Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR646930
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR646930/1
Regeling vervallen per 31-12-2021
Verordening op de heffing en de invordering van leges vergunningen en aanverwante diensten 2021
Geldend van 18-12-2020 t/m 30-12-2021
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges vergunningen en aanverwante diensten 2021Verordening op de heffing en de invordering van leges vergunningen en aanverwante diensten 2021
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2020;
mede gelet op de artikelen 156 en 229 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van leges vergunningen en aanverwante diensten 2021
Artikel 1.Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel met bijlagen.
Artikel 2.Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 3.Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met bijlagen.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.
Artikel 4.Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een (gedagtekende) schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, factuur of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 4a. Voorlopige vordering
Indien de bouwkosten, zoals bedoeld in de tarieventabel in onderdeel 2.1.1.2, op het moment van in behandeling nemen van de aanvraag niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 5.Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4
a. mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending van de kennisgeving binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- 2.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 6.Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges, ter zake van een in de bij deze verordening behorende tarieventabel met bijlagen omschreven dienst, wordt verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 7.Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
stukken of handelingen, welke ambtshalve of ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos worden afgegeven of verricht;
- b.
inlichtingen, opgaven, handelingen of stukken, welke met vergunning van het college van burgemeester en wethouders, worden verstrekt, verricht of afgegeven ten behoeve van rechtstreeks gebruik voor het algemeen belang dienende voorlichting over de gemeente, haar organen en instellingen;
- c.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
Artikel 8. Kwijtschelding
Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9. Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het betreft titel 1, hoofdstuk 6 (kansspelen) van de tarieventabel;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Legesverordening vergunningen 2020’ vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening vergunningen 2021’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2020
, voorzitter.
, griffier.
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening vergunningen 2021
Indeling
Titel 1 Algemene dienstverlening vergunningen en ontheffingen
Hoofdstuk 1 Vervallen
Hoofdstuk 2 Taxivergunning
Hoofdstuk 3 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 4 Gebruik openbare grond
Hoofdstuk 5 Bouwhinder
Hoofdstuk 6 Kansspelen
Hoofdstuk 7 Leegstand en huisvesting
Hoofdstuk 8 Collectevergunning
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Definities
Hoofdstuk 2 Conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering bij afwijking eerder ingediende aanvraag
Hoofdstuk 5 Vermindering en teruggaaf
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen/herzieningen
Hoofdstuk 7 Sloopvergunning
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde beschikking en overige diensten
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Diensten- of Machtigingsrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Vermindering en teruggaaf
Hoofdstuk 5 Huisvesting
Hoofdstuk 6 Telecommunicatie, kabels en leidingen
Hoofdstuk 7 Standplaats
Hoofdstuk 8 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 1 Algemene dienstverlening vergunningen en ontheffingen
Hoofdstuk 1Vervallen
Hoofdstuk 2Taxivergunning
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.2.1.1 |
om een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 4 van de Taxiverordening Eindhoven 2016, waarbij het tarief wordt verhoogd per aangesloten chauffeur met |
€ 4.070,- € 237,- |
|
1.2.1.2 |
tot het overschrijven van een taxichauffeur naar een andere TTO-vergunning |
€ 86,- |
|
1.2.1.3 |
tot het toevoegen van een taxichauffeur aan een bestaande TTO-vergunning |
€ 237,- |
|
1.2.1.4 |
om een vervangend bewijs als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Taxiverordening Eindhoven 2016 |
€ 52,- |
|
1.2.2.1 |
Het tarief onder 1.2.1.1 wordt, indien een aanvraag om een TTO-vergunning wordt ingediend en daarbij werkzaamheden van de gemeente, conform hetgeen is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de lokale koepelorganisatie, door deze laatste zijn uitgevoerd, verminderd met |
€ 545,- |
|
1.2.2.2 |
Het tarief onder 1.2.1.1 wordt, indien in de bijlage van de vergunning uitsluitend auto’s worden opgenomen die geen schadelijke stoffen uitstoten, als bedoeld in artikel 17 van de Taxiverordening Eindhoven 2016, verminderd met |
€ 2.985,- |
|
1.2.2.3 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk, intrekt en nog geen adviezen zijn uitgezet en/of geen inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden terwijl de aanvraag wel ontvankelijk is, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
1.2.2.4 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk intrekt, terwijl reeds adviezen zijn uitgezet en/of een inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden door de gemeente, wordt 85% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
1.2.2.5 |
Een bedrag van minder dan €100,- komt niet in aanmerking voor teruggaaf. |
Hoofdstuk 3Verkeer en vervoer
Gehandicaptenparkeerkaart |
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van |
|
1.3.1.1 |
een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990, 460) |
€ 113,- |
|
1.3.1.2 |
een ontheffing, zijnde een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990, Stb. 1990, 459) |
€ 113,- |
|
1.3.1.3 |
een ontheffing van het verbod tot het plaatsen van een fiets in de binnenstad ingevolge artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 113,- |
|
1.3.1.4 |
een wijziging of duplicaat van de in onderdeel 1.3.1 bedoelde gehandicaptenparkeerkaart respectievelijk ontheffing |
€ 31,- |
|
1.3.1.5 |
Op verzoek wordt een teruggaaf van de geheven leges verleend, a. indien de aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart of ontheffing als bedoeld in onderdeel 1.3.1 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, van b. indien op een aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart of ontheffing als bedoeld in onderdeel 1.3.1 afwijzend is beschikt, van |
€ 48,- € 44,- |
|
1.3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een medische keuring t.b.v. een gehandicaptenparkeerkaart tijdens het spreekuur |
€ 120,- |
|
1.3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een medische keuring t.b.v. een gehandicaptenparkeerkaart aan huis |
€ 184,- |
|
1.3.1.8 |
Het tarief bedraagt, indien de belastingplichtige zonder tijdige afmelding niet aanwezig is bij de afspraak van de medische keuring t.b.v. een gehandicaptenparkeerkaart, tijdens het spreekuur of aan huis |
€ 120,- |
|
1.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
||
Ontheffing bijzonder vervoer |
1.3.2.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ 46,- |
1.3.2.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement (Stb, 1994, 450) |
€ 86,- |
|
Ontheffing inrijverbod e.d. |
1.3.2.3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan bedoeld in onderdeel 1.3.2.1 Voor een ontheffing voor één dag wordt slechts 50% van de leges in rekening gebracht. |
€ 86,- |
1.3.2.4 |
een wijziging op een reeds verleende ontheffing als bedoeld in de onderdelen 1.3.2.2 en 1.3.2.3 |
€ 43,- |
|
Ontheffing gebruik busbaan en busstrook |
1.3.2.5 |
een ontheffing voor het gebruik van een busbaan / busstrook als bedoeld in artikel 81 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 86,- |
Aanstelling verkeers-regelaars |
1.3.2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanstellingsbesluit met bijbehorende aanstellingspas: a. indien de aanvraag 5 of minder aanstellingen bedraagt b. indien de aanvraag 6 tot en met 20 aanstellingen bedraagt c. indien de aanvraag 21 tot en met 50 aanstelling bedraagt d. indien de aanvraag meer dan 50 aanstellingen bedraagt |
€ 109,- € 218,- € 327,- € 437,- |
Milieuzone |
1.3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, om toegang te hebben tot de milieuzone |
|
1.3.3.1 |
voor een dagontheffing (per kenteken, max. 12 per kalenderjaar) |
€ 30,- |
|
1.3.3.2 |
voor een tijdelijke ontheffing (per kenteken, bij aantoonbare aanschaf van een voertuig dat aan de toegangseisen van de milieuzone voldoet, gedurende de levertijd) |
€ 30,- |
|
1.3.3.3 |
voor een tijdelijke ontheffing op basis van de hardheidsclausule (ontheffing voor één kenteken met een geldigheidsduur van meer dan 3 maanden en maximaal één kalenderjaar) |
€ 176,- |
|
Deelmobiliteit |
1.3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.52c van de APV |
€ 2.000,- |
Hoofdstuk 4Gebruik openbare grond
1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het in, op, boven of over de weg aanbrengen of hebben van voorwerpen, indien het betreft |
||
1.4.1 |
bouwschuttingen, afzettingen, hekwerken en dergelijke a. van klasse A; b. van klasse B; c. van klasse C; conform de klassenindeling zoals nader gedefinieerd in het bij deze Tarieventabel behorende “Overzicht criteria voor gebruik openbare grond” |
€ 14.427,- € 7.213,- € 1.203,- |
|
1.4.2 |
een rolsteiger of het plaatsen van een container voor het onderhoud aan één woning, voor maximaal vijf werkdagen |
€ 81,- |
|
1.4.3 |
overige objecten, zoals een mobiele kraan, hoogwerker en dergelijke |
€ 323,- |
|
1.4.4 |
een parapluvergunning voor een mobiele kraan/hoogwerker |
€ 4.740,- |
|
1.4.5 |
een flitsvergunning voor een steiger/hoogwerker/container |
€ 180,- |
|
1.4.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 125,- |
Hoofdstuk 5Bouwhinder
1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het verbod op het veroorzaken van bouwhinder, als bedoeld in afdeling 8.1 Bouwbesluit 2012: |
||
Ernstige bouwhinder |
1.5.1 |
voor het in werking hebben van toestellen, installaties of apparaten voor bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden waarbij niet wordt voldaan aan de in artikel 8.3 en 8.4 van het Bouwbesluit 2012 genoemde geluids- en/of trillingsnormen |
€24.137,- |
1.5.2 |
indien de ontheffing betrekking heeft op het verrichten van werkzaamheden op werkdagen tussen 19:00 en 07:00 uur en op zaterdag, zondag of feestdagen waarbij wel wordt voldaan aan de in artikel 8.3 en 8.4 van het Bouwbesluit 2012 genoemde geluids- en/of trillingsnormen |
€ 1.183,- |
Hoofdstuk 6 Kansspelen
Vergunning speelautomaat |
1.6.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor een tijdvak van 12 maanden, als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen, indien a. de aanvraag voor één speelautomaat geldt, b. de aanvraag voor twee of meer speelautomaten geldt, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten waarvoor de aanvraag geldt en een bedrag van |
€56,50 €56,50 € 34,- |
1.6.1.2 |
Onderdeel 1.6.1.1 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in onderdeel 1.6.1.1 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
||
1.6.1.3 |
Onderdeel 1.6.1.1 is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van 1.6.1.1 in plaats van € 56,50 een bedrag van € 226,50 en in plaats van € 34,- een bedrag van € 136,- geldt. |
||
Vergunning loterij |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een loterijvergunning ingevolge artikel 3 van de Wet op de kansspelen |
€ 137,- |
Kienbijeenkomst |
1.6.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een jaarvergunning (per kalenderjaar) voor het organiseren van kienbijeenkomsten, als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen |
€ 137,- |
1.6.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een incidentele kienbijeenkomst, als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen |
€ 137,- |
|
1.6.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 125,- |
|
1.6.5 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk, intrekt en nog geen adviezen zijn uitgezet en/of geen inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden terwijl de aanvraag wel ontvankelijk is, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in dit hoofdstuk intrekt, terwijl reeds adviezen zijn uitgezet en/of een inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden door de gemeente, wordt 85% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
1.6.6 |
Een bedrag van minder dan €100,- komt niet in aanmerking voor teruggaaf. |
Hoofdstuk 7 Leegstand en huisvesting
1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
Leegstand |
1.7.1 |
om een leegstandvergunning als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet |
€111,- |
Urgentie |
1.7.2.1 |
tot het verkrijgen van een urgentiebeschikking als bedoeld in artikel 13, tweede lid van de Huisvestingswet 2014 |
€ 46,- |
1.7.2.2 |
Het bepaalde in onderdeel 1.7.2.1 is niet van toepassing op door of namens statushouders (vergunninghouders), als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder g van de Huisvestingswet 2014, ingediende verzoeken om urgentie. |
||
1.7.2.3 |
De in onderdeel 1.7.2.1 bedoelde leges worden gerestitueerd indien de urgentiebeschikking wordt verleend. |
||
1.7.3 |
Teruggaaf van de ingevolge dit hoofdstuk geheven leges wordt op verzoek verleend indien: op een aanvraag om vergunning afwijzend wordt beschikt; of een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of de vergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt; en het verzoek uiterlijk één jaar na dagtekening van de afwijzing dan wel de intrekking van de aanvraag of de vergunning, is ontvangen, waarbij een teruggaaf wordt verleend van |
15% |
Hoofdstuk 8 Collectevergunning
Collecte- vergunning |
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een inzamel- of collectevergunning als bedoeld in artikel 5:13 respectievelijk 5:13a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€151,- |
1.8.2 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.8.1 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
1.8.3 |
Op verzoek wordt een teruggaaf van de geheven leges verleend van 15% indien op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 1.8.1 afwijzend is beschikt. |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Definities
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom) inclusief de omzetbelasting, of voor zover dit bedrag ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting inbegrepen; |
|
2.1.1.2 |
Bouwkosten: het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom) inclusief de omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De opgegeven raming wordt getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2021. Het bedoelde normblad en de Referentielijst vormen samen een bijlage bij deze legesverordening, die bij de gemeente ter inzage ligt, conform het bepaalde in artikel 139, lid 3, van de Gemeentewet. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting inbegrepen. Deze prijs wordt getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2021. |
|
2.1.1.3 |
Vervallen |
|
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
2.1.4 |
Gecertificeerde Bouwbesluitgegevens: met gecertificeerde Bouwbesluitgegevens wordt een volledige Bouwbesluittoets bedoeld die is ingediend conform de landelijke erkenningsregeling. |
|
2.1.5 |
Het totaal van de verschuldigde leges bestaat uit een optelsom van de leges, die verschuldigd zijn per onderdeel of per activiteit waarop de in behandeling genomen aanvraag betrekking heeft. |
Hoofdstuk 2 Conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, bedraagt: |
€ 332,- |
Hoofdstuk 3Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. |
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan €5.000,- bedragen: |
€ 322,- |
2.3.1.1.1a |
indien de bouwkosten minder dan €5.000,- bedragen en de bouwactiviteit wordt niet in uitvoering gebracht vanwege het negatieve besluit: |
€ 294,- |
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten €5.000,- tot €50.000,- bedragen en valt onder de in de Crisis- en herstelwet genoemde categorieën: |
€ 549,- |
2.3.1.1.2a |
indien de bouwkosten €5.000,- tot € 50.000,- bedragen en valt onder de in de Crisis- en herstelwet genoemde categorieën en de bouwactiviteit kan niet in uitvoering worden gebracht vanwege het negatieve besluit: |
€ 400,- |
2.3.1.1.2b |
indien de bouwkosten €5.000,- tot €50.000,- bedragen: |
€ 549,- |
2.3.1.1.2c |
indien de bouwkosten €5.000,- tot €50.000,- bedragen en de bouwactiviteit kan niet in uitvoering worden gebracht vanwege het negatieve besluit: |
€ 400,- |
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten €50.000,- tot €100.000,- bedragen: |
€ 2.737,- |
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten €100.000,- tot €200.000,- bedragen: |
€ 3.848,- |
2.3.1.1.5 |
indien de bouwkosten €200.000,- tot €300.000,- bedragen: |
€ 6.829,- |
2.3.1.1.6 |
indien de bouwkosten €300.000,- tot €400.000,- bedragen: |
€ 10.303,- |
2.3.1.1.7 |
indien de bouwkosten €400.000,- tot €1.000.000,- bedragen: |
€ 14.107,- |
2.3.1.1.8 |
indien de bouwkosten €1.000.000,- tot €2.000.000,- bedragen: |
€ 22.049,- |
2.3.1.1.9 |
indien de bouwkosten €2.000.000,- of meer bedragen: |
€ 22.049,- verhoogd met 1,94% over de bouwkosten hoger dan € 2.000.000,- , met een max. van in totaal € 500.000,- |
Extra welstandstoets |
||
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag om een omgevingsvergunning waardoor een extra welstandstoets vereist is, het cumulatieve tarief: |
|
2.3.1.2.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 340,- |
2.3.1.2.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 679,- |
2.3.1.2.3 |
Indien een wijziging als bedoeld onder 2.3.1.2.1 in behandeling wordt genomen na aanvang van de bouw wordt het tarief van 2.3.1.2.1, per wijziging, verhoogd met |
€ 137,- |
2.3.1.2.4 |
Indien een wijziging als bedoeld onder 2.3.1.2.2 in behandeling wordt genomen na aanvang van de bouw wordt het tarief van 2.3.1.2.2, per wijziging, verhoogd met |
€ 271,- |
Extra bestemmingsplantoets |
||
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag om een omgevingsvergunning waardoor een extra bestemmingsplantoets vereist is, het cumulatieve tarief: |
|
2.3.1.3.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 340,- |
2.3.1.3.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 679,- |
2.3.1.3.3 |
Indien een wijziging als bedoeld onder 2.3.1.3.1 in behandeling wordt genomen na aanvang van de bouw wordt het tarief van 2.3.1.3.1, per wijziging, verhoogd met |
€ 137,- |
2.3.1.3.4 |
Indien een wijziging als bedoeld onder 2.3.1.3.2 in behandeling wordt genomen na aanvang van de bouw wordt het tarief van 2.3.1.3.2, per wijziging, verhoogd met |
€ 271,- |
Verplicht advies agrarische commissie |
||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het cumulatieve tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld, het bedrag dat daartoe door de agrarische commissie is vastgesteld. |
|
Achteraf ingediende aanvraag |
||
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende aanvraag. |
|
Niet complete aanvraag |
||
2.3.1.6 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens wegens indiening van een aanvankelijk niet complete aanvraag, het cumulatieve tarief: |
|
2.3.1.6.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 137,- |
2.3.1.6.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 271,- |
Adviezen |
||
2.3.1.7 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies groen, water, verkeer, stedenbouw of leefbaarheid nodig is en wordt beoordeeld, het cumulatievetarief: |
|
2.3.1.7.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 271,- |
2.3.1.7.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 543,- |
Toeslag gewijzigde constructieve berekeningen |
||
2.3.1.8 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het cumulatieve tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een gewijzigd advies constructieve veiligheid nodig is omdat gewijzigde berekeningen zijn ingediend en deze berekeningen worden beoordeeld, het bedrag dat daartoe is vastgesteld op basis van nacalculatie per heel uur of gedeelte daarvan, te weten |
€ 121,- |
Toeslag voor extra service |
||
2.3.1.9 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 kan de aanvrager verzoeken om extra service en bedraagt het cumulatieve tarief, per heel uur of gedeelte daarvan |
€ 121,- |
Toeslag niet digitale aanvraag |
||
2.3.1.10 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van een niet digitale aanvraag, het cumulatieve tarief voor het inscannen van tekeningen |
€ 67,- |
Verlenging vergunning |
||
2.3.1.11 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de verlenging van een omgevingsvergunning in afwijking van artikel 2.33, tweede lid onder a, van de Wabo bedraagt het tarief: |
|
2.3.1.11.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 271,- |
2.3.1.11.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 543,- |
Toeslag aanvullende adviezen na vergunningverlening |
||
2.3.1.12 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt, voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een aanvullend advies nodig is en wordt beoordeeld, het cumulatieve tarief: |
|
2.3.1.12.1 |
indien de bouwkosten minder dan €50.000,- bedragen |
€ 271,- |
2.3.1.12.2 |
indien de bouwkosten €50.000,- of meer bedragen |
€ 543,- |
Aanlegactiviteiten |
||
2.3.2 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 2.135,- |
Planologisch strijdig gebruik |
||
2.3.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
|
2.3.3.1 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) |
€ 1.781,- |
2.3.3.2 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, 3.3 en 3.5 van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking en aanhoudingsplicht) |
€ 1.781,- |
2.3.3.3 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), waarbij de gemeente de ruimtelijke onderbouwing opstelt, exclusief de benodigde onderzoeken |
€ 9.853,- |
2.3.3.4 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), waarbij de aanvraag reeds is voorzien van de ruimtelijke onderbouwing, exclusief de benodigde onderzoeken |
€ 4.228,- |
2.3.3.5 |
indien de toets van artikel 2.12, tweede lid, 3.3 en 3.5 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking en aanhoudingsplicht) |
€ 1.781,- |
2.3.3.6 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) |
€ 1.781,- |
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) |
€ 1.781,- |
2.3.3.8 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) |
€ 1.781,- |
2.3.3.9 |
indien de toets van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) |
€ 1.781,- |
2.3.3.10 |
In afwijking van de onderdelen 2.3.3.1, 2.3.3.2 en 2.3.3.5 tot en met 2.3.3.9 bedraagt het tarief, indien de bouwkosten minder dan €100.000,- bedragen |
€ 297,- |
2.3.4 |
Vervallen. |
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit bij bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte |
|
2.3.5.1.1 |
tot en met 100 m² |
€ 1.414,- |
2.3.5.1.2 |
van meer dan 100 m² tot en met 500 m² |
€ 2.828,- |
2.3.5.1.3 |
van meer dan 500 m² tot en met 2.000 m² |
€ 3.772,- |
2.3.5.1.4 |
van meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m² |
€ 4.714,- |
2.3.5.1.5 |
van meer dan 5.000 m² tot en met 50.000 m² |
€ 6.128,- |
2.3.5.1.6 |
van meer dan 50.000 m² |
€ 7.072,- |
2.3.5.2 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken) bedraagt het tarief 25% van het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1. |
|
2.3.5.3 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 bedraagt het legestarief voor deze activiteit indien het betreft a) uitbreiding van de inrichting: het tarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat het tarief uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding; b) herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting of een gedeelte van de inrichting: het tarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat het tarief uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte. |
|
2.3.5.4 |
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 wordt ingediend op basis van een schriftelijke aanschrijving, dan zijn géén leges verschuldigd wanneer deze vergunningaanvraag niet leidt tot het verlenen van deze vergunning. |
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||
2.3.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f dan wel onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b dan wel onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
|
2.3.6.1 |
indien de bouwkosten minder dan €100.000,- bedragen |
€ 403,- |
2.3.6.2 |
indien de bouwkosten €100.000,- tot €1.000.000,- bedragen |
€ 4.626- |
2.3.6.3 |
indien de bouwkosten €1.000.000,- of meer bedragen |
€ 10.670,- |
2.3.7 |
Uitweg/inrit |
|
2.3.7.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Eindhoven een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 301,- |
2.3.7.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 2.3.7.1 wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens de indiening van een incomplete aanvraag met |
€ 125,- |
Kappen |
||
2.3.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of op grond van de geldende Verordening Bomen van de gemeente Eindhoven een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit: |
|
2.3.8.1 |
bij kap om ‘groene’ reden (zonder compensatieplicht), per boom met een maximum van |
€ 108,- € 2.160,- |
2.3.8.2 |
bij kap om ‘rode’ reden (met compensatieplicht), voor minder dan 10 bomen, per boom |
€ 270,- |
2.3.8.3 |
bij kap om ‘rode’ reden (met compensatieplicht), voor 10 bomen of meer, per boom met een maximum van |
€ 482,- € 9.640,- |
2.3.8.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 2.3.8 wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens de indiening van een incomplete aanvraag met |
€ 125,- |
Opslag van roerende zaken |
||
2.3.9 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit: |
|
2.3.9.1 |
indien daarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist |
€ 184,- |
2.3.9.2 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo |
€ 184,- |
2.3.9.3 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo |
€ 184,- |
Natura 2000-activiteiten |
||
2.3.10 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 365,- |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
||
2.3.11 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 372,- |
Andere activiteiten |
||
2.3.12 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling behoort tot een |
|
2.3.12.1 |
bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 653,- |
2.3.12.2 |
bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor deze activiteit |
€ 653,- |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
2.3.13 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.13.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 50% van het totaalbedrag dat aan leges verschuldigd zal zijn voor de behandeling van de totale aanvraag; |
|
2.3.13.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het totaalbedrag dat aan leges verschuldigd zal zijn voor de behandeling van de totale aanvraag, verminderd met de leges bedoeld onder onderdeel 2.3.13.1. |
|
Beoordeling bodemrapport |
||
2.3.14 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt, voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, het tarief voor deze activiteit: |
|
2.3.14.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 547,- |
2.3.14.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 547,- |
2.3.14.3 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toestaan tot het geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht, het tarief voor deze activiteit |
€ 164,- |
Advies |
||
2.3.15 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het cumulatieve tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag dat daartoe door het betreffende bestuursorgaan of instantie is vastgesteld. |
|
Verklaring van geen bedenkingen |
||
2.3.16 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het cumulatieve tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, |
|
2.3.16.1 |
en het een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad betreft |
€ 525,- |
2.3.16.2 |
en het een verklaring van geen bedenkingen van een ander bestuursorgaan dan de gemeenteraad betreft: het bedrag dat daartoe door het betreffende bestuursorgaan is vastgesteld. |
|
Openbare kennisgeving |
||
2.3.17 |
Niet van toepassing. |
|
Hogere grenswaarde |
||
2.3.18 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het cumulatieve tarief, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan een hogere grenswaarde-procedure dient plaats te vinden, voor deze activiteit |
€ 2.143,- |
Hoofdstuk 4 Vermindering bij afwijking eerder ingediende aanvraag
2.4.1 |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit, waarvoor reeds een vergunning is verleend, worden leges geheven volgens onderdeel 2.3.1 over de bouwkosten van het deel waar de aanvraag betrekking op heeft, met dien verstande dat zij nimmer minder dan €300,- zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuwe aanvraag sprake is. Indien na weigering een gewijzigd plan wordt ingediend, kan niet tevens een verzoek om teruggaaf van leges worden gedaan. |
Hoofdstuk 5 Vermindering en teruggaaf
2.5.1 |
Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- gebruiks- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen |
|
2.5.1.1 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 intrekt en nog geen adviezen zijn uitgezet en/of geen inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden terwijl de aanvraag wel ontvankelijk is, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
|
2.5.1.2 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 intrekt, terwijl reeds adviezen zijn uitgezet en/of een inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden door de gemeente, wordt 85% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking van een verleende omgevingsvergunning voor bouw- gebruiks- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen |
||
2.5.2 |
Indien de gemeente een verleende omgevingsvergunning, met bouwkosten van minder dan €50.000,- voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag om intrekking is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt het verschil van de leges tussen een verleende vergunningaanvraag en de leges van een negatief besluit (weigering). Indien de gemeente een verleende omgevingsvergunning, met bouwkosten van €50.000,- of meer voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag om intrekking is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt: |
15% |
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen |
|
2.5.3.1 |
Indien de gemeente een omgevingsvergunning voor een project met bouwkosten van meer dan €50.000,- dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, een monument, uitweg of kappen als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 en 2.3.8 weigert, bestaat tot uiterlijk één jaar na dagtekening van het besluit aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges bedraagt: |
15% |
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de bij beschikking verleende vergunning. |
|
Vermindering als gevolg van welstandsvrije gebieden bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
||
2.5.4 |
Voor een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in een welstandsvrij gebied wordt het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges verminderd met |
5% |
Vermindering als gevolg van gecertificeerde bouwbesluitgegevens, voor zover deze door wet- en regelgeving is aangewezen, bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
||
2.5.5 |
Wanneer een aanvraag om omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen en deze is voorzien van een juiste, volgens een toepasbare landelijke erkenningsregeling, gecertificeerde bouwbesluittoets, wordt het tarief voor de activiteit bouwen verminderd, |
|
2.5.5.1 |
indien de bouwkosten €50.000,- tot €100.000,- bedragen, met: |
€1.638,- |
2.5.5.2 |
indien de bouwkosten €100.000,- tot €200.000,- bedragen, met: |
€1.937,- |
2.5.5.3 |
indien de bouwkosten €200.000,- tot €300.000,- bedragen, met: |
€4.636,- |
2.5.5.4 |
indien de bouwkosten €300.000,- tot €400.000,- bedragen, met: |
€6.079,- |
2.5.5.5 |
indien de bouwkosten €400.000,- tot €1.000.000,- bedragen, met: |
€7.950,- |
2.5.5.6 |
indien de bouwkosten €1.000.000,- tot €2.000.000,- bedragen, met: |
€13.362,- |
2.5.5.7 |
indien de bouwkosten €2.000.000,- of meer bedragen, met: |
€14.632,- |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
||
2.5.6 |
Een bedrag van minder dan €100,- komt niet in aanmerking voor teruggaaf. |
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
||
2.5.7 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen/herzieningen
2.6.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning wordt verhoogd, indien hiervoor een herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, noodzakelijk is, |
|
2.6.1.1 |
bij gemeentelijk opstellen van het bestemmingsplan exclusief benodigde onderzoeken, met |
€ 9.853,- |
2.6.1.2 |
bij indiening herziening bestemmingsplan conform ‘Handboek Bestemmingsplannen’ exclusief benodigde onderzoeken, met |
€ 4.228,- |
2.6.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning wordt verhoogd indien hiervoor een uitwerkingsplan dan wel wijzigingsplan, als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, noodzakelijk is, |
|
2.6.2.1 |
bij gemeentelijk opstellen van het uitwerkingsplan, dan wel wijzigingsplan, exclusief benodigde onderzoeken, met |
€ 4.286,- |
2.6.2.2 |
bij indienen uitwerkingsplan, dan wel wijzigingsplan, conform ‘Handboek Bestemmingsplannen’ exclusief benodigde onderzoeken, met |
€ 3.246,- |
2.6.3 |
Indien een herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening noodzakelijk is voor een ontwikkeling en er geen aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, bedraagt het tarief, |
|
2.6.3.1 |
bij gemeentelijk opstellen van het bestemmingsplan exclusief benodigde onderzoeken |
€ 9.853,- |
2.6.3.2 |
bij indiening herziening bestemmingsplan conform ‘Handboek Bestemmingsplannen’ exclusief benodigde onderzoeken |
€ 4.228,- |
2.6.4 |
Indien een uitwerkingsplan, dan wel wijzigingsplan, als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening noodzakelijk is voor een ontwikkeling en er geen aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, bedraagt het tarief, |
|
2.6.4.1 |
bij gemeentelijk opstellen van het uitwerkingsplan, dan wel wijzigingsplan, exclusief benodigde onderzoeken |
€ 4.286,- |
2.6.4.2 |
bij indienen uitwerkingsplan, dan wel wijzigingsplan, conform ‘Handboek Bestemmingsplannen’ exclusief benodigde onderzoeken |
€ 3.246,- |
Hoofdstuk 7Sloopvergunning
2.7.1 Slopen planologisch of monument |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning indien de aanvraag betrekking heeft op de activiteit slopen als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van: a. 10 m3 tot en met 20 m3: b. meer dan 20 m3 tot en met 50 m3: c. meer dan 50 m3 tot en met 100 m3: d. meer dan 100 m3 tot en met 500 m3: e. meer dan 500 m3: |
€ 83,- € 248,- € 742,- €1.487,- €2.956,- |
2.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning indien en voor zover de aanvraag betrekking heeft op de activiteit slopen anders dan bij monumenten dan wel in beschermd stads- of dorpsgezicht |
€1.424,- |
Hoofdstuk 8In deze titel niet benoemde beschikking en overige diensten
2.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een |
|
2.8.1 |
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking |
€ 306,- |
2.8.2.1 |
verzoek om het ter inzage verstrekken van een bouwplandossier van een voltooid bouwwerk uit het bouwplannenarchief en/of microfiches en of ongeacht het resultaat, per verzoek |
€ 29,- |
2.8.2.2 |
verzoek om een kopie van een besluit en/of (bodem) rapport, per verstrekt besluit of rapport |
€ 5,- |
2.8.2.3 |
een verzoek om een kopie van een tekening en/of kaart, per verstrekte tekening of kaart |
€ 15,- |
2.8.2.4 |
Het in onderdeel 2.8.2.1 genoemde tarief wordt verhoogd, indien bij het raadplegen van een bouwplandossier op verzoek informatie wordt verstrekt door een technisch ambtenaar, per kwartier of gedeelte daarvan, met |
€ 35,- |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Diensten- of Machtigingsrichtlijn
Hoofdstuk 1Horeca
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
||
3.1.1 |
een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet |
€ 1.143,- |
|
3.1.2.1 |
een wijziging van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.1, niet zijnde een wijziging als bedoeld in de onderdelen 3.1.2.2, 3.1.2.3 of 3.1.2.4 |
€ 761,- |
|
3.1.2.2 |
een wijziging van één of twee leidinggevenden in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.1 |
€ 335,- |
|
3.1.2.3 |
een wijziging van drie of meer leidinggevenden in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.1 |
€ 481,- |
|
3.1.2.4 |
een wijziging van de inrichtingseisen in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.1 |
€ 614,- |
|
3.1.3 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 134,- |
|
Exploitatie- vergunning |
3.1.4.1 |
een vergunning ingevolge artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 937,- |
3.1.4.2 |
een wijziging van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.4.1, niet zijnde een wijziging als bedoeld in de onderdelen 3.1.4.3 en 3.1.4.4 |
€ 761,- |
|
3.1.4.3 |
een wijziging van één of twee leidinggevenden in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.4.1 |
€ 335,- |
|
3.1.4.4 |
een wijziging van drie of meer leidinggevenden in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.4.1 |
€ 481,- |
|
3.1.5 |
een terrasvergunning, ingevolge artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven, indien en voor zover de tarieven in de onderdelen 3.1.1 en 3.1.4.1 niet van toepassing zijn |
€ 761,- |
|
3.1.6 |
het inmeten van een terras en/of inrichtingseisen ten behoeve van een aanvraag als bedoeld in de onderdelen 3.1.1, 3.1.4.1, en/of 3.1.5 |
€ 321,- |
|
Ontheffing sluitingsuur |
3.1.7.1 |
een ontheffing van het tijdstip van sluiting van een voor het publiek toegankelijke inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 645,- |
3.1.7.2 |
een ontheffing van het tijdstip van sluiting van een voor het publiek toegankelijke inrichting, vanwege het 12,5- of 25-jarig jubileum van de horecaondernemer en zijn zaak, als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 167,- |
|
3.1.7.3 |
een ontheffing van het tijdstip van sluiting van een voor het publiek toegankelijke inrichting, zijnde een incidentele ontheffing discotheek, als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 259,- |
|
3.1.7.4 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 560,- |
|
Loketverkoop |
3.1.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 5:21a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 147,- |
3.1.9 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 236,- |
|
Speelgelegen- heden |
3.1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 2.39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
€ 937,- |
Hoofdstuk 2Organiseren evenementen
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven voor het organiseren van een a. meldingsplichtig evenement (vergunningsvrij); b. categorie A-evenement, laag risico-evenement; c. categorie B-evenement, gemiddeld risico-evenement; d. categorie C-evenement, hoog risico-evenement; conform de categorieën zoals nader gedefinieerd in het bij deze Tarieventabel behorende “Overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen”. |
€ 0,- € 500,- € 2.500,- €25.000,- |
|
3.2.2 |
Voor een categorie C-evenement, hoog risico-evenement, is, indien voor hetzelfde evenement een vergunning wordt aangevraagd als in elk van de twee voorgaande kalenderjaren en waarvoor beide jaren een vergunning is verleend, 60% van het in onderdeel 3.2.1 genoemde tarief verschuldigd. |
Hoofdstuk 3Prostitutiebedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
||
3.3.1 |
een vergunning ingevolge artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven aangaande de exploitatie van een seksinrichting of escortbedrijf |
€ 2.748,- |
|
3.3.2 |
een wijziging van een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.3.1 zonder volledige toetsing, niet zijnde een wijziging als bedoeld in de onderdelen 3.3.3 en 3.3.4 |
€ 1.018,- |
|
3.3.3 |
een wijziging van één of twee beheerders in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.3.1 |
€ 335,- |
|
3.3.4 |
een wijziging van drie of meer beheerders in een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.3.1 |
€ 481,- |
|
3.3.5 |
het inmeten van inrichtingseisen ten behoeve van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.3.1 |
€ 321,- |
|
3.3.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 277,- |
Hoofdstuk 4Vermindering en teruggaaf
3.4.1 |
Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in de onderdelen 3.1 tot en met 3.3, intrekt en nog geen adviezen zijn uitgezet en/of geen inhoudelijke beoordeling heeft plaatsgevonden terwijl de aanvraag wel ontvankelijk is, wordt 20% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. Indien een aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in de onderdelen 3.1 tot en met 3.3 intrekt, terwijl reeds adviezen zijn uitgezet en/of een inhoudelijke beoordeling heeft plaats gevonden door de gemeente, wordt 85% van het tarief van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges in rekening gebracht. |
||
3.4.2 |
Indien op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.2 afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek binnen een jaar na besluitvorming, teruggaaf van de geheven leges verleend van |
15% |
|
3.4.3 |
Een bedrag van minder dan €100,- komt niet in aanmerking voor teruggaaf. |
Hoofdstuk 5Huisvesting
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
Onttrekking |
3.5.1 |
vervallen |
|
Samenvoeging |
3.5.2 |
vervallen |
|
Omzetting |
3.5.3.1 |
om een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 2.547,- |
3.5.3.2 |
tot het beoordelen van een conceptaanvraag ten behoeve van een omzettingsvergunning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingwet 2014 |
€ 332,- |
|
Woningvorming |
3.5.4 |
om een vergunning tot het verbouwen van een woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 873,- |
Splitsing |
3.5.5 |
vervallen |
|
3.5.6 |
tot het overschrijven van een verleende vergunning ingevolge de Regionale Nood-Huisvestingsverordening en de Regionale Huisvestingsverordening SRE |
€ 321,- |
|
3.5.7 |
Teruggaaf van de ingevolge dit hoofdstuk geheven leges wordt op verzoek verleend indien: op een aanvraag om vergunning afwijzend wordt beschikt; of een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of de vergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt; en het verzoek uiterlijk één jaar na dagtekening van de afwijzing dan wel de intrekking van de aanvraag of de vergunning, is ontvangen, waarbij een teruggaaf wordt verleend van |
15% |
Hoofdstuk 6 Telecommunicatie, kabels en leidingen
Instemmings- besluit Telecommunicatiewet |
3.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding tot het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 3.3 van de Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2014: |
€ 424,20 |
3.6.2 |
Het tarief als bedoeld in onderdeel 3.6.1 wordt verhoogd met een basisbedrag per strekkende meter van |
€ 1,75 |
|
3.6.3 |
Het tarief bedoeld in de onderdelen 3.6.1 en 3.6.2 wordt verminderd met 50%, indien a. een melding wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of b. een melding buiten behandeling wordt gesteld. |
||
3.6.4 |
In afwijking van de onderdelen 3.6.1 en 3.6.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een melding tot het verkrijgen van instemming, na aanvang of gereedkomen van de aanleg, instandhouding of verwijdering van kabels, 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende melding. |
||
Vergunning kabels en leidingen |
3.6.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het aanleggen, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels of leidingen als bedoeld in artikel 2.3 van de Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2014: |
€ 424,20 |
3.6.6 |
Het tarief als bedoeld in onderdeel 3.6.5 wordt verhoogd met een basisbedrag per strekkende meter van |
€ 1,75 |
|
3.6.7 |
Het tarief bedoeld in de onderdelen 3.6.5 en 3.6.6 wordt verminderd met 50%, indien a. een aanvraag wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of b. een aanvraag buiten behandeling wordt gesteld. |
||
3.6.8 |
In afwijking van de onderdelen 3.6.5 en 3.6.6 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag, na aanvang of gereedkomen van de aanleg, instandhouding of verwijdering van kabels, 150% van de leges, zoals deze op grond van die onderdelen geheven zouden zijn bij een vooraf ingediende aanvraag. |
Hoofdstuk 7Standplaats
Standplaats-vergunning |
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
3.7.1 |
een standplaatsvergunning ingevolge artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven |
||
3.7.1.1 |
voor 1 dag |
€ 255,- |
|
3.7.1.2 |
voor meerdere dagen |
€ 907,- |
|
3.7.1.3 |
voor 1 dag en met een maatschappelijk doel |
€ 129,- |
|
3.7.1.4 |
voor meerdere dagen met een maatschappelijk doel |
€ 226,- |
|
3.7.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 125,- |
|
3.7.3 |
Verzoek tot wijziging data en/of locatie, na verlening vergunning |
€ 40,- |
Hoofdstuk 8Winkeltijdenwet
Ontheffing |
3.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing ingevolge de Winkeltijdenwet |
€ 463,- |
Hoofdstuk 9In deze titel niet benoemde beschikking
Vergunning inzamelen afvalstoffen |
3.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het inzamelen van afvalstoffen ingevolge artikel 11 van de Afvalstoffenverordening gemeente Eindhoven (oud papier) |
€ 151,- |
3.9.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verhoogd, ingeval van een beoordeling van aanvullende gegevens wegens indiening van een niet complete aanvraag, met |
€ 125,- |
Overzicht criteria voor gebruik openbare grond
(t.a.v. titel 1, hoofdstuk 4 van de Tarieventabel van de Legesverordening vergunningen 2021)
Categorie |
Omschrijving |
Klasse A |
- Gebruik van de openbare ruimte; - Intensieve afstemming met omgeving noodzakelijk; - Advisering van overheidsdiensten noodzakelijk in het kader van de vergunningverlening; - Samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opslag materialen, tijdelijke inritten; - Meerdere voorbesprekingen overheidsdiensten met eventuele aannemer; - Gelegen in een gebied met meerdere functies zoals woningen, winkels, horeca; - Verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk; - Veiligheidsplan benodigd. |
Klasse B |
- Gebruik van de openbare ruimte; - Gelegen in een gebied waarbij gebruik openbare ruimte beperkte invloed heeft op de directe omgeving; - Verkeersmaatregelen op doorgaande wegen noodzakelijk; - Voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk; - Samenstel van activiteiten zoals damwanden, ontgravingen, bouwkranen, opslag materialen, tijdelijke inritten; - Eventueel veiligheidsplan benodigd. |
Klasse C |
- Gebruik van de openbare ruimte; - De openbare ruimte wordt gebruikt in het kader van verbouwing of renovatie van een complex van objecten (woning of bedrijfsruimte); - Gelegen in een gebied waarbij het gebruik van de openbare ruimte geen invloed heeft op de directe omgeving; - Geen verkeersmaatregelen noodzakelijk, geen voorbespreking overheidsdiensten met eventuele aannemer noodzakelijk. |
Overzicht criteria voor risicoanalyse evenementen
(t.a.v. titel 3, hoofdstuk 2 van de Tarieventabel van de Legesverordening vergunningen 2021)
Categorie evenement |
Omschrijving |
Categorie A |
Vergunningplichtig Laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en de gevolgen voor het verkeer beperkt zijn. |
Categorie B |
Vergunningplichtig Gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer. |
Categorie C |
Vergunningplichtig Hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer. |
Deze tarieventabel maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 3 november 2020 tot vaststelling van de Legesverordening vergunningen 2021
, voorzitter.
, griffier.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl