Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie

Geldend van 01-08-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van een Sociaal Medische Indicatie

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren

Gelet op de vangnetregeling Sociaal Medische Indicatie

Overwegende dat van belang is dat er de mogelijkheid is om gezinnen voor wie kinderopvang noodzakelijk is omdat het in het belang van het kind dan wel de gezinssituatie is, tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van kinderopvang, als zij geen of voor onvoldoende uren recht hebben op kinderopvangtoeslag en geen of onvoldoende gebruik kunnen maken van de gemeentelijke regeling voorschoolse educatie en peuteropvang

besluiten:

Tot het vaststellen van de

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie

Vastgesteld d.d. xxx

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Jeugdconsulent: brengt samen met ouders/opvoeder/jeugdige de hulpvraag in kaart, analyseert de hulpvraag en geeft advies over de voorzieningen waar het gezin aanspraak op kan maken;

  • -

    Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • -

    Kinderopvangtoeslag; ouders kunnen, onder bepaalde voorwaarden, aanspraak maken op een vergoeding van een deel van de kosten van kinderopvang door kinderopvangtoeslag aan te vragen. De kinderopvangtoeslag is een inkomensafhankelijke toeslag: een percentage van wat de ouder aan kinderopvangtoeslag betaalt wordt vergoed door de Belastingdienst;

  • -

    Kinderopvangtoeslagtabel: een overzicht van de Belastingdienst met de percentages van de kinderopvangtoeslag, gebaseerd op het toetsinkomen, waarin staat hoe hoog de inkomensafhankelijke bijdrage van ouders aan de kinderopvang is;

  • -

    Ouderbijdrage: het bedrag dat ouders als eigen bijdrage verschuldigd zijn;

  • -

    Sociaal medische indicatie, ook wel SMI genoemd: een indicatie gesteld door de jeugdconsulent waaruit blijkt dat kinderopvang noodzakelijk is voor een kind dan wel een gezinssituatie, en waardoor ouders voor het verstrekken van een tijdelijke vergoeding voor kinderopvang in aanmerking komen, omdat zij geen of een beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag en/of de gemeentelijke regeling peuteropvang en voorschoolse educatie (verder: gemeentelijke regeling);

  • -

    Uurtarief kinderopvang; het bedrag dat als maximum uurprijs is opgenomen in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvang.

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van deze beleidsregel is het verstrekken van een tijdelijke vergoeding voor kinderopvang, voor ouders zonder of met een beperkt recht op kinderopvangtoeslag en die geen of onvoldoende gebruik kunnen maken van een gemeentelijke regeling, voor kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie, zoals omschreven in het beleidskader Onderwijskansen Gelijke ontwikkelkansen voor elk kind.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Tot de doelgroep behoren kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het kind naar het voortgezet onderwijs gaat:

    • a.

      van ouders met een aantoonbare lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking, van wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maakt; en/of

    • b.

      van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is; en/of

    • c.

      van wie is vastgesteld dat de veiligheid in de gezinssituatie in geding is.

Artikel 4. Aanvraag tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van SMI

  • 1.

    De ouder/verzorger meldt zich met de vraag voor tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie;

  • 2.

    Een jeugdconsulent bevraagt de ouder of hij/zij voor een voorliggende voorziening in aanmerking komt (zoals kinderopvangtoeslag of de gemeentelijke regeling voorschoolse educatie en peuteropvang) of dat de ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk in de vraag om opvang kan voorzien. Zijn hier geen mogelijkheden voor, dan beoordeelt de jeugdconsulent of de ouder in aanmerking komt voor deze regeling;

  • 3.

    De sociaal medische indicatie wordt vastgesteld door de jeugdconsulent en is in alle gevallen maatwerk: de tijdsduur en het maximum aantal uren per week worden vastgelegd in de sociaal medische indicatie;

  • 4.

    De sociaal medische indicatie wordt vastgelegd en ondertekend door de ouders en de jeugdconsulent;

  • 5.

    De sociaal medische indicatie wordt toegestuurd naar de beleidsadviseur onderwijs/kinderopvang van de gemeente;

  • 6.

    Met de sociaal medische indicatie kunnen ouders een contract sluiten met een kinderopvangorganisaties/gastouder naar eigen keuze;

Artikel 5. Besluit toekenning tegemoetkoming

  • 1.

    De sociaal medische indicatie is leidend voor de bepaling of ouder(s) in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van kosten voor kinderopvang;

  • 2.

    De sociaal medische indicatie als bedoeld in het eerste lid heeft een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden;

  • 3.

    De tegemoetkoming kan verlengd worden. Het besluit tot verlening wordt vastgelegd in een nieuwe sociaal medische indicatie;

  • 4.

    Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een afdoende voorliggende voorziening, denk hierbij aan kinderopvangtoeslag of de gemeentelijke regeling voorschoolse educatie en peuteropvang.

Artikel 6. Ingangsdatum

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag in ontvangst is genomen.

  • 2.

    Als op de datum als bedoeld in lid 1 nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming toegekend met ingang van de datum waarop de kinderopvang start.

Artikel 8. Omvang tegemoetkoming

  • 1.

    Het college verleent een tegemoetkoming op basis van het in de sociaal medische indicatie bepaalde noodzakelijk tijdsduur en het maximum aantal uren per week.

  • 2.

    De grondslag voor de tegemoetkoming is:

    • -

      het werkelijk aantal afgenomen uren,

    • -

      het werkelijk gehanteerde uurtarief (met een maximum uurtarief conform het maximum uurtarief kinderopvang gesteld door de Belastingdienst) en

    • -

      de totaal in rekening gebrachte ouderbijdrage.

Artikel 9. Periode tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt toegekend voor een tijdsduur van maximaal 12 maanden.

  • 2.

    De tegemoetkoming kan telkens worden verlengd, tot de eerste dag van de maand waarop het kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Een verlenging vindt plaats op basis van een herindicatie zoals genoemd in artikel 4 lid 1, 2, 3 en 4, toegekend op basis van artikel 5.

Artikel 10. Hoogte (voorlopige) tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald op de hoogte van het door de kinderopvangorganisatie gehanteerde uurtarief tot een maximum van het maximale uurtarief kinderopvang zoals aangegeven door de Belastingdienst, vermenigvuldigd met het totaal aantal afgenomen uren, verminderd met de ouderbijdrage.

Wanneer de jeugdconsulent het noodzakelijk acht dat het kind geplaatst wordt op een kindercentrum of gastouder met een hogere uurprijs, dan kan de jeugdconsulent een indicatie afgeven voor subsidiëring van deze hogere uurprijs.

Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau zoals is vastgesteld in de landelijke Kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst. Hiervoor vullen de ouders een verklaring in en leveren de daarbij behorende bewijsstukken aan waaruit blijkt hoe hoog het jaarinkomen is.

Artikel 11. Betaling

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt rechtstreeks betaald aan de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt als voorschot verstrekt.

Artikel 12. Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn.

  • 2.

    Het niet, onvolledig of onjuist informeren van het college kan gevolgen hebben voor de vaststelling van de tegemoetkoming.

Artikel 13. Vaststelling

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal afgenomen uren kinderopvang.

  • 2.

    De kinderopvangorganisatie of gastouderbureau verstrekt binnen vier weken na afloop van de beschikking een jaaropgave, waarop zowel de kosten als de urenomvang zichtbaar zijn.

  • 3.

    Aan de hand van de verantwoording onder het eerste lid wordt de tegemoetkoming definitief vastgesteld.

  • 4.

    Teveel betaalde tegemoetkoming wordt teruggevorderd.

Artikel 14. Situaties waarin deze regeling niet voorziet

Het college kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling als de regeling tot onbillijkheden van aard leidt.

Artikel 15. Overgangsbepaling 2020

Voor de gezinnen die op 31 juli 2020 een beschikking hebben voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van SMI blijven de voorwaarden van de oude regeling gelden tot de einddatum van de beschikking.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 augustus 2020 en kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie’.

Ondertekening