Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gezien het voorstel van het college van 2 november 2010, nr. GemHG/INTERN/4014;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;b e s l u i t

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:a. monument: onroerend monument, overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening Hardinxveld-Giessendam als beschermd gemeentelijk monument aangewezen;b. eigenaar: hieronder wordt mede verstaan: 1. degene die het recht van erfpacht heeft; 2. de houder van een recht van opstal; 3. een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een getekend voorlopig koopcontract;c. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaargeldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie (onderverdeeld in een budget voor restauratiesubsidie en onderhoudsubsidie) krachtens deze verordening;d. subsidiabele kosten: kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een beschermd gemeentelijk monument in stand te houden; e. onderhoud: sober en doelmatig uit te voeren periodieke werkzaamheden, die erop gerichtzijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden of toekomstig grootonderhoud of restauratie te voorkomen;f. restaureren: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken,het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van decultuurhistorische waarde van het monument;g. verlenen van subsidie: het besluit van het college dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van periodieke werkzaamheden of voorzieningen verschaft;h. vaststellen van subsidie: het besluit van het college, nadat periodieke werkzaamheden of voorzieningen zijn getroffen, waarbij de hoogte van de verleende subsidie wordt vastgesteld;i. bouwkundig inspectierapport: een rapport met betrekking tot een monument dat:1. de technische staat van het monument beschrijft;2. opgesteld is door een door het college erkende en onafhankelijke instantie;3. de werkzaamheden beschrijft die verricht moeten worden teneinde het monument in goede staat van onderhoud te houden.j. monumentenwacht: de stichting Monumentenwacht Zuid-Holland;k. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

Artikel 2 Bevoegdheid

  • 1 Het college is bevoegd om in het belang van de monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie (restauratie- en onderhoudsubsidie) te verlenen, zulks ter bevordering van het instandhouden van een monument;

  • 2 Het college is eveneens bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidieverlening- en vaststellingsbesluiten, alsmede tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van een subsidie.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1 De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast;

  • 2 De bekendmaking van het in lid 1 bedoelde besluit geschiedt door plaatsing in één of meer dag- of nieuwsbladen;

  • 3 Het college verleent slechts subsidie voor zover de op grond van lid 1 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn;

  • 4 Indien toewijzing van alle subsidieaanvragen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in lid 1, bepaalt het college met in achtneming van de in artikel 8 bedoelde toetsingscriteria de rangorde in welke aanvragen worden toe- of afgewezen.

Artikel 4 Voorschriften

  • 1 Het college kan aan het verlenen van subsidie voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie;

  • 2 Door of namens het college kunnen naast de in de beschikking tot verlening van een restauratiesubsidie gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is verleend.

Hoofdstuk 2 Subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 5 Subsidiabele werkzaamheden en -kosten

  • 1 Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden verleend voor de uitvoering van restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen;

  • 2 Het college stelt nadere regels vast over de subsidiabele restauratie- en onderhoudswerkzaamheden en de subsidiabele kosten;

  • 3 Indien een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van een restauratie of onderhoud verricht, zijn diens arbeidsuren/loonkosten niet subsidiabel.

Hoofdstuk 3 Restauratiesubsidie

Artikel 6 Aanvraag restauratiesubsidie

  • 1 Subsidie wordt per beschermd gemeentelijk monument verleend;

  • 2 Een aanvraag dient door de eigenaar in de periode van 1 april tot 1 september van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de restauratiewerkzaamheden zullen worden uitgevoerd, te worden ingediend bij het college. Aanvragen die worden ingediend voor 1 april of na 1 september worden niet in behandeling genomen;

  • 3 Per beschermd gemeentelijk monument kan slechts eenmaal per kalenderjaar een subsidie worden verleend.

Artikel 7 Vereisten aanvraag restauratiesubsidie

  • 1 De subsidieaanvraag geschiedt uitsluitend op een daartoe door het college vastgesteld formulier en dient ten minste vergezeld te gaan van de op het formulier verlangde gegevens en bescheiden;

  • 2 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stelt het college de aanvrager binnen 2 weken schriftelijk in de gelegenheid de aanvraag binnen 2 weken met de door het college aan te geven ontbrekende gegevens te completeren;

  • 3 Ingeval toepassing is gegeven aan het tweede lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overgelegd, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 8 Verdeelcriteria

  • 1 Het college stelt door middel van nadere regels verdeelcriteria vast voor het beoordelen van de mate van urgentie van ontvankelijke aanvragen om restauratiesubsidie;

  • 2 Het college brengt met gebruikmaking van de in het eerste lid bedoelde nadere regels na 1 september van ieder jaar een rangorde aan in de ontvankelijke aanvragen om restauratiesubsidie voor het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 9 Subsidiepercentage en – maximum

De subsidie in de kosten van restauratie van een monument bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 5, tot een bedrag van ten hoogste:- € 3.500,00 per aanvraag betreffende een monument met een inhoud van 0-500 m3;- € 5.000,00 per aanvraag betreffende een monument met een inhoud van 501-1500 m3;- € 7.500,00 per aanvraag betreffende een monument met een inhoud van meer dan 1500 m3.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op de ingediende en ontvankelijke aanvragen uiterlijk 31 januari van het in artikel 6 lid 2 bedoelde kalenderjaar;

  • 2 Het college kan de in het eerste lid bedoelde termijn met ten hoogste 4 weken verlengen, mits zij de aanvragers daarvan schriftelijk kennis geeft voor 31 januari.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college verleent geen restauratiesubsidie indien:a. de aanvrager geen eigenaar is;b. het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;c. de kosten niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;d. met de restauratiewerkzaamheden is begonnen voordat op de subsidieaanvraag is beslist;e. voor het restaureren een monumentenvergunning dan wel een anderszins vereiste vergunning is vereist en deze niet is/zijn verleend;f. de kosten van het restaureren op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;g. voor het restaureren van dezelfde onderdelen in de voorafgaande 25 jaren reeds een subsidie is verstrekt;h. door het verlenen van subsidie het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;i. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;j. aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 12 Uitbetaling

De restauratiesubsidie wordt door het college uitbetaald binnen 8 weken na de bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening, op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1 Binnen 8 weken na het gereedkomen van de restauratiewerkzaamheden dient de aanvrager aan het college schriftelijk te verklaren dat de restauratiewerkzaamheden gereed zijn. Deze gereedmelding dient vergezeld te gaan van een aan de ingediende begroting gerelateerde financiële verantwoording tezamen met de betreffende rekeningen en betalingsbewijzen;

  • 2 Indien de gereedmelding naar het oordeel van het college niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen 2 weken na ontvangst van de gereedmelding schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens;

  • 3 De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de definitieve hoogte van de subsidie;

  • 4 De vaststelling van de hoogte van een restauratiesubsidie vindt plaats nadat:a. de restauratiewerkzaamheden waarvoor subsidie is verleend zijn gereedgemeld;b. de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;c. de in lid 1 bedoelde bescheiden door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 5 De vastgestelde subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij:- de subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd, respectievelijk minder voorzieningen zijn getroffen dan bij de aanvraag aangegeven. Meer- en minderwerk voor uitgevoerde werkzaamheden, mits subsidiabel geacht door het college, kunnen binnen dit totaal met elkaar worden verrekend. - de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;- de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid.- de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 6 Teveel uitbetaalde subsidie wordt met gebruikmaking van artikel 2 lid 2 van deze verordening teruggevorderd;

  • 7 Het besluit tot subsidievaststelling wordt binnen 8 weken na indiening van een gereedmelding als bedoeld in het eerste lid, aan de aanvrager bekend gemaakt;

  • 8 Het recht op subsidievaststelling vervalt indien door de aanvrager niet is voldaan aan de bepalingen in dit artikel.

Hoofdstuk 4 Onderhoudsubsidie

Artikel 14 Aanvraag onderhoudsubsidie

  • 1 Subsidie wordt per beschermd gemeentelijk monument verleend;

  • 2 De aanvraag voor een onderhoudsubsidie kan jaarlijks of vijfjaarlijks worden ingediend voor de in het voorgaande jaar of in de voorgaande vijf jaren gemaakte subsidiabele onderhoudskosten.

Artikel 15 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1 De subsidieaanvraag geschiedt uitsluitend op een daartoe door het college vastgesteld formulier en dient ten minste vergezeld te gaan van de op het formulier verlangde gegevens en bescheiden;

  • 2 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stelt het college de aanvrager binnen 2 weken schriftelijk in de gelegenheid de aanvraag binnen 2 weken met de door het college aan te geven ontbrekende gegevens te completeren;

  • 3 Ingeval toepassing is gegeven aan het tweede lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overgelegd, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 16 Verdeelcriteria

Alle ingediende en ontvankelijke aanvragen om onderhoudsubsidie worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 17 Subsidiepercentage en – maximum

  • 1 De subsidie in de kosten van onderhoud bedraagt 30 % van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd onder artikel 5, tot een bedrag van ten hoogste € 100,00 per jaar of een maximum van € 500,00 per vijf jaar;

  • 2 De subsidie voor het abonnement van de Monumentenwacht in de aanvraagperiode en een in de aanvraagperiode uitgevoerde periodieke inspectie door de Monumentenwacht bedraagt 100% van de kosten.

Artikel 18 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op de ingediende en ontvankelijke aanvragen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag;

  • 2 Het college kan de in het eerste lid bedoelde termijn met ten hoogste 4 weken verlengen;

  • 3 Het besluit tot verlening van een onderhoudsubsidie geldt tevens als vaststelling van de onderhoudsubsidie.

Artikel 19 Weigeringsgronden

Het college verleent geen onderhoudsubsidie indien:a. de aanvrager geen eigenaar is; b. het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate is gediend;c. de onderhoudskosten niet in een redelijke verhouding staan tot het bereikte resultaat;d. voor het onderhoud een monumentenvergunning is vereist en deze niet is verleend;e. de kosten van het onderhoud op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;g. de kosten van onderhoud betrekking hebben op werkzaamheden waarvoor in de voorafgaande 5 jaar een restauratiesubsidie is verleend;h. door het verlenen van subsidie het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden

Artikel 20 Uitbetaling

De onderhoudssubsidie wordt door het college uitbetaald binnen 8 weken na de bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze verordening zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 22 Overgangsbepaling

Aanvragen, ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening die betrekking hebben op het kalenderjaar 2010 worden afgehandeld met in achtneming van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2009, vastgesteld op 10 december 2009.

Artikel 23 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten”.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011 onder gelijktijdige intrekking van de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2009”, vastgesteld op 10 december 2009.