Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR64299
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR64299/1
Regeling vervallen per 31-07-2012
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011
Geldend van 01-01-2011 t/m 30-07-2012
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c 'maand': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
d 'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die vergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c stukken in hun persoonlijk belang benodigd door personen die door een verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats of op andere wijze, van hun onvermogen doen blijken;
d attestatiën de vita, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrente en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, de provincie, de gemeente, waterschappen of andere publiekrechtelijke lichamen;
e beschikkingen op aanvragen om heffing of teruggaaf van plaatselijke belastingen;
f opgave of inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand of uit de gemeentelijke basisadministratie, in het belang van de volksgezondheid;
g stukken of legalisatiën van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;
h de stukken en inlichtingen, waarvan de kostenloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;
i de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichtingen jegens de gemeente;
j de aan de belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;
k stukken, werkzaamheden, enz., die uitsluitend bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden.
Artikel 5 Tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a van zuiver redactionele aard zijn;
b een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:’
- 1.
onderdeel 1.3.8 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 8 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 9 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.14.1.1 (verklaring omtrent het gedrag)
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij
raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening 2010 van 16 september 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:
- a.
die zich voor die datum hebben voorgedaan;
- b.
waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.
- a.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2011.
TARIEVENTABEL
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Algemeen
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.1.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
5,35 |
1.1.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
||
1.1.1.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,05 |
1.1.1.2.2 |
per pagina op papier van A4-formaat in kleur |
€ |
0,25 |
1.1.1.3 |
Indien de stukken bedoeld in 1.1.1.1 en 1.1.1.2 worden verstrekt in het kader van de Wet openbaarheid van Bestuur, per pagina of gedeelte daarvan |
€ |
0,30 |
met dien verstande, dat het op die wijze gevonden bedrag niet meer kan bedragen dan |
€ |
79,90 |
|
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.1.2.1 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in 1.1.1.1 en 1.1.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk, in A4-formaat |
€ |
1,55 |
1.1.2.2 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
5,35 |
1.1.2.3 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
5,35 |
1.1.2.4 |
gegevens over onroerende zaken (t.b.v. taxatierapporten opgesteld door bijv. makelaars en/of taxateurs) |
€ |
78,00 |
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.2.1.1 |
een afschrift van de programmabegroting |
€ |
15,70 |
1.2.1.2 |
een afschrift van de programmarekening |
€ |
15,70 |
1.2.1.3 |
een afschrift van de afdelingsbegroting per afdeling |
€ |
15,70 |
1.2.1.4 |
een uittreksel van de onder 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 bedoelde stukken per pagina of gedeelte daarvan |
€ |
5,35 |
1.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.2.2.1 |
een abonnement op de bedrukte stukken voor de raadsagenda met bijbehorende voorstellen, welke aan de abonnees worden toegezonden per kalenderjaar |
€ |
45,50 |
1.2.2.2 |
een abonnement op de bedrukte stukken voor de raadsagenda met bijbehorende voorstellen, welke door de abonnees worden afgehaald per kalenderjaar |
€ |
25,50 |
1.2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.2.3.1 |
de raadsagenda met bijbehorende voorstellen, welke worden toegezonden per vergadering |
€ |
11,25 |
1.2.3.2 |
de raadsagenda met bijbehorende voorstellen, welke worden afgehaald per vergadering |
€ |
5,35 |
1.2.3.3 |
de raadsnotulen, voor zover opgemaakt, welke worden toegezonden per vergadering |
€ |
11,25 |
1.2.3.4 |
de raadsnotulen, voor zover opgemaakt, welke worden afgehaald per vergadering |
€ |
5,35 |
1.2.3.5 |
de raadsnotulering door middel van een besluitenlijst en geluidsbanden, welke worden toegezonden per kalenderjaar |
€ |
15,50 |
1.2.3.6 |
de raadsnotulering door middel van een besluitenlijst en geluidsbanden, welke worden afgehaald per kalenderjaar |
€ |
7,90 |
1.2.3.7 |
de raadsnotulering door middel van een besluitenlijst per geluidsband, per stuk en afgehaald |
€ |
7,90 |
1.2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van |
||
1.2.4.1 |
een exemplaar van de bouwverordening |
€ |
49,75 |
1.2.4.2 |
een exemplaar van de toelichting op de bouwverordening |
€ |
49,75 |
1.2.4.3 |
een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
19,65 |
1.2.4.4 |
een exemplaar van een andere dan de onder 1.2.4.1 en 1.2.4.3 genoemde verordeningen van de gemeente |
€ |
10,30 |
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
1.3.1 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op |
||
1.3.1.1 |
maandag van 9.00 - 12.00 uur |
nihil |
|
1.3.1.2 |
dinsdag t/m vrijdag van 9.00 - 16.00 uur |
€ |
260,00 |
1.3.1.3 |
zaterdag van 9.00 - 16.00 uur |
€ |
765,00 |
1.3.2 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een andere aangewezen locatie dan het gemeentehuis, indien de voltrekking plaatsvindt op |
||
1.3.2.1 |
maandag van 9.00 - 16.00 uur |
Niet mogelijk |
|
1.3.2.2 |
dinsdag t/m vrijdag van 9.00 - 16.00 uur |
€ |
295,50 |
1.3.2.3 |
zaterdag van 9.00 - 16.00 uur |
€ |
802,00 |
1.3.3 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek op |
||
1.3.3.1 |
maandag van 9.00 - 16.00 uur |
Niet mogelijk |
|
1.3.3.2 |
dinsdag t/m vrijdag van 9.00 – 16.00 uur |
€ |
260,00 |
1.3.3.3 |
zaterdag van 9.00 – 16.00 uur |
€ |
765,00 |
1.3.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van |
||
1.3.4.1 |
een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ |
20,00 |
1.3.4.2 |
een duplicaat-trouwboekje of duplicaat-partnerschapsboekje |
€ |
20,00 |
1.3.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand uit een andere gemeente (kosten van het uittreksel, portokosten e.d. niet inbegrepen) |
€ |
5,00 |
1.3.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed half uur of gedeelte daarvan |
€ |
10,35 |
1.3.7 |
Het tarief voor het verstrekken van inlichtingen uit de registers van de Burgerlijke stand bedraagt, per inlichting, op een persoon betrekking hebbende |
€ |
5,00 |
1.3.8 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||
1.3.9 |
Het tarief bedraagt terzake van de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ |
33,50 |
1.3.10 |
Indien men de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk wil voorzien van enige ceremonie en tevens op een trouwlocatie wil doen plaatsvinden, dan gelden hiervoor dezelfde tarieven als vermeld voor het huwelijk, voor het huwelijk in een ander aangewezen locatie of een huwelijk in een bijzonder huis. |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
1.4.1 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
1,70 |
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. |
||
1.4.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ |
1,70 |
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het verstrekken van gegevens waarvoor een intensieve nasporing van de registers vereist is, voor ieder daaraan te besteden half uur of gedeelte daarvan |
€ |
10,35 |
Hoofdstuk 5 Gemeentearchief
1.5.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed half uur of gedeelte daarvan |
€ |
10,35 |
1.5.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van |
||
1.5.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ |
4,80 |
1.5.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ |
4,80 |
Hoofdstuk 6 Kiezersregister
1.6 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
nihil |
Hoofdstuk 7 Kadaster
1.7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek, indien daarbij van gemeentewege hulp wordt verleend, doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
6,00 |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek, indien daarbij van gemeentewege geen hulp wordt verleend, doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor een ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ |
2,40 |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie (A4) |
€ |
4,95 |
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten
1.8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
52,00 |
1.8.1.2 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.8.1.1 (zakenpaspoort) |
€ |
58,00 |
1.8.1.3 |
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
€ |
52,00 |
1.8.1.4 |
tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument |
€ |
9,00 |
1.8.1.5 |
tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 |
€ |
21,00 |
1.8.1.6 |
tot het aanbrengen van een wijziging anders dan bedoeld in 8.1.5 in een reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 |
€ |
7,00 |
1.8.1.7 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) |
€ |
43,50 |
1.8.1.8 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) voor personen tot en met 13 jaar |
€ |
9,00 |
1.8.2 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.3 alsmede in 8.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ |
45,00 |
1.8.3 |
Het tarief als genoemd in 1.8.2 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.8.1.4., slechts één keer per reisdocument berekend. |
||
1.8.4 |
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.8.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van |
€ |
21,40 |
1.8.5 |
Indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag – anders dan door overmacht – niet compleet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met |
23,00 |
Hoofdstuk 9 Rijbewijzen
1.9.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
42,45 |
1.9.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.9.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
43,00 |
1.9.3 |
Indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag - anders dan door overmacht – niet compleet kan worden overgelegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met |
€ |
16,50 |
Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen
1.10.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen |
||
1.10.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ |
56,50 |
1.10.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten |
€ |
22,50 |
vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten waarvoor de vergunning geldt en een bedrag van |
€ |
34,00 |
|
1.10.1.3 |
het tarief bedoeld in 1.10.1.1 en 1.10.1.2 is van toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden met dien verstande dat het tarief bedoeld in 1.10.1.1 en 1.10.1.2 naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd wordt. |
||
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
14,75 |
1.10.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) |
€ |
14,75 |
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet
1.11 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.11.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ |
31,30 |
1.11.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.11.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ |
31,30 |
1.11.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.11.1 bedoelde ontheffing |
€ |
31,30 |
Hoofdstuk 12 Verkeer en vervoer
1.12 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ |
32,60 |
1.12.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement |
€ |
32,60 |
1.12.3 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ |
11,40 |
Hoofdstuk 13 Leegstandswet
1.13 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.13.1 |
tot het afgeven van een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet |
€ |
44,40 |
1.13.2 |
tot het afgeven van een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandswet |
€ |
33,40 |
Hoofdstuk 14 Diversen
1.14.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
1.14.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
30,50 |
1.14.1.2 |
tot het verkrijgen van een attestatie de vita |
€ |
5,50 |
1.14.1.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
3,50 |
1.14.1.4 |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap |
€ |
5,50 |
1.14.1.5 |
tot het verkrijgen van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie |
€ |
5,50 |
1.14.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet |
€ |
224,50 |
1.14.3 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het in 1.14.2 genoemde bedrag verhoogd met |
€ |
219,20 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving /
omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||
2.1.1.1 |
bouwkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|||
2.1.1.2 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
2.2.1 |
Bouwactiviteiten |
|||
2.2.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief |
|||
2.2.1.1.1 |
indien de bouwkosten € 1.430,22 of minder bedragen: |
€ |
60,50 |
|
2.2.1.1.2 |
indien de bouwkosten meer dan € 1.430,22 bedragen: |
€ |
50,40 |
|
vermeerderd met 2,36% van de bouwsom |
||||
2.2.1.2 |
Welstandstoets |
|||
2.2.1.2.1 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op bouwactiviteiten waarvoor een toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden maar niet het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, worden de overeenkomstig 2.2.1.1 berekende leges verhoogd met |
€ |
30,30 |
|
2.2.1.2.2 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op bouwactiviteiten waarvoor een toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden en het advies van de welstandscommissie behoeft te worden ingewonnen, worden de overeenkomstig 2.2.1.1 berekende leges verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2.2.1.4 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|||
2.2.1.4.1 |
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.2.1.1 en 2.2.1.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit |
100% |
||
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
2.2.2 |
Aanlegactiviteiten |
||
2.2.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ |
59,35 |
2.2.2.2 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor de vergunning met toepassing van artikel 3.17 van de Wet ruimtelijke ordening moet worden verleend, wordt het in 2.2.2.1 genoemde bedrag verhoogd met |
€ |
347,00 |
2.2.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1 |
€ |
347,00 |
2.2.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ |
347,00 |
2.2.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||
2.2.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief |
||
2.2.5.1.1 |
indien het betreft de aanvraag inzake een bouwwerk |
€ |
244,60 |
2.2.5.1.2 |
indien het betreft de aanvraag inzake een tijdelijk bouwwerk |
€ |
211,00 |
2.2.6 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stadsgezicht |
||
2.2.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen |
||
-waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of - voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, - onder g, van de Wabo; |
|||
-waarvoor op grond van een provinciale verordening een - vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, - aanhef en onder a, van de Wabo; |
|||
bedraagt het tarief |
€ |
59,35 |
|
2.2.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo bedraagt het tarief |
€ |
244,60 |
2.2.7 |
Handelsreclame |
||
2.2.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge artikel 4.7.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g of h, van de Wabo, en indien niet tevens sprake is van activiteit als bedoeld in onderdeel 2.2.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief |
€ |
15,70 |
2.2.7.2 |
Het in 2.2.7.1 genoemde bedrag wordt verhoogd indien de aanvraag betrekking heeft op een periode |
||
2.2.7.2.1 |
minder dan een maand met |
€ |
15,70 |
2.2.7.2.2 |
van een maand tot een kwartaal met |
€ |
31,35 |
2.2.7.2.3 |
van een kwartaal tot een half jaar met |
€ |
62,70 |
2.2.7.2.4 |
van een half jaar tot een jaar met |
€ |
94,00 |
2.2.8 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten |
||
2.2.8.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, worden de overeenkomstig dit hoofdstuk berekende leges verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
2.2.9 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
2.2.9.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.2.9.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de beschikking voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
2.2.9.3 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de beschikking voor de tweede fase betrekking heeft. |
2.2.10 |
Advies |
||
2.2.10.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||
2.2.10.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.2.10.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
Hoofdstuk 3 Teruggaaf
2.3.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 en 2.2.8 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
2.3.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan |
75% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
2.3.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken en binnen acht weken na het in behandeling nemen ervan |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
2.3.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na acht weken en binnen twaalf weken na het in behandeling nemen ervan |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
2.3.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 en 2.2.8 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt |
25% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
2.3.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.3.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2, 2.2.6 en 2.2.8 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt |
25% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
2.3.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.3.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak |
2.3.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
||
Een bedrag minder dan € 100 wordt niet teruggegeven. |
Hoofdstuk 4 Sloopmelding
2.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
€ |
50,45 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet |
€ |
235,60 |
3.1.2 |
Indien bij de behandeling van de aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.1.1 een BIBOB-advies wordt ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met |
€ |
500,00 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het overschrijven en wijzigen van een vergunning, als bedoeld in de Drank- en Horecawet |
€ |
53,55 |
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen en markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ventvergunning of een vergunning om in de gemeente een standplaats in te nemen, anders dan op de daarvoor aangewezen marktplaats, geldig voor |
||
3.2.1.1 |
een dag |
€ |
31,30 |
3.2.1.2 |
een week |
€ |
45,75 |
3.2.1.3 |
een maand |
€ |
62,65 |
3.2.1.4 |
een kwartaal |
€ |
85,30 |
3.2.1.5 |
een half jaar |
€ |
119,50 |
3.2.1.6 |
een jaar |
€ |
165,00 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het maken van muziek door middel van muziekinstrumenten of langs mechanische weg in café’s of in andere voor het publiek toegankelijke inrichtingen en lokaliteiten, geldig voor |
||
3.2.2.1 |
een dag |
€ |
31,30 |
3.2.2.2 |
een week |
€ |
45,75 |
3.2.2.3 |
een maand |
€ |
62,65 |
3.2.2.4 |
een kwartaal |
€ |
85,30 |
3.2.2.5 |
een half jaar |
€ |
119,50 |
3.2.2.6 |
een jaar |
€ |
165,00 |
3.2.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden van filmvertoningen en andere vermakelijkheden ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
31,30 |
3.2.4 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden van bazaars, fancyfairs e.d. |
€ |
15,65 |
3.2.5 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot gebruik van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de bestemming, als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
15,65 |
welk bedrag wordt verhoogd, indien de vergunning geldig is voor een periode van |
|||
3.2.5.1 |
minder dan een maand |
€ |
15,65 |
3.2.5.2 |
van een maand tot een kwartaal met |
€ |
31,30 |
3.2.5.3 |
van een kwartaal tot een half jaar met |
€ |
62,65 |
3.2.5.4 |
van een half jaar tot een jaar met |
€ |
93,90 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een prostitutiebedrijf of een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.2.1.b van de Algemeen Plaatselijke Verordening of een escortbedrijf |
€ |
626,20 |
3.3.2 |
Indien bij de behandeling van de aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.3.1 een BIBOB-advies wordt ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met |
€ |
500,00 |
3.3.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Algemeen Plaatselijke Verordening bedraagt |
€ |
5,30 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
3.4 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
3.4.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening |
€ |
244,60 |
3.4.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een tijdelijke inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandveiligheidsverordening |
€ |
211,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl