3.8 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 323,00 |
€ 328,50 |
2.3.8.1 |
Onderdeel 2.3.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.8 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.3.2 zelf toepassing vindt. |
|
|
|
|
|
|
2.3.9 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.9.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking/ oud 3.6. WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
|
|
2.3.9.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking/ oud 3.23 WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
|
|
2.3.9.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking/ oud 3.10, 3.40 WRO) voor het gemeentelijk begeleiden van de procedure en de omvang van de bouwkosten (op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag) van de betreffende activiteit bedraagt: |
|
|
|
€ 0,00 t/m € 499.999,99 |
€ 2.590,80 |
€ 2.634,85 |
|
€ 500.000,00 t/m € 999.999,99 |
€ 4.145,30 |
€ 4.215,75 |
|
€ 1.000.000,00 en meer |
€ 5.699,75 |
€ 5.796,65 |
2.3.9.4 |
Het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing (als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e Wabo jo. Artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht) voor de buitenplanse afwijking, uitgebreide procedure, door de gemeente bedraagt, als de omvang van bouwkosten(op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldige bedrag) van de betreffende activiteit bedraagt: |
|
|
|
€ 0,00 t/m € 499.999,99 |
€ 2.072,65 |
€ 2.107,90 |
|
€ 500.000,00 t/m € 999.999,99 |
€ 3.108,95 |
€ 3.161,80 |
|
€ 1.000.000,00 en meer |
€ 4.145,30 |
€ 4.215,75 |
2.3.9.5 |
Indien de aanvrager zelf opdracht verleent aan een derde om een ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e Wabo jo. Artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht, komen de kosten hiervan ten laste van de aanvrager. |
|
|
2.3.9.5.1 |
indien artikel 2,12, tweede lid, van de WABO wordt toegepast (tijdelijke afwijking/oud 3,22WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
2.3.9.6 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
|
|
2.3.9.7 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
|
|
2.3.9.8 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; |
|
|
2.3.9.9 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag. |
|
|
|
|
|
|
2.3.10 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit (alleen gebruik) |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.10.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking/ oud 3.6 WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
2.3.10.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking/ oud 3.23 WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
2.3.10.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking/ oud 3.10, 3.40 WRO) voor het gemeentelijk begeleiden van de procedure en de omvang van de bouwkosten (op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag) van de betreffende activiteit bedraagt: |
|
|
|
€ 0,00 t/m € 499.999,99 |
€ 2.590,80 |
€ 2.634,85 |
|
€ 500.000,00 t/m € 999.999,99 |
€ 4.145,30 |
€ 4.215,75 |
|
€ 1.000.000,00 en meer |
€ 5.699,75 |
€ 5.796,65 |
2.3.10.4 |
Het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing (als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e Wabo jo. Artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht) voor de buitenplanse afwijking, uitgebreide procedure, door de gemeente bedraagt, als de omvang van bouwkosten(op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldige bedrag) van de betreffende activiteit bedraagt: |
|
|
|
€ 0,00 t/m € 499.999,99 |
€ 2.072,65 |
€ 2.107,90 |
|
€ 500.000,00 t/m € 999.999,99 |
€ 3.108,95 |
€ 3.161,80 |
|
€ 1.000.000,00 en meer |
€ 4.145,30 |
€ 4.215,75 |
2.3.10.5 |
Indien de aanvrager zelf opdracht verleent aan een derde om een ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3e Wabo jo. Artikel 5.20 Besluit omgevingsrecht, komen de kosten hiervan ten laste van de aanvrager. |
|
|
2.3.10.5.1 |
indien artikel 2,12, tweede lid, van de WABO wordt toegepast (tijdelijke afwijking/oud 3,22WRO): |
€ 327,15 |
€ 332,70 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
|
|
2.3.10.7 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
|
|
2.3.10.8 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
|
|
2.3.10.9 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
|
|
|
|
|
|
2.3.11 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 1.603,90 |
€ 1.631,15 |
2.3.11.2 |
Indien een afgegeven vergunning moet worden gewijzigd: |
€ 267,35 |
€ 271,90 |
|
|
|
|
2.3.12 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale en/of gemeentelijke verordening, waarvoor op grond van die provinciale en/of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.12.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ 185,00 |
€ 188,15 |
2.3.12.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 185,00 |
€ 188,15 |
2.3.12.3 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 185,00 |
€ 188,15 |
|
|
|
|
2.3.13 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
2.3.13.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid. onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 185,00 |
€ 188,15 |
2.3.13.4 |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
|
Onderdeel 2.3.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.13.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.3.2 of 2.3.3.3 zelf toepassing vinden. |
|
|
|
|
|
|
2.3.13.5 |
Asbesthoudende materialen |
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.13.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: |
|
|
|
|
|
|
2.3.14 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
|
|
|
|
2.3.15 |
Uitweg/inrit |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
|
|
|
|
2.3.16 |
Kappen |
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 225,60 |
€ 229,45 |
|
|
|
|
2.3.16.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand op meerdere locaties dan wordt één keer het basisbedrag van € 141,10 in rekening gebracht, verhoogd met € 215,75 per locatie |
|
|
|
|
|
|
2.3.17 |
Opslag van roerende zaken |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel … van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.17.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
|
|
2.3.17.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
|
|
|
|
|
|
2.3.18 |
Projecten of handelingen in het kader van de Wet Natuurbescherming 2017 |
|
|
2.3.18.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in Wet Natuurbescherming 2017 |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
|
|
|
|
2.3.19 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Fauna activiteit |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van Besluit omgevingsrecht, bedraagt het tarief |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
|
|
|
|
2.3.20 |
Andere activiteiten |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
|
2.3.20.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
2.3.20.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
2.3.20.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
2.3.20.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft |
€ 207,45 |
€ 211,00 |
|
|
|
|
2.3.21 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.21.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.21.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|
|
|
2.3.22 |
Advies |
|
|
2.3.22.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.22.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.22.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
2.3.22.3 |
De kosten worden verhoogd met ingewonnen advies van derden. |
|
|
|
|
|
|
2.3.23 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
|
2.3.23.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.23.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 352,90 |
€ 358,90 |
2.3.23.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.23.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.23.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|
|
|
|
|
|
|
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|
|
|
|
|
|
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|
|
2.5.1.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.3.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, maar nog niet is verleend door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de bouwleges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan |
50% |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|
|
2.5.2.1 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in het onderdeel 2.3.1, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de bouwleges, mits het verzoek om intrekking binnen 12 maanden na verlening van de vergunning is ingediend en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
25% |
25% |
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert vanwege het niet voldoen aan de welstandcriteria of om redenen buiten de schuld van de aanvrager om, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
|
|
|
2.5.4 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Vrijstellingen |
|
|
|
2.6 |
Er zijn geen leges verschuldigd in gevallen waarbij de aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of planologisch afwijkend gebruik is ingediend door een maatschappelijke of culturele organisatie of (sport) verenigingen. Genoemde organisaties dienen te bestaan uit vrijwilligers en uit statuten of een vergelijkbaar document moet de niet- commerciële/non-profit doelstelling blijken. Daarnaast gelden onderstaande bepalingen. |
|
|
2.6.1 |
De vrijstelling bedoeld in 2.6 is van toepassing op activiteiten waarmee geen of maximaal € 15.000,00 aan bouwkosten zijn gemoeid. |
|
|
2.6.2 |
Onder de hierboven bedoelde activeiten worden zowel tijdelijke als permanente activiteiten verstaan. |
|
|
2.6.3 |
Voor activiteiten hierboven bedoeld waarmee meer dan € 15.000,00 aan bouwkosten zijn gemoeid wordt bij de bedoelde aanvragers € 145,00, per aanvraag in rekening gebracht. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
|
|
|
|
|
|
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
|
|
|
de minimale leges waarop de activiteit betrekking heeft. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmings- en wijzigingsplan |
|
|
|
|
|
|
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag en het gemeentelijk begeleiden van de bestemmingsplanprocedure naar aanleiding van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor een activiteit waarvan de bouwkosten zijn: |
|
|
|
€ 0,00 t/m € 499.999,99 |
€ 3.108,95 |
€ 3.161,80 |
|
€ 500.000,00 t/m € 999.999,99 |
€ 4.663,45 |
€ 4.742,75 |
|
€ 1.000.000,00 en meer |
€ 6.217,90 |
€ 6.323,60 |
2.8.2 |
Indien de gemeente opdracht verleent aan een deskundig te achten (stedenbouwkundig) bureau om een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, op te stellen, komt de aan de gemeente toegerekende kostprijs voor dit bestemmingsplan ten laste van de aanvrager. |
|
|
2.8.3 |
Indien de aanvrager zelf de opdracht verleent aan een deskundig te achten (stedenbouwkundig) bureau om een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, op te stellen, komt de aan de gemeente toegerekende kostprijs voor dit bestemmingsplan ten laste van de aanvrager. |
|
|
2.8.4 |
Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.8.1 wordt geweigerd voordat deze in procedure wordt gebracht, bedraagt het tarief in afwijking in zoverre van dat onderdeel: |
€ 1.036,30 |
€ 1.053,90 |
2.8.5 |
Het tarief voor het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid, onder a. van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt: |
€ 719,95 |
€ 732,20 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding |
|
|
|
|
|
|
|
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
|
|
|
|
|
|
|
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Het buiten behandeling laten |
|
|
|
|
|
|
|
2.11 |
Het tarief bedraagt voor het buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning (alle activiteiten) |
€ 147,55 |
€ 150,05 |
|
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca |
jaar |
|
|
|
|
2020 |
2021 |
3 .1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Drank- en Horecawet |
€ 371,25 |
€ 377,55 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 lid 1 van de Drank- en Horecawet |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de APV |
€ 146,40 |
€ 148,90 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet of i.v.m. een kleine wijziging op de verleende vergunning als bedoeld bij punt 3.1.3 |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
3.1.5 |
Het verlenen van een ontheffing tot het na het geldende sluitingsuur geopend houden van voor het publiek toegankelijke lokaliteiten als bedoeld in artikel 2.29 van de A.P.V.: |
|
|
3.1.6 |
voor een periode van maximaal 7 dagen |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
3.1.7 |
Het verlenen van een ontheffing voor een periode langer dan één week, tarief 3.1.5 en daarboven voor elke of gedeeltelijke week na de eerste week een bedrag van |
€ 5,85 |
€ 5,95 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of markten |
|
|
|
|
|
|
|
3.2.1 |
Het afgeven van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
|
3.2.1.1 |
een periode van maximaal 7 dagen voor evenementen met 100 tot 2000 bezoekers |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
3.2.1.2 |
een periode van maximaal 7 dagen voor evenementen met 100 tot 2000 bezoekers waarbij de activiteit plaatsvindt in een tent/gebouw > 150 personen |
€ 167,65 |
€ 170,50 |
3.2.1.3 |
een periode van maximaal 7 dagen voor evenementen met meer dan 2000 bezoekers |
€ 89,00 |
€ 90,50 |
3.2.1.4 |
een periode van maximaal 7 dagen voor evenementen met meer dan 2000 bezoekers waarbij de activiteit plaatsvindt in een tent/gebouw > 150 personen en voor circussen |
€ 266,70 |
€ 271,25 |
3.2.1.5 |
Het verlenen van een vergunning voor een periode lander dan één week, tarief genoemd onder respectievelijk 3.2.1.1 en 3.2.1.2 en daarboven voor elke of gedeelteijke week na de eerste week een bedrag van |
€ 5,85 |
€ 5,95 |
3.2.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een braderie, als bedoeld in artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening bedoeld voor braderieën |
€ 94,80 |
€ 96,40 |
3.2.2 |
Er worden geen leges in rekening gebracht voor: |
|
|
3.2.2.1 |
evenementen/activiteiten ten bate van "goede doelen" |
|
|
3.2.2.2 |
het afgeven van een verklaring van geen bezwaar |
|
|
3.2.2.3 |
het verlenen van toestemming n.a.v. kennisgeving/medling (onder de reikwijdte van 2:25 a APV.) |
|
|
3.2.2.4 |
publicatiekosten betreffende vergunningen en /of ontheffingen voor evenementen, besloten feesten, Drank& Horeca en Horeca exploitatie vergunningen worden niet in rekening gebracht. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|
|
|
|
|
|
|
3.3 |
Het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
|
3.3.1 |
een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 van de APV artikel 3.1 e.v. |
€ 649,40 |
€ 660,45 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte |
|
|
|
|
|
|
|
|
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening |
|
|
|
|
|
|
|
|
n.v.t. |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening |
|
|
|
|
|
|
|
|
n.v.t. |
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
|
|
|
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in de titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, uitgezonderd artikel 5.13 van de APV |
€ 21,75 |
€ 22,10 |
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Op alle Titels van toepassing |
|
|
|
Overig |
Het college kan artikel 63 AWR toepassen en tegemoetkomen aan eventuele onbillijkheden van overwegende aard in de heffingen en belastingen. |
|
|
Deze tarieventabel, behorende bij de 'Verordening op de heffing en invordering van leges in de gemeente Achtkarspelen', is vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2020 en vervangt met ingang van 1 januari 2021 de tarieventabel die is vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2019.
De griffier,
Mevr. R. de Vries-Mulder
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl