Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent het toewijzen van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen

Geldend van 11-04-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent het toewijzen van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen

Wettelijk kader

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 160 van de Gemeentewet, artikel 1:3 en 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Wegenverkeerswet 1994, mede gezien de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders tot het nemen van een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994, mogen burgemeester en wethouders beleidsregels inzake de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen vaststellen.

Geneeskundig onderzoek

Een geneeskundig onderzoek naar een handicap van de aanvrager is reeds aan de orde bij de beoordeling van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart. De aanvrager moet voor de toekenning van een individuele gehandicaptenparkeerplaats zijn of haar gehandicaptenparkeerkaart te overleggen. Dit maakt herhaling van het geneeskundig onderzoek of een extra onderzoek overbodig.

1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeersteken 1990

Wet: Wegenverkeerswet 1994;

Motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder z van het RVV 1990;

Gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,1meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

Parkeren: het laten stilstaan, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990

Individuele gehandicapten- parkeerplaats aangeduid met bord E01 uit bijlage I van

parkeerplaats: het RVV 1990 waar alleen geparkeerd mag worden door:

  • a.

    een gehandicaptenvoertuig:

  • b.

    een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of;

  • c.

    als de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig;

Bestuurder: degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig bestuurt;

CROW: Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte;

BABW: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

2. Toewijzen gehandicaptenparkeerplaatsen

Een individuele gehandicaptenparkeerplaats kan toegewezen worden aan:

  • 1.

    een inwoner van de gemeente Wijk bij Duurstede in de omgeving van zijn woning;

  • 2.

    een werknemer van een bedrijf binnen de gemeente Wijk bij Duurstede in de omgeving van dat bedrijf;

en wanneer zij voldoen aan de criteria zoals in deze beleidsregels staan vermeld.

3. Samenloop beleidsregels parkeervergunningen

Wanneer een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt toegewezen aan een bewoner van een gebied waar vergunninghoudersparkeren geldt, wordt deze parkeerplaats gezien als een eigen parkeergelegenheid als bedoeld in artikel 03 van de beleidsregels parkeervergunningen en vervalt het recht op een parkeervergunning.

4. Werkingsduur gehandicapten parkeerplaatsen

  • 1. Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen voor bewoners worden aangewezen voor 24 uur per dagen 7 dagen in de week

  • 2. Individuele gehandicaptenparkeerplaatsen voor werknemers worden in principe aangewezen voor maandag t/m vrijdag tussen 8:00 uur tot 19:00 uur. Op een onderbord wordt aangegeven voor welke dagen en tijden het parkeren voor de aangewezen gehandicapte geldt.

5. Aanvraag individuele gehandicaptenparkeerplaats

De aanvraag van een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt gedaan door de houder van de gehandicaptenparkeerkaart zelf of, in het geval van een passagierskaart, de wettelijk vertegenwoordiger wanneer de houder niet is staat is de aanvraag zelf te doen.

Om het verzoek voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in behandeling te nemen dient de aanvrager:

  • 1.

    Een schriftelijke aanvraag, in te dienen bij de gemeente, via het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier is op te vragen bij de gemeente Wijk bij Duurstede;

  • 2.

    Het aanvraagformulier compleet in te vullen en aan te vullen met (een kopie van) een:

    • a.

      geldige landelijke of Europese gehandicaptenparkeerkaart;

    • b.

      geldig kentekenbewijs;

    • c.

      geldig legitimatiebewijs.

    • d.

      Voor werknemers: een verklaring dat de werknemer bij het betreffende bedrijf op het betreffende adres in dienst is, voorzien van werkdagen en werktijden;

    • e.

      Een schets met de gewenste locatie van de gehandicaptenparkeerplaats;

    • f.

      Indien van toepassing bij de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats voor een passagier een verklaring als bedoeld in artikel 8.4;

    • g.

      Indien van toepassing een verklaring waarom een eigen parkeergelegenheid niet geschikt (te maken) is.

6. Verzoek aanvullende gegevens

  • 1. Indien het aanvraagformulier niet compleet wordt ingediend, dan wordt de aanvrager verzocht binnen een termijn van vier weken de aanvraag aan te vullen of te verbeteren;

  • 2. Voldoet de aanvrager niet aan het eerste lid van dit artikel, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

7. Locatie individuele gehandicaptenparkeerplaats

Een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt in beginsel aangelegd binnen een loopafstand van maximaal 100 meter van het woonadres (toegangsdeur)van de aanvrager. In overleg met de aanvrager en de politie bepaalt de gemeente de definitieve locatie van de individuele gehandicaptenparkeerplaats.

8. Toetsingscriteria

De individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt verleend indien:

  • 1.

    De aanvrager beschikt over een geldige, landelijke of Europese gehandicaptenparkeerkaart, zijnde een bestuurderskaart en

  • 2.

    Voor de aanvrager niet de mogelijkheid bestaat om zelf in een eigen parkeerplaats te voorzien op eigen terrein (garage, carport, oprit et cetera) en;

  • 3.

    De mogelijkheid aanwezig is om binnen een loopafstand van 150 meter van het woonadres (toegangsdeur) van de aanvrager dan wel het bedrijfsadres een individuele gehandicaptenparkeerplaats te realiseren, conform de geldende richtlijnen van het CROW en met inachtneming van de landelijke normen.

Voor bezitters van een passagierskaart geldt het volgende:

  • 4.

    Indien het niet mogelijk is dat de bestuurder van het motorvoertuig met in achtneming van de algemene verkeersregels in de directe omgeving van de woning van de gehandicapte passagier stopt om deze te ondersteunen bij het in- en uitstappen en zo nodig te begeleiden naar zijn/haar woning wordt een gehandicaptenparkeerplaats toegekend, mits wordt voldaan aan de artikelen 8.2 en 8.3. Tevens moet uit een verklaring blijken dat de betreffende passagier niet een korte tijd (waarin de bestuurder de auto parkeert) alleen kan worden gelaten.

Bij een afwijzing van de aanvraag stelt de gemeente de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte.

9. Aanleg

  • 1. Toekenning van de individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt door middel een verkeersbesluit (artikel 18 Wegenverkeerswet 1994);

  • 2. De aanleg van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen geschiedt zo mogelijk conform de geldende richtlijnen van het CROW en met inachtneming van de landelijk geldende normen;

  • 3. Het maken van een individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt binnen een termijn van één maand na de dag nadat het (verkeers)besluit onherroepelijk is;

  • 4. Indien het aanleggen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats niet binnen het bepaalde onder lid 3 van de in dit artikel vermelde termijn kan worden gerealiseerd, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de aanleg wel gerealiseerd kan worden.

10. Verwijdering

De gehandicaptenparkeerplaats blijft altijd in eigendom van de wegbeheerder;

Burgemeester en wethouders kunnen gehandicaptenparkeerplaatsen verwijderen wanneer blijkt dat de aanwijzing heeft plaatsgevonden op grond van onjuiste gegevens.

11. Intrekking

De individuele gehandicaptenparkeerplaats vervalt van rechtswege:

  • -

    binnen één maand na verhuizing van de betrokkene;

  • -

    binnen één maand na overlijden van de betrokkene;

  • -

    drie maanden na het vervallen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zijnde een bestuurderskaart) van de betrokkene;

  • -

    bij het niet meer in bezit zijn van een motorvoertuig;

  • -

    bij het niet meer in bezit zijn van een geldig rijbewijs.

Voorts wordt de aanwijzing van een individuele gehandicapten parkeerplaats ingetrokken wanneer:

  • -

    Bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt

  • -

    Er misbruik van de parkeerplaats wordt geconstateerd

Bovengenoemde is opgenomen in het verkeersbesluit. Dit maakt het nemen van een intrekkingsbesluit overbodig.

De betrokkene is verplicht de gemeente in kennis te stellen indien één van de hierboven genoemde gevallen zich voordoet.

12. Wijziging kenteken

Als het kenteken van het motorvoertuig van de gehandicapte, aan wie een individuele gehandicaptenparkeerplaats is toegewezen, verandert, dan wordt op zijn of haar verzoek binnen twee werkweken de situatie aangepast.

14. Verhuizing

Indien de gehandicapte, aan wie een individuele gehandicaptenparkeerplaats is toegewezen, verhuist en hij wenst de gehandicaptenparkeerplaats mee te verhuizen, dient de situatie opnieuw beoordeeld te worden.

13 Hardheidsclausule

Hiervoor wordt verwezen naar artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht:

“Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.”

14. Verbodsbepaling

Het is verboden de individuele gehandicaptenparkeerplaats te verhuren, te verkopen of anderszins in gebruik te geven. Het is tevens verboden zonder toestemming van de gemeente de gehandicaptenparkeerplaats te verwijderen of te verplaatsen.

15. Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in op de dag na de bekendmaking.

Ondertekening