Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643095
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643095/1
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening Beekdaelen)
Geldend van 01-08-2020 t/m heden
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent subsidie (Algemene subsidieverordening Beekdaelen)1. ALGEMEEN
Artikel 1. Algemene begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Aanvrager: |
een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel één of meer natuurlijke personen, die een aanvraag heeft of hebben ingediend om subsidie te verkrijgen. |
Boekjaar: |
onder het boekjaar wordt hetzelfde verstaan als een kalenderjaar. |
Financieel (jaar)verslag: |
een (jaarlijkse) financiële verantwoording van de exploitatie (inkomsten en uitgaven) over een subsidietijdvak of over bepaalde activiteiten, die correspondeert met de begroting voor dat betreffende subsidietijdvak of voor de betreffende activiteiten. |
Inhoudelijk verslag: |
een overzicht van de geleverde prestaties over een bepaald subsidietijdvak of over bepaalde activiteiten, dat correspondeert met de begroting voor dat betreffende subsidietijdvak of voor de betreffende activiteiten. |
Subsidieverlening: |
een beschikking met een omschrijving van de activiteiten, producten, diensten, zaken of objecten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het maximaal toegekende subsidiebedrag wordt vermeld, alsmede de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen c.q. voorwaarden. |
Subsidievaststelling: |
een beschikking waarin definitief wordt beslist dat de subsidieaanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen de gemeente tot uitbetaling verplicht. Een ambtshalve vaststelling van subsidie is het vaststellen van subsidie zonder dat daar een aanvraag voor nodig is. |
Voorschot: |
de betaling van een deel van de subsidie voorafgaand aan de subsidievaststelling. |
Artikel 2. Reikwijdte
-
1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
-
2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel 3. Subsidieregelingen
-
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te besluiten over het verlenen van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen.
-
2. Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere (subsidie)regelingen vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 4. Staatssteunregels
-
1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.
-
2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader.
-
3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verlenings-beschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.
-
4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.
-
5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.
2. FINANCIEN
Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
-
1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.
-
2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:
- •
het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en
- •
de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.
- •
-
3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
-
4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
3. AANVRAAG SUBSIDIE
Artikel 6. Aanvraag
-
1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk/digitaal ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.
-
2. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:
- •
een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;
- •
de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen, alsmede in welke mate de activiteiten zijn gericht op de gemeente of haar ingezetenen;
- •
een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat –indien van toepassing- een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
- •
als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
- •
-
3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.
-
4. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.
Artikel 7. Aanvraagtermijn
-
1. Een aanvraag voor jaarlijkse of meerjarige subsidie wordt ingediend uiterlijk vóór 1 juni voorafgaand aan het (boek)jaar of de (boek)jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
2. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend tot 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
4. BESLUIT OVER SUBSIDIE
Artikel 8. Beslistermijn
-
1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
-
2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
-
4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.
Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
-
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:
- a.
als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.
- b.
als het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
- a.
-
2. Onverminderd het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval weigeren:
- a.
als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
- b.
als de subsidieverlening anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente Beekdaelen;
- c.
als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
- d.
als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;
- e.
als er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
- f.
als de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende gewaarborgd is;
- g.
als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- h.
als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;
- i.
als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;
- j.
in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.
- a.
-
3. Burgemeester en wethouders kunnen een (aanvraag om een) subsidie weigeren, intrekken of terugvorderen in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
-
4. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.
5. VERPLICHTINGEN SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 10. Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 11. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger
-
1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.
-
2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:
- a.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.
- a.
-
3. Een subsidieontvanger voert een zodanige administratie, dat daaruit –voor zover van toepassing- te allen tijde de informatie kan worden gehaald die nodig is ter verificatie van mate waarin aan de subsidieverstrekking verbonden voorwaarden en plichten is voldaan.
Artikel 12. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
-
1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.
-
2. Bij subsidies hoger dan € 50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.
6. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING SUBSIDIE
Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tot en met € 20.000
-
1. Subsidies tot en met € 20.000 worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld of verleend en – tenzij toepassing wordt gegeven aan het volgende lid – binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.
-
2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 13 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
-
3. In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 20.000 wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.
Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 20.000 en € 50.000
-
1. Bij subsidies van meer dan € 20.000 doch ten hoogste € 50.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.
-
2. De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.
-
3. Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht.
Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 50.000
-
1. Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:
- a.
in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;
- b.
in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, uiterlijk 4 maanden na afloop van het betrokken boekjaar;
- c.
in andere gevallen uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.
- a.
-
2. De aanvraag bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en
- d.
een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.
- a.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 16. Subsidievaststelling
-
1. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.
-
2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.
-
4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, aanhef en onder a, b of c is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen
-
1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij de subsidieregeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven berekeningswijze.
-
2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van bij de subsidieregeling of bij de subsidieverlening voorgeschreven definities.
-
3. Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.
7. SLOTBEPALINGEN
Artikel 18. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Artikel 19. Slotbepalingen
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2020 en dan komen de Algemene Subsidieverordening Schinnen, de Algemene Subsidieverordening Onderbanken en de Algemene Subsidieverordening Nuth te vervallen.
-
2. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor deze datum zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Schinnen, de Algemene Subsidieverordening Onderbanken en de Algemene Subsidieverordening Nuth van toepassing.
-
3. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidieverordening Beekdaelen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Beekdaelen d.d. 7 juli 2020:
Hoogachtend,
De griffier
mevr. B. van der Wijst
De voorzitter
dhr. ing. E. Geurts
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl