Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR646056
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR646056/1
Regeling vervallen per 31-12-2021
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2021
Geldend van 01-01-2021 t/m 30-12-2021
Intitulé
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2021De raad van de gemeente Ommen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 september 2020, nummer 100534;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2
Belastbaar feit en belastingplicht
1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3
Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4
Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.
2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
3. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
5. De belasting bedraagt bij een waarde van:
1. minder dan € 20.000,- € 205,-
2. € 20.000,- of meer, maar minder dan € 40.000,- € 425,-
3. € 40.000,- of meer, maar minder dan 60.000,- € 645,-
4. € 60.000,- of meer, maar minder dan € 100.000,- € 872,-
5. € 100.000,- of meer, maar minder dan € 140.000,- € 1.125,-
6. € 140.000,- of meer € 1.352,-
Artikel 5
Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6
Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7
Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking in zoverre van het eerst lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later met dien verstande dat, indien na de kalendermaand, waarin de aanslag wordt opgelegd, minder dan acht kalendermaanden in het jaar overblijven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel bedoelde termijnen als er nog kalendermaanden in het jaar overblijven, met een minimum van vier.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8
Kwijtschelding
Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9
Overgangsrecht
De ‘Verordening forensenbelasting 2020’ van 28 november 2019, met kenmerk 15344 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 10 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 10
Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Artikel 11
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting 2021’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Ommen d.d. 22 oktober 2020.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
J.A.R. Tenkink mr. drs. J.M. Vroomen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl