Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR642777
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR642777/1
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops (Beleidsregel houdende bepalingen inzake de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops in de gemeente Roermond 2020)
Geldend van 29-07-2020 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops (Beleidsregel houdende bepalingen inzake de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops in de gemeente Roermond 2020)Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond,
gelet op de artikelen 2.1, 2.4 en 2.12 eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat de burgemeester op 10 juli 2020 de ‘Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020’ heeft vastgesteld, en dat deze beleidsregel onder andere vestigingscriteria voor de vestiging van nieuwe coffeeshops bevat;
overwegende dat een potentiële locatie voor een nieuwe coffeeshop, die voldoet aan deze vestigingscriteria, mogelijk niet over een passende horecabestemming beschikt, en dat in die gevallen een planologisch afwijkingsbesluit (omgevingsvergunning voor de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening) voor de burgemeester een vereiste is om de op grond van de Algemene plaatselijke verordening benodigde exploitatievergunning te kunnen verlenen;
overwegende dat het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is om op een aanvraag omgevingsvergunning te beslissen, en dat het wenselijk is dat het college van burgemeester en wethouders bij de uitoefening van deze bevoegdheid in relatie tot coffeeshops vergelijkbare vestigingscriteria hanteert als de burgemeester;
stelt de volgende beleidsregel vast:
Beleidsregel houdende bepalingen inzake de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops in de gemeente Roermond 2020
Artikel 1: Definities
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- 1.
aanvraag: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen;
- 2.
aanvrager: de indiener van een aanvraag omgevingsvergunning;
- 3.
coffeeshop: alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt;
- 4.
college: het college van burgemeester en wethouders;
- 5.
hoofdfietsroute: een fietsroute die op schooldagen door grote aantallen scholieren wordt gebruikt om van en naar school te gaan;
- 6.
kernwinkelgebied: het winkelgebied in de binnenstad dat conform het gemeentelijk beleid is aangewezen als kernwinkelgebied;
- 7.
initiatiefnemer: de indiener van een principeverzoek;
- 8.
omgevingsvergunning: een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (voor de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’);
- 9.
principeverzoek: een verzoek, niet zijnde een aanvraag, waarbij het college wordt verzocht een standpunt in te nemen over de mogelijkheid en bereidheid om voor een initiatief dat in strijd is met het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen;
- 10.
principebesluit: een reactie van het college op een principeverzoek, niet zijnde een besluit in de zin van artikel 1.3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin het standpunt wordt weergegeven over de mogelijkheid en bereidheid een omgevingsvergunning te verlenen voor een initiatief dat in strijd is met het bestemmingsplan;
- 11.
wijk: deel van de gemeente volgens de definitie die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert. De grenzen van een wijk kunnen worden geraadpleegd op https://cbsinuwbuurt.nl/.
Artikel 2: Ruimtelijke vestigingscriteria
Bij de afweging omtrent principeverzoeken en aanvragen omgevingsvergunningen voor nieuwe coffeeshops, op locaties die geen passende horecabestemming kennen, worden de volgende vestigingscriteria gehanteerd:
2.1 Situering:
- 2.1.1
De coffeeshop mag niet gelegen zijn in een omgeving die kan worden aangemerkt als woonwijk. Om te bepalen of er sprake is van een woonwijk is in eerste instantie het geldende bestemmingsplan bepalend. Ook indien de locatie zelf niet in een woonwijk ligt en een andere bestemming heeft dan “wonen” maar binnen een afstand van 75 meter hemelsbreed van een woning ligt, kan de aanvraag worden geweigerd.
- 2.1.2
De coffeeshop mag niet binnen een afstand van 250 meter hemelsbreed van kwetsbare groepen of voorzieningen worden gesitueerd. Het gaat hierbij in ieder geval om scholen (zowel basis- als voortgezet onderwijs), kinderdagverblijven, jongerencentra, instellingen zoals voor opvang van drugsverslaafden of zorginstellingen.
- 2.1.3
De coffeeshop mag niet zichtbaar zijn gelegen aan of op hoofdfietsroutes van en naar school.
- 2.1.4
De coffeeshop mag niet gelegen zijn in het kernwinkelgebied dan wel in een belangrijke aanloopstraat met winkels naar dat winkelgebied met een voetgangerspromenade. In de overige winkelclusters wordt getoetst in welke mate risico bestaat op overlast voor de omgeving.
- 2.1.5
De coffeeshop mag niet gelegen zijn binnen een afstand van 150 meter hemelsbreed van gebouwen met belangrijke historische of culturele waarden.
- 2.1.6
Coffeeshops mogen niet in onmiddellijke nabijheid van elkaar, met een onderlinge afstand van hemelsbreed minder dan 350 meter, worden gevestigd. Per wijk is slechts één coffeeshop toegelaten.
2.2 Verkeer
De vestiging van een coffeeshop mag niet leiden tot onevenredig (negatieve) gevolgen voor de bestaande verkeersstructuur, en de hiermee samenhangende verkeersveiligheid. Dit betekent onder andere dat de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen voldoende moet zijn om de verwachte extra verkeersstromen te kunnen verwerken. Tevens moet de locatie kunnen voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de Nota Parkeernormen 2014, of een daarvoor in de plaats tredend document.
2.3 Woon-, werk- en leefklimaat
De verwachte invloed van de coffeeshop op het woon-, werk-, en leefklimaat in de omgeving wordt beoordeeld. Relevante aspecten daarbij zijn onder andere, naast verkeerskundige aspecten, geluidsoverlast, vervuiling of aantasting van de sociale veiligheid. In aanvulling op bovenstaande criteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie acceptabel is vanuit het oogpunt van veiligheid en/of leefbaarheid. Dat kan betekenen dat -ondanks dat een locatie primair voldoet aan de gestelde vestigingscriteria- een locatie alsnog niet geschikt wordt geacht om een coffeeshop te vestigen.
2.4 Locatiebeleid horecabedrijven
Bij de beoordeling van potentiële locaties kan worden afgeweken van het standaard ruimtelijk locatiebeleid voor horecabedrijven, zoals thans vastgelegd in de Nota integraal horecabeleid Gemeente Roermond, of een daarvoor in de plaats tredend document.
2.5 Goede ruimtelijke ordening
In de beoogde situatie moet er, conform artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in relatie tot de nieuwe coffeeshop sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening.
Artikel 3: Participatie
De initiatiefnemer / aanvrager geeft bij het principeverzoek en/of de aanvraag weer op welke wijze de omgeving bij de voorbereiding van het principeverzoek en/of de aanvraag is betrokken, en, als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn. Het draagvlak in de omgeving kan worden betrokken bij de afweging omtrent het principebesluit / het besluit op de aanvraag omgevings-vergunning.
Artikel 4: Hardheidsclausule
Het college kan afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel, indien toepassing daarvan leidt tot uitzonderlijk onbillijke of onredelijke gevolgen in relatie tot de af te wegen belangen.
Artikel 5: Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel houdende bepalingen inzake de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops in de gemeente Roermond 2020.
Artikel 6: Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Roermond in zijn vergadering van 14 juli 2020.
Burgemeester en wethouders van Roermond,
De secretaris, mr. drs. J. J. Th. L. Geraedts
De burgemeester, M.J.D. Donders- de Leest
Toelichting ‘Beleidsregel houdende bepalingen inzake de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops in de gemeente Roermond 2020’
Relatie beleidsregels van de burgemeester en het college
De burgemeester heeft op 10 juli 2020 de ‘Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond’ vastgesteld.
In de gemeente Roermond zijn 2 coffeeshops aanwezig, bij de vaststelling van deze beleidsregel aan de Venloseweg en aan de Zwartbroekstraat. De afgelopen jaren groeide het aantal bezoekers, en daarmee ook de overlast voor omwonenden. Beide coffeeshops zijn op de huidige locaties uit hun jasje gegroeid. Omwonenden dringen bij de gemeente al langere tijd aan op maatregelen om die overlast tegen te gaan. De oplossing voor deze problematiek wordt gezocht in verplaatsing van de huidige coffeeshops.
Omdat het aantal coffeeshops in de gemeente Roermond is gemaximeerd op 2, is een exploitatievergunning voor een coffeeshop een zogenaamd ‘schaars recht’. De verdeling van schaarse rechten moet voldoen aan de eisen die daaraan conform Europees recht en de jurisprudentie worden gesteld. Om deze reden kiest de burgemeester in zijn beleidsregel voor een systeem van loting. In het geval van meerdere geschikte gegadigden, bepaalt de notaris door middel van een loting welke aanvragen verder in behandeling worden genomen, en in aanmerking komen voor een exploitatievergunning.
Om deel te mogen nemen aan de loting moeten de gegadigden voldoen aan de indieningsvereisten die in de beleidsregel worden gesteld. Deze indieningsvereisten zijn voor een groot deel gericht op het bewaken van de kwaliteit en geschiktheid van de (mogelijk nieuwe) coffeeshopexploitant. Tevens is voor deelname aan de loting een positief principebesluit van het college benodigd, in de gevallen waarin de locatie die een gegadigde op het oog heeft niet over een passende horecabestemming beschikt.
De partijen die door de notaris worden geselecteerd, moeten vervolgens nog de noodzakelijke vergunningentrajecten doorlopen. Daar vindt de beoordeling van de aanvragen plaats. De burgemeester beoordeelt de aanvragen onder andere op grond van de vestigingscriteria die zijn opgenomen in artikel 12 van zijn beleidsregel.
In de gevallen dat een beoogde locatie niet over een passende horecabestemming beschikt, is een planologisch afwijkingsbesluit benodigd (omgevingsvergunning voor de activiteit ‘handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’). De bevoegdheid om te beslissen op een aanvraag omgevings-vergunning ligt op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bij het college. Bij de beoordeling van principeverzoeken worden (vooruitlopend op de beoordeling van uiteindelijke aanvragen omgevingsvergunningen) de kaders van de Wabo gevolgd. Hier ligt dus een relatie tussen de bevoegdheden van beide bestuursorganen (het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester).
Vanwege deze relatie, is het wenselijk dat beide bestuursorganen vergelijkbare vestigingscriteria hanteren bij de uitoefening van hun bevoegdheden. De vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops die worden gehanteerd door de burgemeester, kennen componenten die ook relevant zijn voor een mogelijke afweging op grond van de Wabo. Daarom zijn de ruimtelijke vestigingscriteria voor nieuwe coffeeshops ook door het college als beleidsregel vastgesteld.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1: Definities
Dit artikel bevat een definitiebepaling. De meeste definities spreken voor zich en behoeven geen nadere uitleg. Twee begrippen die in deze toelichting worden uitgelicht zijn de begrippen ‘hoofdfietsroute’, en ‘kernwinkelgebied’.
Voor wat betreft een hoofdfietsroute geldt dat het een route moet betreffen waar grote aantallen scholieren op schooldagen gebruik van maken om van en naar school te gaan. Het gaat dus om routes waar scholieren in diverse langzaam-verkeersstromen samenkomen, zoals bijvoorbeeld de Oranjelaan, en de Heinsbergerweg.
Ten aanzien van het kernwinkelgebied geldt dat wordt gedoeld op het kernwinkelgebied dat door het college in het kader van het Plan Compacte Stad is vastgesteld op 16 januari 2018, en dus niet op het kernwinkelgebied zoals dat nog is aangegeven in de nota Ruimtelijke Detailhandelsbeleid 2015-2020.
Artikel 2: Ruimtelijke vestigingscriteria
In dit artikel zijn de ruimtelijke vestigingscriteria benoemd. Over de toepassing hiervan kan nog het volgende worden aangegeven:
Wijze van meten afstanden
Alle afstanden zijn hemelsbreed, dat wil zeggen in een rechte lijn gemeten van dichtstbijzijnde punten van desbetreffende (eventueel op te richten) gebouwen.
Met betrekking tot locaties die niet in een woonwijk liggen en een andere bestemming hebben dan ‘wonen’ maar binnen 75 meter hemelsbreed van een woning liggen, wordt bepaald dat de aanvraag kan worden geweigerd. De reden dat in dit kader wordt gekozen voor een kan-bepaling is dat het gaat om maatwerk. Het is aan de initiatiefnemer / aanvrager om bij zijn principeverzoek / aanvraag te onderbouwen op welke wijze ervoor wordt gezorgd dat omwonenden zo min mogelijk overlast van de coffeeshop ervaren. Deze onderbouwing moet overtuigen opdat ook in dit geval kan worden overgegaan tot vergunningverlening.
Niet dichtbij kwetsbare groepen
Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat onder meer kwetsbare groepen in de Roermondse samenleving worden geconfronteerd met coffeeshops. Dit gaat om jongeren, maar bijvoorbeeld ook om mensen die met een drugsverslaving kampen. In dit kader zijn strikte afstandscriteria opgenomen.
Verkeer
De verkeerskundige aspecten waarop een mogelijke coffeeshoplocatie wordt beoordeeld, zijn reeds beschreven in het criterium zelf. Het verstrekken van een verkeersonderzoek is conform de beleidsregel van de burgemeester één van de indieningsvereisten voor de aanvraag exploitatievergunning. Dit onderzoek is ook voor de beoordeling van een principeverzoek / aanvraag omgevingsvergunning relevant.
Woon-, werk-, en leefklimaat
Ook de aspecten waarop het woon-, werk- en leefklimaat wordt beoordeeld, zijn eveneens grotendeels beschreven in het criterium zelf. Ook hier geldt dat het verstrekken van een plan, waarin de initiatiefnemer / aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen, één van de indieningsvereisten is voor de aanvraag van de exploitatievergunning. Hierbij dient de initiatiefnemer / aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid. Dit plan is ook voor de beoordeling van een principeverzoek / aanvraag omgevingsvergunning relevant.
Artikel 3: Participatie
Zoals hiervoor is aangegeven, is een van de indieningsvereisten van de aanvraag exploitatievergunning het verstrekken van een plan, waarin de initiatiefnemer / aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. In dit plan moet de initiatiefnemer / aanvrager tevens aangeven, of en zoja op welke wijze de omgeving bij de planvorming is betrokken. De gedachte hierachter is dat de initiatiefnemer / aanvrager in een vroegtijdig stadium wordt gedwongen na te denken op welke manieren overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen, ook in relatie tot mogelijke zorgen uit deze omgeving. Dit is ook voor de beoordeling van een principeverzoek / aanvraag omgevingsvergunning relevant. Het draagvlak in de omgeving kan worden meegewogen bij de beslissing omtrent het verzoek / de aanvraag. Vanzelfsprekend weegt een gebrek aan draagvlak zwaarder in gevallen waarin de initiatiefnemer / aanvrager de omgeving niet actief bij de plannen heeft betrokken.
Artikel 4: Hardheidsclausule
Dit artikel bevat een hardheidsclausule, op grond waarvan bet bepaalde in deze beleidsregel buiten toepassing kan worden gelaten, als de toepassing ervan zou leiden tot uitzonderlijk onbillijke of onredelijke gevolgen.
Artikel 5: Citeertitel
Dit artikel bevat een citeertitel.
Artikel 6: Inwerkingtreding
Dit artikel bepaalt wanneer de beleidsregel in werking treedt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl