Privacyprotocol ondermijning gemeente Putten

Geldend van 28-01-2020 t/m heden

Intitulé

Privacyprotocol ondermijning gemeente Putten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

gelet op het bepaalde in artikel 26 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming

besluit:

vast te stellen het Privacy Protocol ondermijning gemeente Putten

1. Leeswijzer

1.1 Algemeen

In dit Privacy Protocol van de Gemeente Putten worden allereerst de fases van dit protocol benoemd. In hoofdstuk 2 wordt de aard van de ondermijnende criminaliteit en de noodzaak van de aanpak ondermijning uiteengezet. Daarnaast volgt een korte uitleg over de indicatoren die kunnen duiden op ondermijning, welke nader zijn uitgewerkt in bijlage 1. In hoofdstuk 3 volgt een schematische weergave van de werking van dit protocol en gevolgd door een lijst met algemene begrippen in hoofdstuk 4. Vervolgens komt een aantal algemeen geldende artikelen die van toepassing zijn op fase 1, 2 en 3 aan de orde, gevolgd door de meer specifiek geldende artikelen per fase. Tot slot volgt in bijlage 1 een checklist ten behoeve van het beoordelingskader ondermijning met categorieën van personen, kenmerken en een lijst met 'red flags', die relevant kunnen zijn bij de signalering van fenomenen van ondermijning. In bijlage 2 staan de categorieën van verwerkte gegevens.

1.2 Schema van signaal naar casus

In het Plan van Aanpak Ondermijning district Noord- en Oost- Gelderland dat de Districtelijke Regiegroep Ondermijning op 8 juni 2018 heeft vastgesteld is het volgende schema opgenomen voor de behandeling van een signaal:

afbeelding binnen de regeling

In dit protocol is de behandeling van een signaal op gemeentelijk niveau tot het moment van overdracht van het signaal aan het RIEC nader uitgewerkt.

1.3 Fases van dit protocol

Het proces van het signaleren en aanpakken van signalen van ondermijnende activiteiten verloopt met het oog op proportionaliteit en subsidiariteit in een drietal fasen:

Fase 1 heeft betrekking op het beoordelen van signalen van burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen. Een signaal kan op verschillende

manieren binnenkomen zoals via een telefonische, schriftelijke (vaak digitale) melding van een burger of professional. Het signaal wordt na intake beoordeeld door de adviseur openbare orde en veiligheid (zie hoofdstuk 5 van dit protocol) aan de hand van informatie uit openbare bronnen zoals de Kamer van Koophandel, het Kadaster en internet.

De indicatoren uit paragraaf 2.4 (en bijlage 1) zijn hierbij leidend. Na deze eerste weging volgt een beslismoment:

  • a.

    er gebeurt niets met het signaal, waarbij het signaal gedurende een jaar versleuteld bewaard wordt om tot een jaarlijkse verantwoording te komen. Het signaal wordt in een digitale map bewaard en wordt daarna vernietigd;

  • b.

    of een signaal wordt verder opgepakt door de adviseur openbare orde en veiligheid. De adviseur voert de regie;

  • c.

    of een signaal wordt met hulp van het daarvoor bestemde RIEC-signaaldocument naar het RIEC gestuurd die de regie vervolgens voert;

  • d.

    of er volgt een vervolganalyse waarmee fase 2 ingaat.

In fase 2 van het protocol worden de gemeentelijke bronnen geraadpleegd door de individuele deelnemers van het lokale ondermijningsoverleg, waarna een tweede weging van het signaal plaatsvindt. Dit gebeurt door controle op gebruik van gemeentelijke voorzieningen. Er moet sprake zijn van voor het signaal relevante informatie. Of informatie relevant is hangt af van het RIEC-thema waar het signaal naar wordt gecategoriseerd. Als van een persoon bepaalde voor het signaal relevante gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk systeem voorkomen, is sprake van een 'hit': de betrokken persoon/bepaalde info is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen.

Als er geen hit is dan wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) bewaard in een digitale map in een niet-actieve omgeving (geen handelingen meer met document) om tot een jaarlijkse verantwoording te komen. Na een jaar wordt het signaal vernietigd.

Bij een hit volgt een signaaloverleg met betrokken afgevaardigden. De analyse in dit signaaloverleg leidt tot:

  • a.

    Een mono- of multidisciplinaire aanpak door één gemeentelijk afdeling of meerdere samenwerkende gemeentelijke afdelingen: er hoeft geen ondermijnende activiteit te zijn, de regie en uitvoering liggen bij het desbetreffend gemeentelijke werkgebied grond van de daarvoor bedoelde wettelijke bevoegdheid(heden).

  • b.

    Hierbij is een regierol vanuit de adviseur openbare orde en veiligheid niet benodigd.

  • c.

    Doorgeleiding naar het RIEC, omdat uit de fase 1 en/of fase 2 is gebleken dat er sprake is van georganiseerde criminaliteitsverband waarvoor de partners in het RIEC benodigd zijn.

Fase 3 van het protocol gaat over het inbrengen van een signaal bij het RIEC. Na afsluiting van een casus bij het RIEC volgt gedurende vijf jaar monitoring van de casus in een actieve omgeving en vervolgens wordt de informatie na de laatste verwerking een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving. De informatie is alleen beschikbaar voor de adviseur openbare orde en veiligheid en blijft beschikbaar voor het geval dat er nadere informatie nodig is voor een strafrechtelijke procedure.

1.4 Evaluatie van dit protocol

Na vaststelling zal dit protocol jaarlijks geëvalueerd worden. Indien werkprocessen of wet- en regelgeving worden aangepast en/of sprake is van nieuwe verschijningsvormen van ondermijning, kan dit van invloed zijn op de rechtmatigheid van de verwerkingen van persoonsgegevens en dit kan leiden tot aanpassing van het protocol.

2. Noodzaak aanpak Ondermijning

2.1 Algemeen

Er wordt van gemeenten meer verwacht in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit onder meer binnen het kader van de RIEC-samenwerking alsmede in het kader van de eigen taakuitvoering (niet-faciliteren van criminaliteit). Georganiseerde ondermijnende criminaliteit start, wordt ondersteund en in stand gehouden met ondermijnende activiteiten. De negatieve gevolgen hiervan blijken omvangrijker te zijn en dieper in de samenleving geworteld te zijn dan eerder werd gedacht. Hierover bestaat een brede consensus onder onderzoekers, experts en betrokken overheidsorganisaties.

Een uitsluitend strafrechtelijke en/of fiscaalrechtelijke aanpak is niet meer afdoende. Pieter Tops en Jan Tromp (2017) concluderen in het boek 'De achterkant van Nederland' 1 dat strafrecht alleen onvoldoende effectief is voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten en slechts een deel van het probleem zal oplossen: het is een maatschappelijk vraagstuk en vereist daarom een maatschappelijke aanpak. De gemeente heeft een belangrijke rol in het aanpakken van dit maatschappelijke probleem. Een optreden als één overheid en één gemeente waarbij alle partijen hun eigen rol en bevoegdheden uitoefenen is noodzakelijk.

De sluimerende aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit en bijbehorende ondermijnende activiteiten leiden tot aantasting van de leefbaarheid in de kernen en hebben ernstige gevolgen voor de samenleving op het gebied van veiligheid en maatschappelijke integriteit. Door de verwevenheid van onder- en bovenwereld, wat kenmerkend is voor ondermijnende activiteiten, is het ook mogelijk dat de overheid deze onbewust faciliteert door middel van subsidies, vergunningen, uitkeringen etc. Dit leidt tot aantasting van de integriteit van de overheid. Hierdoor ontstaan malafide economische machtsposities binnen de samenleving die zijn opgebouwd met op ondermijnende wijze vergaard kapitaal.

De gemeente Putten ontvangt soms signalen van ondermijnende activiteiten die niet of niet direct passen binnen een georganiseerd criminaliteitsverband en daardoor niet direct onder de criteria van het RIEC vallen, maar wel van belang zijn voor de vervulling van de gemeentelijke taak in het algemeen belang of uitoefening van het openbaar gezag.

De gemeente is veelal een toegangspoort voor burgers en organisaties om meldingen te doen van onrechtmatige zaken en daarom heeft de gemeente een belangrijke signaalfunctie. Via haar organisatiestructuur heeft de gemeente veelal ook goed zicht op de lokale (sociale) structuren. Op basis van haar wettelijke taken en bevoegdheden beschikt de gemeente over informatie die ondermijnende activiteiten goed in kaart kan brengen. De gemeente heeft ook verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die haar in staat stellen om, in samenhang met de kennis van de fysieke en sociale omgeving van de wijken, barrières op te werpen tegen ondermijnende activiteiten en zodoende deze te voorkomen dan wel te verminderen. Voor een effectieve aanpak van deze ondermijnende activiteiten (en mogelijk georganiseerde criminaliteit) is een geïntegreerde bestuurlijke aanpak binnen de gemeente een noodzakelijk vereiste. De signalen, afkomstig van burgers en organisaties, dienen als input voor het signaleren van ondermijnende en mogelijk georganiseerde criminaliteit.

2.2 Doel (bestuurlijke en geïntegreerde) aanpak Ondermijning

Het doel van deze aanpak is om binnen het grondgebied van de gemeente Putten door middel van samenwerking:

  • Ondermijnende activiteiten te signaleren en te analyseren;

  • Voorkomen dat de overheid ondermijnende activiteiten (onbewust) faciliteert;

  • Vroegtijdig kunnen signaleren en interveniëren middels een bestuurlijke aanpak;

  • Voorkomen van onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen veroorzaakt door criminele activiteiten.

Het gaat bij deze aanpak om personen/netwerken die binnen Putten actief zijn in illegale en of onrechtmatige activiteiten waarbij:

  • a.

    de overheid mogelijkheden heeft om de rechtmatige situatie te herstellen/ dan wel onrust weg te nemen en/of;

  • b.

    criminaliteit waarbij de overheid (onbewust) mogelijk faciliteert.

Tevens draagt een goede informatiepositie van de gemeente bij aan de voorfase van de RIEC-samenwerking en is een volgende stap in onze bestuurlijke aanpak.

2.3 Doel van dit protocol

De aanpak ondermijning dient met inachtneming van wetten en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dit te realiseren. Het bevat de volgende basisuitgangspunten:

  • Fasering: Voorkomen van bovenmatig gebruik van gegevens.

  • Transparantie: Vaststellen van dit protocol waarbij zichtbaar en inzichtelijk wordt voor betrokkene met welk doel en op welke wijze de gemeente Putten zijn of haar persoonsgegevens verwerkt.

  • Noodzaak: Zicht krijgen op waar ondermijning binnen de grenzen van de gemeente aanwezig is.

Alleen de relevante gegevens ten behoeve van analyse en plan van aanpak worden hiermee benut.

De verwerkingsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens wordt gevonden in artikel 6.1.e AVG; 'de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.'

Een ingewikkeldheid is dat de Algemene verordening gegevensbescherming gemeenten een te smalle basis biedt voor onderzoek naar activiteiten van ondermijning. De aanpak van ondermijning gaat verder dan alleen het verwerken van persoonsgegevens. Informatie wordt verzameld vanuit verschillende taken en bevoegdheden, om het vervolgens voor een nieuw doel te gebruiken. Dat nieuwe doel, vaststellen van ondermijning, is nog niet wettelijk vastgelegd.

2.4 Indicatoren en werkwijze signaalanalyse

Voor de beoordeling van een signaal is van belang wat het signaal inhoudt. Een signaal wordt bij intake (zie paragraaf 1.2) beoordeeld op grond van een aantal kenmerken en indicatoren. Die zijn gebaseerd op onder andere (wetenschappelijk) onderzoek. 2

De signaalanalyse is nader uitgewerkt in bijlage 1 van dit protocol 'Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning'. De beoordeling van een signaal vindt plaats binnen het kader 'ondermijnende criminaliteit'. In aanvulling hierop is tenminste sprake van één van de indicatoren 'situationele en lokale verankering'. Daarna wordt gekeken naar de indicatoren 'signalering', die nader uitgewerkt zijn in een lijst met 'red flags'.

3. Schematische weergave van het protocol

afbeelding binnen de regeling

4. Algemene begrippen

  • a.

    Gelegenheidsstructuren:

    Een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden welke zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.

  • b.

    Ondermijnende criminaliteit:

    Misdaadverschijnselen met een maatschappij ondermijnend karakter, die tot stand komen in samenwerking tussen personen en worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin. Ondermijnende criminaliteit is vooral een economisch gedreven maatschappelijk fenomeen waarbij de verwevenheid van de onderwereld met en de ontwrichting van de bovenwereld een belangrijk kenmerk is.

  • c.

    RIEC-convenant:

    Het Convenant ten behoeve van de Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen.

  • d.

    Privacyprotocol RIEC:

    Het Privacyprotocol behorende tot en deel uitmakende van het RIEC-convenant.

  • e.

    De (verwerkings)verantwoordelijke:

    De natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt.

  • f.

    Signaal:

    Aanwijzing(-en) van één of meerdere professionals en/of burgers dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met (verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten. Met een signaal wordt ook bedoeld: (een cluster van) signalen of een (cluster van) melding(-en).

  • g.

    Lokaal ondermijningsoverleg:

    Overleg na tweede weging van signaal van de desbetreffende gemeentelijke betrokkene die een hit op een signaal hebben.

  • h.

    Betrokkene:

    Degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft.

  • i.

    Hit:

    Als van een persoon bepaalde gegevens in een bronbestand 3 van een gemeentelijk systeem voorkomen, is sprake van een 'hit': de betrokken persoon/bepaalde info is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen.

  • j.

    Bestand:

    Elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens die volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn, ongeacht of dit geheel gecentraliseerd of gedecentraliseerd is dan wel op functionele of geografische gronden is verspreid.

5. Algemeen

Artikel 1. Doel van het protocol

De aanpak ondermijning dient met inachtneming van wetten en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol bevat de benodigde waarborgen om dat te realiseren. Zodoende is dit protocol ook in een drietal fases ingericht. Dit protocol biedt een betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Putten bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt. Hierbij vormen fasering, transparantie en noodzaak de basisuitgangspunten.

Artikel 2. Verwerkingsverantwoordelijke

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten is de (verwerkings)verantwoordelijke.

Artikel 3. Grondslag voor de verwerking

De grondslag voor de verwerking is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen. I.c. art. 172 Gemeentewet: taak burgemeester: handhaven openbare orde.

Andere grondslag waarop de gemeente bepaalde informatie verwerkt is terug te vinden in de bijlage bij dit privacy protocol.

Artikel 4. De verwerkte persoonsgegevens

  • 1.

    Van de melders worden uitsluitend de in het signaal opgenomen persoonsgegevens verwerkt ten behoeve van communicatie met de melder.

  • 2.

    Van de personen over wie wordt gemeld, worden gegevens verwerkt zoals benoemd in Bijlage 2: categorieën van verwerkte gegevens behorend bij dit protocol.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde persoonsgegevens worden gebruikt voor:

    • Afhandeling van het signaal;

    • Het (mono- of multidisciplinair) oppakken van het signaal binnen de eigen kaders door de gemeentelijke verantwoordelijke of;

    • Het verstrekken van het signaal binnen het RIEC.

Artikel 5. Categorieën van ontvangers

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk voor de in paragraaf 2.2 genoemde doelen, kunnen gegevens (signaal en aanvullingen uit open bronnen) worden:

    • a.

      Verstrekt aan gemeentelijke afdelingen voor zover zij die behoeven voor de uitvoering van hun wettelijke taak, of;

    • b.

      Verstrekt binnen het RIEC.

Artikel 6. Beheer

  • 1.

    De afdelingsmanager staf van de gemeente Putten is beheerder. Zij draagt zorg voor het dagelijks beheer van de verwerking, waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkene en de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.

  • 2.

    Het feitelijk beheer van de verwerking van persoonsgegevens en feitelijke naleving van de informatieplicht is opgedragen aan een door beheerder daartoe aangewezen adviseur openbare orde en veiligheid. Slechts de adviseur openbare orde en veiligheid en diens vervanger(s) hebben toegang tot het bestand.

Artikel 7. Beveiliging van persoonsgegevens

  • 1.

    De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hiertoe behoren in ieder geval:

    • Vastgesteld beveiligingsbeleid dat ook is geïmplementeerd, en

    • Fysieke maatregelen voor toegangsbeveiliging inclusief organisatorische controle, en

    • Logische toegangscontrole (wachtwoord of pincode).

Artikel 8. Bewaartermijn

  • 1.

    De gegevens worden:

    • a.

      Gedurende een jaar in een niet-actieve omgeving bewaard indien fase 1 en/of 2 van het protocol niet tot inbreng van het signaal bij het RIEC leidt. Op deze wijze kan de adviseur openbare orde en veiligheid tot een jaarlijkse verantwoording komen. Uitvoering bij CISO en systeembeheerder.

    • b.

      Gedurende vijf jaar (tenzij hogere wettelijke bewaartermijn geldt: zie https://www.avgdashboard.nl/wettelijke-bewaartermijnen) in een actieve omgeving bewaard en vervolgens een jaar in een niet-actieve omgeving bewaard indien een signaal in fase 1 en/of 2 van het protocol tot inbreng bij het RIEC leidt. Dit om verantwoording af te leggen en in het kader van een mogelijke strafrechtelijke procedure.

    • c.

      De gegevens zijn enkel toegankelijk voor de door het college aangewezen adviseurs openbare orde en veiligheid.

    • d.

      Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd door de adviseur openbare orde en veiligheid dan wel verwerkt en is het protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.

    • e.

      De persoonsgegevens in de melding zijn de naam van de melder (tenzij anoniem), de locatie (het adres), eventuele verwijzingen naar personen in de mogelijke omschrijving.

    • f.

      De opgenomen gegevens kunnen voor evaluatie dan wel (wetenschappelijk) onderzoek in geanonimiseerde vorm bewaard blijven.

Artikel 9. Rechten van betrokkenen

  • 1.

    Een betrokkene heeft onder meer het recht om inzage te verzoeken van zijn gegevens en de verwerking daarvan door de gemeente, overeenkomstig het gestelde in de artikelen 14 en 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

  • 2.

    Een betrokkene heeft het recht verzet aan te tekenen in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.

  • 3.

    De verzoeken als bedoeld in lid 1 van dit artikel, alsmede het verzet als bedoeld in lid 2 kunnen worden ingediend bij de beheerder. Deze reageert in overleg met Functionaris Gegevensbescherming binnen een maand op de verzoeken of het verzet genoemd in dit artikel.

  • 4.

    Tegen een afwijzing van de verzoeken of het verzet kan de betrokkene bezwaar aantekenen.

  • 5.

    De gemeente zal betrokkene op eerste verzoek nadere informatie toezenden over zijn rechten en de mogelijkheden deze uit te oefenen.

  • 6.

    De verwerkingsverantwoordelijke kan de vorige leden van dit artikel buiten toepassing laten voor zover zulks noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van:

    • a.

      de nationale veiligheid;

    • b.

      landsverdediging;

    • c.

      de openbare veiligheid;

    • d.

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

    • e.

      andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang van de Europese Unie of van Nederland, met name een belangrijk economisch of financieel belang van de Europese Unie of van Nederland, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid;

    • f.

      de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures;

    • g.

      de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen;

    • h.

      een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag in de gevallen, bedoeld in de onderdelen a, b, c, d, e en g;

    • i.

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen; of

    • j.

      de inning van civielrechtelijke vorderingen.

  • 7.

    Bij de toepassing van het zesde lid houdt de verwerkingsverantwoordelijke rekening met in ieder geval, voor zover van toepassing:

    • a.

      de doeleinden van de verwerking of van de categorieën van verwerking;

    • b.

      de categorieën van persoonsgegevens;

    • c.

      het toepassingsgebied van de ingevoerde beperkingen;

    • d.

      de waarborgen ter voorkoming van misbruik of onrechtmatige toegang of doorgifte;

    • e.

      de specificatie van de verwerkingsverantwoordelijke of de categorieën van verwerkingsverantwoordelijken;

    • f.

      de opslagperiodes en de toepasselijke waarborgen, rekening houdend met de aard, de omvang en de doeleinden van de verwerking of van de categorieën van verwerking;

    • g.

      de risico's voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen; en

    • h.

      het recht van betrokkenen om van de beperking op de hoogte te worden gesteld, tenzij dit afbreuk kan doen aan het doel van de beperking.

6. Fase 1 van het protocol

Fase 1 betreft de intake en eerste beoordeling en weging van door burgers en professionals gemelde signalen van bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties die kunnen duiden op verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit. Indien na weging in deze fase komt vast te staan dat er geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel mogelijke overtreding van wet- of regelgeving, dan verwerkt het desbetreffende gemeentelijke afdeling de gegevens op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving conform de bijbehorende wettelijke kaders.

Artikel 1. De verwerking van persoonsgegevens in deze fase

De verwerking in deze fase is ten behoeve van:

  • 1.

    Analyseren van signalen van burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen die op ondermijnende activiteiten duiden, (en)

  • 2.

    De adviseur openbare orde en veiligheid doet aan de hand van de in bijlage 2 onder fase 1 genoemde bronnen onderzoek doen naar het signaal. Indien er geen sprake is van ondermijnende activiteit dan:

    • (Versleuteld) bewaren (d.m.v. map met code) en na een jaar vernietigen of;

    • Doorsturen naar een ander gemeentelijke afdeling om op basis van de eigen wettelijke kaders het signaal op te pakken of;

    • Doorsturen naar het RIEC om op basis van de eigen wettelijke kaders het signaal op te pakken.

  • 3.

    Indien er op basis van de eerste analyse door de adviseur openbare orde en veiligheid sprake is van ondermijnende criminaliteit dan treedt fase 2 in werking.

Artikel 2. Weging signaal en vervolgstap

  • 1.

    De adviseur openbare orde en veiligheid beoordeelt het signaal aan de hand van de in bijlage 2 onder fase 1 genoemde bronnen en indicatoren uit paragraaf 2.4 en de daarbij behorende bijlage 1 van dit protocol.

  • 2.

    Indien er na deze weging geen sprake is van ondermijnende of criminele activiteiten dan wordt het signaal:

    • a.

      Bewaard en na verloop van de bewaartermijn van 1 jaar vernietigd of;

    • b.

      Doorgezet naar een gemeentelijke afdeling of;

  • 3.

    Indien er na deze weging wel sprake is van een vermoeden van ondermijnende of criminele activiteiten dan treedt fase 2 in werking, hetgeen kan leiden tot een feitelijke casus;

  • 4.

    Persoonsgegevens die worden bewaard zijn de naam van de melder (tenzij anoniem), de locatie (adres), eventuele verwijzingen naar personen in de melding en indien aanwezig, beeldmateriaal.

  • 5.

    Wanneer uit fase 1 blijkt dat er voldoende informatie aanwezig is, kan deze informatie in fase 2 inhoudelijk worden verrijkt door de deelnemers aan het lokale ondermijningsoverleg. Wanneer uit deze informatie blijkt dat er geen sprake is van daadwerkelijke ondermijnende of criminele activiteiten dan wordt het proces gestopt conform artikel 2 lid 2.

Artikel 3. Informeren betrokkene

Indien het signaal, zoals in de hierboven genoemde artikel 2, lid 3 naar het RIEC wordt doorgezet, dan geldt de procedure zoals deze is neergelegd in artikel 15.1 van het Privacyprotocol RIEC.

7. Fase 2 van het protocol

Fase 2 volgt op de weging van het signaal uit fase 1. Indien in fase 1 het signaal leidt tot de weging dat er sprake is van (vermoedelijke) ondermijnende activiteiten, treedt fase 2 van dit protocol in werking. In fase 2 volgt een tweede weging van het signaal, waarbij ook gemeentelijk bronnen worden geraadpleegd. Dit gebeurt door middel van een 'hit' check bij de voor het signaal relevante informatie van de gemeentelijke systemen. Als er geen 'hit' is, wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) een jaar bewaard voor de periodieke verantwoording en daarna vernietigd. Bij een hit volgt een lokaal ondermijnings-overleg onder regie van de adviseur openbare orde en veiligheid met vertegenwoordigers van de desbetreffende gemeentelijke afdelingen.

Artikel 1. Het doel van deze verwerking van persoonsgegevens

Het doel van de verwerking in deze fase is:

  • 1.

    Vervolganalyse van de meldingen en signalen van organisaties, burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen van ondermijnende activiteiten door middel van 'hit' check bij de relevante gemeentelijke afdelingen.

  • 2.

    Vaststellen of er sprake is van ondermijnende activiteiten.

  • 3.

    De gegevens uit de analyse worden vastgelegd in het zaaksysteem. Het zaaksysteem wordt niet gekoppeld aan de betreffende persoon maar wordt als anoniem opgeslagen.

Artikel 2. Weging signaal en vervolgstappen

  • 1.

    De adviseur openbare orde en veiligheid beoordeelt het signaal met de aanvullingen uit de 1e weging aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een 'hit'-check bij de relevante gemeentelijke afdelingen aan de hand van de indicatoren uit paragraaf 2.4 en bijlage 1 van dit protocol. Op basis van deze analyse beslist de adviseur openbare orde en veiligheid of een signaal voor een lokaal ondermijningsoverleg dient te worden geagendeerd.

  • 2.

    De weging in het signaaloverleg kan leiden tot:

    • a.

      Het mono- of multidisciplinaire oppakken van het signaal omdat er weliswaar geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel van overige onrechtmatigheden waarbinnen de afzonderlijke gemeentelijke afdelingen met de bijbehorende publiekrechtelijke taken binnen hun eigen kaders belast zijn of;

    • b.

      Doorgeleiding naar het RIEC als vast komt te staan dat er sprake is van georganiseerde criminaliteit waarop het RIEC convenant van toepassing is. Dit gebeurd op basis van het RIEC-convenant wat zijn basis vindt in het aanpakken van de georganiseerde criminaliteit en de uitwassen daarvan.

Lokaal ondermijningsoverleg

Het lokale ondermijningsoverleg bestaat uit een vertegenwoordiging van de diverse disciplines (+ RIEC + politie + omgevingsdienst) die gemeente kent. Iedere discipline heeft toegang tot informatie uit eigen systemen. Wanneer na fase 1 vast komt te staan dat er sprake is van (vermoedelijke) ondermijnende activiteiten kan het signaal worden ingebracht in het lokale ondermijningsoverleg.

Het lokale ondermijningsoverleg bestaat uit door het college aangewezen vertegenwoordigers van de verschillende gemeentelijke disciplines. Zo wordt voorkomen dat de informatie, en dus mogelijk persoonsgegevens, verder wordt gedeeld dan nodig. De informatie waarover de disciplines beschikken wordt gebruikt om het signaal verder te verrijken.

Wanneer het signaal verrijkt is vindt er een afweging plaats of het signaal ingediend moet worden bij het RIEC of dat het dit op bestuursrechtelijk niveau binnen de gemeente wordt opgepakt.

8. Fase 3 van het protocol

Fase 3 volgt nadat in fase 2 is vastgesteld dat er sprake is van ondermijnende activiteiten. In deze fase volgt doorgeleiding naar het RIEC. Mogelijk kan informatie uit een casus leiden tot een nieuw signaal en wordt het protocol opnieuw gevolgd. Hiervoor gelden dezelfde bewaartermijnen.

Artikel 1. Het doel van deze verwerking van persoonsgegevens

Het doel van de verwerking in deze fase is het inbrengen van het signaal bij het RIEC:

Artikel 2. Weging signaal: inbrengen bij het RIEC

  • 1.

    De adviseur openbare orde en veiligheid overlegt, afhankelijk van de melding en de informatie uit fase 1 en 2, met de relevante gemeentelijke betrokkenen ten behoeve van het inbrengen van het signaal bij het RIEC.

  • 2.

    De afdelingsmanager staf beslist over het inbrengen van het signaal bij het RIEC.

Artikel 3. Afsluiten fase 3

  • 1.

    Het dossier wordt na sluiting gedurende vijf jaar vanaf de laatste verwerking in een actieve omgeving bewaard.

  • 2.

    Daarna wordt het dossier een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving die slechts bij een match door het systeem kan worden geactiveerd.

Bijlage 1: Checklist ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning

Aan de hand van onderstaande checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of er sprake is van ondermijning. De checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.

Stap 1:

Het signaal heeft betrekking op één dan wel meer van de volgende categorieën personen.

Algemeen

  • 1.

    Overige faciliteerders die ondermijnende of criminele activiteiten mogelijk maken en/of (on)bewust in stand houden; en/of

  • 2.

    Personen die een rol spelen bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt zoals:

    • Outlaw Motorcycle Gangs (OMG's): leden van OMG's;

    • Windhappers;

    • Harddrugs.

Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Eigenaar (illegale) seksinrichting

  • e.

    Eigenaar (illegale) massagesalon

  • f.

    Exploitant van een vergunde seksinrichting

  • g.

    Beheerder van een vergunde seksinrichting

  • h.

    Illegaal werkende prostituee (d.w.z. zonder vergunning)

Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, evt. andere vormen?)

Fraude in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?).kun je hier ook denken aan een notaris, hypotheekverstrekker?

  • e.

    Stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Misbruik in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?)

  • e.

    Stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)

  • a.

    Ontvanger/begunstigde uitkering vanuit de gemeente

  • b.

    Ontvanger/begunstigde subsidie vanuit de gemeente

  • c.

    Andersoortige begunstigende beschikking vanuit de gemeente

  • d.

    Een tussenpersoon/gemachtigde met betrekking tot zorg

  • e.

    Pandeigenaar

Openbare inrichtingen

  • a.

    Pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder/pachter

  • d.

    Exploitant

  • e.

    Beheerder/Leidinggevende

  • f.

    Tussenpersoon

  • g.

    Geldschieters

Stap 2:

Het signaal kan één dan wel meer van de onderstaande kenmerken omvatten:

Kader/begripsbepaling 'ondermijnende criminaliteit':

  • Aantasting van instituten die zich richten op legale perspectieven en de werking van het

  • samenlevingssysteem borgen en sturen.

  • Aantasting van de gezagspositie van bestuur, politie en/of andere overheidsorganen.

  • Aantasting of latente c.q. mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid.

  • Ontwrichting of latente c.q. mogelijke ontwrichting van de maatschappelijke, politieke en/of economische structuren.

  • Onrechtmatigheden, maatschappelijke bedreigingen en/of georganiseerde criminaliteit.

In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van de gemeente Putten.

Indicator: Situationele en lokale verankering:

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de bestuurlijke omgeving (wet en regelgeving, toezicht en handhaving).

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de (sociaal-)maatschappelijke omgeving (fysieke omgevingskenmerken, maatschappelijke ontwikkelingen, sociale relaties of netwerken, informele controle).

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de zakelijke/economische omgeving (beroepen, branches, marktpartijen).

  • Processen, procedures, instructies en/of structuren binnen (een) (publieke) organisatie(s) die het mogelijk maakt (on-)bewust te faciliteren.

  • Bij de gelegenheidsstructuren is een locatie (zoals een pand of bedrijf/onderneming), een persoon, een groep, een familie en/of netwerk (meerdere personen die samenwerken) betrokken.

Stap 3:

En kan tenminste sprake zijn van één van onderstaande indicatoren, wat nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met 'red flags'.

Indicator: Signalering

  • Incongruenties (omstandigheden en gedragingen); feit dat indicaties niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen in aard, omvang en intensiteit

  • Malafide en/of criminele activiteiten, hinder en/of overlast

  • Veelal systematisch en structureel gepleegd

  • Latent aanwezig

  • Complex

Lijst met 'red flags'

Algemeen

  • Salaris uitbetalen per week en/of per kas.

  • Financiële man/financieel 'directeur' kan factuur niet plaatsen en moet navraag doen/fiat vragen bij de baas.

  • Sterke waardestijging van moeilijk waardeerbare aandelen.

  • Grootaandeelhouder heeft geen weet van wat überhaupt in de onderneming gaande is.

  • De officiële eigendomsverhoudingen in rechtspersoon zijn niet in verhouding met de daadwerkelijke gezagsverhoudingen.

  • Huurders/gebruikers/kopers die ook op een andere wijze een functie bij koper of verkoper van een onroerende zaak vervullen

  • Onmogelijkheid om gezien inkomen en/of vermogen onroerende zaken te kopen en/of financiering te krijgen.

  • Waarde van afzonderlijke appartementsrechten na splitsing (in het bijzonder indien een deel in de privé- en een deel de zakelijke sfeer terecht komen.

  • Leningen met aflossingen/geldstromen vanuit het buitenland.

  • Geconstateerd is dat grote bedragen niet opvallen en vertrouwen wekken. Juist bij grote bedragen dient de financiële onderneming echter alert te zijn omdat daarin schijn en wezen kunnen verschillen.

  • Het gebruik van waardeverklaringen in plaats van officiële taxatierapporten.

  • Afwijkend tarief voor (ogenschijnlijke) standaardopdracht.

  • Waardebepaling van panden met krakers en panden met mogelijke bestemmingswijziging.

  • Het gebruik van oude beschikbare bronnen (bijvoorbeeld oud kadastraal uittreksel of bewijs van eigendom).

  • Meerdere sterk wisselende taxaties voor eenzelfde vastgoed in een relatief korte periode.

  • Exclusieve relatie (volume- en/of prijsafspraken) tussen de makelaar/taxateur en de intermediair/financiële onderneming voor taxaties ten behoeve van de financiering.

  • Eigen belang bij de uitkomst van de taxatie of de hoogte van het taxatiebedrag.

  • Retourprovisie of commerciële afspraken met intermediairs en financiële onderneming.

  • Ontbreken van vaste onderdelen in het onderzoek ten behoeve van de waardebepaling door de makelaar/taxateur (informatie over vergelijkbare panden, WOZ-waarden, gebruik van het puntensysteem voor het vaststellen van de waarde of de hoogte van de huren, sloop-/handhavenafweging).

  • Ontbreken standaarddossieropbouw met onderliggende documentatie en uitzonderingsrapportages.

  • Onvoldoende waarborgen bij de makelaar/taxateur voor de bescherming van de integriteit van medewerkers door functiescheiding (afhankelijk van omvang kantoor; bijvoorbeeld scheiding tussen de intake en de uitvoering van opdrachten en review van uit te brengen taxatierapporten en waardeverklaringen).

  • Exclusieve relatie tussen notaris, belastingadviseur en medewerker van hypotheekbank, notaris en belastingadviseur.

  • Aparte belastingadviseur voor offshore structuur.

  • Hoge vergoeding voor belastingadviseur (vast maandbedrag en uurtarief).

  • De koper verricht betalingen aan de (fiscaal) adviseur van de verkoper.

  • Exclusieve relatie tussen belastingadviseur, notaris en medewerker van hypotheekbank.

  • Bedrijfskosten van de onderneming zijn zeer laag.

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Personen die bij volmacht handelen (dit kan wijzen op het buiten beeld houden van de 'ultimate beneficial owner').

  • Doorverwijzen van Nederlandse cliënten door trustkantoren naar buitenlandse banken, waar men coderekeningen kan aanhouden.

  • Trustkantoor geeft opdracht terug en/of beëindigt de relatie.

  • Aanpassen jaarstukken door accountant t.b.v. het verkrijgen van hypothecaire lening.

  • Investeerder is een wereldburger die nergens of ieder geval niet in Nederland belastingplichtig is.

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Grote afhankelijkheid overige zakelijke dienstverlener van één klant.

  • Iemand met een minderheidsbelang heeft feitelijke leiding over de onderneming, terwijl de overige partijen met een belang opvallend passief zijn en blijven.

  • Makelaar/verhuurmakelaar/tussenpersoon die bij meerdere panden betrokken is geweest waar overtredingen zijn geconstateerd.

Loverboys: minderjarigen (< 18 jaar)

  • Spijbelen.

  • Haalt ('ineens') slechte cijfers.

  • Lijkt ineens veel geld te hebben (dure kleding, telefoon etc.).

  • Keert zich af van ouders/vrienden.

  • Grensoverschrijdend gedrag.

  • Komt alleen nog thuis om te slapen.

  • Heeft onverklaarbare schulden.

  • Loopt regelmatig weg, is veel weekenden en nachten weg.

Financiering

T.a.v. partijen

  • Gebruik vennootschappen in een land waar niet wordt geregistreerd wie de aandeelhouder is.

  • Combinatie van een offshore vennootschap en een geldstroom die uit een land met een bankgeheim komt.

  • Complexe vennootschappelijke constructies.

T.a.v. kredietdossiers

  • Onvoldoende Costumer Due Diligence.

  • Onvolledig kredietdossier en (te) oude stukken (bijvoorbeeld niet aantreffen van originele door de makelaar/taxateur gewaarmerkte taxatierapporten).

  • Financiële onderneming gaat akkoord met passeren akte, terwijl het dossier nog incompleet is.

  • Kredietdossier is in één keer compleet en/of heeft spoed.

  • Kredietbeoordelaar controleert niet de door kredietaanvrager opgegeven vermogensbestanddelen, inkomen en/of winst.

  • Bij financiering wordt verkoopwaarde van een pand meegenomen, terwijl persoon pand niet op naam heeft staan.

  • ABC-constructie (specifiek in geval van financiële problemen geldlener: risico dat A voor te lage waarde uit boedel wordt getild, B-C transactie wel tegen normale waarde).

  • Hypotheken worden verstrekt aan personen met (financiële) antecedenten (bijvoorbeeld persoon staat opgenomen in BKR als wanbetaler van geldleningen).

  • Meerdere malen BKR getoetst in korte tijd.

  • BKR-registratie recent beëindigd (check BKR historie).

  • Op de loonstrook die wordt overgelegd aan de hypotheekverstrekker staat aangegeven dat het salaris per kas wordt uitbetaald.

  • Vormfouten in aangeleverde documenten, zoals loonstrook, werkgeversverklaringen, taxatierapporten en depotnota's.

  • Recente datum indiensttreding.

  • Afwijkende adressen op verschillende documenten.

  • Aanvragers hebben meerdere onderpanden.

  • Gefingeerd samenwonen (personen 'bij elkaar geplakt').

  • Taxatierapporten zijn niet in fysieke originele vorm opgenomen in het kredietdossier.

  • Het aantreffen van meerdere – kort na elkaar – vervaardigde/gedateerde taxatierapporten (kan wijzen op een situationeel gebruik hiervan).

  • Aanvraag financiering voor verbouwing terwijl verbouwing al (nagenoeg) gereed is.

  • Makelaar/taxateur/notaris/bouwkundig deskundige betrokken bij transactie die niet afkomstig is uit 'de streek'.

T.a.v. de taxatie

  • Huren die gezien de locatie/pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • Aanwezigheid van risicovolle ondernemingen en/of bedrijfsomschrijvingen volgens gegevens van de KvK op het adres van het te financieren vastgoed.

  • Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden, zonder dat de financiële onderneming een goede controle laat plaatsvinden op de relatie waardevermeerdering ten opzichte van de verbouwing en op de nota's.

  • Exclusieve relatie tussen de financiële onderneming en de makelaar/taxateur die taxaties verricht ten behoeve van de financiering.

  • Opdrachtgever taxatie is (onbekende) derde.

  • Het als financiële onderneming slechts gebruik maken van één vaste makelaar/taxateur voor taxaties, zonder dat er een controle plaatsvindt indien de gevraagde kredietfaciliteit onder een bepaald bedrag blijft.

T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot

  • De bewuste bankmedewerker (accountmanager) is de medewerker met hoogste provisie.

  • Het verstrekte bedrag van de hypotheek staat niet in verhouding tot de (legale) inkomsten (salaris, huur of uit onderneming)/verhouding leeftijd versus. inkomen versus beroep.

  • Meerdere hypotheken gevestigd op één pand in combinatie met herhaaldelijk oversluiten.

  • Hypotheken worden in korte tijd meerdere keren substantieel verhoogd.

  • Onttrekkingen aan bouwdepots zonder facturen.

  • (Ver)bouw nota's worden onwaarschijnlijk snel achter elkaar ter uitbetaling ingezonden.

  • Offertes ingediend als factuur.

  • Werkzaamheden op factuur zijn niet gespecificeerd (indicator valse factuur)/hoogte van het uit te betalen bedrag staat in geen verhouding tot de uitgevoerde werkzaamheden/geleverde goederen.

  • Op factuur wordt niet verwezen naar de termijn van de aannemingsovereenkomst (indicator valse factuur).

  • Het onttrekken van gelden inclusief omzetbelasting aan bouwdepots van zakelijke entiteiten.

  • Nationale Hypotheek Garantie (NHG) meerdere keren verstrekt ten behoeve van dezelfde partij.

  • Adres volgens Basisregistratie Personen (BRP) wijkt af van adres volgens NHG.

T.a.v. transport hypotheekakte

  • Discrepantie aan begin of eind van transactie tussen degene die het geld fourneert en degene die eigenaar wordt.

  • Op het moment van transport wordt de hypotheek doorgehaald. Het lijkt alsof (een deel van) de verkoopopbrengst voor verrekening wordt gebruikt. Dit is echter niet het geval. Op de afrekening van de notaris staat ("aflossing hoofdsom X: nihil").

  • Waarborg wordt niet ingeroepen dan wel niet opgeëist (wijst op gelieerde partijen).

T.a.v. gebruik rekeningen

  • Omschrijving 'one of our clients' op bankafschriften.

  • Contante stortingen middels sealbags op rekeningen waarvoor geen dergelijke overeenkomst is afgesloten met de bank.

  • Sealbagstortingen op derdengeldenrekeningen (of andere rekeningen) van advocatenkantoren of notariskantoren (verschoningsgerechtigden).

  • Kosten voor contante geldtransporten in opdracht van de bank die worden doorbelast aan de cliënt.

  • Grote aflossing hypotheek zonder dat dat onderbouwd kan worden door verkoop vorige woning of andere bronnen.

  • Ontvangen aflossingen vanaf derdengeldenrekeningen van advocaten, terwijl geen sprake is van een boedelscheiding of een faillissement.

  • Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden.

T.a.v. financierende partijen

  • Financierende partij is een buitenlandse niet-financiële instelling.

  • Financierende partij is een (constructie met) offshore vennootschap(pen) en/of komt uit land met een bankgeheim en/of kort na het ontstaan van een dergelijke constructie wordt vastgoed aangeschaft.

  • Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • Financiering door verkoper.

  • De waarborgsom wordt bijeengebracht door anderen dan de juridische eigenaar of diens hypotheeknemer.

  • Financierende partij is een niet-zakelijke partij.

  • Financierende partij is onbekend.

  • Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

T.a.v. financiering zelf

  • Hypotheek is niet beschikbaar op datum van levering.

  • Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

  • Grote aankoop vindt plaats zonder financiering.

  • Koper blijft bedrag schuldig aan verkoper.

  • Financiering door verkoper, waarbij ten gunste van verkoper een hypotheek wordt gevestigd.

  • Financiering vindt plaats door verkoper tegen een hoge rente.

  • Niet betaalde rente, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten).

  • Herfinanciering gaat niet naar de verkoper, de verkoper wordt uit andere bron betaald.

  • Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

T.a.v. geldstroom

  • Geldstroom komt van een niet-financiële instelling in het buitenland.

  • Geldstroom komt vanuit (constructie met) offshore structuur en/of komt uit een land met een bankgeheim.

  • Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • Geldstroom is afkomstig van buitenlandse coderekening.

  • Uitbetaling aan derde partij die niet betrokken is bij de akte.

  • Aflossing niet aan degene die oorspronkelijk heeft gefinancierd.

T.a.v. ongebruikelijke geldstroom

  • Geldstroom komt van een niet-zakelijke partij.

  • Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • Geldstroom afkomstig van de derdengeldenrekeningen van verschoningsgerechtigden in Nederland.

  • Betalingen provisies, commissies, advieskosten.

Koop/verkoop

T.a.v. partijen

  • De koper heeft geen kennis van het te kopen object/de te kopen objecten.

  • Kopende partij 'houdt' voor een ander.

  • Levering aan verschillende rechtspersonen die door dezelfde persoon worden vertegenwoordigd.

  • Gebrek aan transparantie m.b.t. uiteindelijke koper ('nader te noemen meester').

  • Transacties tussen gelieerde partijen (privé/B.V., familieleden).

  • De personen in de koopovereenkomst komen niet allen terug in de akte van levering.

  • Koper in koopakte en in uiteindelijke leveringsakte verschillen, er is een partij bijgekomen (mutaties in partijen gedurende traject).

  • Huurder koopt een woning van een verhuurder die een buitenlandse rechtspersoon is.

  • Betrokkenheid bij transport van een persoon die niet aanwijsbaar bij de transactie is betrokken.

T.a.v. transport vastgoed

  • ABC-transactie met opvallende waardestijgingen.

  • Groot aantal transporten bij de notaris in een zeer kort tijdsbestek.

  • Naadloze aansluiting tussen taxatiewaarde en koopsom.

T.a.v. financiële afwikkeling

  • Bij verkoop stort de notaris het aankoopbedrag op een door de verkoper opgegeven rekening, niet zijnde zijn eigen rekening of die van de kredietverstrekker (hypotheeknemer).

  • Notaris stort aanbetaling van cliënt terug op andere rekening(en).

  • Bij het niet doorgaan van de transactie omdat de koper niet afneemt, betaalt de verkoper een afkoopsom aan de partij die zou kopen.

Algemeen

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Verhouding koopsom t.o.v. huur is heel hoog.

  • Verlies op vastgoedtransactie na recente verkrijging.

  • Overdracht economisch eigendom.

  • Constructie die bestaat uit een combinatie van nieuwe rechtspersonen in het buitenland en overgenomen vennootschappen in Nederland die handelt en beheert.

  • Bij ABC-transactie: Verkoop B-C vindt plaats vóór A-B transactie (wijst op orkestreren, gelieerde partijen).

  • In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • In het jaar na de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • 'Handelingsvrijheid' vermogensbeheerder.

  • In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • In het jaar na de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • Commissiebetalingen/winstdelingen/aanbrengprovisies.

  • Provisiebetalingen zonder zichtbare tegenprestatie.

  • De verkoper factureert ten tijde van de verkoop aan koper voor advieskosten.

  • Bevoordeling sociaal netwerk (familielid/relatie). Betrokken partijen melden een verschillende koopsom. (Sommige partijen hebben het over de officiële koopsom, andere partijen bedoelen vermoedelijk de totale koopsom inclusief betalingen buiten de akte om).

  • Transactie wordt met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt.

  • Grote afwaardering in het jaar van aankoop ten laste van de (fiscale) winst.

  • Zeer snel groeiende vastgoedportefeuille.

  • Onverklaarbare waardesprongen (in verhouding tot verstreken tijdspanne).

  • 'Handelingsvrijheid' vermogensbeheerder.

  • De naadloze aansluiting van de taxatiewaarde bij de koopsom op het moment van verkoop.

Gebruik/exploitatie van een pand

Algemeen

  • Wijziging van beheerder vastgoed of andere adviseur kan duiden op wijziging van de "ultimate benificial owner" (ubo).

  • De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/of aandeelhouder heeft geen daadwerkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belastingadviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

  • Niet betaalde huren, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven. (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten.)

  • Verzekeringsclaims voor brand- en/of opstalverzekeringen, net voordat een grote verbouwing gaat plaatsvinden.

  • Contante huurontvangsten (op rekening van persoon die het betreffende pand niet in bezit heeft).

  • Grote contante opnamen.

  • Betalingen protectiegelden.

  • Een vreemde verhouding tussen ontvangen huren en getaxeerde waarde.

  • Huren die gezien de locatie/pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/of aandeelhouder heeft geen daadwerkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belastingadviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel

  • Er is geen arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden zijn slecht gedefinieerd of de arbeidsovereenkomst is opgesteld in een taal die de betreffende persoon niet machtig is.

  • Lijkt bang te zijn voor de man/vrouw die hem/haar begeleidt.

  • De personen beschikken niet zelf over eigen identiteitspapieren.

  • Slechte huisvesting.

  • Er is sprake van hoge huren.

  • Huur wordt ingehouden op salaris.

  • Ontbreken van huurcontracten.

  • Vertoont tekenen van angst of lijkt zich ongemakkelijk te voelen, vooral in de aanwezigheid van de supervisor.

  • Tijdens gesprek vertelt hij/zij tegenstrijdigheden.

  • De persoon/personen lijken niet goed te weten waar men is/verblijft.

  • Iemand anders voert steeds het woord, er lijkt sprake te zijn van controle/gezagsverhouding.

  • De betalingen vinden onregelmatig en/of vaak te laat plaats.

  • Weet niet hoeveel hij/zij verdient.

  • Niet vrijelijk kunnen beschikken over (een deel) van de eigen verdiensten (geen eigen bankrekening/bankpas in bezit).

  • Inhouden boetes, (onduidelijke) kosten werkgever en/of borg

  • Verplicht om transport, levensmiddelen en/of andere diensten bij één aanbieder (werkgever) af te nemen.

  • Illegaal verblijf.

  • Moet een buitensporige vergoeding terugbetalen voor werving, vervoer, huisvesting, eten, gereedschap of veiligheidsuitrusting en die vergoeding wordt rechtstreeks ingehouden op zijn/haar loon.

  • De terugbetalingsregeling voor voorschotten op het loon is onduidelijk of gemanipuleerd.

  • Personen verklaren lange werkdagen te moeten maken.

  • Bevindt zich in een situatie waarin hij/zij op meerdere manieren van anderen afhankelijk is (hij/zij is bijvoorbeeld afhankelijk van de werkgever voor onderdak, eten, banen voor familieleden of voor andere behoeften).

  • Men beschikt niet over eigen inkomsten.

  • Is schaars gekleed en heeft weinig bezit.

  • Er zijn diverse telefoons en/of laptops in de woning.

  • Wonen en slapen op de werkplek.

  • Er lijkt een vorm van toezicht te zijn (een persoon in de woning aanwezig, of de telefoon gaat zeer regelmatig over tijdens pandcontrole).

  • Vertoont tekenen van angst of lijkt zich ongemakkelijk te voelen, vooral in de aanwezigheid van de supervisor.

  • Weet niet wat zijn/haar verblijfplaats of adres is.

  • Heeft regelmatig klanten, maar geen geld om bijv. huur te betalen.

  • Wordt bij ziekte of zwangerschap gedwongen te werken.

  • Huren de woning niet zelf.

  • Alle vragen worden door de begeleidende persoon beantwoordt in plaats van door het potentiële slachtoffer.

  • De opmerkingen van het potentiële slachtoffer vertonen geen samenhang of komen ingestudeerd over, door middel van indoctrinatie.

Bijlage 2: Categorieën van verwerkte gegevens behorend bij artikel 1 (algemeen) Privacy Protocol

Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal worden verwerkt. In fase 1 van het Privacy Protocol zijn dit de volgende gegevens:

Fase 1

  • 1.

    De melding en de daarin opgenomen persoonsgegevens :

    • a.

      Naam van de melder;

    • b.

      Locatie (adres);

    • c.

      Eventuele verwijzingen naar personen in de beschrijving;

    • d.

      Indien aanwezig; beeldmateriaal.

  • 2.

    Of er sprake is van ondermijning:

    • a.

      eventuele aanwijzingen voor ondermijning uit het onderzoek;

    • b.

      het eventuele vervolg dat aan het onderzoek wordt gegeven.

  • 3.

    Informatie uit de Kamer van Koophandel.

  • 4.

    Informatie uit het Kadaster.

  • 5.

    Bestemmingsplannen.

  • 6.

    Informatie over erfpacht.

  • 7.

    Informatie afkomstig van het internet.

In fase 2 van het Privacy Protocol kunnen in aanvulling op gegevens uit fase 1 onderstaande gegevens worden verwerkt, afhankelijk van de melding en of relevante casusinformatie:

Fase 2

  • 1.

    Informatie uit de basisregistratie Adressen en Gebouwen.

  • 2.

    Informatie uit de basisregistratie personen.

  • 3.

    Informatie uit registraties over vergunningen horeca, intrekkingsbesluiten.

  • 4.

    Informatie uit systemen over uitkeringen, subsidies, andersoortige beschikkingen (gesloten bron).

  • 5.

    Informatie uit systemen over andersoortige beschikkingen (bijv. parkeervergunning, bestuurlijke boetes Drank- en Horecawet) (gesloten bron).

Putten, 28 januari 2020

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Putten,

de secretaris,

mr. F.E. Contant

de burgemeester,

H.A. Lambooij


Noot
1

‘De achterkant van Nederland’, Pieter Tops en Jan Tromp, 2017.

Noot
2

O.a. Faber, W. (2013). Ondermijning als activiteit en als gevolg. Tops, P. & Torre, E. van der. (2015). Wijkenaanpak en ondermijnende criminaliteit. Van der Steen, M. e.a. (2016). Ondermijning ondermijnd. Hoe het rijk meer ruimte kan maken voor een (boven)lokale aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

Noot
3

Dat kan bijvoorbeeld een vergunningensysteem of een uitkeringenadministratie zijn.