Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Kampen 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Kampen 2021

De raad van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2020, zaaknummer 38815-2020

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet,

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,

besluit vast te stellen de

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Kampen 2021

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • -

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • -

    begraafplaatsadministratie: de ambtenaren die belast zijn met de administratie van de begraafplaatsen;

  • -

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Kampen, te weten:

    • -

      Algemene Begraafplaats Kampen ‘De Zandberg’, Rondeweg 7 in IJsselmuiden;

    • -

      Algemene Begraafplaats IJsselmuiden ‘De Zandberg’, Rondeweg 7 in IJsselmuiden;

    • -

      Nieuwe Algemene Begraafplaats Kampen ‘Bovenbroek’, Bovenbroeksweg 4 in Kampen;

    • -

      Algemene Begraafplaats Grafhorst, Grafhorsterweg 71 in Grafhorst;

    • -

      Algemene Begraafplaats Kamperveen, Zuideinde West 12B in Kamperveen;

    • -

      Algemene Begraafplaats Wilsum, Westenbergstraat 28 in Wilsum;

    • -

      Algemene Begraafplaats Zalk, Zalkerdijk 39 in Zalk;

  • -

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • -

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of van een urnennis is verleend

  • -

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • -

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • -

    grafkelder: een polyester, betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • -

    heffingsverordening: de toepasselijke Verordening lijkbezorgingsrechten;

  • -

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen overleden voor de 24e week van de zwangerschap;

    • c.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • d.

      het doen verstrooien van as;

  • -

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een urnengraf;

  • -

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • -

    urnengraf: een particulier graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen, in of op het graf;

    • b.

      het doen verstrooien van as;

  • -

    urnennis: een nis in een urnenmuur of columbarium bij de gemeente in beheer waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: urnennis.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de veiligheid, orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met (motor)voertuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen;

    • b.

      sneller dan 6 km per uur.

  • 4.

    (Motor)voertuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen.

  • 5.

    De beheerder kan incidenteel ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het derde lid, aanhef en onderdeel a, en het vierde lid.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de begraafplaatsadministratie. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de begraafplaatsadministratie vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de begraafplaatsadministratie. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de begraafplaatsadministratie zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het college voorziet in het openen en sluiten van het graf alsmede het wegnemen en herplaatsen van de aanwezige grafbedekking tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde bedrag.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de begraafplaatsadministratie. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, met ten minste het wettelijke minimum van vijf jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn 10.00 uur, 11.30 uur, 13.00 uur, 14.30 uur en 16.00 uur.

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 11 Afmetingen en materialen kisten en andere lijkomhulsels

Het college kan nadere regels stellen voor de afmetingen en materialen van kisten en andere lijkomhulsels.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven en urnengraven;

    • b.

      urnennissen;

    • c.

      plaatsen in algemene graven.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken kunnen worden bijgezet in de algemene graven en in de particuliere graven, hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en urnennissen en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de graven.

  • 3.

    Sommige typen graven of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet, en niet voor alle termijnen, beschikbaar. Een aanvrager heeft geen recht op levering.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. In geval van vrij gekomen graven kan van de volgorde van ligging worden afgeweken.

  • 2.

    Een tweede graf direct naast een voor directe begraving uitgegeven graf kan uitsluitend worden uitgegeven wanneer de nabestaanden bij de uitgifte van het voor directe begraving uitgegeven graf te kennen geven dat de weduwe, weduwnaar of duurzame levenspartner van de overledene naast de overledene begraven wenst te worden (zogenaamde dubbelgraven).

  • 3.

    Het college kan maximaal 6 particuliere graven, urnengraven of urnennissen uitgeven aan een rechthebbende anders dan voor directe begraving, asbus bijzetting of asverstrooiing – het zgn. reserveren van graven - en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

  • 4.

    In dit artikel wordt ‘directe begraving’ gelijkgesteld aan de verstrooiing van as in of op een graf of bijzetting van een asbus in het graf.

Artikel 14 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig, dertig jaar of onbepaalde tijd het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht voor graven voor bepaalde tijd wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    De heffingsverordening is van toepassing op een uitgegeven grafrecht.

Artikel 16 Grafkelder

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf of een urnengraf tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde bedrag, op de daarvoor in aanmerking komende plaatsen vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder.

  • 2.

    Het openen en dichten van grafkelders geschiedt door de zorg en op kosten van de rechthebbende.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende eveneens worden overgeschreven ten name van een rechtspersoon welke tot doel heeft het in stand houden van graven. Deze rechtspersoon dient tenminste 25 graven op naam te hebben staan alvorens tot overschrijving kan worden overgegaan. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende. Het recht op een particulier graf kan eveneens worden overgeschreven ten name van een rechtspersoon welke tot doel heeft het in stand houden van graven. Deze rechtspersoon dient tenminste 25 graven op naam te hebben staan alvorens tot overschrijving kan worden overgegaan. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zinnen bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4.

    Voor elke overschrijving zal voor ieder graf door de nieuwe rechthebbende betaald worden het daarvoor in de heffingsverordening verschuldigde bedrag voor overschrijving grafrechten.

Artikel 18 Adreswijzigingen

De rechthebbende en gebruiker van een graf is verplicht zorg te dragen dat zijn adres te allen tijde bij de begraafplaatsadministratie bekend is.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf vraagt vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, bedoeld in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 21 Onderhoud van het terrein

  • 1.

    Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de terreinen van de begraafplaatsen.

  • 2.

    Rechthebbenden van particuliere graven, urnengraven, urnennissen of herdenkingsplaatsen en gebruikers zijn verplicht conform de heffingsverordening in de kosten van het algemeen onderhoud bij te dragen.

Artikel 22 Onderhoud van de grafbedekking, urnennissen en herdenkingsplaatsen

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen en laten vernietigen zonder dat het college tot enige vergoeding verplicht is. De kosten van verwijdering kunnen in rekening worden gebracht.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking.

  • 5.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6.

    Bij het ook na een aanmaning in gebreke blijven van herstel als bedoeld in het tweede lid en het vergoeden van de kosten van het doen verwijderen van de voorwerpen als bedoeld in het derde lid, kan het college de rechten op het graf vervallen verklaren zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding.

  • 7.

    De beheerder is bevoegd een gedenkteken tijdelijk weg te nemen op kosten van de gemeente indien dit voor het beheer van de begraafplaats noodzakelijk is.

  • 8.

    De gemeente is niet aansprakelijk voor schade aan grafbedekkingen, grafkelders en urnenkelders.

  • 9.

    Waar in dit artikel wordt gesproken over grafbedekking wordt hieronder ook verstaan sluit- en letterplaten van urnennissen, herdenkingsplaatjes, gedenktekens en sierurnen.

Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, en zijden, plastic of uit andere kunststof gemaakte bloemen en planten op een graf die naar het oordeel van de beheerder ontsierend zijn op de begraafplaats, kunnen worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 24 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de al dan niet verlengde termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken of de beplanting kan gedurende een maand vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

  • 3.

    Waar in dit artikel wordt gesproken over graf wordt hieronder ook verstaan urnennis, urnengraf, herdenkingsplaats en sierurnen.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.

  • 2.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf, urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Hoofdstuk 7 Einde van de grafrechten

Artikel 26 Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het gebruiksrecht en/of de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht en/of onderhoudskosten niet binnen drie maanden na aanvang van de betalingstermijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening of de heffingsverordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen zes maanden is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 27 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2004, vastgesteld op 23 september 2004 en zoals nadien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2004 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2004 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 of 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Kampen 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 oktober 2020.

drs. H.A. van der Meulen,

griffier,

drs. mr. B. Koelewijn,

voorzitter