Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 24 november 2020, PZH-2020-758161268, houdende regels omtrent de instelling van een adviescommissie voor journalistieke producties Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek (Reglement Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds)

Geldend van 01-12-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 24 november 2020, PZH-2020-758161268, houdende regels omtrent de instelling van een adviescommissie voor journalistieke producties Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek (Reglement Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds)

Gedeputeerde staten,

Gelet op 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;

Gelet op artikel 21 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek;

Overwegende dat gedeputeerde staten het wenselijk vinden zich te laten adviseren over subsidieaanvragen op grond van Hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Reglement Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • commissie: Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds;

  • selectiecommissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht, ingesteld overeenkomstig artikel 82 van de Provinciewet;

  • subsidieregeling: Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek;

  • vergadering: vergadering inclusief voorbereiding daarvan.

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds.

  • 2. De commissie heeft tot taak gedeputeerde staten te adviseren over:

    • a.

      de toepassing van de subsidiabele kosten, bedoeld in de artikelen 20 en 21;

    • b.

      de beoordeling en rangschikking van alle aanvragen, bedoeld in artikel 23, van de subsidieregeling.

Artikel 3 Samenstelling Adviescommissie Zuid-Hollands mediafonds.

  • 1. De commissie bestaat uit vijf vaste leden, waaronder de voorzitter.

  • 2. Gedeputeerde staten benoemen de voorzitter en de leden op basis van hun geschiktheid, ervaring en deskundigheid.

Artikel 4 Benoeming

Met ingang van 1 december 2020 worden voor een periode van ten hoogste twee jaar tot lid van de commissie benoemd:

  • a.

    mevrouw E. Kuit als voorzitter;

  • b.

    mevrouw E. Habers;

  • c.

    de heer R. Oosterwoud;

  • d.

    de heer H. Schneider;

  • e.

    de heer R. Tuhuteru.

Artikel 5 Benoeming , schorsing en ontslag

  • 1. Gedeputeerde staten benoemen, schorsen en ontslaan de leden van de commissie. De voorzitter wordt in functie benoemd.

  • 2. De leden worden benoemd voor de duur van maximaal twee jaar en kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 3. Tenzij gedeputeerde staten anders bepalen, blijven aftredende leden van de commissie hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4. Een lid van de commissie verschoont zich bij iedere mogelijke schijn van belangenverstrengeling of persoonlijk belang bij de verdeelprocedure. Hiervan wordt in ieder geval geacht sprake te zijn als het lid niet onafhankelijk is van een of meer van de bij het aan de orde zijnde aanvragen betrokken partijen of de provincie Zuid-Holland.

Artikel 6 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

  • a.

    op de dag waarop de werkzaamheden van gedeputeerde staten in het kader van de uitvoering van de subsidieregeling zijn afgerond;

  • b.

    door het intrekken of vervallen van de subsidieregeling;

  • c.

    op eigen aanvraag van het lid;

  • d.

    door een daartoe strekkend besluit van gedeputeerde staten.

Artikel 7 Voorzitter

  • 1. De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang en behandeling van de agenda.

  • 2. De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie.

  • 3. De voorzitter bewaakt de kwaliteit van de uit te brengen adviezen en de juiste aansluiting bij de subsidieregeling.

Artikel 8 Commissiesecretariaat

  • 1. De commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2. Gedeputeerde staten wijzen een of meer ambtenaren aan als secretaris, respectievelijk plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

  • 4. De secretaris heeft geen stemrecht. Hij is voor zijn werkzaamheden alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 2. Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander.

  • 3. De commissie vergadert zo vaak als hun voorzitter dit nodig acht.

  • 4. De secretaris woont de vergaderingen van de commissies bij.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1. Elk ter vergadering aanwezig lid van de commissie heeft een stem ten behoeve van een project op grond waarvan een subsidieaanvraag is ingediend.

  • 2. De commissie neemt alle beslissingen over uit te brengen adviezen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 3. Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 11 Advisering

  • 1. De commissie brengt binnen drie weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag door gedeputeerde staten een gemotiveerd advies uit over de subsidieaanvraag. Indien dit naar het oordeel van de voorzitter voor een goede advisering noodzakelijk is, kan deze periode met drie weken worden verlengd.

  • 2. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3. De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 12 Verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt zorg voor een kort zakelijk verslag van de vergadering.

  • 2. Het verslag wordt door de voorzitter en secretaris ondertekend.

Artikel 13 Onafhankelijkheid en geheimhouding

  • 1. De leden van de commissie adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 2. Voor zover de leden van de commissie bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 14 Archiefbescheiden

De bescheiden van de commissie worden na beëindiging van de werkzaamheden in het archief van de provincie Zuid-Holland opgenomen.

Artikel 15 Vergoeding

  • 1. De leden van de commissie ontvangen per aanvraagronde een vergoeding van € 1000,00 per commissielid. In afwijking hiervan ontvangt de voorzitter € 1250,00 per aanvraagronde.

  • 2. Een lid ontvangt de vergoeding eveneens als hij een vergadering naar het oordeel van de voorzitter in voldoende mate heeft voorbereid, maar om een oorzaak die buiten zijn macht is gelegen niet in staat is de vergadering bij te wonen.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds.

Ondertekening

Den Haag,

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

drs. H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter

Toelichting bij het Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 24 november 2020, PZH-2020-758161268, tot instelling van een adviescommissie voor journalistieke producties Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek (Reglement Selectiecommissie Zuid-Hollands Mediafonds)

Artikel 2 Instelling en taak

De wijze van verdeling van het beschikbare subsidiebedrag bij het subsidieplafond voor Hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Zuid-Hollandse Journalistiek is volgens een tender-systeem met kwaliteitscriteria. Aanvragen worden getoetst op basis van de in artikel 23 van de in de subsidieregeling genoemde criteria. Daarnaast wordt advies uitgebracht over de subsidiabele kosten die in artikel 20 en 21 van de subsidieregeling worden genoemd. Hiermee toetst de commissie in hoeverre de begrote kosten voor het journalistieke productie realistisch en adequaat zijn.