Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Geldend van 30-12-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat toerisme en toeristische activiteiten een positieve bijdrage kunnen leveren aan andere provinciale beleidsprestaties als opgenomen in de eerste begrotingswijziging 2020;

Overwegende de wens van provinciale staten om focus aan te brengen in de activiteiten die de provincie wenst te ondersteunen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    aantoonbare bijdrage aan andere provinciale opgave: bijdrage aan een andere provinciale opgave:

    • 1)

      die op het subsidie-aanvraagformulier is gemotiveerd;

    • 2)

      waarvan de specifieke activiteiten zichtbaar zijn op de begroting, en

    • 3)

      die, indien dat is aangegeven in bijlage 1, vergezeld gaat van een ondertekende ondersteuningsverklaring;

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • -

    andere provinciale opgave: opgave genoemd in bijlage 1 behorende bij deze regeling;

  • -

    boven-lokale activiteit: activiteit die niet alleen gericht is op de directe omgeving van de aanvrager, maar ook gericht is op samenwerking met (toeristische) partners en gebruikers buiten de lokale gemeenschap;

  • -

    De-minimis verordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • -

    economische activiteit: het aanbieden van goederen of diensten op een markt waarop sprake is van concurrentie;

  • -

    onderneming: iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent;

  • -

    thematische route: een route of arrangement waarbij toeristische locaties door middel van een thematisch verhaal onderling worden verbonden;

  • -

    toeristisch oogmerk: stimuleren van vrijetijdsbesteding naar een unieke of reiswaardige bestemming buiten de eigen woonomgeving ten bate van de toeristische sector.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten met een toeristisch oogmerk die aantoonbaar en direct bijdragen aan andere provinciale opgaven.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan andere provinciale opgaven en toerisme in Zuid-Holland.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt verstrekt aan ondernemingen en overheden.

Artikel 4 Aanvraagperiode

In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 worden ingediend van 15 september tot en met 15 november.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

  • 1. Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van:

    • a.

      een kopie bewijs toegezegde financiering, indien het project wordt medegefinancierd door een organisatie die zelf geen aanvrager is;

    • b.

      een toelichting waaruit blijkt dat door de activiteit aantoonbaar wordt bijgedragen aan andere provinciale opgaven en de activiteit een toeristisch oogmerk heeft;

    • c.

      een begroting waarin de activiteiten, bedoeld in het eerste lid van artikel 2, expliciet zijn opgenomen;

    • d.

      een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in de De-minimisverordening.

  • 2. Onverminderd het eerste lid gaat een aanvraag voor subsidie indien voor de realisatie van de activiteiten een vergunning is vereist, vergezeld van een ontvangstbevestiging van de aanvraag voor vergunning door het bevoegd gezag of een afschrift van de verleende vergunning.

  • 3. Onverminderd het eerste lid gaat een aanvraag voor subsidie indien voor de realisatie van de activiteiten geen vergunning is vereist, vergezeld van een bewijs door het bevoegd gezag waaruit blijkt dat geen vergunning vereist is.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd, indien:

  • a.

    meer dan 50 % van de subsidiabele kosten wordt besteed aan promotie, of communicatie;

  • b.

    de activiteiten in strijd zijn met andere provinciale opgaven;

  • c.

    aan de aanvrager voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, reeds subsidie is verstrekt op grond van een door gedeputeerde staten vastgestelde subsidieregeling; 

  • d.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 5.000,00 bedraagt;

  • e.

    de activiteit niet openbaar toegankelijk of van openbaar nut is;

  • f.

    geen ondertekende de-minimisverklaring is overgelegd, als bedoeld in artikel 5, onderdeel c;

  • g.

    de in artikel 10 bedoelde drempels worden omzeild door de activiteiten kunstmatig op te splitsen;

  • h.

    er sprake is van een ongenoegzame aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    het aantal punten toegekend aan criterium b als bedoeld in het eerste lid van artikel 11, vier punten of minder bedraagt;

  • j.

    in de rangschikking, bedoeld in artikel 11, minder dan 12 punten wordt behaald.

Artikel 7 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten dragen aantoonbaar bij aan andere provinciale opgaven;

  • b.

    tenminste een bijdrage of medefinanciering van 25% aan de subsidiabele kosten;

  • c.

    de activiteiten hebben een toeristisch oogmerk.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    investeringskosten in onroerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

  • b.

    investeringskosten in roerende goederen onder aftrek van de restwaarde op basis van economisch verkeer;

  • c.

    ontwerp- en begeleidingskosten tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;

  • d.

    kosten voor door aanvrager in te kopen diensten noodzakelijk voor realisatie van deze activiteiten;

  • e.

    kosten voor promotie en communicatie tot een maximum van 20% van subsidiabele kosten.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten die betrekking hebben op het voorbereiden of indienen van de aanvraag voor subsidie, bedoeld in artikel 2;

  • b.

    kosten voor de verkrijging van de benodigde vergunningen, in- en toestemmingen;

  • c.

    reguliere exploitatiekosten, waaronder beheer- en onderhoudskosten;

  • d.

    vervangingsinvesteringen.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,00.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 5.000,00, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 11 Rangschikking

  • 1. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld aan de hand van een weging op basis van de volgende criteria die nader uitgewerkt zijn in de bijlage 2 bij deze regeling:

    • a.

      criterium a: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een bijdrage leveren aan andere provinciale opgaven: ten hoogste 20 punten;

    • b.

      criterium b: mate waarin de activiteiten, bedoeld in artikel 2, een positieve bijdrage leveren aan onderstaande thema’s: ten hoogste 10 punten;

      • i.

        toerisme door en voor de inwoners van Zuid-Holland en met name door en voor de jeugd tot 25 jaar;

      • ii.

        bevorderen duurzaam toerisme en vergroten van bewustzijn van toerisme in relatie tot haar omgeving.

    • c.

      criterium c: mate waarin de aanvraag een boven-lokale activiteit betreft: ten hoogste 16 punten.

  • 2. Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen, die voldoen aan de aanvraagvereisten en subsidievereisten, hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

  • 3. Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen hoger naarmate de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, lager is.

  • 4. Indien toepassing van het tweede en derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    binnen een half jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking wordt met de uitvoering van de activiteit begonnen;

  • b.

    binnen 3 jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking is de activiteit, bedoeld in artikel 2, gerealiseerd.

  • c.

    In afwijking op de onderdelen a en b geldt, indien de subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverleningsbeschikking, de dagtekening van de subsidievaststellingsbeschikking.

Artikel 13 Prestatieverantwoording

  • 1. Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.

  • 2. Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin de regeling wordt geplaatst.

Artikel 15 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2024, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 15 september 2020

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. KOEK,

secretaris

F. VERMEULEN,

plv. voorzitter

Bijlage 1 behorende bij artikel 1 tweede lid van de Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Onderstaand wordt de limitatieve opsomming gegeven van bijdragen aan ‘andere provinciale opgaven’.

Op het aanvraagformulier dient u te motiveren op welke wijze uw subsidieaanvraag bijdraagt aan één of meerdere provinciale opgaven, zoals hieronder beschreven. De activiteiten die daaraan bijdragen moeten ook zichtbaar zijn in de begroting.

Voor enkele opgaven wordt gevraagd om een ondersteuningsverklaring. Dit betreft een ondertekende verklaring vanuit een partij zoals omschreven in de opgave. Deze ‘verplichte bijlage’ is noodzakelijk wanneer de benoemde partij niet zelf de subsidie aanvraagt.

Onder ‘andere provinciale opgave’ wordt verstaan:

  • 1.

    Openbaar toegankelijke fietsvoorzieningen bij toeristische locaties, zoals fietsenstalling met laadvoorzieningen, fietsverhuur en rustplaatsen. Dit draagt bij aan de opgave ‘vaker en verder fietsen’.

  • 2.

    Haltevoorzieningen inclusief het aanbieden van deelmobiliteit om de bereikbaarheid en beleefbaarheid van toeristische bestemmingen vanaf ov-locaties en transferia te vergroten. Dit draagt bij aan de opgave ‘adequaat Openbaar Vervoer’.

  • 3.

    Het verknopen van recreatieve routenetwerken over de provinciegrenzen heen voor (meer)daagse wandel-, fiets- en vaartochten. Dit draagt bij aan de opgave ‘sport, recreatie en water- en groenbeleving’.

    • Verplichte bijlage: Een ondersteuningsverklaring van de routebeheerder.

  • 4.

    Recreatieve poorten/entrees, toegangspaden of uitkijktorens die de beleefbaarheid of toegankelijkheid van natuurgebieden vergroten. Dit draagt bij aan de opgave ‘behoud, balans en versterking van de biodiversiteit’.

    • Verplichte bijlage: Een vergunning of ondersteuningsverklaring van de natuurbeheerder die zeggenschap heeft over het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 5.

    Het verbeteren van digitale vindbaarheid of beleving van toeristisch aanbod of bestemmingen door toeristische ondernemers thematisch te verbinden. Dit draagt bij aan de opgave ‘digitaal Zuid-Holland’.

    • Verplichte bijlage: Een ondersteuningsverklaring door een vertegenwoordiging van de betrokken ondernemers.

  • 6.

    Verbeteren van beleefbaarheid van cultureel erfgoed door middel van een toeristische activiteit of overstaplocatie die twee of meer thematische routes verbinden. Dit draagt bij aan de opgave ‘beleven en benutten van erfgoed’.

    • Verplichte bijlage: Een ondersteuningsverklaring van een erfgoedlijn behorende bij de thematische route.

  • 7.

    Verbeteren van de beleefbaarheid van Rijksmonument(en) die buiten de provinciale erfgoedlijnen vallen, zodat bezoekers bijdragen aan het behoud van het monument. Dit draagt bij aan de opgave ‘behoud erfgoed’.

  • 8.

    Kwaliteitsimpuls voor evenementen waarbij tradities in kleine kernen levendig worden gehouden. Dit draagt bij aan de opgave ‘beleven en benutten immaterieel erfgoed’.

    • Het evenement moet zijn opgenomen in het netwerk van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN).

  • 9.

    Bevorderen van alternatieve inkomsten voor agrarische bedrijven in gebieden die buiten LEADER vallen, zoals recreatieve overnachtingsmogelijkheden, activiteiten/arrangementen of verkoop van producten die door deze bedrijven zelf zijn geproduceerd. Dit draagt bij aan de opgave ‘vitale landbouw’.

    • Verplichte bijlage: Een ondersteuningsverklaring door een vertegenwoordiging van agrarische ondernemer(s).

  • 10.

    Een voorlichtingsprogramma met activiteiten en inzet van communicatiemiddelen waarmee bewustzijn en kennis wordt vergroot over één van de volgende opgaven: energietransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit, transitie in de landbouw, publieksbereik archeologie of verkeersveiligheid. Dit draagt bij aan de opgave ‘bewustwording maatschappelijke opgaven’.

    • Verplichte bijlage: Het programma richt zich op specifieke doelgroepen waaronder inwoners van Zuid-Holland; en heeft een groter bereik dan de locatie waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 11.

    Maatregelen op drukke toeristische bestemmingen of kwetsbare locaties om bezoekersstromen te monitoren en bezoekers beter te kunnen spreiden. Dit draagt bij aan de opgave ‘bezoekersmanagement’.

  • 12.

    Vergroten van de beleefbaarheid van stads- en dorpscentra als onderdeel van een thematische route. Dit draagt bij aan de opgave ‘sterke en vitale kernen en steden’.

    • Verplichte bijlagen: Een ondersteuningsverklaring door een vertegenwoordiging van de plaatselijke retail/detailhandel én een ondersteuningsverklaring van een erfgoedlijn of historische vereniging behorende bij de thematische route.

  • 13.

    Kwaliteitsimpuls op bestaande verblijfsrecreatieve parken voor toeristische beheer gericht op vergroening van het park of verbetering van de toegankelijkheid voor gasten met een beperking. Dit draagt bij aan de opgave ‘vitale vakantieparken’ en versterkt de inclusiviteit en diversiteit van Zuid-Holland.

    • Verplichte bijlage: Een uitwerkt landschapsplan voor de desbetreffende locatie en/of een samenwerking met lokale natuurorganisaties.

Bijlage 2 behorende bij artikel 11 van de Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland

Voor de rangschikking genoemd in artikel 11 wordt voor de verschillende criteria de volgende puntentelling gehanteerd:

Criterium a:

Maximaal 20 punten.

Bijdrage aan andere provinciale beleidsopgaven: Per bijdrage aan andere provinciale beleidsopgaven, zoals weergegeven in bijlage 1 en op het aanvraagformulier als zodanig kenbaar gemaakt: 5 punten.

Criterium b:

Maximaal 16 punten

Bijdrage aan specifieke thema’s:

  • i.

    Indien de aanvraag aantoonbaar betrekking heeft op toerisme door en voor de inwoners van Zuid-Holland:

    • -

      Aanvraag is aantoonbaar mede door vertegenwoordiging van bewoners gedaan op basis van bewonersinspraak of bewonerspanels: 4 punten.

    • -

      Onderdelen van de aanvraag zijn specifiek bedoeld voor jeugdigen tot 25 jaar in Zuid-Holland: 4 punten.

  • ii.

    Indien de aanvraag aantoonbaar bijdraagt aan duurzaam toerisme en/of het bewustzijn vergroot van toerisme in relatie tot haar omgeving:

    • -

      Aanvraag levert een extra bijdrage aan een schone omgeving en een milieubewuste omgang met toeristisch afval, of het voorkomen daarvan: 4 punten.

    • -

      Aanvraag levert een extra bijdrage aan de vermindering ecologische foodprint van toerisme door middel van een circulaire bedrijfsvoering of een concrete aanpak voor grondstoffen reductie: 4 punten.

Criterium c:

Maximaal 10 punten

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bovenlokale activiteit.

  • a.

    Aanvraag heeft betrekking op een activiteit die zich afspeelt op het grondgebied van meerdere gemeenten: 3 punten.

  • b.

    Indien de aanvraag een activiteit betreft die wordt uitgevoerd door tenminste drie intergemeentelijke samenwerkingspartners: 3 punten.

  • c.

    Indien de aanvraag vergezeld gaat van een ondersteuningsverklaring van een intergemeentelijk samenwerkingsverband op het gebied van toerisme: 4 punten.