Subsidieregeling Cultuurparticipatie Altena 2020

Geldend van 07-11-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Cultuurparticipatie Altena 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

overwegende dat gemeente Altena een gemeentelijke visie op Cultuur heeft vastgesteld met als een van de doelen activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het aanbieden van cultuurparticipatie voor een breed publiek in de gemeente Altena;

overwegende dat het derhalve gewenst is een nadere regeling vast te stellen waarin is vastgesteld welke activiteiten behorende tot het terrein van cultuurparticipatie in aanmerking kunnen komen voor subsidie en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder die subsidies worden verstrekt;

gelet op artikel 3, artikel 5 lid 1, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4,artikel 8 lid 3 en artikel 9 lid 3 aanhef en onder g. van de 'Algemene Subsidieverordening Altena 2019';

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Cultuurparticipatie Altena 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene Subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Altena 2019;

  • b.

    Cultuurparticipatie: in vrije tijd actief deelnemen aan kunst en cultuur binnen één of meer van de in bijlage 1 gedefinieerde kunst- en cultuurdisciplines;

  • c.

    Amateurkunst: het actief beoefenen van kunst en cultuur binnen één of meer van de in bijlage 1 gedefinieerde kunst- en cultuurdisciplines uit passie, liefhebberij of persoonlijke ontwikkeling, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien;

  • d.

    amateuristische muziekbeoefening: het in groepsverband niet beroepsmatig beoefenen van muziek;

  • e.

    muziekvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die statutair gevestigd is in de gemeente Altena en in de gemeente Altena amateuristische muziekbeoefening verzorgt;

  • f.

    toneelvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die statutair gevestigd is in de gemeente Altena en zich in de gemeente Altena bezig houdt met amateuristische toneellessen en/of amateuristische toneelvoorstellingen;

  • g.

    zangvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die statutair gevestigd is in de gemeente Altena en zich bezig houdt met in groepsverband zingen op amateuristische wijze in de gemeente Altena;

  • h.

    dansschool: een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die statutair gevestigd is in de gemeente Altena en in de gemeente Altena amateuristische danslessen verzorgt;

  • i.

    beeldende kunstinstelling: een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die statutair gevestigd is in de gemeente Altena en in de gemeente Altena beeldende kunstlessen verzorgt;

  • j.

    beeldende kunst: kunstvorm waarbij het beeldende (de afbeelding) voorop staat. Het resultaat kan een platte of een ruimtelijke vorm aannemen. Denk hierbij aan schilderen, keramiek, beeldhouwen en andere;

  • k.

    instelling: een stichting of vereniging als bedoeld onder e, f, g, h of i;

  • l.

    overige instelling: een rechtspersoon of natuurlijke persoon/personen, niet zijnde een stichting of vereniging als bedoeld onder e, f, g, h of i, die zich bezighoudt met activiteiten op het gebied van cultuurparticipatie in de gemeente Altena;

  • m.

    lid: natuurlijk persoon die op de peildatum woonachtig is in de gemeente Altena en lid is van een vereniging genoemd onder e, f, g, h of i;

  • n.

    jeugdlid: lid dat op de peildatum de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

  • o.

    seniorenlid: lid dat op de peildatum 65 jaar of ouder is;

  • p.

    cursist: natuurlijk persoon die op de peildatum woonachtig is in de gemeente Altena en betalende deelnemer is aan cursussen op het gebied van dans of beeldende kunst, zoals gedefinieerd in bijlage 1 onder respectievelijk b. en d.;

  • q.

    peildatum: 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het kalender waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • r.

    kalenderjaar: van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeesters en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • A. BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een basissubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het in stand houden van een instelling.

  • B. STIMULERINGSSUBSIDIE

    • 2.

      Een stimuleringssubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor één of meer door een instelling georganiseerde activiteiten welke aanvullend zijn op de reguliere activiteiten van de desbetreffende instelling.

    • 3.

      De aanvullende activiteit(en) als bedoeld in lid 2 moet(en):

      • a.

        een aantoonbaar jaarlijks karakter hebben, wat betekent dat die aanvullende activiteiten jaarlijks of meerdere malen per jaar terugkeren;

      • b.

        plaatsvinden in de gemeente Altena, in het kalenderjaar waarvoor de stimuleringssubsidie wordt aangevraagd; en

      • c.

        gericht zijn op één of meer van de volgende thema’s en voldoen aan de bij het desbetreffende thema behorende eisen:

        • Gezondheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten bijdragen aan de bevordering van de gezondheid van de inwoners van Altena;

        • Duurzaamheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten de duurzaamheid bevorderen, niet zijnde aanpassingen aan gebouwen en/of het aanbrengen van zonnepanelen;

        • Innovatie, in die zin dat de aanvullende activiteiten innoverend en vernieuwend zijn voor de instelling en/of de omgeving;

        • Samenwerking tussen de instelling en andere natuurlijke- en/of rechtspersonen, in die zin dat de aanvullende activiteiten de samenwerking van de instelling met andere natuurlijke- en/of rechtspersonen bevorderen en zijn gericht op:

          • 1.

            het delen van kennis en expertise, en/of

          • 2.

            het delen van materiële zaken;

        • Inclusieve samenleving, in die zin dat door de aanvullende activiteiten sociale en/of fysieke drempels worden verlaagd zodat andere doelgroepen dan de gebruikelijke doelgroep(en) van de instelling mee kunnen doen met die aanvullende activiteiten;

        • Terugdringen alcohol en drugsgebruik onder jongeren, in die zin dat de aanvullende activiteiten het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren terugdringen en/of de bewustwording over dit thema onder jongeren, maar ook onder hun ouders, stimuleren;

        • Eenzaamheid, in die zin dat de aanvullende activiteiten het terugdringen van eenzaamheid onder inwoners van Altena bevorderen;

        • Deskundigheidsbevordering vrijwilligers, in die zin dat de aanvullende activiteiten de deskundigheid van de vrijwilligers van de instelling bevorderen, zodat zij zich op adequate wijze kunnen inzetten voor hun instelling, bijvoorbeeld op het gebied van besturen van een vereniging, penningmeesterschap of veiligheidsbevordering binnen de vereniging.

  • C. PROJECTSUBSIDIE

    • 4.

      Een projectsubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor al dan niet terugkerende klein- of grootschalige activiteit(en), georganiseerd door een overige instelling, mits die activiteit(en):

      • bijdragen aan cultuurparticipatie; en

      • bestaan uit een variatie van meerdere kunst en cultuuruitingen binnen de in bijlage 1 onder a. t/m j. gedefinieerde kunst- en cultuurdisciplines.

    • 5.

      De activiteiten als bedoeld in lid 4 moeten voorts:

      • a.

        bijdragen aan de doelstellingen en ambities zoals geformuleerd in de Visie op cultuur in Altena 2019-2023;

      • b.

        zich richten op de verspreiding en vernieuwing van kunst en cultuur en op samenwerking tussen verschillende partijen;

      • c.

        bijdragen aan de versterking van het bestaansrecht van amateurkunstinstellingen;

      • d.

        worden georganiseerd door vrijwilligers;

      • e.

        plaatsvinden in de gemeente Altena in het kalenderjaar waarvoor de projectsubsidie wordt aangevraagd;

      • f.

        openbaar en voor iedereen toegankelijk zijn, en voldoende onder de aandacht worden gebracht van de inwoners van Altena; en

      • g.

        breed worden ingezet voor de hele omgeving en/of zorgdragen voor verbinding met meerdere doelgroepen.

Artikel 4 Doelgroep en subsidiabele periode

  • A. BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een basissubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt uitsluitend per kalenderjaar verstrekt aan instellingen mits die voldoen aan de volgende eisen:

      • a.

        de instelling moet de reguliere activiteiten organiseren voor een brede doelgroep;

      • b.

        de instelling heeft op de peildatum meer dan 15 contributie betalende leden of meer dan 15 cursusgeld betalende cursisten;

      • c.

        de instelling moet een andere wijze van cofinanciering, in de vorm van entree en/of contributie en/of anders in haar begroting van het kalenderjaar waarvoor basissubsidie wordt aangevraagd, hebben opgenomen;

      • d.

        de instelling mag geen subsidie ontvangen voor één en dezelfde activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena aan de instelling subsidie is verleend.

  • B. STIMULERINGSUBSIDIE

    • 2.

      Een stimuleringssubsidie als bedoeld in artikel 3, lid 2, wordt uitsluitend per aanvullende activiteit per kalenderjaar verstrekt aan instellingen mits die voldoen aan de volgende eisen:

      • a.

        aan de instelling moet voor het kalenderjaar waarvoor de stimuleringssubsidie wordt aangevraagd reeds een basissubsidie zijn verleend als bedoeld in artikel 3, lid 1;

      • b.

        de instelling mag geen subsidie ontvangen voor een en dezelfde aanvullende activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena aan de instelling subsidie is verleend.

  • C. PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Een projectsubsidie als bedoeld in artikel 3 lid 4 wordt uitsluitend per activiteit per kalenderjaar verstrekt aan overige instellingen mits die voldoen aan de volgende eisen:

      • a.

        de overige instelling moet een andere wijze van cofinanciering, in de vorm van entree en/of contributie en/of anders in haar projectbegroting voor de activiteit waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd hebben opgenomen;

      • b.

        de overige instelling mag geen subsidie ontvangen voor een en dezelfde activiteit waarvoor reeds op basis van een andere subsidieregeling van de gemeente Altena aan de overige instelling subsidie is verleend.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen (subsidiabele kosten)

  • B. Stimuleringssubsidie

    • 1.

      Voor stimuleringssubsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een aanvullende activiteit als bedoeld in artikel 3, lid 2 en lid 3;

    • 2.

      Niet voor stimuleringssubsidie in aanmerking komen:

      • kosten van feesten en partijen.

  • C. Projectsubsidie

    • 3.

      Voor projectsubsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit, als bedoeld in artikel 3 lid 4 en lid 5;

    • 4.

      Niet voor projectsubsidie in aanmerking komen:

      • kosten van feesten en partijen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • A. BASISSUBSIDIE

    • 1.

      De basissubsidie voor een muziekvereniging wordt per kalenderjaar verstrekt en wordt als volgt berekend:

      • a.

        basisbedrag per muziekvereniging, maximaal € 1.050,00;

      • b.

        een bijdrage van maximaal € 52,50 per jeugdlid;

      • c.

        een bijdrage van maximaal € 52,50 per seniorenlid;

      • d.

        een bijdrage van maximaal € 105,00 per jeugdlid die les krijgt binnen de leerlingenopleiding van de muziekvereniging, mits uit de begroting van de betreffende vereniging blijkt dat men voor het opleiden van de jeugdleden, die les krijgen binnen de leerlingenopleiding van de muziekvereniging, minimaal € 100,00 per jeugdlid aan kosten maakt.

    • 2.

      De basissubsidie voor een zangvereniging of toneelvereniging wordt per kalenderjaar verstrekt en wordt als volgt berekend:

      • a.

        basisbedrag per zangvereniging of toneelvereniging, maximaal € 262,50;

      • b.

        een bijdrage van maximaal € 10,50 per jeugdlid;

      • c.

        een bijdrage van maximaal € 10,50 per seniorenlid.

    • 3.

      De basissubsidie voor een dansschool wordt per kalenderjaar verstrekt en wordt als volgt berekend:

      • a.

        basisbedrag per dansschool, maximaal € 262,50;

      • b.

        een bijdrage van maximaal € 10,50 per cursist die op de peildatum:

        • jonger is dan 18 jaar; of

        • ouder is dan 65 jaar.

    • 4.

      De basissubsidie voor een beeldende kunstinstelling, wordt per kalenderjaar verstrekt en wordt als volgt berekend:

      • a.

        basisbedrag per beeldende kunstinstelling, maximaal € 1050,00;

  • een bijdrage van maximaal € 52,50 per cursist.

  • B. STIMULERINGSSUBSIDIE.

    • 5.

      Een stimuleringssubsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met dien verstande dat:

      • 1.

        de stimuleringssubsidie minimaal € 525,00 per aanvullende activiteit bedraagt; en

      • 2.

        de stimuleringssubsidie slechts wordt verleend tot maximaal € 2.625,00 voor één of meerdere aanvullende activiteiten per kalenderjaar per instelling,

  • C. PROJECTSUBSIDIE

    • 6.

      Een projectsubsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten voor één of meerdere activiteiten per kalenderjaar per overige instelling.

    • 7.

      Een projectsubsidie bedraagt maximaal €6.000,00.

Artikel 7 Subsidieplafonds

  • 1. De subsidieplafonds voor basissubsidie en projectsubsidie worden per kalenderjaar door het college vastgesteld.

  • 2. Het subsidieplafond voor stimuleringssubsidie wordt per afzonderlijk aanvraagtijdvak door het college vastgesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Wanneer de verstrekking van de basissubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, er toe zal leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, worden door het college de maximale bedragen, zoals genoemd in artikel 6, leden 1 , 2, 3 en 4, met een gelijk percentage verlaagd tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

  • 2. Verstrekking van stimuleringssubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen per afzonderlijk aanvraagtijdvak, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen. Indien het vastgestelde subsidieplafond voor de verstrekking van stimuleringssubsidie dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  • 3. Verstrekking van de projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 4, vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen. Indien het vastgestelde subsidieplafond voor de verstrekking van stimuleringssubsidie dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 9 Indieningvereisten aanvraag subsidie

  • A. BASISSUBSIDIE

    • 1.

      Een aanvraag om basissubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient, naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, vergezeld te zijn van:

      • a.

        een ledenlijst of een overzicht van cursisten op de peildatum voorzien van naam, adres, woonplaats en geboortedatum van elk lid of elke cursist;

      • b.

        een overzicht van jeugdleden die muziekles ontvangen binnen de leerlingenopleiding van de muziekvereniging.

  • B. STIMULERINGSSUBSIDIE

    • 2.

      Een aanvraag om stimuleringssubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient, naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, vergezeld te zijn van:

      een beschrijving op welke wijze voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 3, leden 2 en 3.

  • C. PROJECTSUBSIDIE

    • 3.

      Een aanvraag om projectsubsidie moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient vergezeld te gaan van de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om basissubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt, conform artikel 7, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening, ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag om stimuleringssubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 2, wordt per aanvullende activiteit per kalenderjaar, in afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening, ingediend:

    • a.

      in de periode van 1 januari tot en met uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 1);

    • b.

      in de periode van 2 mei voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot en met uiterlijk 1 maart in het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 2); of

    • c.

      in de periode van 2 maart tot en met uiterlijk 1 september in het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft (aanvraagtijdvak 3).

  • 3. Een aanvraag om projectsubsidie, als bedoeld in artikel 3, lid 4, wordt per activiteit per kalenderjaar, in afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening, ingediend 13 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 11 Beslistermijn

Voor de activiteiten die volgens deze regeling voor subsidie in aanmerking komen gelden de volgende beslistermijnen:

  • 1.

    Op een aanvraag om basissubsidie, als bedoeld in artikel 10, lid 1, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    • a.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder a (aanvraagtijdvak 1), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • b.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder b (aanvraagtijdvak 2), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

    • c.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in artikel 10, lid 2 onder c (aanvraagtijdvak 3), beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Op een aanvraag om projectsubsidie, als bedoeld in artikel 10, lid 3, beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend, tenzij de aanvraag is ingediend voor 15 oktober van enig jaar ten behoeve van een activiteit in het daaropvolgende kalenderjaar. In dat laatste geval beslissen burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteit aanvangt en waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, lid 3, aanhef en onder g, van de Algemene Subsidieverordening kan subsidie (basissubsidie, stimuleringssubsidie en projectsubsidie) worden geweigerd als:

  • 1.

    niet voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 3, 4, 5 , 6 of 8;

  • 2.

    de subsidieaanvraag buiten de gestelde aanvraagtermijn wordt ingediend; of

  • 3.

    voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde (aanvullende) activiteit in hetzelfde kalenderjaar op grond van deze regeling reeds subsidie is verleend.

Artikel 13 Bevoorschotting

Er wordt een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag beschikbaar gesteld in het betreffende kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

  • 1. In afwijking van artikel 7, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening en in afwijking van het bepaalde in artikel 10 van deze regeling, wordt een aanvraag om een basissubsidie voor het kalenderjaar 2021 ingediend in de periode van 1 december 2020 tot en met uiterlijk 15 december 2020.

  • 2. Op een aanvraag om een basissubsidie voor het kalenderjaar 2021 beslissen Burgemeester en wethouders, in afwijking van artikel 8, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening Altena 2019 en in afwijking van het bepaalde in artikel 11 van deze regeling, uiterlijk op 1 februari 2021.

  • 3. In afwijking van artikel 7 van de Algemene Subsidieverordening en in afwijking van het bepaalde in artikel 10, lid 2, van deze regeling, wordt een aanvraag om een stimuleringssubsidie als bedoeld in artikel 3, lid 2, per aanvullende activiteit voor het kalenderjaar 2021, ingediend:

    • a.

      in de periode van 1 december 2020 tot en met uiterlijk 15 december 2020 (aanvraagtijdvak 1);

    • b.

      in de periode van 16 december 2020 tot en met uiterlijk 1 maart 2021 (aanvraagtijdvak 2); of

    • c.

      in de periode van 2 maart 2021 tot en met uiterlijk 1 september 2021 (aanvraagtijdvak 3).

  • 4. In afwijking van artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening en in afwijking van het bepaalde in artikel 11, aanhef en onder 2, van deze regeling gelden de volgende beslistermijnen voor de aanvraag om een stimuleringssubsidie voor het kalenderjaar 2021:

    • a.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in het vorige lid onder a (aanvraagtijdvak 1), beslissen burgemeester en wethouders, uiterlijk op 1 februari 2021.

    • b.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in het vorige lid onder b (aanvraagtijdvak 2), beslissen burgemeester en wethouders binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

    • c.

      Op een aanvraag om stimuleringssubsidie, ingediend in de periode als bedoeld in het vorige lid onder c (aanvraagtijdvak 3), beslissen burgemeester en wethouders, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuurparticipatie Altena 2020.

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van openbare bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 oktober 2020

het college van burgemeester en wethouders van Altena,

de secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

Bijlage 1 Definiëring kunst- en cultuurdisciplines

  • a.

    Theater is een verzamelnaam voor de kunstvormen die levende voorstellingen voor publiek maken. Het cultuureducatieve aanbod in Altena loopt uiteen van poppentheater, toneel tot improvisatietheater.

  • b.

    Dans is de kunstvorm waarbij lichamelijke beweging centraal staat, vaak in combinatie met muziek. Het cultuureducatieve aanbod in Altena loopt uiteen van moderne dans tot breakdance.

  • c.

    Muziek is een kunstvorm die gebruik maakt van klanken, geschikt in een bepaalde tijdsduur. Om muziek te maken wordt gebruikgemaakt van de elementen als toonhoogte, ritme, geluidssterkte, maar ook stilte.

  • d.

    Beeldende kunst is een kunstvorm waarbij het beeldende (de afbeelding) voorop staat. Het resultaat kan een platte of een ruimtelijke vorm aannemen.

  • e.

    Fotografie is een kunstvorm waarbij met behulp van licht afbeeldingen van voorwerpen en situaties worden vastgelegd.

  • f.

    Film en animatie zijn kunstvormen waarbij een verhaal wordt uitgebeeld door opeenvolgende stilstaande beelden.

  • g.

    Grafisch ontwerp is het visueel vormgeven van ideeën in verschillende media, met als doel om mensen iets mee te delen.

  • h.

    Mediakunst is een verzameling aan kunstvormen waarbij nieuwe media (denk aan internet en sociale media) ingezet worden.

  • i.

    Literatuur is een verzameling aan kunstvormen waarbij teksten, zowel geschreven als in mondelinge vorm, centraal staan. Literatuureducatie bevordert de literaire competentie, een vorm van geletterdheid, leesbevordering is gericht op leesplezier.

  • j.

    Cultureel erfgoed omvat alle sporen uit het verleden in het heden die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn. Dat kunnen monumenten en voorwerpen in musea zijn, maar ook immaterieel erfgoed, zoals verhalen of rituelen behoren hiertoe.