Regeling vervallen per 01-01-2022

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren van activiteiten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat (Subsidieregeling lokaal sportakkoord gemeente Zutphen 2020-2021)

Geldend van 19-11-2020 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren van activiteiten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat (Subsidieregeling lokaal sportakkoord gemeente Zutphen 2020-2021)

Ons kenmerk: 153714

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelet op artikel(en) 3, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2019;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren van activiteiten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat (Subsidieregeling lokaal sportakkoord gemeente Zutphen 2020-2021)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2019;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    commissie: 5 vertegenwoordigers van organisaties uit het Zutphense sport- en beweeglandschap die mede ondertekenaar zijn van het lokaal sportakkoord, door het college aangewezen om de aanvragen om subsidie op grond van deze regeling te beoordelen;

  • d.

    gemeente: gemeente Zutphen;

  • e.

    lokaal sportakkoord: een set afspraken tussen diverse partijen uit het sportlandschap en het maatschappelijk veld van de gemeente over hoe zij met elkaar ambities op het gebied van sport en bewegen binnen de gemeente willen realiseren.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling

Het college kan op basis van deze regeling een eenmalige subsidie verstrekken voor een of meer activiteiten of projecten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat in de gemeente.

Artikel 3 Verhouding andere gemeentelijke subsidies

Een aanvrager kan voor dezelfde activiteit of hetzelfde project ook subsidie aanvragen op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling. Er vindt een aparte beoordeling plaats of de activiteit of het project op basis van die andere regeling in aanmerking komt voor een subsidie.

Artikel 4 Subsidiecriteria, hoogte van de subsidie, directe vaststelling

  • 1.

    Voor eenmalige subsidie komt in aanmerking een activiteit die of project dat:

    • a.

      binnen de gemeente geldt als een nieuw initiatief op het gebied van sporten en bewegen of revitalisering van een bestaand initiatief, en;

    • b.

      gericht is op een of meer thema’s, zoals vermeld in het lokaal sportakkoord, en;

    • c.

      door en met een of meer samenwerkingspartners wordt georganiseerd.

  • 2.

    Het college beoordeelt in één keer alle ingediende aanvragen om subsidie aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de activiteit/het project is gericht op een (nog) niet vervulde lokale behoefte;

    • b.

      de activiteit/het project draagt bij aan het halen van de ambities en doelen uit het lokaal sportakkoord;

    • c.

      in de uitvoering van de activiteit/het project vindt samenwerking plaats tussen diverse partijen uit zowel de wereld van sport en bewegen als het sociaal domein;

    • e.

      de activiteit/het project is gericht op het continueren van de beoogde positieve effecten in de toekomst.

    • e.

      de activiteit/het project dient een maatschappelijk doel en heeft geen winstoogmerk

  • 3.

    De te verstrekken eenmalige subsidie bedraagt maximaal € 3.000,- per aanvraag.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid kan, op basis van impact en aantal betrokken personen bij de activiteit of het project, in uitzonderlijke gevallen op aanwijzing van de commissie een hogere éénmalige bijdrage tot een maximum van € 10.000,- worden verstrekt.

  • 5.

    De eenmalige subsidie wordt direct vastgesteld.

Artikel 5 Aanvraag om subsidie, in te dienen gegevens

  • 1.

    Een aanvraag kan op twee momenten worden ingediend:

    • a.

      ronde 1 vóór 31 maart van hetzelfde jaar waarin de activiteit of het project wordt uitgevoerd,

    • b.

      ronde 2 vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan dat waarin de activiteit of het project wordt gestart.

  • 2.

    De aanvraag moet door middel van een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier worden ingediend.

  • 3.

    Bij de aanvraag moeten worden ingediend:

    • a.

      een beschrijving van de activiteit / het project en hoe deze aansluit op de ambities uit het lokaal sportakkoord;

    • b.

      het aantal (beoogde) deelnemers;

    • c.

      een overzicht van de samenwerkingspartners;

    • d.

      hoe de opgedane kennis en ervaringen gedeeld worden met andere partijen in het sport- en beweeglandschap van de gemeente;

    • e.

      een beschrijving van hoe de activiteit of het project wordt voortgezet in de jaren nadat de subsidie is verstrekt;

    • f.

      een begroting.

  • 4.

    Een aanvrager mag per ronde of rondes meerdere aanvragen indienen. Per ronde wordt per aanvrager slechts voor één aanvraag, als wordt voldaan aan de criteria, een subsidie verleend.

Artikel 6 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidiabel zijn die kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college nodig zijn voor het organiseren van de activiteit of het project, waar onder (maar niet uitsluitend):

    • a.

      accommodatiekosten

    • b.

      materiaalkosten

    • c.

      deskundigheidsbevordering

    • d.

      verzekering

    • e.

      contributies en abonnementen

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn:

    • a.

      kosten voor ureninzet van leden of vrijwilligers;

    • b.

      kosten voor eten en drinken, representatie, reis- en verblijfskosten, waaronder entrees;

    • c.

      onvoorziene uitgaven (post onvoorzien).

  • 3.

    De begroting moet reëel en sluitend zijn en bestaan uit de kosten die noodzakelijk zijn om de activiteit uit te voeren.

  • 4.

    Als een bijdrage mogelijk is via de sportlijn van NOC*NSF of via ander gemeentelijk beleid, dan moet deze eerst worden benut.

Artikel 7 Commissie

  • 1.

    De commissie beoordeelt de ingediende aanvragen, op de wijze zoals beschreven in artikel 8, tweede en derde lid.

  • 2.

    De commissie wordt ondersteund door een ambtelijke vertegenwoordiger van de gemeente.

  • 3.

    De commissie komt maximaal twee keer per jaar bijeen om de ingediende aanvragen te beoordelen.

  • 4.

    Als een sportvereniging, beweegaanbieder of andere partij een aanvraag heeft ingediend en een commissielid hierbij een actieve rol vervult, neemt het desbetreffende commissielid geen deel aan de beoordeling van die aanvraag.

  • 5.

    De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden géén vergoeding.

Artikel 8 Subsidieplafond en verdelingsmaatstaf

  • 1.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt per kalenderjaar € 30.000,-. Dit bedrag wordt verdeeld over de twee rondes als bedoeld in artikel 5, eerste lid, waarbij in ronde 1 € 20.000,- beschikbaar is en in ronde 2 € 10.000,- plus een eventueel restsaldo van ronde 1.

  • 2.

    Als het honoreren van de aanvragen, die voor subsidie in aanmerking komen, leidt tot een overschrijding van het subsidieplafond in enig jaar, worden de aanvragen op een prioriteitenlijst gerangschikt. De volgorde op deze lijst wordt bepaald door de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de volgende criteria:

    • a.

      een (nog) niet vervulde lokale behoefte;

    • b.

      het halen van de ambities en doelen uit het lokaal sportakkoord;

    • c.

      samenwerking tussen diverse partijen uit zowel de wereld van sport en bewegen als het sociaal domein;

    • d.

      het continueren van de beoogde positieve effecten in de toekomst;

    • e.

      het dienen van een maatschappelijk doel en het ontbreken van een winstoogmerk.

  • 3.

    Bij elke aanvraag om subsidie kent elk commissielid per criterium, zoals vermeld in het tweede lid, een score toe van 2, 4, 6, 8 of 10 punten. Voor de eindscore worden de scores van alle criteria bij elkaar opgeteld en gemiddeld door het aantal commissieleden dat een beoordeling heeft ingevuld. De eindscore bepaalt de plaats op de prioriteitenlijst.

  • 4.

    De volgorde van de aanvragen op de prioriteitenlijst op basis van de eindscore bepaalt welke aanvraag als eerste voor subsidie in aanmerking komt, met inachtneming van het principe: ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’.

  • 5.

    Bij een gelijke score van twee of meer aanvragen, wordt de rangorde bepaald door loting.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie in ieder geval, als:

  • a.

    niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze regeling;

  • b.

    met de activiteit of het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

  • c.

    de subsidie bestemd is voor een activiteit of project met een winstoogmerk of hieruit financieel voordeel wordt gehaald;

  • d.

    de subsidie bestemd is voor een activiteit of project in het kader van een opleiding;

  • e.

    de activiteit of het project ook zonder subsidie op grond van deze regeling kan plaatsvinden;

  • f.

    het geval als bedoeld in artikel 6, vierde lid zich voordoet.

Artikel 10 Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1.

    Aan de subsidieverstrekking wordt de verplichting verbonden dat de aanvrager een spin-off moet stimuleren bij andere partijen in het sport- en beweeglandschap door het beschikbaar stellen van de opgedane kennis en ervaringen.

  • 2.

    Na toekenning moet binnen 12 maanden worden gestart met de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit / het gesubsidieerde project.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het subsidiëren van activiteiten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Tijdelijke regeling

Deze regeling geldt tot en met 31 december 2021.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Artikel 14 Overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in artikel 5, eerste en vierde lid kunnen aanvragen om subsidie voor het jaar 2020 tot 1 december 2020 worden ingediend.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling lokaal sportakkoord gemeente Zutphen 2020-2021.

Ondertekening

Aldus besloten op 10 november 2020.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,

Toelichting

Algemene toelichting

In november 2019 is het Zutphens Sportakkoord gesloten tussen diverse partijen in de gemeente Zutphen die zich bezig houden met Sport en Bewegen. Vanuit de Rijksoverheid is in 2020 en 2021 jaarlijks € 30.000 beschikbaar als uitvoeringsbudget.

In het Zutphens Sportakkoord is vastgelegd dat de gemeente het uitvoeringsbudget beheert en zorgt voor een eenvoudige subsidieregeling op basis waarvan de beschikbare middelen kunnen worden verdeeld. Daarvoor is deze regeling vastgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven.

Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van deze subsidieregeling. De te verstrekken subsidie geldt als eenmalig, dat wil zeggen niet-jaarlijks te verstrekken.

Artikel 3 Verhouding andere gemeentelijke subsidies

Het kan zo zijn dat de aanvrager ook subsidie kan aanvragen op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling. Dat is toegestaan. De beide aanvragen worden in dat geval los van elkaar binnen het kader van de betreffende gemeentelijke regeling beoordeeld.

Artikel 4 Subsidiecriteria, hoogte van de subsidie, directe vaststelling

In dit artikel zijn de drie criteria vermeld op basis waarvan de eenmalige subsidie kan worden verstrekt. De activiteit/ het project moet ten eerste voor de gemeente Zutphen nieuw zijn (onder a.). Daarnaast moet het binnen een of meer thema’s van het lokaal sportakkoord passen (onder b.) En tot slot moet het worden georganiseerd door en met een of meer samenwerkingspartners worden georganiseerd (onder c.). Bij dit laatste kan gedacht worden aan stichtingen/ verenigingen en/ of maatschappelijke instellingen, burgergroeperingen en/ of het bedrijfsleven.

In dit artikel wordt consequent gesproken over eenmalige subsidie gaat; zie namelijk ook artikel 2 van deze regeling. Eenmalig wil zeggen dat bij de uitvoering van dezelfde activiteit(-en) of dezelfde projecten in volgende jaren, de subsidieontvanger geen aanspraak meer kan maken op subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 5 Aanvraag om subsidie, in te dienen gegevens

Dit artikel spreekt voor zich. Aanvragen om subsidie dienen vóór 31 maart van het jaar te worden ingediend, onder overlegging van de noodzakelijke gegevens om de aanvraag te kunnen beoordelen.

Het kan zo zijn dat met de aanvragen die zijn ingediend vóór 31 maart het jaarlijkse subsidieplafond nog niet wordt bereikt. Om toch te stimuleren dat er activiteiten kunnen worden uitgevoerd is in het derde lid de mogelijkheid voor een tweede subsidieronde geschapen. Als dit aan de orde is, zal dit uiteraard worden meegedeeld op de gebruikelijke wijze, zodat aanvragers vóór 1 oktober van het jaar nog weer een aanvraag om subsidie in kunnen dienen.

Artikel 6Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

In dit artikel is vastgelegd welke kosten subsidiabel (eerste lid) en niet-subsidiabel (tweede lid) zijn. Onder bijdragen van derden moeten in het eerste lid worden verstaan financiële bijdragen, zoals onder meer subsidie, sponsoring, fondsen e.d..

Verder is in het derde lid vastgelegd dat de begroting reëel en sluitend moet zijn en moet bestaan uit de kosten die noodzakelijk zijn om de activiteit uit te voeren. Dit om te voorkomen dat er teveel ‘lucht’ in de begroting zit.

Artikel 7 Commissie

Er is een beoordelingscommissie die de ingediende aanvragen om subsidie beoordeelt, voor het college. Hierover wordt het nodige bepaald in dit artikel. Verder wordt in artikel 8 omschreven hoe de commissie de aanvragen beoordeelt, ook in relatie tot het vastgestelde subsidieplafond. Ook zonder dat dit plafond wordt bereikt, worden de aanvragen op deze wijze beoordeeld.

Artikel 8Subsidieplafond en verdelingsmaatstaf

In dit artikel is neergelegd dat er een subsidieplafond voor deze subsidieregeling geldt, zie het eerste lid. In de daaropvolgende leden van dit artikel is aangegeven hoe er wordt gehandeld als het subsidieplafond overschreden wordt bij het honoreren van de in aanmerking komende aanvragen om subsidie.

Artikel 9 Weigeringsgronden

In artikel 10 van de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2019 zijn de algemene weigeringsgronden neergelegd. In aanvulling hierop bevat dit artikel nog enkele specifieke voor deze regeling geldende weigeringsgronden. Zo mag er bijvoorbeeld geen winstoogmerk met de activiteit of het project zijn; ook mag niet al met de activiteit of het project begonnen zijn, voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen.

Artikel 10Aan de subsidie verbonden verplichtingen

Het beschikbaar stellen van opgedane kennis en ervaringen, als bedoeld in het eerste lid, kan aan de hand van bijvoorbeeld hand-outs, werkplannen en/ of presentaties geschieden.

Het tweede lid is opgenomen om aanvragers toch een verantwoording in te kunnen laten dienen, zodat gecontroleerd kan worden dat de subsidie doelmatig is verstrekt.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het subsidiëren van activiteiten of projecten die bijdragen aan de vitalisering van het sport- en beweegklimaat, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.

Artikel 12 Tijdelijke regeling

Dit artikel is opgenomen omdat de regeling tijdelijk van aar is, namelijk voor de jaren 2020 en 2021. Dit komt ook tot uitdrukking in de citeertitel van deze regeling.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 14 Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Zie ook de toelichting bij artikel 11.