Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643683
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643683/1
Subsidietender Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg
Geldend van 04-09-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-09-2020
Intitulé
Subsidietender Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorgEen plan voor de ontwikkeling van preventieve algemene voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek in het licht van de uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg.
NAMENS DE GEMEENTEN NOORDWIJK, HILLEGOM, LISSE, TEYLINGEN EN KATWIJK
1. INLEIDING
Voor u ligt de subsidietender behorende bij de ontwikkeling van algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg Duin- en Bollenstreek. De voorzieningen zijn in het bijzonder bedoeld voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg, maar daar waar het programma het toelaat kunnen ook andere inwoners (niet specifiek uit de MZ) gebruik maken van de voorziening. Dit komt ten goede aan het streven naar een inclusieve samenleving.
1.1. SUBSIDIEVERLENER
College van burgemeester en wethouders van de gemeenten:
Noordwijk, Voorstraat 42, 2201 HW;
Hillegom, Hoofdstraat 115, 2181 EC;
Lisse, Herenweg 254, 2161 BS;
Teylingen, Wilhelminalaan 25, 2171 CS Sassenheim;
Katwijk, Koningin Julianalaan 3, 2224 EW
hierna te noemen: de gemeenten.
1.2. RIJK
In april 2009 is Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK) opgericht. De gemeenten Noordwijk, Hillegom, Lisse en Teylingen zijn hierbij aangesloten. RIJK begeleidt deze subsidietender.
1.3. OMSCHRIJVING GEWENSTE MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN
1.3.1. AANLEIDING
Gemeenten worden per 1 januari 2022 verantwoordelijk voor de Maatschappelijke Zorg in de eigen gemeente. Dat betekent dat gemeenten verantwoordelijk worden voor wonen, zorg en welzijn van kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. Van deze kwetsbare inwoners wordt gevraagd dat zij zo zelfstandig mogelijk meedoen in hun eigen omgeving, meedoen aan een inclusieve samenleving. Inwoners die dit niet kunnen, doordat ze kwetsbaar zijn of begeleiding nodig hebben, krijgen ondersteuning. Het is de taak van gemeenten om voor die ondersteuning te zorgen.
De Duin- en Bollenstreek gemeenten werken samen ter voorbereiding van deze taak.
De gemeenten streven naar een inclusieve samenleving waarbij kwetsbare inwoners (0-100) met (een stapeling van) (complexe) problemen welkom zijn en zo zelfstandig mogelijk en gezond kunnen functioneren. Dat willen we o.a. bereiken met het ontwikkelen of versterken van preventieve algemene voorzieningen1 als voorliggend veld of in aansluiting op maatwerkvoorzieningen.
Grote en kleine organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden in de Duin- en Bollenstreek kunnen ideeën en plannen indienen voor vernieuwende initiatieven die de algemene voorzieningen verbeteren en/of aanvullen voor deze kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg in de Duin- en Bollenstreek.
We zien deze tender als de gemeentelijke bijdrage aan het behalen van de omschreven maatschappelijke effecten. We laten bij de subsidietender de ruimte aan organisatie(s) om op basis van hun eigen expertise het ‘hoe’ vorm te geven. De gemeente beperkt zich tot het ‘wat’ (maatschappelijke doelen en effecten).
1.3.2. DOELSTELLINGEN
Voor het verbeteren en ontwikkelingen van de algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg zijn een aantal uitgangspunten en doelen geformuleerd. Deze staan uitgebreid verwoord in de Nota: “Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. Kort samengevat, willen de gemeenten het volgende bereiken:
- -
Een sociale infrastructuur van toegankelijke algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg in de Duin- en Bollenstreekgemeenten in samenhang met elkaar en evenredig verspreid over de regio. Gebruikers kunnen binnen de structuur van activiteiten eenvoudig overstappen.
- -
Een gedifferentieerd aanbod dat aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van kwetsbare mensen uit de Maatschappelijke Zorg en die passen in de lokale setting. Aanbod dat bijdraagt aan functies uit het EEVAA onderzoek zoals: anti- stigma, veilig en geborgen ontmoeten (met een bruggetje naar andere voorzieningen), preventie, herstel, voorkomen terugval, ondersteuning naasten, ontwikkeling en kansen voor participatie of werk en aan Positieve Gezondheid.
- -
Informele ondersteuning door ervaringsdeskundigen, maar daar waar nodig door professionals.
- -
Nieuw of vernieuwd aanbod dat een oplossing kan zijn bij Wmo hulpvragen en aansluit bij reeds bestaande maatwerkvoorzieningen.
- -
Nieuw of vernieuwd aanbod dat aansluit bij reeds bestaande algemene voorzieningen.
1.3.3. VOOR KWETSBARE INWONERS UIT DE MAATSCHAPPELIJKE ZORG
- -
De voorzieningen zijn bedoeld voor ondersteuning van kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. Sommige voorzieningen zijn misschien gezien het programma niet geschikt voor iedereen. Die zijn daarom alleen toegankelijk voor deze kwetsbare inwoners. Bij sommige voorzieningen is deelname door andere inwoners uit de Duin- en Bollenstreek juist weer wel gewenst gezien het streven naar een inclusieve samenleving.
- -
Onder kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg wordt verstaan; mensen die niet (meer) zelfstandig in behoeften en bestaansvoorwaarden kunnen voorzien, zoals onderdak, gezonde voeding, inkomen, sociale contacten, zelfzorg, veelal ontstaan door psychische problematiek, een (licht) verstandelijke beperking en/of in combinatie met life events waardoor een opeenstapeling van problemen ontstaan; psychosociale, schulden, verslaving,
- -
En hun naasten, direct betrokkenen.
In de gemeenten van de Duin- en Bollenstreek is nu al een rijk aanbod aan algemene voorzieningen die voldoen aan een aantal uitgangspunten, maar die zijn niet altijd gericht op kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. De gemeenten willen graag dat de te ontwikkelen algemene voorzieningen zoveel mogelijk aansluiten bij de huidige voorzieningen ten behoeve van een stevige sociale basisstructuur voor kwetsbare inwoners.
Om een goede sociale basisstructuur te ontwerpen voor deze sub regio, is het van belang goed in kaart te hebben welke algemene voorzieningen er al zijn en waar deze worden aangeboden. Hierom is bij de Nota: “Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg” per gemeente een inventarisatie opgenomen van de algemene collectieve voorzieningen.
Het doel van de subsidietender is het verlenen van een subsidie aan de subsidieaanvrager(s) die met hun plan het best voldoet aan de wensen en eisen zoals geformuleerd in dit document en de daarbij behorende bijlagen.
1.3.4. SAMENWERKING MET PARTNERS
Het behalen van de doelstellingen in 1.3 is voor een groot deel afhankelijk van de samenwerking met andere maatschappelijke partners.
In de Duin en Bollenstreek zijn veel maatschappelijke organisaties die een bijdrage leveren aan het geheel aan voorzieningen. Dit aanbod willen de gemeenten met elkaar verbinden. Hiervoor is zichtbaarheid en beschikbaarheid van het aanbod nodig, maar ook communicatie en afstemming tussen de partijen om laagdrempelige in- en doorstroom mogelijk te maken. Van de uitvoerende organisaties, verwachten de gemeenten dat er actief samenwerking wordt gezocht met andere partners in de DBS.
Een van de eisen is dan ook dat een voorstel in samenwerking met minstens één andere maatschappelijke partner wordt uitgevoerd.
1.3.5. EVALUATIE
Met alle partijen aan wie subsidie toegekend wordt, zullen voortgangsgesprekken plaatsvinden. Vanaf juni 2022 vindt een evaluatie plaats van alle lopende projecten, waarna een voorstel volgt of en in welke vorm succesvolle projecten eventueel kunnen voortbestaan.
1.4. VERSTREKKEN SUBSIDIE
De eenmalige subsidie wordt verstrekt voor een periode van maximaal 2 jaar.
De inwerkingtreding van de subsidie is voorzien met ingang van datum beschikking tot maximaal twee jaar daarna.
1.5. SUBSIDIEPLAFOND
Het totale beschikbare subsidiebedrag bedraagt € 50.000 per gemeente (inclusief btw) voor vijf gemeenten totaal € 250.000, - (inclusief BTW) voor de gehele duur van de opdracht.
In onderstaand overzicht wordt aangegeven in welke bandbreedte de subsidieaanvraag dient te liggen.
Omvang van de subsidie aanvraag |
Bandbreedte bedrag subsidie aanvraag (incl BTW) |
Project voor één gemeente |
€ 5.000 - € 50.000 |
Project voor twee gemeenten |
€ 5.000 - € 100.000 |
Project voor drie gemeenten |
€ 5.000 - € 150.000 |
Project voor vier gemeenten |
€ 5.000 - € 200.000 |
Project voor vijf gemeenten |
€ 5.000 - € 250.000 |
Projecten met een hoger bedrag dan het gestelde maximum van € 250.000 worden ter zijde gelegd en zullen niet verder worden beoordeeld. Projecten met een bedrag dat buiten de gestelde bandbreedte ligt worden ook ter zijde gelegd en zullen niet verder worden beoordeeld.
Om het aantal partijen waar subsidie aan wordt versterkt te beperken vanwege de beheersbaarheid in de gemeenten wordt uitsluitend subsidie verstrekt aan projecten met een bedrag vanaf € 5.000 inclusief BTW. Projecten met een lager bedrag dan dit gestelde minimum worden ter zijde gelegd en zullen niet verder worden beoordeeld.
1.6. AANVRAAG SUBSIDIE
Subsidie in het kader van deze subsidietender kunt u uitsluitend aanvragen indien:
- •
Uw organisatie op dit moment een bijdrage levert aan één of meerdere doelstellingen van deze tender;
- •
Uw organisatie ervaring heeft met vergelijkbare algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg;
- •
Uw organisatie kennis en ervaring heeft met de sociale opgaven in één van de deelnemende gemeenten;
- •
Uw organisatie een zelfstandig rechtspersoon is.
Een subsidie kan in verschillende samenstellingen aangevraagd worden:
- •
Als zelfstandig hoofdaanvrager:
U kunt zelfstandig aan de volledige uitvraag voldoen. U dient zelf een subsidieaanvraag in waarin u antwoord geeft op alle gestelde vragen. Wanneer deze aanvraag de winnende aanvraag is, ontvangt u de subsidie
of
- •
Als nieuwe rechtspersoon:
U vormt met een aantal partijen gezamenlijk een nieuw formeel samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid. Vervolgens dient deze rechtspersoon een subsidieaanvraag in. Wanneer deze aanvraag de winnende aanvraag is, ontvangt deze rechtspersoon de subsidie.
Het plan van aanpak mag maximaal het aantal voorgeschreven pagina’s bevatten zoals aangegeven. Als voor beantwoording het maximaal van het aantal beschreven pagina’s, wordt overschreden dan worden de extra pagina(‘s) niet gelezen en niet beoordeeld.
Naast dat de aanvrager één voorstel/project kan indienen voor de gezamenlijke vijf gemeenten, is het ook mogelijk één of meerdere voorstellen per gemeente of voor meer gemeenten in te dienen. Aanvrager dient zich wel te houden aan de in hoofdstuk 1.5 omschreven financiële onder- en bovengrens.
Indien aanvrager van één of meer onderdelen van het gevraagde Plan van Aanpak niet indient, wordt dit beoordeeld met nul (0) punten.
2. PROCEDURE
2.1. PLANNING EN INLICHTINGEN
Er is gekozen voor de procedure van een subsidietender via TenderNed. Het betreft hier echter geen tender in de zin van de aanbestedingswet 2012, waardoor deze regelgeving niet van toepassing is.
2.2. WETTELIJKE KADERS
Wettelijke landelijke kaders:
- •
Europese staatssteunregels
- •
WMO2015
- •
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Gemeentelijke kaders:
- •
Subsidieverordening gemeente Noordwijk;
- •
Subsidieverordening gemeente Hillegom;
- •
Subsidieverordening gemeente Lisse;
- •
Subsidieverordening gemeente Teylingen;
- •
Subsidieverordening gemeente Katwijk;
2.3. PLANNING
In onderstaande tabel is de planning van de procedure weergegeven. In TenderNed is de actuele planning van de procedure weergegeven. Deze planning is leidend. De gemeente is gerechtigd tussentijds de tijdsplanning aan te passen. Indien wijziging van de tijdsplanning hiertoe aanleiding geeft, kan mogelijk de ingangsdatum van de opdracht worden aangepast.
PLANNING
Activiteit |
Datum |
Datum publicatie subsidietender |
2 september 2020 |
Uiterste datum indienen schriftelijke vragen |
16 september 2020 |
Publicatie Nota van Inlichtingen |
28 september 2020 |
Uiterlijk indienen subsidieaanvragen |
26 oktober 2020 |
Beoordelen subsidie aanvragen |
26 oktober t/m 6 november 2020 |
Beschikking inhoudende verlening subsidie of afwijzen aanvraag |
6 november 2020 |
Bezwaartermijn |
Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht 6 weken |
Ingangsdatum subsidie |
21 december 2020 |
2.4. COMMUNICATIE
De contactpersoon van deze subsidietender voor de gemeenten is Mirjam de Boer inkoper van RIJK, mirjam.deboer@stichtingrijk.nl.
Primair verloopt alle communicatie via TenderNed. Uitsluitend in uitzonderlijke gevallen kan communicatie in het kader van deze subsidietender plaatsvinden via de contactpersoon.
2.5. NOTA VAN INLICHTINGEN
Vragen met betrekking tot de subsidietender en bijlagen en eventuele aanvullende documenten kunnen via TenderNed worden ingediend of via de bovengenoemde contactpersoon. Organisaties die niet bekend zijn met TenderNed kunnen een email sturen aan bovengenoemd contactpersoon.
Vragen kunnen worden ingediend tot de in paragraaf 2.1.1 genoemde datum.
Bij iedere vraag dient nadrukkelijk te worden aangegeven welke paragraaf van welk document of bijlage het betreft. Iedere vraag dient apart te worden ingediend.
RIJK zal tijdig een Nota van Inlichtingen verstrekken, waarin de geanonimiseerde vragen en antwoorden worden opgenomen. Als er nadien nog relevante vragen worden gesteld kan de gemeente een keuze maken voor een extra Nota van Inlichtingen. RIJK zal uiterlijk 10 dagen voor de sluitingstermijn van de Subsidieaanvragen zorg dragen voor één of meerdere additionele Nota’s van Inlichtingen.
Van de aanvragers wordt een proactieve houding verwacht. Bezwaren tegen de tenderprocedure bijvoorbeeld ten aanzien van onduidelijkheden of tegenstrijdigheden in de subsidietender, dienen op een ondubbelzinnige wijze kenbaar te worden gemaakt tijdens de schriftelijke vragenronde.
Inlichtingen zijn alleen bindend voor zover deze in een Nota van Inlichtingen zijn vastgelegd. De Nota (’s) van Inlichtingen maakt/maken integraal deel uit van deze subsidietender.
2.6. INDIENEN VAN DE SUBSIDIEAANVRAAG
2.6.1. AANLEVEREN BIJ SUBSIDIEAANVRAAG
In bijlage 4, checklist bewijsstukken, staan de documenten genoemd die ingediend moeten worden bij de subsidieaanvraag.
2.7. INDIENEN SUBSIDIEAANVRAAG
De subsidieaanvraag dient uiterlijk op de in paragraaf 2.1.1 genoemde datum ('sluitingstermijn') digitaal te zijn ingediend via TenderNed of per mail mirjam.deboer@stichtingrijk.nl. Subsidieaanvragen die na de hiervoor vermelde sluitingstermijn niet tijdig zijn ontvangen zijn ongeldig en worden geacht niet te zijn gedaan.
Een aanvrager kan - voor zover hij zijn Subsidieaanvraag eerder heeft ingediend - tot de hiervoor in paragraaf 2.1.1. genoemde sluitingstermijn zijn Subsidieaanvraag intrekken. Na de in paragraaf 2.1.1. genoemde sluitingstermijn is de subsidieaanvraag onherroepelijk voor de duur van de gestanddoeningstermijn zie paragraaf 5.3.
De subsidieaanvraag dient elektronisch te geschieden via www.tenderned.nl of per mail. Per fax of via de post ingediende subsidieaanvragen worden niet geaccepteerd en zijn ongeldig.
Storing TenderNed
Een aanvrager kan (technische) problemen ondervinden bij het indienen van zijn Subsidieaanvraag op TenderNed. Het is primair de verantwoordelijkheid van de aanvrager zijn Subsidieaanvraag tijdig te doen, opdat hij bij een eventuele storing van TenderNed niet geconfronteerd wordt met de (tijdelijke) storing/ onmogelijkheid van indienen van zijn Subsidieaanvraag.
Wanneer een aanvrager het probleem tijdig, vóór sluiting van de termijn waarop de digitale kluis sluit, meldt via bovengenoemde contactpersoon van RIJK is het aan de Gemeente om te beslissen of en hoe er in het aanvraagproces wordt ingegrepen.
Uitsluitend in dit geval mag de contactpersoon worden benaderd via email mirjam.deboer@stichtingrijk.nl
Indien er gegronde reden bestaat voor de Gemeente om in te grijpen in het subsidietenderproces, zal de Gemeente tijdig een rectificatie van “uitgestelde termijn van Subsidieaanvraag” publiceren op TenderNed of op andere wijze waarop aanvragers kunnen worden bereikt melding maken van het ingrijpen in het subsidietenderproces.
Ondertekening documenten
De documenten, welke bij deze subsidietender moeten worden ingediend, dienen te worden ingevuld. Van de bij te voegen bijlagen moet tenminste bijlage 2 (Algemene Verklaring) rechtsgeldig worden ondertekend. Vervolgens worden alle documenten, inclusief de ondertekende bijlage 2, toegevoegd aan de digitale inschrijving op TenderNed of per mail.
RIJK opent de kluis op TenderNed en de per mail ontvangen aanvragen aansluitend op het tijdstip van de sluitingstermijn van de Subsidieaanvragen zoals bovenstaand vermeld.
De opening van de Subsidieaanvragen is niet openbaar.
Er wordt een proces-verbaal van opening kluis, waarin de namen van de aanvragers die een Subsidieaanvraag hebben ingediend zijn opgenomen verzonden aan de aanvragers.
3. BEOORDELING EN TOEKENNING
3.1. BEOORDELINGSMETHODIEK
De beoordelingsmethodiek in deze subsidietender is de gewogen factormethode. Deze methode werkt als volgt: De scores voor de toetsingscriteria worden beoordeeld aan de hand van een kwalitatieve scoretabel. De score op de toetsingscriteria wordt vermenigvuldigd met het maximaal aantal punten die behaald kunnen worden voor het betreffende toetsingscriteria. Het project met de hoogste scores van alle criteria opgeteld is het plan met de beste kwaliteit en is het project met rangordenummer een.
In bijlage 5 wordt deze scoringsmethodiek nader toegelicht.
3.2. BEOORDELING
De beoordeling van de tijdig ontvangen aanvragen verloopt in hoofdlijnen als volgt:
- -
Voldoet een aanvrager aan de door de gemeenten gestelde geschiktheidseisen;
- -
Voldoet het project aan de door de gemeente gestelde, toetsingscriteria, eisen en normen;
- -
Hoe voldoet het project aan de door de gemeenten gestelde toetsingscriteria.
- ○
Het project die het hoogste aantal punten heeft behaald voor alle toetsingscriteria gezamenlijk is het kwalitatief beste project.
- ○
Bij gelijke score geeft het laagste subsidiebedrag de doorslag. Bij een dan nog gelijke score geeft de hoogste score behaald op het kwaliteitscriterium B2 de doorslag. In geval er dan nog sprake is van gelijke score vindt loting plaats.
- ○
Om een objectieve beoordeling te waarborgen worden de subsidieaanvragen door ieder lid van het beoordelingsteam individueel beoordeeld en vervolgens wordt er tijdens de gezamenlijke beoordeling, middels het toepassen van consensus, de definitieve ranking bepaald.
Het beoordelingsteam bestaat uit ter zake kundige beoordelaars namens de Gemeenten. De beoordeling wordt begeleid door RIJK.
3.3. TOETSINGSCRITERIA
Toetsingscriteria |
Maximaal aantal punten |
A. Prijs |
0 |
B. Kwaliteit |
100 |
Subcriteria (speerpunten) |
|
B1. Aanbod voor kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. Aansluitend op de resultaten van het EEVAA onderzoek en passend binnen een of meerdere van de zes pijlers van positieve gezondheid |
20 |
B2. Innovatief, nieuw of vernieuwd aanbod en aansluitend aan bestaande algemene voorzieningen. Aanbod dat past in de lokale situatie |
20 |
B3 Duurzaamheid Waaronder ook een doorkijk naar het voortbestaan van het project. |
20 |
B4. Samenwerking met andere lokale organisaties en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. |
20 |
B5. Maatschappelijk effect en hoe te meten |
20 |
Per toetsingscriterium werkt de aanvrager de werkwijze, activiteiten en middelen in een plan van aanpak uit, waarin alle elementen aan bod komen. Het plan van aanpak is maximaal 10 A4 met minimaal lettergrootte 10. De toetsingscriteria zijn als aparte bijlage toegevoegd. Hierin staat omschreven waarop het plan van aanpak beoordeeld wordt, het maximaal te behalen punten en de wegingsfactor.
3.4 TOEKENNING
Het toekennen van de subsidies gaat als volgt:
- •
Per gemeente wordt een overzicht van projecten naar rangorde gemaakt.
- •
Vervolgens wordt gekeken naar het aangevraagde subsidie bedrag.
- •
Indien een project voor meerdere gemeenten is ingediend, dan wordt dit project bij alle betrokken gemeente in het overzicht opgenomen. Het bijbehorende subsidiebedrag van het project wordt per gemeente naar rato verdeeld.
- •
Zolang het beschikbare bedrag per gemeente van € 50.000 nog niet is uitgenut worden subsidies verstrekt.
- •
Indien voor het eerstvolgende project in rangorde geen voldoende budget meer beschikbaar is, wordt aan dit project geen subsidie toegekend, maar zal de subsidie aan het in rangorde eerstvolgende in het budget passende project worden toegekend.
Aanvragers die niet het project met de beste kwaliteit hebben ingediend, ontvangen een gemotiveerde afwijzing.
4. BESLUITVORMING
4.1. PROCEDURE
Op deze subsidietender zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit brengt met zich dat de naar aanleiding van deze subsidietender ingediende subsidieaanvraag bij beschikking ofwel wordt verleend dan wel wordt geweigerd. Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan door belanghebbenden tegen een beschikking bezwaar worden gemaakt en kan, in spoedeisende gevallen, de bestuursrechter worden verzocht tot het treffen van een voorlopige voorziening. Hiertoe wordt verwezen naar de rechtsmiddelenclausule in de beschikking.
4.2. VOORBEHOUDEN
De Gemeenten behouden zich zonder meer en zonder aan enigerlei schadevergoeding te zijn gehouden, in ieder geval (derhalve geen limitatieve opsomming) het recht voor:
- •
de procedure tussentijds om haar moverende redenen op te schorten of af te breken;
- •
de tijdsplanning te wijzigen (met uitzondering van verkorting van wettelijk vastgestelde minimumtermijnen);
- •
vanwege haar moverende overwegingen de opdracht niet toe te kennen in te trekken en/of te herzien.
4.3. OVERIG
- •
Deze aanvraag is geen opdracht en kan ook niet als zodanig worden uitgelegd;
- •
Alle verstrekte informatie moet vertrouwelijk worden behandeld.
Door het uitbrengen van uw subsidieaanvraag geeft u aan akkoord te gaan met de inhoud van de subsidietender met alle bijlagen (aanvraagdocumenten).
Wij wensen u veel succes met het opstellen van uw subsidieaanvraag en zien deze graag tegemoet.
Ondertekening
Mirjam de Boer
Inkoper Stichting RIJK
Bijlage 1: Aanvraagformulier
U dient de gegevens in te vullen in de vakken en te paraferen, of de gevraagde informatie in bijlage(n) bij te voegen.
Naam organisatie: |
>vul in< |
Postadres: |
>vul in< |
Postcode en Plaats: |
>vul in< |
Telefoonnummer: |
>vul in< |
Emailadres: |
>vul in< |
IBAN rekeningnummer: |
>vul in< |
Inschrijfnummer KvK: |
>vul in< |
Contactpersoon: |
De heer/mevrouw: >vul in< Functie: >vul in< Telefoonnummer: >vul in< Emailadres: >vul in< |
Betreft subsidieaanvraag 2020 algemene voorzieningen voor gemeente(n):
In onderstaande tabel, in tweede kolom d.mv. een X aangeven welke gemeente(n) het betreft:
Hillegom |
|
Lisse |
|
Teylingen |
|
Noordwijk |
|
Katwijk |
€ >vul in< |
Aangevraagd bedrag: .....................inclusief btw
Bij het berekenen van de totaalprijs gaat u uit van hetgeen opgenomen in de begroting (zie bijlage 1d).
Ondergetekende verklaart dat het aangevraagde subsidiebedrag onderbouwd wordt door de bij de subsidieaanvraag geleverde begroting en wordt besteed aan de uitvoering van de opdracht, en verklaart verder dat het voldoet aan de gestelde eisen en beschreven wensen.
Aldus naar waarheid ingevuld,
Naam aanvrager |
|
Naam (tekenbevoegde) functionaris |
|
Functie: |
|
Handtekening: |
|
Datum: |
Bijlage 2: Eigen verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
- a.
Zijn organisatie niet in staat van faillissement, vereffening, surseance van betaling of akkoord verkeert;
- b.
Zijn organisatie niet een organisatie is die, bij een rechtelijke beslissing die kracht van gewijsde heeft, veroordeeld is geweest voor een delict dat de beroepsmoraliteit van de organisatie in het gedrang brengt;
- c.
Zijn organisatie niet een organisatie is die in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken.
- d.
Zijn organisatie niet een organisatie is die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale verzekeringsbijdragen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen;
- e.
Zijn organisatie niet een organisatie is die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van belastingen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen;
- f.
Zijn organisatie niet een organisatie is die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die ingevolge subsidietenderprocedures kunnen worden verlangd;
- g.
Zijn organisatie op verzoek van de deelnemende gemeenten bewijzen zal overleggen die bovenstaande aantonen;
- h.
Vanuit zijn organisatie geen enkele informatie welke in het kader van dit project beschikbaar komt, aan derden ter beschikking zal worden gesteld, met uitzondering van voor het onderhavige project door zijn organisatie in te schakelen partners, onderaannemers en/of hulppersonen. In een dergelijk geval blijft ondergetekende verantwoordelijk voor de geheimhouding door die in te schakelen partners, onderaannemers en/of hulppersonen.
- i.
Ondergetekende verklaart dat de onderhavige aanvraag niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in strijd met het Nederlandse of Europese mededingingsrecht.
Naam aanvrager |
|
Naam (tekenbevoegde) functionaris |
|
Functie: |
|
Handtekening: |
|
Datum: |
Bijlage 3: Uitvoeringsverklaring onder aanneming
Verklaring ten behoeve van de subsidietender Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg, namens gemeenten Noordwijk, Hillegom, Lisse, Teylingen en Katwijk.
Ondergetekenden:
>naam organisatie aanvrager<, statutair gevestigd te >plaats<, kantoorhoudende te >straatnaam, postcode, plaats<, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te >plaats< onder nummer >kvk-nummer<, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar >functie< >naam< in zijn/haar hoedanigheid van >hoedanigheid<, hierna te noemen de Aanvrager;
en
>naam organisatie onderaannemer<, statutair gevestigd te >plaats<, kantoorhoudende te >straatnaam, postcode, plaats<, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te >plaats< onder nummer >kvk-nummer<, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar >functie< >naam< in zijn/haar hoedanigheid van >hoedanigheid<, hierna te noemen de Onderaannemer;
Hierna gezamenlijk te noemen Partijen, overwegende dat:
- •
Gemeenten Noordwijk, Hillegom, Lisse, Teylingen en Katwijk, hierna te noemen de Subsidieverlener, een organisatie zoekt met vernieuwende initiatieven die bijdragen aan de verbetering van de algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg.
- •
Aanvrager in dat kader voornemens is een subsidieaanvraag te doen;
- •
Aanvrager de Onderaannemer nodig heeft om te kunnen voldoen aan de door de Subsidieverlener ter zake van de subsidietender gestelde geschiktheidseisen en/of wensen;
- •
Partijen in dat kader jegens de Subsidieverlener wensen te verklaren dat, indien Aanvrager in aanmerking komt voor de subsidie, Aanvrager de Onderaannemer als onderaannemer zal inzetten voor het uitvoeren van die onderdelen van de uitvoering waarvoor hij de Onderaannemer nodig heeft om aan de eisen en/of wensen te voldoen.
Partijen verklaren jegens Subsidieverlener het volgende te zijn overeengekomen:
dat, indien >naam Aanvrager<, de subsidietender ‘algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg” gegund krijgt, >naam onderneming Onderaannemer< het opdrachtdeel/de opdrachtonderdelen >opdrachtonderdelen welke Onderaannemer de vereisten voor levert< zal uitvoeren.
Aldus overeengekomen te >plaats< op >datum<.
Aanvrager: |
Onderaannemer: |
>Naam vertegenwoordiger Aanvrager< |
>Naam vertegenwoordiger Onderaannemer< |
Bijlage 4: Checklist bewijsstukken
Omschrijving |
Bijlage kenmerk |
INGEDIEND? JA / NEE |
|
a. |
Begroting subsidieaanvraag 2020 In de begroting dienen ten minste de volgende zaken vermeld te zijn: Een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan inclusief: • Personeelskosten (incl. uurtarief en totaal aantal uren jongerenwerk in de gemeente). • Overheadkosten • Huisvestingskosten (incl. eventueel flexibel huurbudget) • Eventuele materiaalkosten |
toevoegen als bijlage 1a |
|
b. |
Uittreksel Kamer van Koophandel Het stuk dient niet ouder te zijn dan drie maanden vanaf de datum van publicatie van de subsidietender en dient actuele gegevens te bevatten. Als de ondertekening geschiedt door een ander dan vermeld in het uittreksel Kamer van Koophandel, dient tevens (een kopie van) de daartoe vereiste volmacht te worden bijgevoegd. |
toevoegen als bijlage 1b |
|
f. |
Jaarrekening 2018 |
toevoegen als bijlage 1c |
|
g. |
Plan(nen) van aanpak/subsidieaanvraag • Inschrijver dient één Plan van Aanpak per project in. • In het plan van aanpak geeft inschrijver weer hoe hij invulling geeft aan het bereiken van de minimum eisen. |
toevoegen als bijlage 1d |
|
h. |
Bijlage 1-4 Volledig ingevuld en waar gevraagd rechtsgeldig ondertekend. |
Toevoegen als bijlage 1-4 |
Bijlage 5: Toetsingscriteria
Toetsingscriteria |
Maximaal aantal punten |
B1. EEVAA onderzoek en zes pijlers van positieve gezondheid en EEVAA onderzoek |
20 |
B2. Innovatief, aanvullend en passend project |
20 |
B3. Duurzaamheid |
20 |
B4. Samenwerking en betrokkenheid ervaringsdeskundigen |
20 |
B5. Maatschappelijk effect |
20 |
Totaal: |
100 |
Toetsingscriteria |
Maximaal aantal punten |
A. Prijs |
0 |
B.Kwaliteit |
100 |
Subcriteria (speerpunten) |
|
B1. Aanbod voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg. Afhankelijk van het programma is deelname van andere inwoners niet of juist wel gewenst. Aansluitend op de resultaten van het EEVAA onderzoek en passend binnen een of meerdere van de zes pijlers van positieve gezondheid. |
20 |
B2. Innovatief, nieuw of vernieuwd aanbod en aansluitend aan bestaande algemene voorzieningen. Aanbod dat past in de lokale situatie. |
20 |
B3 Duurzaamheid Waaronder ook een doorkijk naar het voortbestaan van het project. |
20 |
B4. Samenwerking met andere organisaties en betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. |
20 |
B5. Maatschappelijk effect en hoe te meten |
20 |
B1. Zes pijlers van positieve gezondheid en EEVAA onderzoek |
|
Doelstelling subsidieverlener |
De gemeenten willen graag dat het project gericht is op de behoeften uit het EEVAA onderzoek en bijdraagt aan een of meerdere van de zes pijlers van de positieve gezondheid van kwetsbare inwoners |
Aandachtspunten |
Het project is gericht op: • De gebleken behoeften van kwetsbare inwoners uit het EEVAA onderzoek (bijlage10): anti-stigma, veilig ontmoeten met een bruggetje naar andere activiteiten, preventie, herstel, voorkomen terugval, ondersteuning naasten, ontwikkeling en kansen voor participatie en/of werk. • Het kunnen meedoen en het erbij horen van kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg bij sport-, culturele- of muziekverenigingen. En dus niet buitengesloten worden. De aanvrager gaat in op één of meerdere van de pijlers Positieve gezondheid (M. Huber) • fysieke gezondheid • mentale gezondheid • zingeving in toekomstperspectief • kwaliteit van leven • sociaal maatschappelijke participatie • dagelijks functioneren |
B2. Innovatief, aanvullend en passend project |
|
Doelstelling subsidieverlener |
De gemeenten willen dat het project innovatief, nieuw of vernieuwd is en aanvullend aan bestaand aanbod. Het project draagt bij aan een goede verspreiding van divers aanbod over de Duin- en Bollenstreek. Daarnaast dient het project in de lokale situatie te passen en daar gebruik te maken van de lokale infrastructuur. Het project is niet op zichzelf staand en staat in verbinding met de rest. Samenhang en doorstroom moeten mogelijk zijn. |
Aandachtspunten |
De aanvrager gaat minimaal in op de volgende onderdelen: • Waarom het project innovatief is of een verbetering van bestaand aanbod. • Waarom het project aanvullend is aan en in samenhang met bestaand aanbod in de Duin- en Bollenstreek. • De toegankelijkheid van het project voor inwoners en met name voor kwetsbare inwoners. • Waarom het project past in de lokale specifieke situatie • Kansen voor Digitale innovatie, zoals digitale platforms en E-health. |
B3. Duurzaamheid |
|
Doelstelling subsidieverlener |
De gemeenten willen dat het project het (preventief) voorliggend veld in de Duin- en Bollenstreek versterkt. |
Aandachtspunten |
De aanvrager gaat minimaal in op de volgende onderdelen: • Hoe wordt het (preventief) voorliggend veld in de Duin- en Bollenstreek versterkt? • In hoeverre draagt het project bij aan een gespikkeld aanbod van de algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg over de Duin- en Bollenstreek? • Hoe draagt het project bij aan de oplossing van veel voorkomende WMO hulpvragen? • De mate waarin het project vervangend is voor een of meerdere maatwerkvoorzieningen? • Hoe stimuleert het project dat professionals van de integrale toegang, de sociale wijkteams, de ISD en de Sociale Dienst Katwijk doorverwijzen naar en gebruik maken van uw project? • Een doorkijkje naar de voortgang van het project na de pilot periode • De borging van zichtbaarheid, bereikbaarheid, de doorverwijzing en samenwerking Sociale Dienst Katwijk doorverwijzen naar en gebruik maken van uw project? |
B4. Samenwerking en betrokkenheid ervaringsdeskundigen |
|
Doelstelling subsidieverlener |
De gemeenten willen dat het project bijdraagt aan de samenwerking tussen aanbieders zodat een veilig en samenhangend aanbod wordt gecreëerd. Het project is niet op zichzelf staand en staat in verbinding met het aanbod van andere organisaties in het maatschappelijke middenveld (verenigingen, stichtingen of ondernemingen). De uitvoering van het voorstel vindt plaats met tenminste een andere (lokale) maatschappelijke organisatie. Daarnaast vinden de gemeenten het van belang dat het project tot stand komt door betrokkenheid van ervaringsdeskundigen en kwetsbare inwoners. Inzet van ervaringsdeskundigheid is bij de uitvoering van het project belangrijk. |
Aandachtspunten |
De aanvrager gaat minimaal in op de volgende onderdelen: • De samenhang in het aanbod doordat partijen met elkaar samenwerken. • De wijze waarop samenwerking georganiseerd is. • De wijze waarop de kwetsbare inwoners betrokken zijn bij de totstandkoming van het project. • De uitvoering van activiteiten door grotendeels ervaringsdeskundigen/vrijwilligers en de inzet van professionals, indien nodig. |
B5. Maatschappelijk effect |
|
Doelstelling subsidieverlener |
De gemeenten willen dat de maatschappelijke effecten en resultaten kunnen worden gemeten aan de hand van de gestelde doelen. |
Aandachtspunten |
De aanvrager gaat minimaal in op de volgende onderdelen: • Welke doelen, meetcriteria en indicatoren benoemd en uitgewerkt zijn. • De fasering van het project op hoofdlijnen. • De planning van het project inclusief start en einddatum. |
De scores voor de kwaliteitscriteria worden beoordeeld aan de hand van een kwalitatieve scoretabel.
Uitstekend = 100%: Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de Aanvrager een uitstekend antwoord gegeven. Alle of de meeste van de elementen en aspecten van de kwaliteitsvraag zijn inhoudelijk uitstekend beantwoord. Het antwoord geeft meer inzicht dan gevraagd en/of is uitstekend onderbouwd. De wijze van invulling is overtuigend en/of bevat creatieve/innovatieve elementen. |
Goed = 80%: Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de Aanvrager een goed antwoord gegeven. Alle of de meeste van de elementen en aspecten van de kwaliteitsvraag zijn inhoudelijk goed beantwoord. Het antwoord past bij de vraag. De beschrijving is concreet, realistisch en werkwijze wordt ruim voldoende tot goed onderbouwd. |
Matig = 50%: Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de Aanvrager een matig antwoord gegeven. Alle of de meeste van de elementen en aspecten van de kwaliteitsvraag zijn inhoudelijk matig beantwoord. Beschreven werkwijze is realistisch maar is matig concreet, en/ of is matig onderbouwd. En/of er ontbreekt tenminste één belangrijk onderdeel in het antwoord. |
Minimaal of slecht = 0: Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de Aanvrager geen, een slecht of een minimaal antwoord gegeven. Alle of de meeste van de elementen en aspecten van de kwaliteitsvraag zijn inhoudelijk niet, slecht of minimaal beantwoord. Geen beschrijving en/of is niet concreet en/of niet realistisch en/of niet onderbouwd. Beantwoording geeft geen/nauwelijks of gebrekkig inzicht in de wijze van invulling. |
Bijlage 6: Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg
Een plan voor de ontwikkeling van preventieve algemene voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek in het licht van de uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg.
1. Waarom deze nota?
1.1. Decentralisatie Maatschappelijke Zorg naar gemeente
Gemeenten zijn per 1 januari 2021 verantwoordelijk voor de Maatschappelijke Zorg in de eigen gemeente. Dat betekent dat gemeenten verantwoordelijk worden voor wonen, zorg en welzijn van kwetsbare inwoners. Het is de bedoeling dat ook zij zo zelfstandig mogelijk kunnen meedoen in hun eigen woonomgeving. Zo ontstaat een inclusieve samenleving. Inwoners die dit niet zelfstandig kunnen, doordat ze kwetsbaar zijn of begeleiding nodig hebben, krijgen ondersteuning. Het is de taak van gemeenten om voor die ondersteuning te zorgen. Algemene voorzieningen kunnen hierbij helpen.
1.2. Belang van algemene, collectieve voorzieningen
Het voordeel van het versterken van de algemene, collectieve voorzieningen is dat problemen in een vroeg stadium gesignaleerd en opgelost kunnen worden.
Collectieve, algemene voorzieningen zijn een belangrijk onderdeel van de sociale basisinfrastructuur voor zorg en welzijn, zoveel mogelijk in de wijk, toegankelijk en dichtbij inwoners. Een solide basis van ontmoetingsplekken, mogelijkheden voor dagbesteding, lichte ondersteuning, informatie en advies etc. Een stevige sociale infrastructuur is vanuit preventief oogpunt van belang. Dit is ook belangrijk om de druk op de maatwerkvoorzieningen en de specialistische (duurdere) vormen van hulp te verminderen en is daarom cruciaal voor het slagen van de beoogde transformatie.
De Duin- en Bollenstreek gemeenten werken samen ter voorbereiding van de decentralisatie van de maatschappelijke zorg en beschermd wonen. De zorg- en ondersteuningsvraag ter voorkoming van uitval en herstel GGZ is nagenoeg gelijk voor de gemeenten in de sub-regio. De samenwerking beoogt zowel maatschappelijk als financieel een meerwaarde.
1.3. Op welke vraag geeft deze nota antwoord?
Gemeenten willen dat kwetsbare inwoners gezond zijn en willen voorkomen dat zij ziek worden of terugvallen in hun kwetsbaarheid. Participatie-activiteiten in de samenleving bieden ondersteuning, structuur en zingeving, hetgeen bevorderend is voor de gezondheid.
Algemene collectieve voorzieningen kunnen hierin een belangrijke rol spelen.
Algemene Collectieve voorzieningen zijn voorzieningen, waarvoor geen indicatie nodig is. Er is geen diepgaand onderzoek nodig naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruiker. Iedereen is welkom, maar we willen vooral dat deze voorzieningen kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg ondersteunen. Het is belangrijk dat deze inwoners anderen kunnen ontmoeten, kunnen werken aan hun herstel, een veilige plek vinden, dat zij kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen, dat zij vrijwilligerswerk doen of een baan vinden. Meedoen aan een inclusieve samenleving betekent ook dat we het bijvoorbeeld moeten gaan hebben over sociaal maatschappelijke gevolgen van een psychiatrische ziekte, zoals stigmatisering. Met deze notitie vragen we aan de bestuurders akkoord te gaan met dit voorstel.
Deze nota omschrijft een voorstel over de wijze waarop de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek preventieve algemene, collectieve voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek kunnen ontwikkelen in het licht van de uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg.
2. Voor wie zijn de te ontwikkelen algemene preventieve voorzieningen bedoeld?
De voorzieningen zijn in het bijzonder bedoeld voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg. Sommige voorzieningen zijn misschien gezien het programma niet geschikt voor iedereen. Die zijn daarom alleen toegankelijk voor deze kwetsbare inwoners. Bij sommige voorzieningen is deelname door andere inwoners uit de Duin- en Bollenstreek juist weer wel gewenst gezien het streven naar een inclusieve samenleving. Dit soort voorzieningen zijn daarom niet alleen bedoeld voor kwetsbare inwoners. Daar is iedereen uit de Duin- en Bollenstreek die mee wil doen welkom.
Kwetsbare inwoners zijn als volgt gedefinieerd (zoals omschreven in “Omzien naar elkaar”):
- -
Mensen die tijdelijk of langdurig niet voldoende in staat zijn om zelfstandig in behoeften en bestaansvoorwaarden te voorzien (onderdak, voedsel, inkomen, sociale contacten, zelfzorg). Zij kampen veelal met complexe en samenhangende problemen op meerdere leefdomeinen.
- -
De doelgroep heeft vaak een slechte gezondheid (lichamelijke en psychische problemen, middelengebruik) en soms zijn er risico’s voor persoonlijke veiligheid of die van anderen2. Financiële problemen en schulden zijn een terugkerend thema bij de meeste mensen uit deze doelgroep.
- -
Mensen die het onvermogen hebben om zelfstandig deze problemen het hoofd te bieden vanwege een (licht) verstandelijke beperking, laaggeletterdheid, onvoldoende bekendheid met de inrichting van de Nederlandse samenleving, psychiatrische problematiek, verslavingsproblematiek, psychosociale problemen en opgroeiproblematiek (jongeren met jeugdhulp-achtergrond). Ook de opeenstapeling van financiële en andere problemen kan mensen in een situatie brengen dat men niet meer in staat is tot zelfredzaamheid3. Kwetsbare mensen kunnen hun zelfredzaamheid zelf zowel over- als onderschatten. Bij mensen met psychiatrische problematiek kan sprake zijn van afwisselende periodes van goede en slechte zelfredzaamheid.
- -
Naasten en direct betrokkenen van kwetsbare inwoners.
3. Wat is de huidige situatie?
3.1. Opdracht verschuiving van maatwerk naar algemene voorzieningen
Kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg hebben ondersteuning nodig, die in de huidige situatie in de Duin- en Bollenstreek onvoldoende aanwezig is. Met een goede sociale infrastructuur (algemene voorzieningen) kunnen we die ondersteuning verbeteren.
Daarnaast willen gemeenten de algemene voorzieningen verder ontwikkelen en uitbreiden, omdat zij een verschuiving wensen van relatief dure individuele maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen. Een goede sociale infrastructuur kan gecombineerd worden met deze verschuiving.
- a.
Toename van het aantal instromers in de maatwerkvoorziening begeleiding: Sinds eind 2017 vindt in de meeste gemeenten in de Duin- en Bollenstreek een toename plaats van het aantal inwoners dat instroomt in de maatwerkvoorziening begeleiding. Dit leidt tot een toename van de benutting van het WMO budget.
- b.
Kwetsbare inwoners op tijd in beeld: Wanneer de algemene voorzieningen ook daadwerkelijk meer bezoekers uit de maatschappelijke zorg gaan trekken, komen ze in een vroeg stadium in beeld. Hierdoor kunnen ze eerder en beter ondersteund worden.
3.2. Resultaten uit gehouden onderzoeken die van belang zijn voor het aanbod
De gemeenten hebben in 2018 twee onderzoeken laten plaatsvinden. Een belangrijk onderzoek was gericht op gewenste preventie activiteiten GGZ. Een ander onderzoek richtte zich op werken in de Duin- en Bollenstreek. Al in 2015 heeft de gemeente Noordwijk onderzoek gedaan naar algemene voorzieningen in Noordwijk.
Hieronder de rode draad uit deze onderzoeken.
Onderzoek naar preventie GGZ vanuit cliënt perspectief:
Uit dit onderzoek is gebleken dat (veilig) ontmoeten, structuur, preventie, voorkomen van terugval, zelfontwikkeling, voorbij kijken aan de ziekte en ondersteuning van naastbetrokkenen belangrijk zijn voor mensen met GGZ problematiek en hun naasten. Een dekkend aanbod in de hele regio met verschillende vormen van preventie GGZ op bestaande locaties is gewenst. De preventiebetekenis moet worden verbreed. Zo is er is te weinig aansluiting bij maatschappelijke thema’s. Preventie moet met name ook gaan over de gevolgen van een psychiatrische ziekte, zoals stigmatisering.
Men vindt dat er meer samenwerking moet zijn tussen de huidige aanbieders en daarbij kunnen ook nieuwe partners worden betrokken. Ook vindt men dat het niet altijd nodig is dat professionals ingezet worden bij alle activiteiten. Een minimale inzet van professionals is voldoende en werkt de-stigmatiserend.
De PR kan verbeterd worden. We moeten de activiteiten tijdig evalueren en cliënten blijvend betrekken bij het aanscherpen en herinrichten van het beleid.
Relatie gezondheid en arbeidsparticipatie:
Werk is de ultieme manier van ‘meedoen’ in de samenleving. Er is een duidelijke wisselwerking tussen gezondheid en werk. Werk verbetert de weerbaarheid op psychisch en lichamelijk gebied, het vergroot de regie over het eigen leven en verhoogt de zelfwaardering. Daarnaast blijkt dat mensen die werken minder gebruik maken van zorg.
De belangrijkste oorzaak voor uitval uit op de arbeidsmarkt ligt in psychische klachten. Uit het Onderzoeksprogramma arbeidsmarkt, zorg en welzijn (ministerie SZW)4, blijkt dat uitkeringsgerechtigden (excl. AOW) drie keer zo vaak gebruik maken van psychische zorg als werkenden en veel meer moeite hebben om te re-integreren.
We willen dan ook werk maken van verschillende vormen van arbeidsparticipatie, want werk is niet voor iedereen haalbaar.
De behoeften aan de onderliggende waarden van werk zijn wel voor iedereen gelijk. De uitdaging is om in de algemene ondersteuning deze waarden aan te spreken op de verschillende niveaus van participatie. Om het helende effect van werk en arbeidsmatige dagbesteding vast te kunnen houden, is het van belang dat er afschalings- en opschalingsmogelijkheden zijn in situaties van terugval en herstel.
Onderzoek Dagbesteding als algemene voorziening (Noordwijk)
Begeleiding is een zinvolle invulling van de dag en geeft structuur in het dagelijks leven. Het draagt bij aan de gezondheid, stelt zwaardere zorg uit, vermindert eenzaamheid en verwaarlozing en bevordert kwaliteit van leven. Uit het rapport kwam een viertal aandachtspunten naar voren, te weten zorg voor:
- -
dagbesteding die algemeen toegankelijk is (zonder indicatie),
- -
gedifferentieerd aanbod (verschillende vormen voor diverse mensen),
- -
verschillende plekken georganiseerd in het dorp;
- -
nieuwe vormen en methoden.
Naar aanleiding van dit onderzoek zijn Reuring en de Beweegschool ontstaan.
3.3. Positieve gezondheid
De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek omarmen het model van positieve gezondheid van Machteld Huber. Volgens deze voormalig huisarts gaan ziek zijn, herstellen en gezondheid niet alleen over het medische stuk. “Het gaat eigenlijk over de veerkracht om met zo’n situatie om te gaan en weer sterker te worden” stelt ze. Doordat we gezondheid voornamelijk medisch bekijken denken we veel te smal.
De omschrijving binnen de positieve gezondheid luidt:
“Gezondheid is het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.”
Met deze omschrijving krijgt het begrip ‘gezondheid’ een heel andere invulling.
Positieve Gezondheid kan onderverdeeld worden in zes onderdelen:
- 1:
fysieke gezondheid
- 2:
mentale gezondheid
- 3:
zingeving en toekomstperspectief
- 4:
kwaliteit van leven
- 5:
sociaal maatschappelijke participatie
- 6:
participeren en dagelijks functioneren
Het web van Positieve Gezondheid wordt door iemand zelf ingevuld. Daarbij staat niet centraal wat er slecht gaat, maar wat mensen graag zouden willen veranderen. Zo komt iemand in zijn kracht, en zijn er ineens hele andere zaken mogelijk.
3.4. Collectieve preventie GGZ
Tot en met 2018 werd de collectieve preventie GGZ in opdracht van de gemeente Leiden uitgevoerd voor de hele regio Holland Rijnland. Vanaf 1 januari 2019 gingen de gemeenten dit zelf uitvoeren. Het voordeel hiervan is dat de preventie-activiteiten veel meer lokaal en in samenhang met andere 0e en 1e lijns-functies ingezet kunnen worden. Een uitdaging is wel om de nu nog veelal regionaal gecoördineerde activiteiten aan te laten sluiten bij de lokale uitvoering. Dit komt o.a. doordat de gemeenten nog niet goed in beeld hebben wat er allemaal is aan voorzieningen en (niet onbelangrijk) waaraan lokaal behoefte is. Daarom is afgesproken om de overheveling van collectieve preventie GGZ gefaseerd aan te pakken. Voor 2019 was de collectieve preventie GGZ in de basis zoveel mogelijk gelijk aan die van 2018 voortgezet met zo hier en daar al aanpassingen. Ervaringsdeskundigheid krijgt hierin een belangrijke plaats en de focus ligt op lokale ondersteuning. Voor de uitvoering in 2020 en volgende jaren wordt o.a. op basis van een onderzoek naar de behoeften van cliënten en hun naasten bezien wat nodig is en voor wie. Met die kennis kunnen de lokale sociale structuren ondersteund worden.
De wens is om meer te werken vanuit de maatschappelijke effecten in plaats van het uitvoeren van gemaakte afspraken. Wanneer we daartoe overgaan biedt deze nota daarvoor een basis.
3.5. Aanpak Personen met Verward gedrag
In Hollands Midden werken 19 gemeenten, politie, cliëntvertegenwoordigers, zorginstellingen en maatschappelijke organisaties samen om de ondersteuning van mensen met verward te verbeteren. In het eerste jaar dat partijen gezamenlijk aan de slag gingen zijn mooie resultaten behaald. Er is een nieuwe triagevoorziening voor beoordeling en risico-taxatie bij GGZ Rivierduinen: de Psychiatrische Eerste Hulp (PEH). Ook de toeleiding naar zorg en ondersteuning vanuit die voorziening is beter geregeld. Er zijn goede afspraken gemaakt over de doorverwijzing en toeleiding voor mensen die na een verblijf in de PEH hulp of zorg nodig hebben. Er is een prikkelarme vervoersvoorziening als mogelijk alternatief voor vervoer door de politie. Daarnaast is de crisiskaart ingesteld en zijn diverse trainingen Mental Health First Aid georganiseerd. Veel activiteiten hebben op regionaal niveau plaatsgevonden. Het is echter van belang dat de Aanpak van Personen met Verward gedrag ook verweven is in de sociale structuur van de lokale gemeenten. Het organiseren van preventieve algemene collectieve voorzieningen voor kwetsbare mensen uit de Maatschappelijke Zorg draagt hieraan bij. Kwetsbare inwoners kunnen anderen ontmoeten, participeren en hebben een dag structuur. De verwachting is dat de functie van vroeg signalering wordt verbeterd.
3.6. Huidige maatwerk voorzieningen
Het doel van de Wmo is dat iedereen kan meedoen in de maatschappij. De gemeente moet er dus zo goed mogelijk voor zorgen dat er hulp is voor wie hulp nodig heeft en niet in staat is om die hulp zelf te regelen. Bepaalde taken van de Wmo hebben de gemeenten aan de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD) overgedragen. Het gaat hier om maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wmo. Bij gebruik van de Wmo wordt een eigen bijdrage gevraagd.
Bij maatwerkvoorzieningen gaat het om hulp bij het huishouden, vervoer (collectief en individueel), woningaanpassingen, rolstoelen, begeleiding (dagbesteding en kortdurend verblijf). Op https://www.isdbollenstreek.nl en op https://www.katwijk.nl/zorg-en-inkomen kunt u informatie vinden over de maatwerkvoorzieningen.
3.7. Huidige algemene, collectieve voorzieningen
In de Duin- en Bollenstreek is al een breed assortiment aan algemene collectieve voorzieningen te vinden. Sommige voorzieningen worden door de gemeenten gesubsidieerd, andere voorzieningen zijn door inwoners of door andere partijen geïnitieerd en gefinancierd.
Om een goede sociale basisstructuur te ontwerpen voor deze sub-regio, is het van belang goed in kaart te hebben waarvoor deze algemene collectieve voorzieningen dienen en waar deze worden aangeboden. Dit is van belang voor een goede spreiding over de Duin- en Bollenstreek en om te voorkomen dat voorzieningen dubbel worden georganiseerd.
Ook kan hiermee worden onderzocht of belangrijke voorzieningen ontbreken en of er een manier is voor het creëren van combinaties en het leggen van linkjes voor samenwerking tussen partijen5.
Per gemeente is een inventarisatie gemaakt van de bestaande algemene collectieve voorzieningen. De meeste algemene voorzieningen zijn bedoeld voor iedereen en zijn niet gericht op kwetsbare inwoners uit de Maatschappelijke Zorg. Deze voorzieningen zijn onderverdeeld onder de 6 pijlers van het model van positieve gezondheid van Machteld Huber.
4. Wat zijn de hoofdpunten voor de vormgeving van de algemene voorzieningen?
4.1. Geleidelijk overgaan van maatwerk naar algemene ondersteuning
In plaats van te focussen op beperkingen en doelgroepen, kijken we naar mogelijkheden voor bredere groepen. In plaats van inwoners te benaderen als patiënt of cliënt en alles voor hen te regelen, nemen inwoners de regie terug en wonen zij al dan niet met zorg of begeleiding in de wijk. In plaats van te organiseren op aandoening en doelgroep, organiseren we op een gedifferentieerd aanbod, samenhang, nabijheid en geografie. Minder individuele maatwerkvoorzieningen, meer algemene ondersteuning in het voorliggende veld is het uiteindelijke streven.
Deze transformatie zal naar verwachting op de korte termijn geen grote besparingen opleveren op de bestaande maatwerkvoorzieningen, maar geleidelijk en op de langere termijn wél.
4.2. Accent op uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg
Met de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg en Beschermd Wonen worden de taken en verantwoordelijkheden van centrumgemeente Leiden teruggelegd bij de lokale gemeenten. Zij zijn dan verantwoordelijk voor het gehele aanbod van hulp en ondersteuning aan deze kwetsbare inwoners: van preventie tot intramuraal beschermd wonen. Hierbij is het steven om inwoners zoveel mogelijk in de eigen omgeving te ondersteunen. De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek werken samen om een samenhangend en dekkend ondersteuningsaanbod te realiseren, dat helpt om de uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg aan te kunnen gaan.
4.3. Speerpunten
In paragraaf 3.2. is een samenvatting gegeven van de uitkomsten van de onderzoeken in de Duin- en Bollenstreek die van belang zijn voor de vorming van algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners. Het gaat daarbij om onderzoeken die gericht waren op:
- -
Gewenste preventie activiteiten GGZ gezien vanuit het cliënt perspectief en naastbetrokkenen
- -
Gezondheid en arbeidsparticipatie
- -
Algemene voorzieningen in Noordwijk.
De resultaten van deze onderzoeken nemen we mee in dit plan voor de ontwikkeling van algemene voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek.
Ook de in 3.1. genoemde verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen en het in 3.3. omschreven model van positieve gezondheid nemen we mee.
Toegankelijke ondersteuning (veilig ontmoeten en antistigma)
In elke gemeente streven wij naar plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, gemakkelijk kunnen binnenlopen voor een praatje, voor een luisterend oor, een goed gesprek en/of tijdelijke ondersteuning in moeilijke situaties. Iedere gemeente in de Duin- en Bollenstreek geeft op eigen wijze invulling aan deze laagdrempelige ondersteuning. Iedere kern heeft een eigen werkwijze die past bij de structuur van de wijk, de inwoners en overige betrokkenen.
Voor sommige inwoners is er een plek nodig waar het mogelijk is om elkaar (veilig) te ontmoeten. Want soms is het (nog) een stapje te ver om deel te nemen aan een bredere algemene ontmoetingsvoorziening. Daarom willen we dat deze veilige ontmoetingsplekken (voorlopig) blijven bestaan. Daarnaast willen we inzetten op anti-stigma en acceptatie.
Een zinvol bestaan (herstel, ontwikkelen, bijdrage leveren aan)
Er zijn door de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg en het Beschermd Wonen ook voorzieningen nodig waar de behoeften van inwoners aan zelfontwikkeling, dagbesteding en werk omgezet kunnen worden naar een aanbod van activiteiten.
Ons streven is dat er naast ontmoetingsplekken voor een kop koffie ook plaatsen zijn, waar mensen de dag zinvol kunnen benutten door bijvoorbeeld cursussen te volgen, anderen te helpen, vrijwilligerswerk te doen, werkervaring op te doen of door te werken aan de persoonlijke ontwikkeling en herstel. Dit kan in het kader van een bestaande vorm van dagbesteding (bijvoorbeeld door het passend maken van de dagbesteding voor de doelgroep maatschappelijke zorg) maar ook in de vorm van een nieuw aanbod.
Een zinvol bestaan helpt om voorbij te leren kijken aan de eigen kwetsbaarheid en om weerbaarder te worden. De activiteiten o.a. vanuit de Collectieve Preventie GGZ Duin- en Bollenstreek, die gericht zijn op preventie voor mensen uit risicogroepen, (terugval)preventie, cursussen zelfinzicht, herstelcursussen, ondersteuning naastbetrokkenen helpen hier ook bij.
Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor positieve gezondheid, voor vragen en uitdagingen op diverse andere leefdomeinen. Sport en bewegen bijvoorbeeld passen hier prima in. Maar ook andere thema’s zoals financiën en wonen kunnen aan de orde komen.
Zo kunnen hier vragen uit het dagelijks leven gesteld worden als: “hoe ga ik om met een kasboekje?” “hoe eet ik gezond? ”of “hoe krijg ik mijn huishouden op orde?” of “hoe breid ik mijn vriendenkring uit?” of “hoe kan ik mijn buren aanspreken op harde muziek?”.
Aansluitende ondersteuning (toevoegen in plaats van wegnemen)
Hoe de invulling van de ontmoetingsplekken er ook uitziet en op welk niveau inwoners meedoen aan de activiteiten, deze plekken dragen bij aan de persoonlijke ontwikkeling, aan meedoen in de samenleving en als het even kan zelfs tot het vinden van een baan.
Je ontmoet anderen (ik ben niet eenzaam), je ervaart erkenning (ik word gezien), je ervaart waardering (ik doe er toe) en je bent zinvol bezig zijn (ik draag bij aan)...
Kortom... je wordt sterker en kan de regie meer in eigen hand houden.
De uitdaging is voor inwoners een goede combinatie te vinden tussen het preventieve aanbod en flexibel en aanvullend individueel maatwerk, wanneer zij dat nodig hebben. Zo wordt gekeken naar wat er echt nodig is.
4.4. Gedifferentieerd aanbod, samenhang, nabijheid en geografie
We willen het preventieve ondersteuningsaanbod gespikkeld over de Duin- en Bollenstreek verspreiden, maar wel in samenhang met elkaar en goed op elkaar afgestemd laten zijn. Door dit samenhangend aanbod voorkomen we dat we lokaal dezelfde activiteiten ontwikkelen met minder deelnemers. De inwoners hebben meer keuzevrijheid en kunnen eenvoudiger doorstromen naar nieuwe activiteiten of uitdagingen. Daarbij moet het ook mogelijk zijn om tijdelijk gas terug te nemen, een stapje terug te doen wanneer het even niet gaat, zonder daarbij helemaal terug te vallen.
Door de geografische verspreiding van het gedifferentieerde ondersteuningsaanbod in de Duin- en Bollenstreek zijn de activiteiten in de verschillende gemeenten te bezoeken. Inwoners kunnen kiezen voor deelname aan de activiteiten in de eigen gemeente of in een andere gemeente. In de praktijk blijkt dat mensen in het kader van privacy soms liever kiezen voor een activiteit in een andere gemeente. De samenwerking tussen de aanbieders en het vervoer zijn mogelijk bijkomende uitdagingen.
4.5. Externe partners bouwen mee
Voor het realiseren van het gewenste aanbod in de Duin- en Bollenstreek hebben de gemeenten externe deskundige partijen nodig. Grote en/of kleine organisaties die innovatieve projecten kunnen bedenken en uitvoeren. Het kan hierbij gaan om nieuwe projecten of om het transformeren van bestaand aanbod. Er is als veel aan voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek, aansluiting vinden bij bestaande voorzieningen heeft de voorkeur. Daarom willen we deze partijen uitnodigen en oproepen om met een plan te komen. Zij kunnen hiervoor een project aanvraag indienen en daar subsidie voor aanvragen. Omdat het vernieuwde inzet betreft in de Duin- en Bollenstreek vinden de gemeenten het belangrijk om de ervaringen van gebruikers deelnemers mee te nemen in het te realiseren aanbod. Daarom wordt ter beoordeling van de voorstellen een beoordelings- adviesstructuur opgericht. Verschillende betrokkenen beoordelen aan de hand van vastgestelde criteria welke ingediende projecten meehelpen bij de transformatie van de Maatschappelijke Zorg (zie paragraaf 5.6).
4.6. Financiën
Om vernieuwing van deze preventieve algemene voorzieningen te bewerkstelligen, stellen de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek een subsidie budget beschikbaar van maximaal € 250.000,00. (Het aanbestedingsrecht is hierbij niet van toepassing vanwege de ruimte die de gemeenten geven aan de partijen om eigen ideeën in te brengen ten einde gewenste maatschappelijke effecten te bereiken). Het subsidiebudget mag verdeeld worden over verschillende activiteiten en projecten. Per gemeente is maximaal € 50.000,00 beschikbaar. De gemeenten geven publiciteit aan de oproep, zodat iedereen de kans krijgt om een idee in te dienen.
Het budget wordt uit het Investeringsfonds van centrumgemeente Leiden gefinancierd en is specifiek voor de lokale decentralisatieopgave van de Maatschappelijke Zorg bestemd.
Het Investeringsfonds is opgebouwd uit overschotten van de afgelopen jaren op Beschermd Wonen. Het bedrag in dit fonds wordt verdeeld over de gemeenten in Holland Rijnland en kan benut worden voor lokale plannen overeenkomstig de doelen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg.
4.7. Evaluatie
Om te kunnen beoordelen of een project een succes is, moeten de initiatiefnemers in de projectaanvraag meetbare indicatoren opnemen voor de in de aanvraag opgenomen resultaten. Na afloop van de project-periode wordt beoordeeld of deze resultaten zijn behaald. De resultaten worden in de halfjaarlijkse terugkoppeling aan de beoordelingsgroep en tijdens de terugkomstbijeenkomsten gepresenteerd.
De gemeenten vinden het daarbij ook belangrijk dat het project een duurzaam karakter heeft en voortgezet wordt.
De gemeenten evalueren in hoeverre de sociale (basis) infrastructuur is versterkt.
Een tastbaar resultaat is mogelijk efficiencywinst op de langere termijn, doordat er minder indicaties voor maatwerkvoorzieningen afgegeven hoeven te worden.
5. Welke acties stellen we voor?
Grote en kleine organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden in de Duin- en Bollenstreek kunnen ideeën / plannen indienen voor vernieuwende initiatieven die de algemene voorzieningen verbeteren in de Duin- en Bollenstreek.
Activiteiten en projecten die worden ingediend zijn ontwikkelingsgericht en gericht op participatie en ondersteuning van inwoners in de Duin- en Bollenstreek.
Indieners van projecten moeten bereid zijn projecten uit te voeren onder de vlag van een andere maatschappelijke organisatie of moeten bereid zijn hiermee nauw samen te werken.
We willen een inclusieve samenleving realiseren, waarbij kwetsbare inwoners (0-100) met een (stapeling van) complexe problemen welkom zijn en zo zelfstandig mogelijk en gezond kunnen functioneren. Dat willen we o.a. bereiken met het ontwikkelen of versterken van preventieve algemene voorzieningen. Een belangrijke rode draad voor de inhoud en de kwaliteit van de geformuleerde doelen en uitgangspunten wordt gevormd door:
- -
De in paragraaf 3.1. genoemde verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen
- -
de resultaten van de in paragraaf 3.2. genoemde onderzoeken
- -
Het model van positieve gezondheid uit paragraaf 3.3.
5.1. Doelen
- 1.
Een samenhangend geheel van activiteiten in de Duin- en Bollenstreek gericht op anti stigma, veilig ontmoeten, preventie, herstel, voorkomen terugval, ondersteuning naasten, zelfontwikkeling, positieve gezondheid, en kansen voor participatie en/of werk.
- 2.
Een gedifferentieerd aanbod van vraaggerichte activiteiten, passend in de lokale situatie, dekkend en goed verspreid over de Duin- en Bollenstreek (gespikkeld), toegankelijk voor alle inwoners en specifiek ondersteunend voor kwetsbare inwoners.
- 3.
Informele ondersteuning, als basis van de activiteiten. Daar waar nodig wordt ondersteuning geboden door professionals
- 4.
Veiligheid en geborgenheid voor inwoners die meer kwetsbaar zijn.
- 5.
Inwoners zijn vitaal en streven een gezonde leefstijl na (positieve gezondheid).
5.3. Basis voor toetsingscriteria
De subsidie wordt verstrekt voor de plannen, die de hoogste scores behalen op de vijf opgestelde gunningscriteria in de subsidietender:
- -
Resultaten van de onderzoeken (EEVAA) en de zes pijlers van positieve gezondheid
- -
Innovatie
- -
Duurzaamheid
- -
Samenwerking en betrokkenheid ervaringsdeskundigen
- -
Maatschappelijk effect
Inhoud:
- -
De activiteiten dragen bij aan een of meer geformuleerde doelen en resultaten (antistigma, veilig ontmoeten, preventie, herstel, voorkomen terugval, ondersteuning naasten, ontwikkeling, positieve gezondheid en kansen voor participatie en/of werk).
- -
Zes pijlers van positieve gezondheid
- -
Een veilige ontmoetingsplek voor kwetsbare inwoners is gewaarborgd.
- -
Er wordt bij de uitvoering gebruikgemaakt van ervaringsdeskundigheid. Daar waar het nodig is wordt gebruikgemaakt van professionals.
- -
De activiteiten zijn innovatief. Hieronder wordt verstaan: ontwikkeling en/of invoering van voor de Duin- en Bollenstreek nieuwe of verbeterde diensten of processen.
- -
Er is samenhang tussen de activiteiten van het ondersteuningsaanbod in de Duin- en Bollenstreek; deze staan in relatie tot elkaar.
- -
Het plan past in de lokale situatie
Participatie kwetsbare inwoners:
- -
In het traject zijn/worden cliënten bevraagd naar hun wensen voor het aanbod. Het project/de activiteiten zijn afgestemd op hun behoeften.
- -
De activiteiten sluiten aan bij het EEVAA onderzoek, zijn gericht op de behoefte aan en de betekenis van preventie gezien vanuit het perspectief van mensen met een psychische aandoening (zie bijlagen).
Duurzaamheid:
- -
De huidige algemene voorzieningenstructuur in de Duin- en Bollenstreek wordt met het ingediende idee versterkt als preventief voorliggend veld (voorafgaande aan maatwerkvoorzieningen).
- -
De activiteiten sluiten goed aan bij de maatwerkvoorzieningen en leveren hierdoor efficiency op voor de langere termijn (mogelijkheden voor minder en flexibeler gebruik van de maatwerkvoorzieningen).
- -
Nieuwe initiatieven worden zoveel mogelijk gekoppeld aan bestaande activiteiten en partijen werken hierin samen.
- -
Er is een samenwerking tussen minimaal twee partijen en ieders rol bij het project is duidelijk omschreven.
- -
Er wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande gemeentelijke accommodaties (met leegstand).
- -
De uitvoering van de activiteiten wordt grotendeels door ervaringsdeskundigen/vrijwilligers gedaan en daar waar nodig met inzet van professionals.
- -
Het ondersteuningsaanbod is bekend bij de inwoners en andere betrokkenen door inzet van een goede PR.
- -
De activiteit of het project start in 2020 of in 2021 en duurt maximaal 24 maanden;
- -
Er is een doorkijkje naar het voortbestaan van het project na de pilot periode.
Evaluatie
- -
De maatschappelijke effecten en resultaten zijn benoemd en worden gemonitord en halfjaarlijks worden gepresenteerd aan de beoordelingsgroep.
Deelnemers:
- -
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zoals maatschappelijke organisaties (inclusief verenigingen), bedrijven en samenwerkingsverbanden van inwoners.
- -
De uitvoerende partij laat zien voldoende kennis, kunde en capaciteit te hebben om de activiteiten effectief, efficiënt en transparant uit te voeren.
Subsidieaanvraag:
De aanvraag wordt gespecificeerd met een plan van aanpak over de uitvoering van het project/de activiteiten met daarin:
De omschrijving van het project en de activiteit
- -
Voor wie en waarom deze activiteit wordt georganiseerd
- -
Hoe uitvoering wordt gegeven aan de activiteit om de doelen te realiseren
- -
De te verwachten meetbare maatschappelijke effecten en resultaten
- -
In hoeverre het project/de activiteiten voor een besparing op de maatwerkvoorzieningen kan zorgen
- -
Datum/periode van uitvoering en planning
- -
Omschrijven welke ervaring men wenst op te doen
- -
Voorstel voor borging van de resultaten in de toekomst
- -
In hoeverre is voldaan aan de hiervoor genoemde subsidie voorwaarden ten aanzien van inhoud, participatie en medezeggenschap kwetsbare inwoners, duurzaamheid en deelnemers
De begroting
- -
Het gevraagde subsidiebedrag
- -
Kostenposten voor het project/de activiteiten (eventueel in relatie tot bestaande activiteiten)
- -
Dekkingsplan per kostenpost voor het project of de activiteit
5.4. Wijze van aanvragen
- -
Initiatiefnemers kunnen hun projectvoorstellen en subsidieaanvragen binnen een vastgestelde termijn na datum van publicatie indienen op www.Tenderned.nl
- -
Projectvoorstellen kunnen ook per email ingediend worden bij Stichting RIJK.
5.5. Wijze van toekennen
- a.
Honorering van plannen die in aanmerking komen voor subsidie vindt plaats door rangschikking op basis van scores 1 (laag) tot 10 (zeer hoog) op de gunningscriteria.
- b.
De beoordelingscommissie bestaat uit: 3 ervaringsdeskundigen, 3 beleidsmedewerkers Maatschappelijk Zorg en Beschermd Wonen uit Katwijk, Noordwijk en HLT en 1 medewerker van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Duin- en Bollenstreek.
- c.
Het college behoudt zich het recht voor om de subsidie wel of niet te verstrekken en om niet in zee te gaan met een partij die een te lage score heeft.
- d.
Daarna worden de toekenningen en afwijzingen openbaar gemaakt.
- e.
Op verzoek kunnen alleen de eigen scores aan partijen kenbaar gemaakt worden.
6. Proces
Voordat we aan de slag gaan, is het nodig om met elkaar een aantal processtappen af te spreken.
- 1.
Deze kader stellende beleidsnota is voorgelegd aan:
- -
het managementteam in de Duin- en Bollenstreek
- -
het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein in de Duin- en Bollenstreek
- -
- 2.
Vervolgens hebben we advies gevraagd over deze beleidsnotitie aan:
- -
afgevaardigden uit de lokale Adviesraden Sociaal domein
- -
afgevaardigden uit de participatieraad van Sociaal domein Katwijk
- -
- 3.
Deze afgevaardigden zijn onafhankelijk d.w.z. niet werkzaam (vrijwillig of betaald) bij een van de uitvoerende gesubsidieerde organisaties in de Duin- en Bollenstreek.
- 4.
We vragen de colleges akkoord te gaan met deze kader-stellende beleidsnota over de ontwikkeling van de preventieve algemene collectieve voorzieningen en met de uitvoering van het plan.
- 5.
We stellen een beoordelingsgroep samen bestaande uit: 3 ervaringsdeskundigen, 3 beleidsmedewerkers Maatschappelijk Zorg en Beschermd Wonen uit Katwijk, Noordwijk en HLT en 1 medewerker van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Duin- en Bollenstreek.
- 6.
We vragen een meeleesgroep van WMO/participatie collega’s uit iedere gemeente om mee te denken.
- 7.
We promoten bij partijen de deelname aan de oproep om ideeën in te brengen en we zorgen voor publicatie hierover.
- 8.
Initiatiefnemers kunnen binnen een vastgestelde termijn vanaf datum van publicatie hun projectaanvraag indienen op www.Tenderned.nl of via een email.
- 9.
De beoordelingsgroep kan de initiatiefnemers eventueel om verduidelijking of aanpassing vragen.
- 10.
De beoordeling van de projecten door de beoordelingsgroep vindt plaats in een hiervoor vastgestelde periode. De beoordeling wordt vastgelegd in een verslag.
- 11.
Het richtinggevend collegevoorstel met de voorgestelde projecten/activiteiten wordt besproken tijdens het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein.
- 12.
it voorstel wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de door het college hiervoor gemachtigde personen.
- 13.
De subsidietoekenning of -afwijzing vindt plaats.
- 14.
De geselecteerde projecten worden gepresenteerd tijdens een daarvoor georganiseerde bijeenkomst, waarbij de aanbieders een pitch houden over hun project.
- 15.
Er vindt een halfjaarlijkse terugkoppeling plaats aan de beoordelingsgroep over de lopende projecten.
- 16.
Bijeenkomst na 1 jaar: presentatie stand van zaken lopende projecten
- 17.
Bijeenkomst na 2 jaar: afsluiting traject met succesvolle projecten
Bijlagen
- 1.
Onderzoek naar wensen preventie GGZ vanuit cliëntperspectief, 2018, bureau EEVAA
- 2.
Inventarisaties van algemene voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek
Bijlage 7: Voorstel
Aan |
: Burgemeester en Wethouders |
Kenmerk |
: 1614319 |
Status |
: Openbaar / Ter besluitvorming |
Datum |
: 25 augustus 2020 |
Afdeling |
: Beleid Sociale Leefomgeving |
Raad |
: Nee |
Medewerk(st)er |
: A. van Oost |
||
Telefoonnummer |
: 071 406 5617 |
Or |
: Nee |
Portefeuillehouder |
:Helden(Wethouder) van A.Z.(Adger) |
Communicatie |
: Ja |
Bijlage(n) |
: 7 |
Evaluatie |
: Nee |
Onderwerp:
Ontwikkeling algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg.
Samenvatting:
Gemeenten hebben per 1 januari 2022 tot taak om kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg te ondersteunen.
Preventieve, algemene voorzieningen kunnen hierbij helpen. De verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen past binnen de visie van een inclusieve samenleving en is om die reden een uitdaging voor de gemeente.
Bijgaande nota omvat een voorstel over de wijze waarop de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek deze preventieve, algemene voorzieningen kunnen ontwikkelen. Hiervoor hebben we deskundigheid, kennis en ervaring nodig van onze externe partners uit het maatschappelijk middenveld. We vragen aan hen om mee te denken en om ideeën in te dienen. Via www.tenderned.nl kunnen zij projectvoorstellen indienen en hiermee meedingen naar subsidie voor hun project.
Gevraagde beslissing:
- 1.
het plan "Algemene voorzieningen in de Duin- en Bollenstreek voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg” vast te stellen.
- 2.
het eerder voor de verbreding van algemene voorzieningen beschikbaar gestelde bedrag van € 50.000 uit het Investeringsfonds (centrumgemeente Leiden) te besteden aan dit plan.
- 3.
de subsidietender vast te stellen.
- 4.
machtiging te verlenen aan Stichting RIJK om namens de gemeente inzake de subsidietender te handelen.
Intern advies BV |
Extern advies Er is op dit moment geen adviesraad. |
Besluit:
Deze versie is met portefeuillehouder afgestemd op:
Kenmerk |
: 1614319 |
Programma |
: Sociaal domein |
Onderwerp |
: Ontwikkeling algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg. |
Aanleiding en doel
Gemeenten hebben per 1 januari 2022 tot taak om kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg te ondersteunen. Het gaat hierbij om mensen die zich tijdelijk of langdurig moeilijk staande kunnen houden in de samenleving vanwege GGZ problematiek, een licht verstandelijke beperking, schulden, dreigende dakloosheid of een opeenstapeling van problemen. Gemeenten hebben tot taak deze mensen te ondersteunen. Algemene voorzieningen kunnen hierbij helpen. De concept nota “algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg” omschrijft een voorstel over de wijze waarop de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek algemene voorzieningen kunnen ontwikkelen in het licht van de uitdagingen van de decentralisatie van de Maatschappelijke Zorg en Beschermd Wonen. Dit voorstel is een uitwerking van een van de actiepunten uit het sub-regionale werkplan “Omzien naar elkaar”.
Met algemene voorzieningen wordt bedoeld: een aanbod van diensten of activiteiten dat (zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers/zonder indicatie) toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning. Een algemene voorziening is voor iedere inwoner van de gemeente beschikbaar. De inzet van algemene voorzieningen is preventief en bedoeld om problemen vroegtijdig te herkennen, op te lossen en om erger te voorkomen. Voorbeelden zijn de inzet van maatschappelijk werk, vrij toegankelijke inloop, vrij toegankelijke activiteiten in het kader van een zinvolle dagbesteding, hulp bij het invullen van formulieren, maaltijdservice, lotgenotencontact, etc.
Uitgangspunt: algemene voorzieningen zijn een belangrijk onderdeel van de sociale basisinfrastructuur voor zorg en welzijn, zo veel mogelijk in de wijk, toegankelijk en dichtbij inwoners. Een solide basis van ontmoetingsplekken, mogelijkheden voor dagbesteding, lichte ondersteuning, informatie en advies etc. Het is erg belangrijk om algemene voorzieningen (het voorliggend veld ) te ontwikkelen en/of te versterken zodat kwetsbare inwoners daar gebruik van kunnen maken om te kunnen participeren in het leven van alledag.
Achterliggend idee: adequate algemene voorzieningen kunnen een belangrijke rol spelen om de druk op de maatwerkvoorzieningen en de specialistische (duurdere) vormen van hulp te verminderen en zijn daarom cruciaal voor het slagen van de transformatie.
De nota en daarmee het plan om de opdracht “algemene voorzieningen” uit te zetten, is besproken in het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein (BOSD) van de Duin en Bollenstreek (6 november 2019). Afgesproken is dat de verschillende gemeenten het plan in de eigen colleges agenderen en dat de adviesraden/participatieraden betrokken worden. In Katwijk is momenteel geen adviesraad.
Voor de verdere uitwerking van het plan is een subsidietender opgesteld. Om dat er lange tijd zat tussen het plan en de totstandkoming van de subsidietender is het plan met subsidietender nog een keer op een aantal discussiepunten besproken in het BOSD van 16 juli jl.
Indicatoren (facultatief)
Motivering voorstel
25 augustus 2020
- 1.1
Het plan levert een bijdrage aan de versterking van de sociale basisinfrastructuur door de aanwezige algemene voorzieningen te versterken en met elkaar te verbinden en evt. nieuwe algemene voorzieningen waar behoefte aan is, te ontwikkelen.
Binnen deze algemene voorzieningen kunnen mensen in een kwetsbare situatie terecht voor ondersteuning zonder dat ze eerst een indicatie nodig hebben.
- 1.2
Het plan kan een bijdrage leveren aan een verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen (meer mensen maken gebruik van algemene voorzieningen, waardoor er minder mensen een maatwerkvoorziening nodig hebben).
- 2.1
Toestemming van het college is nodig om een subsidiebedrag van 50.000 euro per gemeente beschikbaar te stellen voor de uitvoering van dit plan.
Vanuit het Investeringsfonds voor de Maatschappelijke Zorg is een bedrag beschikbaar gesteld van € 250.000 voor de Duin- en Bollenstreek om de algemene voorzieningen in deze regio te ontwikkelen. Het gaat daarbij om € 50.000 per gemeente. Het college heeft op 21 mei 2019 een bedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld uit het Investeringsfonds voor de verbreding van algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg. Op dat moment was er nog geen plan, waaraan deze gelden gekoppeld werden. De gelden zijn overgemaakt door de gemeente Leiden naar de Duin- en Bollenstreekgemeenten. Inmiddels is het plan "Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg" ontwikkeld. Met dit collegebesluit wordt het bedrag van € 50.000 ingezet voor dit specifieke plan. Onder begeleiding van Stichting Rijk is de subsidietender tot stand gekomen (voor de uitwerking van he plan), worden de ingediende projectvoorstellen door een beoordelingscommissie beoordeeld en worden de subsidiebesluiten bekend gemaakt. In de subsidietender staat ook omschreven hoe de gunning plaatsvindt.
- 3.1
Stichting RIJK adviseert gebruik te maken van een subsidietender
Bij het gebruik van een subsidietender worden verschillende maatschappelijke organisaties in de gelegenheid gesteld om projectvoorstellen in te dienen. De gemeenten formuleren vooraf wat ze gerealiseerd willen zien en wat ze van de aanbieders verwachten. Deze kunnen op basis van hun expertise projectvoorstellen indienen. Er kunnen meerdere samenwerkende partijen zijn. In tegenstelling tot een subsidieregeling waarbij het principe geldt "wie het eerst komt, die het eerst maalt", is de subsidietender gebaseerd op een rangschikkingsprincipe. De Duin- en Bollensteek gemeenten zijn van mening dat de kwaliteit van de subsidieaanvraag van invloed is op het realiseren van het doel van de subsidieregeling. Met het toepassen van het rangschikkingsprincipe, waarbij de aanvragen op basis van een (onderlinge) vergelijking op een en hetzelfde moment onder dezelfde omstandigheden worden getoetst, komen alleen de inschrijvers met de kwalitatief hoogste score in aanmerking voor een subsidiebeschikking. De subsidies worden op volgorde van de rangschikking verstrekt, totdat het subsidieplafond is bereikt.
- 4.1
Het college moet toestemming geven aan Stichting RIJK om namens de gemeente te handelen inzake de subsidietender.
Stichting RIJK maakt op basis van de beoordeling door het projectteam en na besluitvorming door de gemeente het voornemen tot gunning en het gunningsbesluit bekend aan alle inschrijvers. Stichting RIJK is gemachtigd om namens de gemeente het gunningsbesluit te ondertekenen.
Kanttekeningen
- 1.
Katwijk werkt met de Maatschappelijke Agenda (MAG). Om het sub-regionale plan en de opdrachten in het kader van de Maatschappelijke Agenda (MAG) aanvullend op elkaar te laten zijn, is afstemming tussen beiden nodig.
Voor Katwijk is de MAG met de bijbehorende sturingsfilosofie leidend.
De Maatschappelijke Agenda (MAG) kent een aantal opgaven en daaronder vallende opdrachten die veel raakvlak hebben met het thema algemene voorzieningen/ versterken van de sociale infrastructuur en het voorliggend veld. De afstemming tussen het sub-regionale plan en de lokale MAG vindt continu plaats.
- 2.
Het is van te voren niet in te schatten hoeveel en welke projectvoorstellen worden ingediend.
Aanbieders buiten de Duin- en Bollenstreek kunnen ook meedoen aan de subsidietender, maar moeten hierbij wel voldoen aan een aantal voorwaarden.
Middelen
Het bedrag van € 250.000 voor de Duin- en Bollenstreek is afkomstig van het Investeringsfonds van de gemeente Leiden. Het Investeringsfonds is opgebouwd uit overschotten van de afgelopen jaren op het Beschermd Wonen. Het ontwikkelen en de uitvoering van de plannen kost maximaal € 50.000 per gemeente. De gemeente Leiden heeft per gemeente € 50.000,00 overgemaakt op het budget van de Maatschappelijke Zorg. De gemeenten verzorgen ieder (na gezamenlijke overeenstemming over de uitgekozen projecten en subsidiebedragen) voor de eenmalige subsidieverstrekking en -verantwoordingen. Dit gebeurt op basis van de individuele subsidieverordeningen van de gemeenten.
Uitvoering
Wanneer de colleges van de vijf gemeenten in de Duin- en Bollenstreek akkoord zijn met het plan vindt de uitvoering plaats volgens onderstaand plan:
- •
Stichting Rijk zorgt voor begeleiding bij de aanpak en uitvoering van het (tender)proces.
- •
Er wordt een beoordelingsgroep samengesteld bestaande uit 2 of 3 ervaringsdeskundigen, 3 beleidsmedewerkers Maatschappelijke Zorg uit Katwijk, Noordwijk, Hillegom, Lisse en Teylingen en 1 medewerker van de ISD.
- •
We vragen een meeleesgroep van Wmo/participatie collega's uit iedere gemeente om mee te kijken
- •
We doen een brede oproep bij externe partijen om voorstellen in te brengen
- •
Initiatiefnemers kunnen binnen een vastgestelde termijn vanaf datum van publicatie hun projectvoorstellen indienen op Tender Ned (ook kan er via de mail ingediend worden).
- •
De beoordelingsgroep beoordeelt de projectvoorstellen aan de hand van te voren vastgestelde criteria en komt met een voorstel voor projecten.
- •
Het richtinggevend collegevoorstel met de voorgestelde projecten wordt besproken tijdens het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein en daarna voorgelegd aan de colleges.
- •
De subsidie toekenning of afwijzing vindt plaats.
- •
De geselecteerde projecten worden gepresenteerd in een bijeenkomst.
- •
De voortgang van de projecten wordt halfjaarlijks gepresenteerd.
Juridisch advies
Communicatie
Er is een gezamenlijk persbericht voorbereid dat wordt toegevoegd aan het communicatieadvies.
Bijlage(n)
- 1.
Plan “Algemene voorzieningen voor kwetsbare inwoners uit de maatschappelijke zorg”
- 2.
Subsidietender (vertrouwelijk)
- 3.
Toetsingscriteria (vertrouwelijk)
- 4.
EEVA onderzoek
- 5.
Overzicht algemene voorzieningen
Noot
1Algemene Collectieve voorzieningen zijn voorzieningen, waarvoor geen indicatie nodig is. Er is geen diepgaand onderzoek nodig naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruiker. Iedereen is er welkom.
Noot
2Wolf, J. (2015). Niemand tussen wal en schip. Referentiekader maatschappelijke zorg voor mensen in multiprobleemsituaties. Nijmegen: Academische werkplaats OGGZ.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl