Regeling vervalt per 31-12-2024

Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Geldend van 20-06-2024 t/m 30-12-2024

Intitulé

Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat toerisme en toeristische activiteiten een positieve bijdrage kunnen leveren aan andere provinciale beleidsprestaties als opgenomen in de eerste begrotingswijziging 2020;

Overwegende de wens van provinciale staten om focus aan te brengen in de activiteiten die de provincie wenst te ondersteunen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

De-minimis verordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, 2023/2831);

draagkracht: het fysieke en sociale vermogen van de bestemming om de toeristisch-recreatieve druk en de effecten daarvan aan te kunnen;

duurzaam toerisme: toerisme dat volledig rekening houdt met de huidige en toekomstige ecologische, sociale en economische impact en dat zich richt op de behoeften van bezoekers, de toeristische sector, het milieu en de lokale bevolking;

economische activiteit: aanbieden van goederen of diensten op een markt waar sprake is van concurrentie;

gedragscommunicatie: strategisch gebruik van communicatie om een verandering in kennis, houding en gedrag te bevorderen dat bijdraagt aan duurzaam toerisme;

inclusie: inspanning die erop gericht is dat de activiteit voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is, ongeacht beperking, gender, geaardheid, culturele- of etnische achtergrond, vreemd- of laaggeletterdheid, leer- of werkniveau of armoede;

natuurinclusief: versterken van de streekgebonden natuur en biodiversiteit en het stimuleren van bewustzijn bij bezoekers van het belang hiervan;

onderneming: iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent;

toeristisch oogmerk: stimuleren van vrijetijdsbesteding naar een unieke of reiswaardige bestemming buiten de eigen woonomgeving ten bate van de toeristische sector;toeristisch-recreatieve druk: verhouding tussen de aantallen bezoekers, de invloed van hun activiteiten de aantallen inwoners op een bepaalde locatie;triple helix: deelname door minimaal één publieke organisatie, één kennisorganisatie en één private onderneming.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten met een toeristisch oogmerk die aantoonbaar en direct:

    • a.

      drukke en potentieel drukke toeristische plekken veerkrachtiger maken of de toeristische druk verlagen;

    • b.

      een positieve impact hebben op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan:

    • a.

      het verlagen van druk op een toeristische bestemming;

    • b.

      het vergroten van de draagkracht van een toeristische bestemming, of

    • c.

      de ontwikkeling van duurzaam toerisme.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt aan een ieder, met uitzondering van natuurlijke personen.

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 worden ingediend van 1 september tot en met 31 oktober.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

  • 1. Naast het aanvraagformulier, genoemd in artikel 9, eerste lid van de Asv, gaat een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, vergezeld van:

    • a.

      een kopie bewijs toegezegde financiering, indien het project wordt medegefinancierd door een organisatie die zelf geen aanvrager is;

    • b.

      een toelichting waaruit blijkt dat de activiteit een toeristisch oogmerk heeft en bijdraagt aan;

      • i.

        het veerkrachtiger maken van drukke of potentieel drukke toeristische bestemmingen;

      • ii.

        het verlagen van toeristische druk, of

      • iii.

        een positieve impact op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners;

    • c.

      een begroting waarin de activiteiten, bedoeld in het eerste lid van artikel 2, expliciet zijn opgenomen;

    • d.

      een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in de De-minimisverordening;

    • e.

      een omschrijving van de te verrichten activiteiten inclusief een planning en een kaartbeeld waar de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2. Onverminderd het eerste lid gaat een aanvraag voor subsidie indien voor de realisatie van de activiteiten een vergunning is vereist, vergezeld van een ontvangstbevestiging van de aanvraag voor vergunning door het bevoegd gezag of een afschrift van de verleende vergunning.

  • 3. Onverminderd het eerste lid gaat een aanvraag voor subsidie indien voor de realisatie van de activiteiten geen vergunning is vereist, vergezeld van een bewijs door het bevoegd gezag waaruit blijkt dat geen vergunning vereist is.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd, indien:

  • a.

    meer dan 50% van de subsidiabele kosten wordt besteed aan promotie, communicatie, niet zijnde gedragscommunicatie, of het ontwikkelen en publiceren van content;

  • b.

    aan de aanvrager voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, reeds subsidie is verstrekt op grond van een door gedeputeerde staten vastgestelde subsidieregeling;

  • c.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 5.000,- bedraagt;

  • d.

    de activiteit niet openbaar toegankelijk of van openbaar nut is;

  • e.

    per aanvrager meer dan één aanvraag is ingediend;

  • f.

    er sprake is van een ongenoegzame aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    geen punten worden toegekend aan criterium a als bedoeld in artikel 11, eerste lid.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten dragen aantoonbaar bij aan;

    • I.

      het veerkrachtiger maken van drukke of potentieel drukke toeristische plekken door het verlagen van toeristische druk;

    • II.

      een positieve impact op de bestemming, haar omgeving en haar inwoners.

  • b.

    tenminste een bijdrage of medefinanciering van 50% aan de subsidiabele kosten indien de aanvrager een overheid of onderneming betreft;

  • c.

    tenminste een bijdrage of medefinanciering van 25% aan subsidiabele kosten indien de aanvrager een stichting of vereniging zonder winstoogmerk betreft;

  • d.

    de activiteiten hebben een toeristisch oogmerk.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      investeringskosten in onroerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

    • b.

      investeringskosten in roerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

    • c.

      ontwerp- en begeleidingskosten tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;

    • d.

      kosten voor door aanvrager in te kopen diensten noodzakelijk voor realisatie van deze activiteiten;

    • e.

      [vervallen]

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder c, komen ontwerp- en begeleidingskosten tot een maximum van 100% van de totale subsidiabele kosten in aanmerking zover deze kosten betrekking hebben op projecten gericht op:

    • a.

      planvorming voor het natuurinclusief maken van een museum, attractie of verblijfsrecreatie, of

    • b.

      visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten die betrekking hebben op het voorbereiden of indienen van de aanvraag voor subsidie, bedoeld in artikel 2;

  • b.

    kosten voor de verkrijging van de benodigde vergunningen, in- en toestemmingen;

  • c.

    reguliere exploitatiekosten, waaronder beheer- en onderhoudskosten;

  • d.

    vervangingsinvesteringen.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,- indien de aanvrager een overheid of een onderneming betreft;

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,- indien de aanvrager een vereniging of stichting zonder winstoogmerk betreft.

Artikel 11 Rangschikking

  • 1. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld aan de hand van een weging op basis van de volgende criteria die nader uitgewerkt zijn in de bijlage 1 bij deze regeling:

    • a.

      criterium a: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een bijdrage leveren aan de criteria zoals opgenomen in bijlage 1: ten hoogste 50 punten;

    • b.

      criterium b: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een positieve bijdrage leveren aan onderstaande thema’s: ten hoogste 24 punten;

      • I.

        toerisme door en voor de inwoners van Zuid-Holland;

      • II.

        mate waarin de aanvraag een uniek karakter heeft en een voorbeeldfunctie kan vervullen voor andere regio’s of toeristische organisaties.

  • 2. Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen, die voldoen aan de aanvraagvereisten en subsidievereisten, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

  • 3. Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen hoger naarmate de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, lager is.

  • 4. Indien toepassing van het tweede en derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    binnen een half jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking wordt met de uitvoering van de activiteit begonnen;

  • b.

    binnen 3 jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking is de activiteit, bedoeld in artikel 2, gerealiseerd.

  • c.

    In afwijking op de onderdelen a en b geldt, indien de subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking, de dagtekening van de subsidievaststellingsbeschikking.

Artikel 13 Prestatieverantwoording

  • 1. Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag waarin in ieder geval wordt beschreven wat het effect van de activiteit is op de bestemming en bezoekersstromen.

  • 2. Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag waarin in ieder geval wordt beschreven wat het effect van de activiteit is op de bestemming en bezoekersstromen.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin de regeling wordt geplaatst.

Artikel 15 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2024, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 15 september 2020

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. KOEK,

secretaris

F. VERMEULEN,

plv. voorzitter

Bijlage 1 behorende bij artikel 1 tweede lid van de Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Voor de rangschikking genoemd in artikel 11 wordt voor de verschillende criteria de volgende puntentelling gehanteerd:

Criterium a. Bijdrage aan de provinciale beleidsopgave voor duurzaam toerisme: 

Maximaal 50 punten.

  • i.

    Het veerkrachtiger maken van drukke of potentieel drukke toeristische bestemmingen of het verlagen van toeristische druk: 

    • 1.

      Indien het project gericht is op spreiding van bezoekers, vraagsturing of gedragsbeïnvloeding: 4 punten.

    • 2.

      Indien het project gericht is op impact meten van toeristisch bezoek inclusief opvolging: 4 punten.

    • 3.

      Indien het project gericht is op het oplossen van knelpunten in bezoekersstromen:

    • 4.

      4 punten.

    • 5.

      Indien het project gericht is op het versterken van de draagkracht van een toeristische bestemming: 6 punten.

    • 6.

      Indien het project gericht is op visievorming voor duurzaam toerisme in een gemeente of regio: 6 punten.

  • ii.

    Bijdragen aan een positieve impact op de plek, de omgeving en haar inwoners:

    • 1.

      Indien het project stimuleert dat bezoekers een positieve sociaal-maatschappelijke of ecologische bijdrage leveren aan de plek en haar inwoners: 6 punten.

    • 2.

      Indien het project zich richt op gemeenschappelijke voorzieningen voor zowel inwoners als bezoekers: 4 punten.

    • 3.

      Project gericht op bewustzijn en educatie van klimaat of natuurlijke en culturele waarden van een gebied: 4 punten.

    • 4.

      Indien het project gericht is op planvorming ten behoeve van het natuurinclusief maken van een attractie, museum of verblijfsrecreatie: 4 punten.

    • 5.

      Indien het project gericht is op circulariteit, besparing van grondstoffen of hergebruik: 4 punten.

    • 6.

      Indien het project gericht is op verduurzaming van vervoermiddelen met een capaciteit van tien personen of meer: 4 punten.  

Criterium b. Bijdrage aan specifieke thema’s

Maximaal 24 punten

  • i.

    Indien de aanvraag aantoonbaar betrekking heeft op toerisme door en voor de inwoners van Zuid-Holland:

    • 1.

      Aanvraag is aantoonbaar mede door vertegenwoordiging van bewoners gedaan op basis van bewonersinspraak of bewonerspanels: 4 punten.

    • 2.

      Onderdelen van de aanvraag zijn specifiek bedoeld voor inwoners van Zuid-Holland: 4 punten.

    • 3.

      Aanvraag draagt aantoonbaar bij aan inclusie of het vergroten van de toegankelijkheid voor doelgroepen met een beperking: 4 punten.

  • ii.

    Indien de aanvraag een uniek karakter heeft en een voorbeeldfunctie kan vervullen voor andere regio’s of toeristische organisaties:

    • 1.

      Aanvraag heeft betrekking op een vorm van triple helix samenwerking: 4 punten.

    • 2.

      Aanvraag heeft een bijzonder of onderscheidend karakter door een innovatieve of creatieve aanpak die uniek is in Zuid-Holland: 4 punten.

    • 3.

      Aanvraag draagt bij aan het versterken van het onderscheidende identiteit van de bestemming en daarmee aan de positionering en profilering van de bestemming: 4 punten.

Bijlage 2 behorende bij artikel 11 van de Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

[vervallen]