SUBSIDIEREGELING EETBARE STAD GEMEENTE ARNHEM

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

• b. initiatiefnemer: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit of een samenwerkingsverband van drie of meer bewoners en/of ondernemers. In beide gevallen stellen de initiatiefnemers zich ten doel zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van ingezetenen van de gemeente Arnhem;

• c. stakeholders: bewoners, ondernemers en organisaties die mede gebruik maken van de locatie waar de activiteit(en) plaatsvinden dan wel (mede)eigenaar zijn van de locatie of de aanpalende bebouwing;

• d. stadslandbouw: het duurzaam en gezamenlijk voortbrengen, verwerken en vermarkten van voedsel en daaraan gerelateerde producten en diensten, in en rond het stedelijk gebied, daarbij gebruik makend van stedelijke hulpbronnen en reststoffen. Cruciaal is de verbinding met de stad, het duurzame karakter en de maatschappelijke betekenis;

• e. initiatief eetbare stad: een initiatief dat bestaat uit één activiteit of een samenhangende reeks activiteiten gericht op het vermeerderen van het areaal groen dan wel het verrijken van bestaand groen binnen de gemeentegrenzen waarbij de nadruk ligt op het aanplanten en telen van voor mensen eetbaar groen (kruiden, groenten, bessen, fruit, noten, granen, aardappelen, paddenstoelen et cetera inclusief mogelijke innovatieve voedselbronnen als algen, insecten et cetera);

• f. verrijken bestaand groen: het toevoegen van gevarieerd en eetbaar groen (als omschreven in lid e) aan bestaand en relatief eenvormig groen (zoals een grasveld of een plantvak met slechts één of enkele soorten sierheesters);

• g. openbare ruimte: de ruimte die voor het publiek zonder belemmering de gehele dag door vrij toegankelijk is dan wel die ruimte (zoals schoolpleinen, binnenpleinen en binnenhoven) die voor het publiek zonder belemmering gedurende bepaalde delen van de dag vrij toegankelijk is (bijvoorbeeld tussen zonsopgang en zonsondergang);

• h. beheerkosten: de onderhoudskosten van de openbare ruimte op en rond die locaties waar een initiatief op het gebied van het stimuleren van stadslandbouw is gerealiseerd;

• i. de wet: de Algemene Wet Bestuursrecht;

• j. ASV: de Algemene Subsidieverordening Arnhem.

Artikel 2: Subsidiëring

• 1. Op grond van artikel 3 van de ASV kan het college initiatiefnemers voor initiatieven op het gebied van de eetbare stad die in Arnhem plaatsvinden met inachtneming van deze regeling een subsidie verstrekken.

• 2. De in lid 1 genoemde activiteiten dienen aantoonbaar bij te dragen aan het vermeerderen van het areaal groen door het toevoegen van vierkante meters eetbaar groen of stadslandbouw dan wel het verrijken van bestaand groen met eetbaar groen.

• 3. Alleen de kosten die in redelijkheid direct verband houden met de realisatie van het initiatief komen voor subsidie in aanmerking.

• 4. Reis- en verblijfskosten en investeringskosten (bijvoorbeeld voor de aanschaf van gereedschap en dergelijke) komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

• 5. Kosten van beheer en onderhoud van de resultaten van het initiatief komen niet voor subsidiering in aanmerking.

• 6. De subsidie dient een aanvulling te zijn op andere inkomsten dan wel vrijwillige arbeid en/of de inzet van kennis en/of materialen om niet.

• 7. De initiatiefnemer heeft voorafgaand aan de indiening van de aanvraag tot het verlenen van subsidie overlegd met de betreffende bestuursadviseurs (Stadslandbouw/Lokaal Voedsel) van de gemeente.

Artikel 3: Subsidieplafond

• 1. Het subsidieplafond voor initiatieven eetbare stad bedraagt € 25.000 jaarlijks.

Artikel 4: Aanvraag

• 1. De aanvraag dient uiterlijk 13 weken voor de uitvoering van het initiatief te worden ingediend bij het college.

• 2. De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvraag, hierbij is de dagstempel van ontvangst van de gemeente bepalend.

• 3. De initiatiefnemer maakt bij de indiening van de aanvraag gebruik van een namens het college te verstrekken richtlijn (zie bijlage 1) die bewerkstelligt dat de aanvraag snel en gestructureerd inzicht geeft of en in welke mate wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 5.

• 4. De initiatiefnemer overlegt bij de aanvraag in ieder geval:

• a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

• b. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

• c. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten, het dekkingsplan bevat ook een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

• 5. Naast de gegevens en bescheiden die ingevolge de ASV door rechtspersonen moeten worden overgelegd dient een samenwerkingsverband ook overtuigend aan te tonen dat sprake is van een samenwerkingsverband.

• 6. Binnen uiterlijk 8 weken na indiening van de aanvraag besluit het college. Binnen uiterlijk 2 weken na het besluit verzendt het college de beschikking.

Artikel 5: Criteria

• 1. Een initiatief mag niet leiden tot een toename van de beheerkosten voor de gemeente ten aanzien van de resultaten van de gesubsidieerde activiteit(en).

• 2. Initiatieven moeten worden gerealiseerd in de openbare ruimte dan wel ruimte die gedurende bepaalde delen van de dag voor het publiek vrij toegankelijk is (bijvoorbeeld tussen zonsopgang en zonsondergang).

• 3. Initiatieven kunnen alleen daar worden gerealiseerd waar de bodem dan wel de ondergrond geen beperkingen op legt in de vorm van bijvoorbeeld kabels, leidingen of bodemvervuiling.

• 4. Initiatiefnemers moeten overtuigend aantonen dat zij de continuïteit van de resultaten kunnen borgen voor ten minste vijf jaar, een en ander overeenkomstig artikel 13, lid 1 van de ASV.

• 5. Een initiatief moet aantoonbaar worden gedragen door de belangrijkste stakeholders in de directe omgeving van de locatie waar de activiteit(en) plaatsvinden.

• 6. Initiatieven moeten bijdragen aan:

• a. de toename van het areaal groen in de stad (buurt, wijk) door vierkante meters eetbare groen toe te voegen;

• b. en/of het verrijken van bestaand groen door het toevoegen van gevarieerd en eetbaar groen aan bestaand en relatief eenvormig groen.

Artikel 6: Hoogte subsidie

• 1. Van initiatieven op het gebied van de eetbare stad:

• a. wordt maximaal 50% van de kosten tot het tekort van de realisatie van het initiatief gesubsidieerd;

• b. wordt maximaal € 4.000 subsidie per initiatief verleend;

• c. wordt maximaal twee maal voor een periode van twee jaar subsidie verleend aan eenzelfde initiatiefnemer voor eenzelfde of vergelijkbaar initiatief op twee verschillende locaties.

• 2. Indien blijkt dat de kosten lager zijn uitgevallen dan begroot dan wel dat de resultaten substantieel achterblijven bij de verwachte resultaten, kan de gemeente de verleende subsidie daarop aanpassen en de aanvrager verzoeken de teveel ontvangen subsidie te retourneren.

Artikel 8 Verantwoording, uitbetaling en vaststelling:

• 1. Bij verlening van een subsidie voor initiatieven eetbare stad wordt 100% van de verleende subsidie bevoorschot.

• 2. Overeenkomstig het gestelde in artikel 14 van de ASV wordt de subsidie bij verlening ook direct vastgesteld. Daarom hoeft geen verzoek om vaststelling te worden ingediend.