Regeling vervalt per 01-08-2025

Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek

Geldend van 01-01-2025 t/m 31-07-2025

Intitulé

Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat het wenselijk en in provinciaal belang is lokale en regionale kwaliteitsjournalistiek te stimuleren en daarmee bij te dragen aan een betrokken, goed geïnformeerde samenleving in Zuid-Holland en een goed functionerende democratie;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • b.

    gemeentelijk mediafonds: door een gemeente in Zuid-Holland opgerichte onafhankelijke entiteit ter beoordeling van subsidieaanvragen voor journalistieke producties;

  • c.

    journalistieke productie: geschreven of audiovisuele productie over een met name genoemd inhoudelijk Zuid-Hollands onderwerp, waarbij het gaat om een eenmalige productie of een in tijd afgebakende reeks;

  • d.

    kleine gemeente: Zuid-Hollandse gemeente met ten hoogste 75.000 inwoners gemeten op basis van de jongste peildatum door het Centraal Bureau voor de Statistiek bij datum van aanvraag;

  • e.

    mediaorganisatie: rechtspersoon in Zuid-Holland met een redactiestatuut die handelt ten behoeve van natuurlijke personen die daardoor inhoudelijk onafhankelijk zijn in het verrichten van hun werkzaamheden;

  • f.

    verdeelprocedure: beoordeling van subsidieaanvragen voor journalistieke producties die leidt tot de verdeling van subsidies over deze aanvragen.

Artikel 2 Afwijkingsbevoegdheid

In afwijking van artikel 2.6, eerste lid, onderdeel a, van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien de te subsidiëren activiteit reeds in uitvoering is voordat de aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 2 Gemeentelijke mediafondsen

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt ter ondersteuning van een gemeentelijk mediafonds.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot journalistieke producties die de inwoner van Zuid-Holland informeert over wat er in zijn of haar omgeving speelt.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 3 eerste lid wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten of aan rechtspersonen die een gemeentelijk mediafonds beheren.

Artikel 5 Aanvraagperiode

  • 1. In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3 tweemaal per kalenderjaar worden ingediend, in de maanden januari en februari respectievelijk de maanden juli en augustus.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan een aanvraag in de periode december 2020 tot en met december 2021 worden ingediend, in de maanden december 2020 en januari 2021 respectievelijk de maanden juli en augustus.

  • 3. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de betreffende periode is ontvangen.

Artikel 6 Aanvraagvereisten

[vervallen]

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3 geweigerd indien:

  • a.

    de onafhankelijkheid, bedoeld in artikel 6, onderdeel a, onvoldoende is gewaarborgd;

  • b.

    onvoldoende is gewaarborgd dat personen met een persoonlijk belang als bedoeld in artikel 6 onderdeel b niet betrokken zijn bij de verdeelprocedure;

  • c.

    het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 5.000,00 bedraagt;

  • d.

    aan de aanvrager in het betreffende kalenderjaar, reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, waarbij de periode december 2020 tot en met december 2021, bedoeld in artikel 5, tweede lid, als een eerste kalenderjaar geldt.

Artikel 8 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het gemeentelijk mediafonds stelt zich ten doel de kwaliteit van de journalistiek in de bewuste gemeente te stimuleren;

  • b.

    de journalistieke productie die het gemeentelijk mediafonds honoreert, draagt bij aan beter geïnformeerde inwoners van Zuid-Holland over hetgeen speelt in hun omgeving;

  • c.

    de onafhankelijkheid bij de verdeelprocedure, bedoeld in artikel 6, onderdeel a, is voldoende gewaarborgd;

  • d.

    voldoende is gewaarborgd dat personen met een persoonlijk belang als bedoeld in artikel 6 onderdeel b niet betrokken zijn bij de verdeelprocedure;

  • e.

    gemeentelijke cofinanciering is gegarandeerd voor tenminste 50% van de subsidiabele kosten;

  • f.

    het gemeentelijk mediafonds is actief in een gemeente met ten hoogste 150.000 inwoners op het moment van aanvraag.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Kosten worden vergoed voor zover deze bijdragen aan de ondersteuning van het gemeentelijk mediafonds en hebben rechtstreeks betrekking op de realisatie van de journalistieke producties.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie, bedoeld in het eerste lid, minder bedraagt dan € 5.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 11 Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en gecompleteerd is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 12 Subsidieverplichtingen

In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd dat binnen een jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverstrekking de journalistieke producties waarop de subsidieverstrekking betrekking heeft, zijn beoordeeld en gehonoreerd.

Artikel 13 Verantwoording

Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.

Hoofdstuk 3 Journalistieke producties

Artikel 14 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de totstandkoming van een journalistieke productie.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot een journalistieke productie die de inwoner van Zuid-Holland informeert over wat er in zijn of haar omgeving speelt.

Artikel 15 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 14 wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijke persoon of een mediaorganisatie.

Artikel 16 Aanvraagperiode

  • 1. In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 14 twee maal per jaar worden ingediend, te weten van 1 januari tot en met 21 januari respectievelijk van 1 september tot en met 21 september.

  • 2. Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van ontvangst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en gecompleteerd is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 17 Aanvraagvereisten

[vervallen]

Artikel 18 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 14 geweigerd indien:

  • a.

    het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 1.500,00 bedraagt;

  • b.

    niet kan worden gegarandeerd dat de journalistieke productie door een lokale mediaorganisatie zal worden gepubliceerd of uitgezonden;

  • c.

    niet kan worden gegarandeerd dat de journalistieke productie 12 uur na publicatie of uitzending vrij en zonder kosten digitaal openbaar wordt gemaakt;

  • d.

    de bij de aanvraag betrokken mediaorganisatie niet solvabel is;

  • e.

    de aanvrager in het betreffende kalenderjaar subsidie kan aanvragen bij een gemeentelijk mediafonds;

  • f.

    geen sprake is van een journalistieke productie.

Artikel 19 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 14 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de journalistieke productie draagt bij aan beter geïnformeerde inwoners van Zuid-Holland over hetgeen speelt in hun omgeving;

  • b.

    de journalistieke productie wordt door een mediaorganisatie gepubliceerd of uitgezonden.

Artikel 20 Subsidiabele kosten

Kosten worden vergoed voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie en hebben rechtsreeks betrekking op de realisatie van de journalistieke producties.

Artikel 21 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 2.5, van de Asv, komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het indienen van de aanvraag;

  • b.

    kosten voor de aanschaf van apparatuur;

  • c.

    onvoorziene kosten.

Artikel 22 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de subsidiabele kosten tot € 25.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie, bedoeld in het eerste lid, minder bedraagt dan € 1500,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 23 Rangschikking

  • 1. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld aan de hand van een weging op basis van de volgende criteria ten aanzien van de voorgenomen journalistieke productie:

    • a.

      criterium a: de journalistieke productie betreft een Zuid-Hollands onderwerp dat speelt:

      • 1°.

        in één of meer kleine gemeenten in Zuid-Holland: 20 punten;

      • 2°.

        in één of meer gemeenten in Zuid-Holland waaronder tenminste één kleine gemeente en één gemeente met meer dan 75.000 inwoners: 10 punten;

      • 3°.

        in één of meer gemeenten in Zuid-Holland met meer dan 75.000 inwoners: 0 punten;

    • b.

      criterium b: aantal coproducenten betrokken bij de coproductie waarbij een coproducent die de journalistieke productie slechts publiceert of uitzendt, niet geldt als coproducent:

      • 1°.

        meer dan één coproducent: 20 punten;

      • 2°.

        één coproducent: 10 punten;

      • 3°.

        geen coproducent: 0 punten;

    • c.

      criterium c: de mate van journalistieke vernieuwing: ten hoogste 20 punten;

    • d.

      criterium d: de mate van kwaliteit en diepgang van de journalistiek productie: ten hoogste 20 punten;

    • e.

      criterium e: de mate van actualiteit of maatschappelijke relevantie: ten hoogste 20 punten;

    • f.

      criterium f: de mate van impact: ten hoogste 20 punten.

  • 2. Aanvragen waaraan minder dan 60 punten zijn toegekend, worden afgewezen.

  • 3. Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen op basis van het advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 25, waarop niet afwijzend is beslist hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

  • 4. Indien toepassing van het derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door het aantal punten voor het criterium a.

  • 5. Indien toepassing van het vierde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 24 Subsidieverplichtingen

In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    met de journalistieke productie wordt gestart binnen een maand na bekendmaking van de subsidieverstrekking;

  • b.

    de journalistieke productie is uiterlijk 9 maanden na bekendmaking van de subsidieverstrekking gepubliceerd c.q. uitgezonden;

  • c.

    de journalistieke productie wordt ten hoogste 12 uur na publicatie of uitzending vrij en zonder kosten digitaal openbaar gemaakt.

Artikel 25 Adviescommissie

Een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 14 wordt door gedeputeerde staten om advies over artikel 23 voorgelegd aan een door gedeputeerde staten ingestelde onafhankelijke, externe adviescommissie.

Artikel 26 Verantwoording

Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst.

Artikel 28 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 augustus 2025 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 29 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek.

Ondertekening

Den Haag, 24 november 2020,

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. KOEK, secretaris

drs. J. SMIT, voorzitter