Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR64328
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR64328/1
VERORDENING overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Lelystad 2002
Geldend van 10-10-2002 t/m heden
Intitulé
VERORDENING overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Lelystad 2002De raad van de gemeente Lelystad,
op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 14 augustus 2002;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra;
B E S L U I T:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING overleg lokaal onderwijsbeleid
gemeente Lelystad 2002.
Hoofdstuk I. Begripsbepalingen.
Artikel 1. Begripsbepalingen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
schoolbestuur : het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal voortgezet onderwijs, voor speciaal onderwijs/voor voortgezet speciaal onderwijs/voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs/voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs/voor algemeen voortgezet onderwijs/voor voorbereidend beroepsonderwijs, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente;
- b.
advies : het advies van de onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
- c.
burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders;
- d.
lokaal onderwijsberaad : overlegorgaan waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid;
- e.
klankbordgroep lokaal onderwijs : voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders voorafgaand aan het lokaal onderwijsberaad;
- f.
voorbereidingscommissie : agendaoverleg waarin wordt nagegaan welke onder-werpen op welk tijdstip in het lokaal onderwijsberaad aan de orde komen.
Hoofdstuk II. Overleg.
Artikel 2. Functie lokaal onderwijsberaad.
-
1. Er is een lokaal onderwijsberaad waarin burgemeester en wethouders met de vertegenwoor-digers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.
-
2. In het lokaal onderwijsberaad komen aan de orde:
- a.
de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
- b.
overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.
- a.
-
3. Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid, onder b, is artikel 11 niet van toepassing.
Artikel 3. Samenstelling lokaal onderwijsberaad.
In het lokaal onderwijsberaad hebben zitting:
- 1.
de schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan. Een school-bestuur wijst daartoe een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger aan die namens dit schoolbestuur het overleg voert;
- 2.
de portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in het overleg-orgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van het overlegorgaan;
- 3.
het hoofd van de afdeling educatie en jeugd;
- 4.
als secretaris van het lokaal onderwijsberaad treedt op een door het hoofd van de afdeling educatie en jeugd aan te wijzen gemeenteambtenaar van de afdeling educatie en jeugd.
Artikel 4. Derden.
Derden kunnen, indien de voorzitter van het lokaal onderwijsberaad dit wenst of twee of meer van de vertegenwoordigers van schoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan het lokaal onderwijsberaad.
Artikel 5. Uitnodiging.
-
1. Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de gemeenteraad doen over een onderwerp zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 9, toe aan alle schoolbesturen.
-
2. De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het lokaal onderwijsberaad hierover zal worden geraadpleegd. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het lokaal onderwijsberaad liggen ten minste twee weken.
-
3. De schoolbesturen die niet deelnemen aan het lokaal onderwijsberaad kunnen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan het lokaal onderwijsberaad hiervan in kennis.
Artikel 6. Secretariaat.
In navolging op artikel 3, lid 4, voeren burgemeester en wethouders het secretariaat van het overleg-orgaan.
Artikel 7. Functie voorbereidingscommissie.
Burgemeester en wethouders stellen een voorbereidingscommissie in. Hierin wordt nagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het lokaal onderwijsberaad aan de orde kunnen komen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.
Artikel 8. Samenstelling voorbereidingscommissie.
In de voorbereidingscommissie hebben zitting:
- 1.
een door het hoofd van de afdeling educatie en jeugd aangewezen gemeenteambtenaar van de afdeling educatie en jeugd als voorzitter;
- 2.
twee bestuursvertegenwoordigers uit en aan te wijzen door het lokaal onderwijsberaad;
- 3.
een ambtelijk secretaris.
Artikel 9. Klankbordgroep lokaal onderwijs.
Burgemeester en wethouders kunnen wanneer zij dit nodig achten een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in het lokaal onderwijsberaad. Dit voorbereidend overleg – klankbordgroep lokaal onderwijs – wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a.
Artikel 10. Samenstelling klankbordgroep lokaal onderwijs.
In de klankbordgroep lokaal onderwijs hebben zitting:
- 1.
een door het hoofd van de afdeling educatie en jeugd aangewezen gemeenteambtenaar van de afdeling educatie en jeugd namens burgemeester en wethouders;
- 2.
drie vertegenwoordigers van het openbaar PO/SO;
- 3.
twee vertegenwoordigers van het protestants-christelijk PO/SO;
- 4.
een vertegenwoordiger van het katholiek PO;
- 5.
een vertegenwoordiger van het neutraal bijzonder PO;
- 6.
een vertegenwoordiger van het neutraal bijzonder SO;
- 7.
een vertegenwoordiger van het overig christelijk PO, en
wanneer de onderwerpen dit verlangen:
- 8.
een vertegenwoordiger van het openbaar en bijzonder VO;
- 9.
een vertegenwoordiger van de medewerk(st)ers van instellingen die uitvoering geven aan onderwijsverzorging in Lelystad.
De leden van de klankbordgroep kiezen uit hun midden een voorzitter.
Artikel 11. Advies onderwijsraad.
-
1. Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het lokaal onderwijsberaad waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
-
2. Alle vertegenwoordigers krijgen in het lokaal onderwijsberaad de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.
-
3. Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het lokaal onderwijsberaad. Daarbij informeren zij tevens de onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.
-
4. De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
-
5. De gemeenteraad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.
-
6. Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg.
In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.
-
7. Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de gemeenteraad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 12, lid 4.
Artikel 12. Verslaglegging; informeren gemeenteraad.
- 1.
Burgemeester en wethouders maken een verslag van het lokaal onderwijsberaad.
- 2.
Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:
- a.
of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b, van toepassing is;
- b.
of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;
- c.
de in het lokaal onderwijsberaad door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;
- d.
de door de portefeuillehouder onderwijs in het lokaal onderwijsberaad toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.
- a.
Indien artikel 9 van toepassing is wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.
- 3.
Het lokaal onderwijsberaad stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen tien dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het lokaal onderwijsberaad schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.
- 4.
Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de gemeenteraad. Voor zover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het lokaal onderwijsberaad naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de gemeenteraad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
Artikel 13. Heropening overleg.
-
1. Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de gemeenteraad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de gemeenteraad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het lokaal onderwijsberaad was bereikt.
-
2. Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen dan roepen zij het lokaal onderwijsberaad zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de gemeenteraad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de gemeenteraad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 12, lid 4. De gemeenteraad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.
Hoofdstuk III. Slotbepalingen.
Artikel 14. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het lokaal onderwijsberaad.
Artikel 15. Citeertitel; inwerkingtreding.
- 1.
De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Lelystad 2002.
- 2.
Deze verordening treedt in werking 6 weken na de dag van de bekendmaking.
Lelystad, 29 augustus 2002.
De raad van de gemeente Lelystad,
de loco-secretaris, de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl