Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR647188
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR647188/3
Regeling vervallen per 01-01-2022
Verordening op de heffing en invordering van leges Gemeente Zwijndrecht 2021
Geldend van 30-07-2021 t/m 31-12-2021
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van leges Gemeente Zwijndrecht 2021De RAAD van de gemeente Zwijndrecht;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 2020-16297 van 29 september 2020;
Gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
b e s l u i t
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van leges Gemeente Zwijndrecht 2021
Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 1.2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 1.3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 5.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
hoofdstuk 1.16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges Gemeente Zwijndrecht 2020’ van 10 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Gemeente Zwijndrecht 2021’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2020.
De griffier, De voorzitter,
Irene Odinot, Hein van der Loo
TARIEVENTABEL LEGES Gemeente Zwijndrecht 2021
Behorende bij de Legesverordening Gemeente Zwijndrecht 2021 (nota nummer 2020-16297)
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1.1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 1.3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Hoofdstuk 1.5 < vervallen >
Hoofdstuk 1.6 < vervallen >
Hoofdstuk 1.7 Bestuursstukken
Hoofdstuk 1.8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 1.9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 1.10 Gemeentearchief
Hoofdstuk 1.11 Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 1.12 Leegstandwet
Hoofdstuk 1.13 Gemeentegarantie
Hoofdstuk 1.14 < vervallen >
Hoofdstuk 1.15 Kinderopvang
Hoofdstuk 1.16 Kansspelen
Hoofdstuk 1.17 Telecommunicatiekabels
Hoofdstuk 1.17A Overige kabels en leidingen
Hoofdstuk 1.18 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 1.19 Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 2.1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2.2 Vooroverleg / beoordeling schetsplan
Hoofdstuk 2.3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 2.4 Vermindering
Hoofdstuk 2.5 Teruggaaf
Hoofdstuk 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 2.7 < gereserveerd >
Hoofdstuk 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 2.9 <vervallen >
Hoofdstuk 2.10 In deze titel niet benoemde beschikking
Hoofdstuk 2.11 Niet in behandeling nemen
Hoofdstuk 2.12 Overschrijving
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallen onder titel 2
Hoofdstuk 3.1 Horeca
Hoofdstuk 3.2 Organiseren evenementen
Hoofdstuk 3.3 Seksbedrijven
Hoofdstuk 3.4 < gereserveerd >
Hoofdstuk 3.5 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 3.6 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of ander beschikking
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1.1 Burgerlijke stand
In de gemeente Zwijndrecht kunt u op verschillende manieren trouwen of uw partnerschap registreren. De tarieven verschillen per trouwlocatie, dag, tijd en duur van de ceremonie. |
||
Trouwen in het Gemeentehuis van Zwijndrecht |
||
Het tarief bedraagt voor, het voltrekken van een huwelijk, een ceremoniële verbintenis, registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk, in het Gemeentehuis: |
||
1.1.1 |
Zonder toespraak, in de trouwkamer van het Gemeentehuis |
|
|
||
De ambtenaar burgerlijke stand neemt alleen het officiële gedeelte af. Dit gedeelte bestaat uit het ja-woord en het ondertekenen van de trouwakte of akte partnerschap. De ceremonie duurt maximaal 15 minuten. |
||
1.1.1.1 |
op maandag 09:00 uur of 09:15 uur: |
kosteloos |
1.1.1.2 |
op maandag, dinsdag en donderdag tussen 10:00-12:00 uur: |
€ 229,00 |
1.1.2 |
Met toespraak, in de trouwzaal van het Gemeentehuis |
|
De ceremonie duurt maximaal één uur. |
||
1.1.2.1 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 10:00-17:00 uur: |
€ 572,50 |
1.1.2.2 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17:00 – 22:00 uur: |
€ 872,50 |
1.1.2.3 |
op zaterdag tussen 10:00 – 17:00 uur: |
€ 872,50 |
Trouwen op een andere locatie in de gemeente Zwijndrecht |
||
Het tarief bedraagt voor, het voltrekken van een huwelijk, een ceremoniële verbintenis, registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk, op een andere locatie dan het Gemeentehuis: |
||
1.1.3 |
Met toespraak, op locatie van uw eigen keuze |
|
De kosten die de gemeente rekent gelden alleen voor het officiële gedeelte. De ceremonie duurt maximaal één uur. De kosten voor de locatie spreekt u zelf af met de beheerder van de locatie |
||
1.1.3.1 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 10:00-17:00 uur: |
€ 458,00 |
1.1.3.2 |
op maandag tot en met vrijdag tussen 17:00 – 22:00 uur: |
€ 458,00 |
1.1.3.3 |
op zaterdag tussen 10:00 – 22:00 uur: |
€ 458,00 |
1.1.3.4 |
Indien gebruik gemaakt wordt van een locatie die niet genoemd is in het 'Aanwijzingsbesluit huwelijkslocaties' wordt het tarief onder 1.1.3.1, 1.1.3.2 en 1.1.3.3 verhoogd met: |
€ 229,00 |
1.1.4 |
Spoedeisende omstandigheden |
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, onder bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek: |
€ 229,00 |
|
Trouwboekje of Partnerschapsboekje |
||
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschap boekje, |
|
1.1.5.1 |
in een standaard uitvoering: |
€ 30,00 |
1.1.5.2 |
In een luxe uitvoering: |
€ 45,00 |
Extra diensten |
||
1.1.6 |
Voor het voltrekken van een huwelijk, een ceremoniële verbintenis, registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk, biedt de gemeente een aantal extra mogelijkheden: |
|
Getuigen |
||
1.1.6.1 |
Als u zelf geen getuigen heeft bij het trouwen of partnerschap kan een gemeenteambtenaar als getuige optreden. De gemeente rekent kosten per ambtenaar, per 15 minuten (of een gedeelte daarvan): |
€ 28,50 |
Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor één dag |
||
1.1.6.2 |
Als u voor de voltrekking van het huwelijk of het partnerschap gebruik wilt maken van een 'eigen' (buitengewoon) ambtenaar uit een andere gemeente, kan de gemeente deze persoon benoemen voor één dag. Het tarief hiervoor bedraagt: |
€ 171,75 |
Wijziging of Annulering |
||
1.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het aanbrengen van een wijziging of een annulering, binnen vier weken voorafgaande aan de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
€ 85,75 |
1.1.8 |
Uittreksel , verklaring of afschrift van de burgerlijke stand |
|
Een stuk (uittreksel, verklaring of afschrift) uit de burgerlijke stand vraagt u aan in de gemeente waar de gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Gebeurtenissen burgerlijke stand zijn: geboorte, trouwen, partnerschap, omzetten partnerschap in trouwen, echtscheiding en overlijden. In het uittreksel of verklaring leest u beperkte gegevens. In het afschrift leest u alle gegevens die op de akte vermeldt staan. |
||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief dat bij ministeriële regeling is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
Hoofdstuk 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
De geldigheid van reisdocumenten en/of Nederlandse identiteitskaart is: |
||
- maximaal 5 jaar als u bij de aanvraag jonger bent dan 18 jaar |
||
- maximaal 10 jaar als u bij de aanvraag 18 jaar of ouder bent |
||
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van: |
|
1.2.1 |
een nationaal paspoort: |
|
(een nationaal paspoort heeft 32 pagina's en is geldig in de hele wereld) |
||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€74,75* |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€56,55* |
1.2.2 |
een zakenpaspoort: |
|
(een zakenpaspoort heeft 64 pagina's en is geldig in de hele wereld) |
||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€74,75* |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€56,55* |
1.2.3 |
een faciliteitenpaspoort |
|
(een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld) |
||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€74,75* |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€56,55* |
1.2.4 |
een paspoort voor vluchtelingen of vreemdelingen |
€56,55* |
Voor een paspoort voor vluchtelingen of vreemdelingen kunnen afwijkende geldigheidstermijnen van toepassing zijn. |
||
1.2.5 |
een Nederlandse identiteitskaart |
|
(een Nederlandse identiteitskaart is geldig in veel landen binnen Europa; welke landen dit zijn vindt u op de website van de Rijksoverheid) |
||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€67,55* |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€36,45* |
1.2.6. |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
€32,90* |
1.2.7 |
met spoed aanvragen van een paspoort of identiteitskaart |
|
Een paspoort of Nederlandse identiteitskaart kunt u vanaf 5 werkdagen na uw aanvraag ophalen. Als u een spoedaanvraag indient kan het document al de volgende werkdag worden opgehaald. Een paspoort voor vreemdelingen kan pas met spoed worden aangevraagd na vooraf verkregen toestemming. |
||
Voor deze service betaalt u extra kosten. U betaalt dus de kosten voor de aanvraag van uw document, én de extra kosten voor de spoedaanvraag. |
||
De extra kosten bedragen: |
€50,90* |
|
1.2.8 |
thuis bezorgen van een paspoort en/of Nederlandse identiteitskaart |
|
Wij bezorgen uw nieuwe paspoort en/of identiteitskaart zo u wilt, ook op afspraak bij u thuis in Zwijndrecht. U moet het document op het afgesproken tijdstip persoonlijk in ontvangst nemen. Aan kinderen tot 12 jaar bezorgen wij alleen als er een persoon van 16 jaar of ouder aanwezig is. Meer informatie over het bezorgen leest u op de website van de gemeente. |
||
Het tarief voor het bezorgen van een paspoort of identiteitskaart bedraagt per document: |
€16,05* |
|
*Wettelijk gereguleerd tarief |
Hoofdstuk 1.3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€41,00* |
1.3.2 |
met spoed aanvragen van een rijbewijs |
|
Een rijbewijs kunt u vanaf 5 werkdagen na uw aanvraag ophalen. Als u een aanvraag met spoed indient kan het document al de volgende werkdag worden opgehaald. |
||
Voor deze service betaalt u extra kosten. U betaalt dus de kosten voor de aanvraag van uw document, én de extra kosten voor de spoedaanvraag. De extra kosten bedragen: |
€34,10* |
|
*Wettelijk gereguleerd tarief |
Hoofdstuk 1.4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€13,80 |
1.4.2.2 |
tot het verstrekken van gegevens, waarbij aanvraag en betaling via het e-loket plaatsvinden, per verstrekking: |
€ 9,50 |
1.4.3 |
<gereserveerd> |
|
1.4.4 |
<gereserveerd> |
|
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen: |
€7,50* |
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€28,50 |
*Wettelijk gereguleerd tarief |
Hoofdstuk 1.5 < vervallen >
Hoofdstuk 1.6 < vervallen >
Hoofdstuk 1.7 Bestuursstukken
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting: |
€ 57,25 |
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening: |
€ 57,25 |
1.7.1.3 |
<gereserveerd> |
|
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.7.2.1.1 |
de stukken behorende bij een raadsvergadering, per boekje: |
€ 17,20 |
1.7.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.7.2.2.1 |
de stukken behorende bij een raadsvergadering, per boekje: |
€ 86,00 |
Hoofdstuk 1.8 Vastgoedinformatie
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
een afdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
||
per pagina, op papier of digitaal, |
||
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (zwart wit): |
€ 0,50 |
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (kleur): |
€ 1,00 |
|
in formaat A3, per bladzijde (zwart wit): |
€ 1,50 |
|
in formaat A3, per bladzijde (kleur): |
€ 3,00 |
|
in formaat A2, per bladzijde (zwart wit): |
€ 10,00 |
|
in formaat A2, per bladzijde (kleur): |
€ 20,00 |
|
in formaat A1, per bladzijde (zwart wit): |
€ 12,50 |
|
in formaat A1, per bladzijde (kleur): |
€ 25,00 |
|
in formaat A0, per bladzijde (zwart wit): |
€ 15,00 |
|
in formaat A0, per bladzijde (kleur) |
€ 30,00 |
|
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
1.8.2.1 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 17,20 |
1.8.2.2 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet: |
€ 17,20 |
1.8.2.3 |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente is verzonden, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet: |
€ 17,20 |
1.8.2.4 |
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed: |
€ 17,20 |
1.8.2.5 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet; per product: |
€ 17,20 |
1.8.3 |
<gereserveerd> |
|
1.8.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken of doen vervallen van aparte huisnummers voor zelfstandige onderdelen van een bestaand adres: |
€286,25 |
1.8.4.1 |
vermeerderd met een toeslag per vastgesteld huisnummer van: |
€ 57,25 |
Hoofdstuk 1.9 Overige publiekszaken
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: |
€ 41,35* |
1.9.2 |
tot het legaliseren van een handtekening: |
€ 13,80 |
*Wettelijk gereguleerd tarief |
Hoofdstuk 1.10 Gemeentearchief
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€28,50 |
Stukken ouder dan 20 jaar zijn veelal vrijgesteld van leges. |
||
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina: |
€1,50 |
1.10.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: |
€17,20 |
Hoofdstuk 1.11 Huisvestingswet 2014
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.11.1 |
<gereserveerd> |
|
1.11.2 |
tot het verlenen van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Huisvestingsverordening: |
€65,50 |
Hoofdstuk 1.12 Leegstandwet
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet: |
€114,50 |
1.12.1.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: |
€ 57,25 |
1.12.2 |
Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie of te koop staande huurwoningen waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend. |
Hoofdstuk 1.13 Gemeentegarantie
1.13 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.13.1 |
<gereserveerd> |
|
1.13.2 |
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening: |
€114,50 |
Hoofdstuk 1.14 < vervallen >
Hoofdstuk 1.15 Kinderopvang
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang van: |
|
1.15.1 |
een kinderopvang of gastouderbureau: |
€229,00 |
1.15.2 |
een voorziening voor gastouderopvang: |
€114,50 |
Hoofdstuk 1.16 Kansspelen
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
<gereserveerd> |
|
1.16.1.2 |
<gereserveerd> |
|
1.16.1.3 |
voor onbepaalde tijd voor één kansspelautomaat: |
€226,50* |
1.16.1.4 |
voor onbepaalde tijd voor twee kansspelautomaten: |
€362,50* |
1.16.2 |
<gereserveerd> |
|
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
€57,25 |
1.16.4 |
<gereserveerd> |
|
*Wettelijk gereguleerd tarief |
Hoofdstuk 1.17 Telecommunicatiekabels
1.17.1 |
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, bedraagt: |
€425,99 |
1.17.1.1 |
Het basistarief in onderdeel 1.17.1 wordt als volgt verhoogd: |
|
1.17.1.1.1 |
voor een sleuflengte tot en met 200 meter, per strekkende meter |
4,22 |
1.17.1.1.2 |
plus voor de meters van 201 tot en met 10.000 meter, per strekkende meter |
€ 2,51 |
1.17.1.1.3 |
plus voor de meters vanaf 10.001 meter, per strekkende meter |
€ 2,10 |
1.17.2 |
In afwijking op het bepaalde in artikel 1.17.1 wordt bij een sleuflengte van minder dan 10 meter en eveneens van bijzondere aard en/of als er apparatuur (bv Cai-kast, handholes) wordt geplaatst, het tarief gesteld op: |
€104,24 |
1.17.3 |
Het tarief voor een melding vanwege werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Telecommunicatieverordening Zwijndrecht, bedraagt: |
€104,24 |
1.17.4 |
Het tarief voor een melding vanwege spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Telecommunicatieverordening Zwijndrecht, bedraagt: |
€104,24 |
1.17.5 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de aanbieder van het netwerk en/of andere beheerders van openbare grond, wordt het in onderdeel 1.17.1 genoemde basistarief verhoogd met: |
€425,99 |
Hoofdstuk 1.17A Overige kabels en leidingen
1.17A.1 |
Het basistarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 4 van de Leidingenverordening, bedraagt: |
€425,99 |
1.17A.1.1 |
Het basistarief in onderdeel 1.17A.1 wordt als volgt verhoogd: |
|
1.17A.1.1.1 |
voor een sleuflengte tot en met 200 meter, per strekkende meter |
€ 4,22 |
1.17A.1.1.2 |
plus voor de meters van 201 tot en met 10.000 meter, per strekkende meter |
€ 2,51 |
1.17A.1.1.3 |
plus voor de meters vanaf 10.001 meter, per strekkende meter |
€ 2,10 |
1.17A.2 |
In afwijking op het bepaalde in artikel 1.17A.1 wordt bij een sleuflengte van minder dan 10 meter en eveneens van bijzondere aard en/of als er apparatuur wordt geplaatst, het tarief gesteld op: |
€104,24 |
1.17A.3 |
Het tarief voor een melding vanwege werkzaamheden van niet-ingrijpende aard, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt: |
€104,24 |
1.17A.4 |
Het tarief voor een melding vanwege spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Leidingenverordening Zwijndrecht, bedraagt: |
€104,24 |
1.17A.5 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de aanbieder van het netwerk en/of andere beheerders van openbare grond, wordt het in onderdeel 1.17A.1 genoemde basistarief verhoogd met: |
€425,99 |
Hoofdstuk 1.18 Verkeer en vervoer
Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens |
||
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, |
|
1.18.1.1 |
voor het bord C17 voor de duur van één dag: |
€ 11,45 |
1.18.1.2 |
voor het bord C17 voor de duur van één jaar: |
€ 57,25 |
1.18.1.3 |
voor een parkeerschijfzone, voor bewoners voor de duur van één kalenderjaar ("bewonersontheffing"): |
€ 41,50 |
1.18.1.4 |
voor een parkeerschijfzone, voor bezoekers van bewoners voor de duur van één kalenderjaar ("bezoekersontheffing"): |
€ 57,25 |
1.18.1.5 |
voor een parkeerschijfzone, voor bedrijven voor de duur van één kalenderjaar ("bedrijfsontheffing"): |
€114,50 |
1.18.1.6 |
voor een parkeerschijfzone, voor dienstenleveranciers voor de duur van één kalendermaand ("tijdelijke ontheffing"): |
€ 11,45 |
1.18.1.7 |
in alle overige situaties: |
€114,50 |
1.18.1.8 |
Indien de ontheffing als bedoeld in 1.18.1.3, 1.18.1.4 of 1.18.1.5 in de loop van het kalenderjaar ingaat, is zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde bedrag verschuldigd als er in dat jaar, na ingaan van de ontheffing nog volle kalendermaanden overblijven. |
|
1.18.1.9 |
Indien de ontheffing als bedoeld in 1.18.1.3, 1.18.1.4 of 1.18.1.5 in de loop van het kalenderjaar op verzoek wordt ingetrokken wordt teruggaaf van leges verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde bedrag als er in dat jaar, na intrekking van de ontheffing nog volle kalendermaanden overblijven. |
|
Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
||
1.18.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, |
|
1.18.2.1 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het BABW: |
€ 57,25 |
1.18.2.2 |
tot het nemen van een verkeersbesluit voor het beschikbaar stellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 29 van het BABW: |
€114,50 |
1.18.3 |
Het tarief bedraagt voor het ten behoeve van aanvrager: |
|
1.18.3.1 |
plaatsen van een verkeersbord en een kentekenbord waarmee een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt aangegeven als bedoeld in artikel 29 van het BABW: |
€229,00 |
1.18.3.2 |
vervangen van een kentekenbord op een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 29 van het BABW: |
€114,50 |
Hoofdstuk 1.19 Diversen
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|
1.19.1.1 |
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening: |
€114,50 |
1.19.1.2 |
een vergunning voor het gebruik van gemeentegrond als bedoeld in artikel 2:10.a, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening, bij een gebruik van: |
|
a. 1 tot en met 9 m2: |
€ 57,25 |
|
b. 10 tot en met 99 m2: |
€114,50 |
|
c. 100 m2 en meer: |
€286,25 |
|
indien het gebruik reclamedoeleinden dient voor een instelling met een CBF-keurmerk: |
€ 0,00 |
|
Hierbij wordt de oppervlakte berekend aan de hand van de horizontale projectie van de betreffende voorwerpen dan wel, indien afgebakend, het totaal van het afgebakende gebied. |
||
1.19.1.3 |
<gereserveerd> |
|
1.19.1.4 |
een vergunning voor de verkoop van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€286,25 |
1.19.1.5 |
<gereserveerd> |
|
1.19.1.6 |
een vergunning voor (licht)reclames: |
€171,75 |
1.19.1.7 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 5:8, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening (parkeren grote voertuigen binnen bebouwde kom): |
€286,25 |
1.19.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.19.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 13,80 |
1.19.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
per pagina, op papier of digitaal, |
||
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (zwart wit): |
€ 0,50 |
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde (kleur): |
€ 1,00 |
|
in formaat A3, per bladzijde (zwart wit): |
€ 1,50 |
|
in formaat A3, per bladzijde (kleur): |
€ 3,00 |
|
in formaat A2, per bladzijde (zwart wit): |
€ 10,00 |
|
in formaat A2, per bladzijde (kleur): |
€ 20,00 |
|
in formaat A1, per bladzijde (zwart wit): |
€ 12,50 |
|
in formaat A1, per bladzijde (kleur): |
€ 25,00 |
|
in formaat A0, per bladzijde (zwart wit): |
€ 15,00 |
|
in formaat A0, per bladzijde (kleur): |
€ 30,00 |
|
1.19.2.3 |
<gereserveerd> |
|
1.19.2.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 28,50 |
1.19.2.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 13,80 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 2.1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; |
||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; |
||
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2.2 Vooroverleg/beoordeling schetsplan
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is: |
€171,75 |
2.2.2 |
tot het beoordelen van een schetsplan: |
50% |
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
Hoofdstuk 2.3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
3,48% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 114,50 |
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, wordt het tarief berekend conform onderdeel 2.3.1; |
||
daarbij wordt voor de bouwkosten, de aanlegkosten gehanteerd. |
||
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
1% |
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 343,50 |
|
2.3.3.2a |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er geen sprake is van het toevoegen van de functie wonen: |
1% |
van de bouwkosten, met een maximum van: |
€ 458,00 |
|
2.3.3.2b |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er sprake is van het toevoegen van de functie wonen: |
€3.520,75 |
2.3.3.2b.1 |
plus voor elke aan de woningvoorraad toegevoegde woning: |
€ 458,00 |
2.3.3.2b.2 |
tot een maximum van: |
€7.041,75 |
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€7.041,75 |
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 343,50 |
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 343,50 |
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 343,50 |
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 343,50 |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 400,75 |
2.3.4.2a |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er geen sprake is van het toevoegen van de functie wonen: |
€ 515,25 |
2.3.4.2b |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er sprake is van het toevoegen van de functie wonen: |
€3.549,50 |
2.3.4.2b.1 |
plus voor elke aan de woningvoorraad toegevoegde woning: |
€ 458,00 |
2.3.4.2b.2 |
tot een maximum van: |
€7.099,00 |
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€7.099,00 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 400,75 |
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 400,75 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 400,75 |
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 400,75 |
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.5.1.1 |
categorie 1, zijnde 0 t/m 100 m2: |
€ 562,16 |
2.3.5.1.2 |
categorie 2, zijnde 101 t/m 500 m2: |
€ 398,10 |
verhoging per m2: |
€ 1,76 |
|
2.3.5.1.3 |
categorie 3, zijnde 501 t/m 2.000 m2: |
€ 936,16 |
verhoging per m2: |
€ 0,64 |
|
2.3.5.1.4 |
categorie 4, zijnde 2.001 t/m 5.000 m2: |
€1.872,32 |
verhoging per m2: |
€ 0,17 |
|
2.3.5.1.5 |
categorie 5, zijnde 5.001 t/m 50.000 m2: |
€2.457,43 |
verhoging per m2: |
€ 0,03 |
|
2.3.5.1.6 |
categorie 6, zijnde meer dan 50.000m2: |
€3.744,65 |
verhoging per m2: |
€ 0,01 |
|
2.3.5.2 |
Indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken), bedraagt het legestarief: |
10% |
van het vermelde legestarief in 2.3.5.1. |
||
2.3.5.3 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op een wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief, indien het betreft: |
|
2.3.5.3.1 |
uitbreiding van het gebouwde inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: |
|
het legestarief vermeld in 2.3.5.1, |
||
met dien verstande dat de leges uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; |
||
2.3.5.3.2 |
herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele gebouw/de gehele inrichting dan wel een deel van het gebouw/de inrichting, met dien verstande dat deze aanpassing tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: |
50% |
van het legestarief vermeld in 2.3.5.1 |
||
met dien verstande dat de leges uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de aanpassing; |
||
2.3.5.4 |
Een verklaring van overdracht van gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken aan de nieuwe gebruiker: |
€ 57,25 |
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijk Erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.6.1 |
als het een rijksmonument betreft: |
€ 286,25 |
2.3.6.2 |
als het een provinciaal of gemeentelijk monument betreft: |
€ 0,00 |
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderde het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 286,25 |
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 114,50 |
|
2.3.10 |
Kappen |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 57,25 |
|
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van artikel 2.10A, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
a. 1 tot en met 9 m2: |
€ 57,25 |
|
b. 10 tot en met 99 m2: |
€ 114,50 |
|
c. 100 m2 en meer: |
€ 286,25 |
|
Hierbij wordt de oppervlakte berekend aan de hand van de horizontale projectie van de betreffende voorwerpen dan wel, indien afgebakend, het totaal van het afgebakende gebied. |
||
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), in het kader waarvan een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. |
||
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), in het kader waarvan een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager. |
||
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 229,00 |
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als deze activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 229,00 |
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.14.3 |
Procedure hogere grenswaarde |
|
2.3.14.3.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning alleen kan worden verleend na vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder, worden de leges als bedoeld in 2.3.1, 2.3.3 en 2.3.4, verhoogd met: |
€ 425,75 |
2.3.14.3.2 |
Wanneer deze zgn. procedure hogere grenswaarden wordt gevolgd op basis van een herziening van het bestemmingsplan, blijft de berekening van de te heffen leges buiten beschouwing. |
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
2.3.16 |
<gereserveerd> |
|
2.3.17 |
Advies |
|
2.3.17.1 |
Extra welstandstoets |
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
||
2.3.17.1.1 |
voor bouwkosten tot € 25.000,00: |
€ 45,00 |
2.3.17.1.2 |
voor bouwkosten van € 25.000,00 tot € 1.250.000,00 |
1,8‰ |
van de bouwkosten; |
||
2.3.17.1.3 |
voor bouwkosten van € 1.250.000,00 en hoger: |
€2.250,00 |
2.3.17.1.4 |
de legeskosten worden naar boven afgerond op € 5,00 |
|
2.3.17.2 |
Monumentencommissie |
|
Indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies van de monumentencommissie dient te worden beoordeeld, wordt het in onderdeel 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met: |
€ 286,25 |
|
2.3.17.3 |
<gereserveerd> |
|
2.3.17.4 |
Beoordeling milieukundig / archeologisch bodemrapport |
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig of archeologisch bodemrapport dient te worden beoordeeld, |
||
2.3.17.4.1 |
voor particuliere bouw: |
€ 458,00 |
2.3.17.4.2 |
voor bedrijfslocaties: |
€ 916,00 |
2.3.17.4.3 |
voor uitsluitend een historisch onderzoek: |
€ 229,00 |
2.3.17.5 |
Beoordeling akoestisch onderzoeksrapport |
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een akoestisch onderzoeksrapport dient te worden beoordeeld: |
€ 801,50 |
|
2.3.17.6 |
Beoordeling luchtkwaliteit |
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies in het kader van de luchtkwaliteit dient te worden beoordeeld: |
€ 458,00 |
|
2.3.17.7 |
Beoordeling externe veiligheid |
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies in het kader van de externe veiligheid dient te worden beoordeeld: |
€ 458,00 |
|
2.3.17.8 |
Verplicht advies agrarische commissie |
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld: |
€ 760,00 |
|
2.3.17.9 |
Overig advies |
|
2.3.17.9.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.3.17.9.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.9.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 400,75 |
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.19 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
Onverminderd het bepaalde in de verschillende onderdelen van dit hoofdstuk, bedraagt het tarief, indien de in de betreffende onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de (bouw)activiteit: |
110% |
|
van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde leges. |
Hoofdstuk 2.4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een schetsplan als bedoeld in hoofdstuk 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van het schetsplan geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 2.3, |
|
onder aftrek van: |
€114,50 |
|
2.4.2 |
Als voorwaarde voor de hiervoor genoemde vermindering geldt dat deze aanvraag binnen 26 weken na de beoordeling van het schetsplan of het vooroverleg moet zijn ingediend en er sprake is van een gelijke aanvraag. |
Hoofdstuk 2.5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
||
2.5.1.1 |
De teruggaaf bedraagt: |
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
||
2.5.1.2 |
Wanneer de intrekking plaats vindt op advies van de gemeente, worden deze leges eenmalig verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een nieuwe aanvraag voor hetzelfde (bouw)plan op dezelfde locatie, indien deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 weken na ontvangst van het intrekkingsverzoek. |
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. |
||
De teruggaaf bedraagt: |
15% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|
De teruggaaf bedraagt: |
15% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt: |
€114,50 |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel overige kosten |
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.12, 2.3.13, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 2.6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€114,50 |
Hoofdstuk 2.7 (gereserveerd)
Hoofdstuk 2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: |
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.8.3 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.8.1 of 2.8.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 2.9 (vervallen)
Hoofdstuk 2.10 In deze titel niet benoemde beschikking
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
|
2.10.1 |
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.10.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.10.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 2.11 Niet in behandeling nemen
2.11.1 |
Indien een verzoek tot het beoordelen van een schetsplan of aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, ook na een verzoek tot aanvulling, wegens onvolledigheid niet kan worden behandeld, wordt: |
50% |
van de op grond van 2.2, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en/of 2.3.11 verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
2.11.2 |
De overeenkomstig 2.11.1 geheven leges worden eenmalig verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een nieuwe aanvraag voor hetzelfde (bouw)plan op dezelfde locatie, |
|
indien deze aanvraag wordt ingediend, binnen 12 weken na de mededeling (van de beslissing) om de aanvraag, zoals bedoeld in 2.11.1, niet verder in behandeling te nemen. |
||
Het minimum bedrag resterende leges na teruggaaf bedraagt: |
€114,50 |
Hoofdstuk 2.12 Overschrijving
2.12 |
De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning bedraagt: |
€57,25 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 3.1 Horeca
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet: |
€286,25 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het: |
|
3.1.2.1 |
verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€687,00 |
3.1.2.2 |
wijzigen van de persoon van de leidinggevende, niet zijnde de exploitant, op een verleende vergunning als bedoeld onder 3.1.2.1: |
€114,50 |
3.1.3 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€85,75 |
3.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet: |
€114,50 |
3.1.5 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet: |
€114,50 |
3.1.6 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet: |
€114,50 |
3.1.7 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet: |
€85,75 |
Hoofdstuk 3.2 Organiseren evenementen
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.A.0 |
een categorie A evenement, zonder winstoogmerk: |
€ 13,80 |
3.2.1.A.1 |
een categorie A evenement, gedurende maximaal één dag: |
€ 57,25 |
3.2.1.A.2 |
een categorie A evenement, gedurende meer dan één dag: |
€ 114,50 |
3.2.1.B.0 |
een categorie B evenement , zonder winstoogmerk: |
€ 57,25 |
3.2.1.B.1 |
een categorie B evenement, gedurende maximaal één dag: |
€ 229,00 |
3.2.1.B.2 |
een categorie B evenement, gedurende meer dan één dag: |
€ 458,00 |
3.2.1.C.0 |
een categorie C evenement, zonder winstoogmerk: |
€ 572,50 |
3.2.1.C.1 |
een categorie C evenement, gedurende maximaal één dag: |
€1.145,00 |
3.2.1.C.2 |
een categorie C evenement, gedurende meer dan één dag: |
€2.290,00 |
3.2.2.1 |
De categorisering van evenementen als bedoeld in onderdeel 3.2.1 van deze verordening vindt plaats op basis van de "Handreiking Publieksevenementen Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid". |
|
3.2.2.2 |
Onder "evenement zonder winstoogmerk" wordt in onderdeel 3.2.1 van deze verordening verstaan, een evenement georganiseerd door of namens een instelling die blijkens haar statuten activiteiten ten doel stelt van lokale maatschappelijke, sociale, sportieve of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verzorgt door vrijwilligers, en deze geen commerciële doelstelling heeft. |
|
3.2.3 |
Indien met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk advies nodig is van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, worden de bedragen in dit hoofdstuk verhoogd met de voorafgaande aan de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 3.3 Seksbedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het: |
|
3.3.1 |
verlenen van een exploitatievergunning of wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging als bedoeld in onderdeel 3.3.2: |
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting: |
€1.145,00 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf: |
€1.145,00 |
3.3.2 |
wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.2.1 |
voor een seksinrichting: |
€ 114,50 |
3.3.2.2 |
voor een escortbedrijf: |
€ 114,50 |
Hoofdstuk 3.4 < gereserveerd >
Hoofdstuk 3.5 Marktstandplaatsen
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
3.5.1 |
<gereserveerd> |
|
3.5.2 |
het inschrijven op de wachtlijst: |
€ 57,25 |
3.5.3 |
het verlengen van de inschrijving: |
€ 28,50 |
Hoofdstuk 3.6 Winkeltijdenwet
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|
3.6.1 |
het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 114,50 |
3.6.2 |
het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing: |
€ 57,25 |
Hoofdstuk 3.7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of nemen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of beschikking, |
€28,50 |
voor ieder daaraan besteed kwartier: |
Behorend bij het raadsbesluit, nummer 2020-16297 van 10 november 2020
De griffier van de Gemeente Zwijndrecht,
Irene Odinot
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl