Regeling briefadres gemeente Beesel

Geldend van 05-05-2016 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Beesel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beesel,

  • gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38, 2.39, 2.40, 2.41, 2.42, 2.45, 2.47, 2.49 en 2.52 van de Wet basisregistratie personen;

  • artikel 29 van het Besluit Basisregistratie personen;

  • de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling Basisregistratie personen;

  • art. 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht:

  • de circulaires “Correcte registratie op een briefadres in de BRP” en “Registratie briefadres om veiligheidsredenen” van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 december 2013;

overwegende dat het noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen met betrekking tot de aangifte van een briefadres om oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;

besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Beesel

Artikel 1 Begrippen

  • a.

    Aanvrager: degene die aangifte doet van het briefadres

  • b.

    Briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken;

  • c.

    Briefadresgever: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 van de Wet basisregistratie personen, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • d.

    Briefadreshouder: de ingezetene in de basisregistratie die een briefadres houdt;

  • e.

    Gezinshuishouden:

    • 1.

      Twee personen die volgens de Wet basisregistratie personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      Twee personen die door het overleggen van een door de notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren met of zonder kind(eren);

    • 3.

      Een alleenstaande ouder met kind(eren).

  • f.

    Wet: Wet basisregistratie personen.

  • g.

    Alle begrippen in deze regeling die tevens voorkomen in de Wet basisregistratie personen hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Besluit en de Regeling basisregistratie personen is vastgelegd.

Artikel 2 Redenen voor briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    Het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      Dak- of thuisloosheid van structurele aard

    • b.

      Dak- of thuisloosheid van tijdelijke aard

    • c.

      Korte overbrugging tussen twee woonadressen die maximaal 6 maanden bedraagt; betrokkene mag niet daadwerkelijk op enig adres wonen. Ook al is sprake van een hele korte periode van inwoning bij iemand anders dan moet betrokkene ingeschreven worden op dat adres en niet op een briefadres.

    • d.

      De uitoefening van een ambulant beroep

    • e.

      Een verblijf in het buitenland dat minder dan 8 maanden van een jaar duurt en niet terugkerend op het oude adres.

    • f.

      Een verblijf in het buitenland korter dan 2 jaar waarbij wordt gevaren op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft

  • 2.

    Het opnemen van een woonadres is naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk zoals bedoeld in artikel 2.41 van de wet

  • 3.

    Verblijf in een aangewezen instelling zoals bedoeld in artikel 2.40 lid 3 en 4 van de wet.

  • 4.

    Het ambtshalve opnemen van een briefadres door het college van burgemeester en wethouders bij het ontbreken van een woonadres en geen aangifte wordt gedaan van een briefadres zoals bedoeld in artikel 2.23 van de wet.

Procedure bij aangifte briefadres

Artikel 3 Voorwaarden aangifte van het briefadres

  • 1.

    a. De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • b. De aanvrager doet persoonlijk aangifte van briefadres.

  • c. Het onder sub b vermelde geldt niet voor de in artikel 2 lid 3 genoemde categorieën.

  • 2.

    Bij de aangifte overlegt de aanvrager in ieder geval:

    • a.

      een ingevuld en ondertekend aangifteformulier briefadres. Hij geeft daarbij aan wat de reden is van het briefadres en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is.

    • b.

      een geldig identiteitsbewijs. Indien de aanvrager niet over een geldig identiteitsbewijs beschikt vindt een nader onderzoek plaats naar de identiteit.

    • c.

      een schriftelijke verklaring van instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden en zijn identiteitsbewijs of een kopie ervan.

    • d.

      Een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres met de daarin gevraagde bewijsstukken als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2 lid 1

  • 3.

    De aanvrager is verplicht om desgevraagd bij de aangifte andere benodigde stukken te overleggen.

  • 4.

    Aan het verzoek tot het houden van een briefadres gaat een onderzoek vooraf of kan een onderzoek vooraf gaan, als de reden voor de aangifte van een briefadres een van de redenen is zoals genoemd in artikel 2 eerste lid.

  • 5.

    Een briefadres op het adres van de gemeente is mogelijk in geval van een aangifte van dak- of thuisloosheid van tijdelijke- of structurele aard.

Artikel 4 Onvolledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig als naar het oordeel van de gemeente alle benodigde stukken en gegevens volledig en compleet zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer stukken of gegevens ontbreken of onvolledig zijn dan heeft de aanvrager veertien dagen de gelegenheid om het verzuim te herstellen.

  • 3.

    Als binnen veertien dagen het verzuim niet is hersteld kan de termijn op verzoek van de aanvrager met nog één keer veertien dagen worden verlengd.

  • 4.

    Nadat de in de eerste of tweede lid bedoelde termijn is verstreken en de gegevens nog niet zijn aangevuld, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld..

  • 5.

    Het besluit om de aangifte niet te behandelen wordt binnen vier weken nadat de gegevens of stukken niet of onvoldoende zijn aangevuld dan wel de termijn voor het herstellen van het verzuim is verstreken aan de aanvrager bekend gemaakt.

  • 6.

    Als de aanvrager niet bereikbaar is als gevolg van dak- of thuisloosheid dan vindt bekendmaking van het besluit plaats via de website van de gemeente.

Artikel 5 Ambtshalve toekennen briefadres

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om ambtshalve een briefadres toe te kennen indien:

  • 1.

    betrokkene aantoonbaar in de gemeente verblijft zonder een vast woonadres te hebben. Betrokkene staat niet actueel ingeschreven in de basisregistratie personen.

  • 2.

    betrokkene staat ingeschreven op een woonadres en woont er niet. Betrokkene heeft geen vast woonadres.

  • 3.

    De briefadresgever heeft instemming gegeven voor het briefadres.

Artikel 6 Weigeringsgronden voor een briefadres

Het is niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • 1.

    De aangever een woonadres heeft;

  • 2.

    De aanvrager langer dan 8 maanden in het buitenland verblijft, tenzij hij vaart op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • 3.

    De aanvrager langer dan twee jaar in het buitenland verblijft en op een schip vaart dat zijn thuishaven in Nederland heeft;

  • 4.

    Het briefadres een adres is waarop geen personen staan ingeschreven;

  • 5.

    De verblijfplaats van de briefadresgever in onderzoek staat;

  • 6.

    De briefadresgever vreemdeling is en geen rechtmatig verblijf in Nederland zoals bedoeld in artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000;

  • 7.

    Het briefadres geen bestaand adres is in de Basisregistratie Personen;

  • 8.

    De instemming van de briefadresgever ontbreekt;

  • 9.

    Uit het nader onderzoek, zoals bedoeld in artikel 3 lid 4 blijkt dat de aavrager geen recht heeft op een briefadres;

  • 10.

    Het opgegeven adres een gebouw betreft dat niet de gebruiksfunctie wonen volgens de Basisregistratie Gebouwen (BAG) heeft;

  • 11.

    Het briefadres een postbus is.

Artikel 7 Controle maatregelen: richtlijn aantal briefadressen en de duur van de briefadressen

Duur van het briefadres

  • 1.

    Voor het verstrijken van de termijn die de briefadreshouder heeft aangegeven op de vragenlijst briefadres wordt onderzocht of betrokkene inmiddels een woonadres heeft gekregen.

  • 2.

    In ieder geval vindt een onderzoek plaats naar het recht op een briefadres voor het verstrijken van zes maanden in de situatie als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder a,b,c;

  • 3.

    In ieder geval vindt een onderzoek plaats naar het recht op een briefadres voor het verstrijken van acht maanden in de situatie als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder e;

  • 4.

    In ieder geval vindt een onderzoek plaats naar het recht op een briefadres voor het verstrijken van 2 jaar in de situatie als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder d, f en artikel 2 lid 2 en lid 4.;

  • 5.

    In ieder geval vindt een onderzoek plaats naar het recht op een briefadres voor het verstrijken van 1 jaar in de situatie als bedoeld in artikel 2 lid 3 bij verblijf in een penitentiaire inrichting.

  • 6.

    Bij het onderzoek wordt het bestaande briefadres beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 6. Zowel met de briefadreshouder als de briefadresgever wordt contact opgenomen.

  • 7.

    Als het recht op het bestaande briefadres na onderzoek blijft bestaan wordt de onderzoekstermijn met dezelfde periode verlengd en vindt voor het verstrijken van die termijn opnieuw onderzoek plaats of nog steeds aan de voorwaarden van het briefadres wordt voldaan.

  • 8.

    Blijkt dat betrokkene geen recht meer heeft op het bestaande briefadres dan wordt betrokkene opgeroepen om aangifte te doen van wijziging van zijn adresgegevens, echter niet eerder dan vier weken voor de beoogde verhuisdatum en niet later dan 5 dagen.

  • 9.

    Reageert betrokkene niet op de oproep om het adres te wijzigen dan wordt een adresonderzoek ingesteld en kunnen zijn adresgegevens ambtshalve gewijzigd worden.

Aantal briefadreshouders per adres

  • 1.

    Bij iedere aangifte van een briefadres wordt gecontroleerd of op het adres al iemand staat ingeschreven met een briefadres.

  • 2.

    Als blijkt dat de briefadresgever aan een gezinshuishouden of een alleenstaande toestemming heeft gegeven voor een briefadres en hij vervolgens toestemming verleend voor een tweede en volgende briefadres dan wordt de briefadresgever opgeroepen voor een persoonlijk gesprek waarin hij zijn medewerking aan het verstrekken van een briefadres komt toelichten.

  • 3.

    In de gevallen zoals bedoeld in lid 1 en 2 kan er een adresonderzoek worden ingesteld.

Artikel 8 Hardheidsclausule:

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregel zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van deze beleidsregel.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking van deze regeling.

Deze regeling wordt genoemd: Regeling briefadres gemeente Beesel.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Drs. R.R.M. Halffman

de burgemeester,

Dr. P. Dassen-Housen