Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2020

Geldend van 14-10-2020 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2020

De raad van de gemeente Heerde,

gelezen het voorstel van het college van 25 augustus 2020;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2020.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen aan:

    • 1.

      de Kamperweg/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie k, nr. 5771;

    • 2.

      de Meester Nijhoffstraat/Zuppeldseweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie K, nr. 5782;

    • 3.

      de Elburgerweg te Heerde, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie I, nr. 426 (begraafplaats "Engelmanskamp");

    • 4.

      de Kwartelweg/Grote weg te Wapenveld, op het perceel kadastraal bekend gemeente Heerde, sectie C, nr. 5275.

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus voor het bergen van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp voor het bergen van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het laten:

    • 1.

      begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      verstrooien van as;

    • 4.

      het plaatsen van grafbedekking.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het laten begraven van lijken;

  • h.

    een kindergraf: een algemeen of particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het laten begraven en begraven houden van lijken van kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;

  • i.

    particulier urnengraf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het laten:

    • 1.

      bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      verstrooien van as.

  • j.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het laten bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere urnennis: een element in een columbarium, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het laten bijzetten en bijgezet houden van twee asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    algemene urnennis: een element in een columbarium bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het laten bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;.

  • n.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken, grondplaten, grafomranding en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • p.

    beheerder: de ambtenaar die namens de gemeente belast is met de dagelijkse beheer van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • q.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kindergraf, een particulier urnengraf of particuliere urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden dit recht te hebben overgenomen;

  • r.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een algemeen kindergraf, een algemeen urnengraf of een algemene urnennis is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden dit recht te hebben overgenomen.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: algemeen urnengraf en algemene urnennis.

Artikel 3. Bestemming

De begraafplaatsen zijn bestemd voor:

  • 1.

    Het begraven van lijken van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde, alsmede lijken van hun echtgenoot of levenspartner.

  • 2.

    Het bijzetten van bussen, bevattende de as van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde, alsmede as van hun echtgenoot of levenspartner.

  • 3.

    Het verstrooien van as van personen, die bij hun leven behoorden of hebben behoord tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde, alsmede de as van hun echtgenote of levenspartner, met dien verstande dat dit slechts geldt voor de daartoe door het college aangewezen begraafplaats.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen toestaan, dat ook lijken en asbussen van andere dan de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde personen op de begraafplaats worden begraven, respectievelijk worden bijgezet. Zonder nadere toestemming van het college is het mogelijk dat in een bestaand graf met toestemming van de rechthebbende lijken worden begraven van personen die niet tot de werkelijke bevolking van de gemeente Heerde hebben behoord.

Artikel 4. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    Het college stelt nadere regels vast over de tijden waarop de begraafplaatsen voor iedereen dagelijks toegankelijk zijn. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Om de orde en rust te handhaven op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 5. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen doen, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen hoofdpaden; motorrijtuigen zijn buiten de hoofdpaden (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

  • 5.

    Het is verboden op de begraafplaatsen niet aangelijnde honden mee te nemen.

  • 6.

    Degene die handelt in strijd met lid 1 tot en met lid 5 van dit artikel, kan worden gestraft met een geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Artikel 6. Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 7. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de gemeente met deze werkzaamheden zijn belast.

Artikel 8. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die laat begraven, as laat bijzetten of as laat verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing plaatsvindt, mondeling of schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen en daarna sluiten van een graf en het gebruik van de hulpmiddelen die hiervoor nodig zijn, mag uitsluitend plaatsvinden door degenen die door de gemeente met deze werkzaamheden zijn belast.

Artikel 9. Gebruik muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van een geluidsmuziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de installatie gebruik wordt gemaakt, worden gemeld bij de beheerder.

  • 2.

    Bij het gebruikmaken van de installatie als in het eerste lid bedoeld, dienen de aanwijzingen van de beheerder te worden opgevolgd.

Artikel 10. Verlof tot begraven.

  • 1.

    Er wordt begraven nadat het verlof tot begraven in het bezit is van de beheerder.

  • 2.

    Indien de bezorging van as in een particulier (urnen)graf zal plaatsvinden of uitgestrooid zal worden, dient een machtiging daartoe aan de begraafplaatsadministratie aan de beheerder worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 11. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Het college regelt de tijd van begraven en het bezorgen van as op de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de door hen vastgestelde tijden afwijken.

Artikel 12. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven en particuliere urnengraven;

    • b.

      particuliere kindergraven

    • c.

      particuliere urnennissen

    • d.

      particuliere gedenkplaatsen

  • 2.

    Elke begraafplaats wordt verdeeld in vakken. De vakken worden verdeeld in afdelingen. Elk vak wordt in genummerde graven c.q. nissen verdeeld.

  • 3.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven en de uitgifteduur van algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 4.

    Van elke begraafplaats wordt door het college een plattegrondtekening aangelegd en bijgehouden waarop tenminste staat:

    • A.

      de indeling van elke begraafplaats;

    • B.

      de graven met grafnummers en nissen met nummer;

    • C.

      de gebouwen, wegen en paden.

Artikel 13. Aantal overledenen in algemene graven

  • 1.

    In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2.

    In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 3.

    In de algemene urnennissen (columbarium) kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 14. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven en nissen worden alleen in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Bij de aangifte van begraven of van het plaatsen van een urn in een graf op volgorde, is het mogelijk om het recht op een naastgelegen graf aan te kopen.

  • 3.

    Het college kan een particulier graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte, wanneer er ruimte is ontstaan nabij een reeds bestaand graf, de overledene die hierin begraven wordt voldoet aan artikel 3, lid 1 van deze verordening en er sprake is van een relatie met een overledene in het bestaande graf.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover het daartoe bestemde graf op de begraafplaats dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor veertig jaar het uitsluitend recht op een particulier (urnen)graf of particuliere urnennis. De termijn vangt aan op de datum waarop het particuliere (urnen)graf of nis is uitgegeven.

  • 2.

    Het recht op een particulier graf of nis zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel kan in het kalenderjaar voordat de termijn van veertig jaar afloopt tegen betaling van het geldende tarief voor grafrecht en onderhoud voor twintig jaar worden verlengd.

  • 3.

    Het in het eerste lid en tweede lid genoemde recht wordt verleend tegen betaling van het daarvoor in de verordening op de heffing en invordering van de begrafenisrechten in de gemeente Heerde verschuldigde bedrag.

  • 4.

    Begraven of bijzetten in een particulier graf waarin de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige betaling van het grafrecht als bedoeld in het 1e lid van dit artikel met het aantal jaren dat de wettelijke grafrust waarborgt. Daarbij geldt het jaar van begraven en bijzetten als het eerste jaar en het jaar waarin het grafrecht afloopt als het laatste jaar.

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf of nis kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf of nis worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt ingediend binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf of nis dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf of nis te laten vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf of nis alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18. Afstand doen van graven

  • 1.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk verklaren afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een reeds benut particulier graf. Van de ontvangst van deze verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2.

    De rechthebbende kan schriftelijk verklaren afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op een (on)genummerd, nog niet benut particulier graf. Van de ontvangst van deze verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 3.

    Het college vergoedt de rechthebbende voor het doen van afstand zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel:

    • a.

      90% van het betaalde tarief voor grafrecht naar rato van het aantal onbenutte jaren waarin het uitsluitend recht op het particuliere, nog niet benutte, graf is betaald vanaf 15 oktober 2020.

    • b.

      indien de rechthebbende het onderhoud, op het nog niet benutte particuliere graf waarvan hij afstand heeft gedaan, heeft afgekocht, vergoedt het college 90% van het tarief van de afkoopsom wat de rechthebbende bij de afkoop heeft betaald, naar rato van het aantal onbenutte jaren vanaf 15 oktober 2020.

    • c.

      bij de vergoedingen zoals bedoeld in lid 3 a en lid 3 b van dit artikel wordt geen rekening gehouden met indexering en er vindt geen rentevergoeding plaats.

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 20. Niet-blijvende grafbeplanting

Niet blijvende beplanting op een graf dat in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen blijven gedurende dertien weken beschikbaar voor de rechthebbende als deze daartoe van tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 21. Tijdelijk wegnemen van grafbedekking

  • 1.

    De rechthebbende op een particulier graf is verplicht toe te staan, dat de daarop zich bevindende gedenktekenen dan wel voorwerpen tot het daarin plaatsen van asbussen worden weggenomen of verplaatst voor zolang dit voor het begraven van lijken respectievelijk bijzetting van asbussen in de nabijheid van een graf of om andere redenen, noodzakelijk is.

  • 2.

    Het college kan bomen en andere gewassen, die naar haar oordeel hinderlijk zijn voor de omgeving, verwijderen.

Artikel 22. Onderhoud

  • 1.

    Het onderhoud van de particuliere graven, particuliere nissen, de grafbedekking en de begraafplaatsen gebeurt door de gemeente tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor, volgens de verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten in de gemeente Heerde, verschuldigde bedrag voor een termijn van veertig jaar. Deze termijn kan telkens worden verlengd met twintig jaar.

  • 2.

    Voor rechthebbenden die op basis van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2017 of voorgaande beheersverordeningen het onderhoud voor onbepaalde tijd hebben afgekocht, geldt dat na het sluiten van de begraafplaats is de gemeente niet gehouden dit onderhoud voort te zetten.

  • 3.

    Onder onderhoud wordt verstaan: het verwijderen van blad, het verhelpen van verzakte stenen en groenonderhoud op de begraafplaatsen zoals het onkruid verwijderen, grasmaaien, heggen knippen, graskanten steken, bladruimen en padenonderhoud.

  • 4.

    Onder onderhoud van de grafbedekking wordt niet het herstel of de vernieuwing begrepen en ook niet het schoonhouden van daarop geplaatste losse voorwerpen.

  • 5.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te herstellen , kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de grafbedekking laten verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 6.

    De verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bekend bij het graf.

  • 7.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 23. Verwijderen grafbedekking en ruimen graven

  • 1.

    Als de bedragen in artikel 15.3 en 22.1 binnen twee jaar na de vervaldag niet invorderbaar blijken, vervalt het uitsluitend recht voor het desbetreffende graf en kan het college besluiten de grafbedekking te verwijderen en het graf rekening houdend met de wettelijke grafrust, te ruimen.

  • 2.

    Van het vervallen van het recht in artikel 23.1 wordt drie maanden voorafgaand aan de vervaldatum kennis gegeven in een plaatselijk huis-aan-huis blad. Ook wordt drie maanden voorafgaand aan de vervaldatum een mededeling op het graf zelf geplaatst.

Artikel 24. Inrichting register

  • 1.

    Het college voert een register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door daartoe door het college belaste personen.

Artikel 25. Overgangsrecht

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2017 vastgesteld bij raadsbesluit van 23 oktober 2017 wordt ingetrokken met ingang van de inwerking treding van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 26. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten.

Artikel 27. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerde 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 5 oktober 2020.

Interim griffier, plaatsvervangend voorzitter,