Regeling vervallen per 22-12-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent aansluitleidingen en riolering (Aansluitverordening op de riolering)

Geldend van 28-07-2020 t/m 21-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent aansluitleidingen en riolering (Aansluitverordening op de riolering)

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

14 januari 2014; raadsstuk 8;

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Overwegende dat;

  • -

    Voor de uitvoering van haar zorgplichten voor de inzameling van stedelijk afvalwater en overtollig hemelwater de aansluitleidingen van groot belang zijn.

  • -

    De technische eisen aan aansluitleidingen vastliggen in het Bouwbesluit 2012, maar dat in het Bouwbesluit 2012 niet wordt ingegaan op de beheer- en eigendomssituatie van de aansluitleiding;

  • -

    Dat de aansluitleiding conform het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) niet in eigendom of beheer van de gemeente is;

  • -

    En daarom een specifieke verordening gericht op deze aansluitleidingen noodzakelijk is.

Besluit tot vaststelling:

Verordening riolering

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening, en de daarop berustende bepalingen, wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeente : Gemeente Krimpen aan den IJssel

  • 2.

    Rechthebbende: de eigenaar, de vereniging van eigenaren of zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen ten behoeve waarvan de aansluiting door middels van een aansluitleiding op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden alsmede de rechtverkrijgende(n) onder algemene of bijzondere titel van de hiervoor genoemden

  • 3.

    Aansluitleiding: Combinatie van perceelaansluitleiding en/of ontstoppingsstuk en/of terreinleiding.

    • a.

      Perceelaansluitleiding: : het deel van de aansluitleiding vanaf de perceelsgrens/ ontstoppingsstuk tot aan het aansluitpunt op het openbare riool.

    • b.

      Ontstoppingsstuk: voorziening die toegang geeft tot het inwendige van een leiding en waarmee beheer en onderhoud van de leiding van binnenuit mogelijk wordt.

    • c.

      Terreinleiding: Deel van de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan de perceelsgrens/ ontstoppingsstuk

    • d.

      Aansluitpunt: het punt waar de perceelaansluitleiding aansluit op het openbare riool. Bij openbare vrijvervalriolering betreft dit de inlaat in de buis van het openbaar riool. Bij openbare drukriolering betreft dit de inlaat in de put van het drukrioolgemaal.

  • 4.

    Openbaar riool: Buitenriolering zoals bedoeld in de NEN3215:2011 exclusief de aansluitleiding

Figuur 1: Toelichting definities

afbeelding binnen de regeling

Artikel 2 Vergunning

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders verleent alleen vergunning voor:

    • a.

      de afvoerleiding van afvalwater, eventueel inclusief hemelwater, naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een gemengd of gescheiden stelsel aanwezig is;

    • b.

      de afvoer van afvalwater zonder hemelwater, indien ter plaatse drukriolering aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de vergunning nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorwaarden stellen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan beleidsregels vaststellen ter uitvoering van:

    • a.

      deze verordening, of

    • b.

      de nadere regels.

Artikel 4 Het verkrijgen van vergunning

  • 1. De vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt digitaal of schriftelijk door middel van een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier aangevraagd door of namens de rechthebbende.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens door de rechthebbende vermeld:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      indien van toepassing, de ligging van het aan te sluiten dan wel aangesloten bouwwerk aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel en een situatieschets van 1:1000 of grotere schaal;

    • c.

      de aard van het af te voeren afvalwater;

    • d.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      • 1.

        de exacte locatie van het aansluitpunt;

      • 2.

        de toe te passen duidelijke verschil in kleur of symbolen tussen de verschillende soorten afvalwater.

      • 3.

        Het college van burgemeester en wethouders kan aanvullende gegevens vragen.

Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag

Artikel 5 Het weigeren van vergunning

  • 1. De aansluitvergunning wordt geweigerd indien aansluiting of wijziging van een particulier riool op het openbaar riool vanwege technische, juridische, milieutechnische of milieueconomische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      rechthebbende niet kan voldoen aan de technische eisen die opgenomen zijn in artikel 6.18 van het Bouwbesluit 2012;

    • b.

      de aansluiting van het particulier riool een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar waarvoor deze niet is verleend, of waarbij niet aan de geldende regels is voldaan;

    • c.

      de aansluitleiding van het particulier riool met binnenonderkant buis ter plaatse van de aansluiting op het openbaar riool niet hoog genoeg boven het openbaar riool uitkomt (de plaats van de aansluiting op het openbaar riool wordt door de gemeente bepaald);

    • d.

      de aanvraag betrekking heeft op niet verontreinigd drainagewater, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater of bodem kan worden aangesloten.

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij het college van burgemeester en wethouders, indien mogelijk, nadere eisen aangeeft waaraan het particulier riool voldoet om voor vergunning in aanmerking te komen.

Artikel 6 aanleg van een aansluitleiding

  • 1. De aanleg of wijziging van de aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool vindt plaats door of namens de rechthebbende.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de rechthebbende verplichten na de voltooiing van de werkzaamheden tekeningen, waaruit de feitelijke situatie na de uitvoering van de werkzaamheden blijkt, om niet ter beschikking te stellen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan het college van burgemeester en wethouders bepalen dat de gemeente zelf de aansluiting uitvoert. Dit wordt in de vergunning opgenomen. De gemeente meldt het tijdstip van uitvoering minimaal 5 werkdagen van te voren aan de rechthebbende.

Artikel 7 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

De rechthebbende is verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud, de renovatie en vervanging van de aansluitleiding.

Uitzondering hierbij is de situatie waarin het openbare riool wordt vervangen. In dat geval vervangt de gemeente gelijktijdig met het openbaar riool de perceelaansluitleiding tot het ontstoppingsstuk. Vervanging van de terreinleiding blijft in die situatie verantwoordelijkheid van de rechthebbende.

De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud, de renovatie en vervanging van het openbaar riool. Uitzondering hierop is wanneer onderhoud, renovatie of vervanging van het openbaar riool noodzakelijk is als gevolg van onjuist gebruik van de aansluitleiding zoals bedoeld in artikel 8.

Artikel 8 Onjuist gebruik, gebreken

Indien de werkzaamheden, genoemd in artikel 7, derde lid, worden uitgevoerd in verband met een onjuist gebruik van de aansluitleiding, kan de gemeente de kosten van de werkzaamheden verhalen op de rechthebbende of de veroorzaker.

Van onjuist gebruik, bedoeld in het eerste lid, is in ieder geval sprake indien:

  • via de aansluitleiding stoffen worden geloosd die door hun aard of samenstelling verstoppingen in het openbaar riool kunnen veroorzaken;

  • via de aansluitleiding stoffen worden geloosd die door hun aard of concentratie, de constructie van het openbaar riool kunnen aantasten.

Indien de werkzaamheden, genoemd in artikel 7, eerste lid, door de rechthebbende worden uitgevoerd als gevolg van een gebrek in het openbaar riool, is de gemeente aansprakelijk voor de kosten van deze werkzaamheden.

Een wijziging van de hoogteligging van het aansluitpunt door de gemeente is geen gebrek in het openbaar riool.

Artikel 9 Wijziging hoogteligging aansluitpunt

De gemeente kan de hoogteligging van een aansluitpunt wijzigen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10, tweede lid. Na wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het aansluitpunt, onderzoekt de rechthebbende van het, aan het aansluitpunt grenzende perceel, of hij maatregelen moet nemen teneinde te waarborgen dat de terreinleiding ook na de gewijzigde hoogteligging van het aansluitpunt, geschikt zijn voor een ongehinderde afvoer en doorvoer van water vanaf het perceel van de rechthebbende naar het aansluitpunt en het openbaar riool

Artikel 10 Meldingsplichten

Indien de gemeente, voor het uitvoeren van haar onderhoudsplicht, bedoeld in artikel 7, tweede lid, toegang nodig heeft tot de dichtstbijzijnde, op particuliere grond gelegen ontstoppingsvoorziening, zal de gemeente dit vooraf melden aan de rechthebbende en aan hem toestemming vragen haar toegang te verlenen tot de ontstoppingsvoorziening.

Artikel 11 Constatering van verstoppingen, lekkage of storingen

Indien de gebruiker een verstopping, lekkage of storing constateert in de riolering, meldt hij dit aan de rechthebbende die onderzoekt of de oorzaak hiervan is gelegen in aansluitleiding.

Indien uit het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat de oorzaak van de verstopping, lekkage of storing niet is gelegen in de aansluitleiding, meldt de rechthebbende dit per ommegaande aan de gemeente.

Na de melding bedoeld in het tweede lid stelt de gemeente vast of het in lid 1 bedoelde onderzoek op deugdelijke wijze is uitgevoerd. Indien dit het geval is zal de gemeente onderzoeken of de oorzaak van de verstopping, lekkage of storing is gelegen in het openbaar riool.

Indien de gemeente na haar onderzoek aan het openbaar riool, bedoeld in het derde lid, vaststelt dat de oorzaak van de verstopping, lekkage of storing is gelegen in het openbaar riool zal de gemeente werkzaamheden verrichten teneinde de verstopping, lekkage of storing te doen eindigen. In alle andere gevallen ligt de verantwoordelijkheid voor doen eindigen van de verstopping, lekkage of storing bij de rechthebbende.

Artikel 12 (Sloop-) werkzaamheden, verwijdering aansluiting

Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, treft de rechthebbende zodanige voorzieningen aan aansluitleiding dat geen zand/grond instroomt in het openbaar riool.

Indien het gebruik van een aansluitleiding op het openbaar riool definitief wordt beëindigd, stelt de rechthebbende de gemeente hiervan schriftelijk in kennis. De rechthebbende treft duurzame, tijdsbestendige voorzieningen aan de terreinleiding ter voorkoming van instroom van zand in het openbaar riool en perceelaansluitleiding.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot wijziging of aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool, die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen van particuliere riolen op het openbaar riool, die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften reeds zijn aangelegd, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing op overeenkomsten die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: aansluitverordening op de riolering.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart 2014

De griffier,

De voorzitter,