Reglement Adviescommissie Branding Limburg

1. De leden en de voorzitter van de commissie worden geselecteerd door het college conform het Beleidskader Selectie en benoemingen door Gedeputeerde Staten.

2. De ambitie van het college is om in de commissie expertise op het gebied van (regio)branding te koppelen aan kennis van en betrokkenheid bij aandachtsgebieden die beeldbepalend zijn voor het ‘merk’ Limburg op het gebied van wonen, werken, recreëren, ondernemen, studeren, et cetera. Voor de werving en selectie van leden voor de commissie is onderstaande ideaalverdeling van domeinen/expertises opgesteld.

• A.

  Leden met inhoudelijke expertise op het gebied van:

  • •

    Regio- / citybranding

  • •

    Gebiedsmarketing / toeristische marketing

  • •

    Arbeidsmarktcommunicatie en/of

  • •

    Commerciële marketing / positionering

• B.

  Leden met kennis en ervaring op het gebied van:

  • •

    Vestigingsklimaat

  • •

    Toerisme

  • •

    Bedrijfsleven, economische ontwikkeling

  • •

    Innovatie / kennisontwikkeling

  • •

    Cultuur, media en sport

  • •

    Natuur en landschap en/of

  • •

    Internationalisering / euregio

Daarbij is het streven van het college om in de samenstelling van de commissie niet alleen de benodigde expertise te herbergen, maar ook een daadwerkelijke afspiegeling van onze moderne samenleving te vormen. Diversiteit is daarbij een belangrijk gegeven, zowel als het gaat om de verhouding man/vrouw, als de mate waarin bijvoorbeeld ook jongeren in de commissie een plek krijgen. Ook de verdeling over de diverse Limburgse regio’s zal in het oog worden gehouden.

3. De commissie bestaat uit minimaal 7 en maximaal 11 leden (inclusief voorzitter), welke door het college worden benoemd en op persoonlijke titel zitting zullen hebben.

4. De leden en de voorzitter van de commissie worden door het college benoemd voor een periode van drie jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een periode van drie jaar.

5. Op voordracht van de voorzitter benoemt de commissie uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

6. Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, door schriftelijke kennisgeving aan het college met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Wanneer een lid niet of niet voldoende functioneert, kan het college, gehoord de (plaatsvervangend) voorzitter en de ambtelijk secretaris, het lidmaatschap van het desbetreffende lid tussentijds beëindigen.

1. De commissie adviseert het college met betrekking tot subsidieaanvragen in het kader van de vigerende Nadere subsidieregels inzake branding van Limburg.

2. De commissie adviseert het college gevraagd, maar ook ongevraagd over merkontwikkeling en daarbij in te zetten middelen.

3. De commissie adviseert het college vanaf 2021 over de thema’s van de calls die jaarlijks worden uitgewerkt in het kader van de vast te stellen Nadere subsidieregels inzake branding van Limburg.

4. Het college besluit inzake haar beleid op het gebied van branding en de betreffende subsidieaanvragen met inachtneming van het advies van de commissie. Indien het college besluit af te wijken van het advies van de commissie doet het college dit gemotiveerd en onder mededeling hiervan aan de commissie.

1. De commissie adviseert het college over subsidieaanvragen in het kader van de vigerende Nadere subsidieregels inzake branding van Limburg. De commissie beoordeelt de subsidieaanvragen conform de werkwijze zoals deze is opgenomen in de betreffende Nadere subsidieregels.

2. De commissie voorziet haar adviezen van een uitvoerige objectieve deugdelijke motivering conform de in de betreffende Nadere subsidieregels opgenomen criteria en bijbehorende indicatoren. Afwijking van deze criteria en indicatoren is niet toegestaan.

3. De criteria en bijbehorende indicatoren voorzien van een toelichting worden in de afzonderlijke adviezen specifiek benoemd.

1. De Provincie Limburg vervult vanuit het cluster Communicatie het ambtelijk secretariaat van de commissie.

2. Het ambtelijk secretariaat legt voor de ondersteunende taken ten behoeve van de commissie verantwoording af aan de commissie.

3. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht in de commissie.

4. De taakstelling van de ambtelijk secretaris omvat in ieder geval:

• a.

  het opstellen van de geformuleerde en vast te stellen (concept)adviezen van de commissie;

• b.

  het opstellen van het jaarlijks verslag van de commissie;

• c.

  het adviseren aan de commissie inzake procedurele en organisatorische zaken en het toezien op naleving van procedures en afspraken;

• d.

  het fungeren als intermediair tussen de commissie en het ambtelijk apparaat van de Provincie Limburg;

• e.

  het opstellen van de planning (data en indeling) van reguliere vergaderingen en andere bijeenkomsten;

• f.

  het voorbereiden van (de agenda van) en de verslaglegging van vergaderingen;

• g.

  het verzorgen van inkomende en uitgaande correspondentie;

• h.

  het afhandelen van de declaraties van de (leden van) de commissie.

1. De commissie vergadert ten minste vier keer per jaar conform een vooraf vast te stellen vergaderrooster waarbij zij rekening houdt met een tijdige besluitvorming door het college met betrekking tot de subsidieaanvragen in het kader van de vigerende Nadere subsidieregels inzake branding van Limburg.

2. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. De agenda, vergaderverslagen en de adviezen die de commissie aan het college uitbrengt, zijn wel openbaar.

3. Het aantal leden dat aan de vergadering van de commissie dient deel te nemen om adviezen te kunnen vaststellen, bedraagt minimaal de helft (bij een oneven aantal leden wordt op een heel getal naar boven afgerond) van het aantal leden van de commissie plus de (plaatsvervangend) voorzitter.

4. Voor zover de commissie niet tot unanieme adviesvorming kan komen, stelt de commissie haar adviezen vast bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid (inclusief de (plaatsvervangend) voorzitter) één stem heeft. Indien de stemmen staken, beslist de (plaatsvervangend) voorzitter.

5. De commissie bepaalt zelf haar vergaderorde en legt dit vast in de vergaderverslagen.

6. Correspondentie namens de commissie en adviezen van de commissie worden steeds ondertekend door de (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangend) ambtelijk secretaris.

7. De (plaatsvervangend) voorzitter en/of leden onthouden zich van deelname aan vergaderingen, advisering en/of stemming indien het een aangelegenheid betreft die hen persoonlijk aangaat of als het gaat om een instelling waarvan zij (bestuurs)lid zijn of waaraan zij op enigerlei wijze verantwoording schuldig zijn. Dit wordt ter vergadering vastgelegd in het vergaderverslag.

1. De commissie publiceert jaarlijks uiterlijk in mei haar verslag over het voorgaande jaar.

2. Voorafgaand aan de publicatie van het verslag heeft de voltallige commissie een ontmoeting met de inhoudelijke portefeuillehouder binnen het college.

3. Het verslag, bevat in ieder geval:

• a.

  hoeveel en welke zaken ter advisering aan de commissie zijn voorgelegd (kwantitatief),

• b.

  op welke algemene gronden positief dan wel negatief is geadviseerd (kwalitatief, niet terug te voeren op specifieke subsidieaanvragen), en

• c.

  de algemeen afgegeven adviezen over de ontwikkeling van het ‘merk’ Limburg,

• d.

  in welke mate deze adviezen door het college zijn opgevolgd,

• e.

  een evaluatie van het eigen functioneren van de commissie in de context van de provinciale organisatie en het maatschappelijke veld.

4. De voorzitter van de commissie en de ambtelijk secretaris hebben ieder kwartaal voortgangsoverleg met de inhoudelijke portefeuillehouder binnen het college.

1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college.

2. Indien gevraagd geeft de commissie toelichtende informatie over de door haar aan het college verstrekte inhoudelijke adviezen.

1. Dit reglement treedt in werking op de dag na die van haar publicatie in het Provinciaal Blad en vervalt op 1 december 2026.

2. Dit reglement wordt aangehaald als ‘Reglement Adviescommissie Branding Limburg’.