Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de woonvisie

Geldend van 22-07-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de woonvisie

Samen sterk, met eigenheid en diversiteit

Woonvisie Gemeente Vijfheerenlanden

Esther Geuting

Vastgesteld door de raad op 16 juli 2020

Voorwoord

Voor u ligt de Woonvisie Vijfheerenlanden 2020 – 2025 met als ondertitel ‘Samen sterk, met eigenheid en diversiteit’. Deze ondertitel verwoordt wat we hebben en waar we samen aan werken. Als gemeente Vijfheerenlanden zetten we ons in op een duurzaam en solidair leefklimaat. Het is belangrijk om woningen te verduurzamen, waar mogelijk levensloopbestendig te maken en doorstroming te bevorderen. Vijfheerenlanden is een prettige gemeente om in te wonen en dat willen we graag zo houden en waar mogelijk versterken.

De kracht van Vijfheerenlanden komt bij uitstek tot uiting in de diversiteit aan dorpen en wijken die onze gemeente rijk is. Die diversiteit zit bij uitstek in onze oorsprong, waarin we tot net voor 1800 uit 16 gemeenten bestonden, en in 2019 samen één gemeente zijn geworden. Elke stad en elk dorp en wijk heeft z’n unieke kenmerken en opgaven. Dit maakt onze gemeente tot een afwisselend geheel, waar iedereen een omgeving kan vinden die bij hem past. Deze eigen identiteit wordt hoog gewaardeerd. Uit de enquêtes, die gehouden zijn onder onze inwoners, blijkt dat het behoud van deze eigen identiteit belangrijk is. Deze identiteit komt voort uit een rijke historie. Deze is goed zichtbaar door de hele gemeente.

De Woonvisie is opgesteld na consultatie van onze inwoners, bewonersinitiatieven, woningcorporaties en andere professionele zorg- en marktpartijen. Veel goede suggesties zijn op die manier tot ons gekomen en verwerkt in deze Woonvisie. Gezamenlijk zochten we naar synergie tussen de verschillende wensen en opgaven.

In deze Woonvisie kijken we vooruit. We besteden aandacht aan te verwachten uitdagingen en kansen voor de komende jaren. Aandacht is er voor kwantitatieve vraagstukken, maar ook voor de kwaliteit van nieuwbouw en de verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Daarnaast houden we rekening met de veranderende samenstelling van huishoudens en demografische ontwikkeling, zorgbehoefte, duurzaamheid en energietransitie, nieuwe wet- en regelgeving en betaalbaarheid.

Met deze Woonvisie kijken we ook buiten onze gemeentegrenzen. We trekken gezamenlijk op met andere gemeenten in de regio U16 en de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Dat mes snijdt aan twee kanten: we zorgen voor voldoende draagvlak onder voorzieningen in Vijfheerenlanden en tegelijkertijd bieden we interessante woningen in een fraaie omgeving.

Deze Woonvisie legt voor de periode 2020 tot en met 2025 de uitgangspunten voor onze wijze van omgang met onze woningvoorraad vast, uiteindelijk dient dit te worden vertaald naar concrete handelingen.

College van B&W Vijfheerenlanden

Samenvatting

1.1 ‘Samen sterk, met eigenheid en diversiteit’ in Vijfheerenlanden

De Woonvisie Vijfheerenlanden 2020 – 2025 heeft als ondertitel ‘Samen sterk, met eigenheid en diversiteit’. Deze ondertitel verwoordt wat we hebben en waar we samen aan werken. Als gemeente Vijfheerenlanden zetten we ons in op een duurzaam en solidair leefklimaat. Het doel van de nieuwe Woonvisie voor Vijfheerenlanden is dat het voor iedereen goed wonen is in Vijfheerenlanden en de woonwensen en woningbehoefte van al onze inwoners zoveel mogelijk binnen onze gemeentegrenzen mogelijk te maken.

Het resultaat is een Woonvisie op hoofdlijnen met puntig geformuleerd waar Vijfheerenlanden naar toe wil de komende jaren op het gebied van wonen, passend binnen de ambities zoals die zijn neergelegd in de regionale samenwerkingsverbanden U16, en de netwerksamenwerking Alblasserwaard- Vijfheerenlanden. We kiezen er bewust voor beleid niet tot achter de komma te formuleren, omdat we per situatie ruimte willen bieden aan de creativiteit van onze inwoners en omdat we ruimte willen maken voor goede initiatieven in nieuwbouw, maar vooral ook in de bestaande voorraad.

1.2 Vijfheerenlanden blijft groeien

Het aantal huishoudens blijft de komende jaren toenemen. In de periode 2020 tot 2030 met ruim 2.500 huishoudens. Daarna groeit dit aantal verder door tot circa 27.015 huishoudens in 2040. In totaal gaat het voor de periode 2020-2040 om een extra behoefte ruim 3.860 woningen.

  • Gezinnen zijn de grootste doelgroep in Vijfheerenlanden. De omvang van deze groep neemt de komende jaren verder toe.

  • De oudere doelgroep groeit relatief hard, tot 2040 zelfs met meer dan 50%.

  • Het aantal alleenstaanden en stellen tussen de 35 en 65 jaar groeit ook, zij het minder sterk. Vanaf 2030 neemt de omvang van deze groep weer af.

  • Het aantal jonge huishoudens (tot 35 jaar) krimpt tot 2030 ongeveer 10%.

Over de hele linie is daarbij sprake van huishoudensverdunning. Met andere woorden, een verschuiving naar steeds kleinere huishoudens.

1.3 Sterke en vitale kernen

Door onze wijken en kernen sterk te houden blijven we als gemeente Vijfheerenlanden aantrekkelijk voor inwoners en nieuwkomers. Het verschil in kracht en vitaliteit van onze kernen accepteren we, zowel in de benadering voor het woningbouw- als het voorzieningenbeleid. Een belangrijk uitgangspunt in deze Woonvisie is dat er in principe in elke kern bouwmogelijkheden zijn.

Of initiatieven gefaciliteerd kunnen worden hangt af van lokale omstandigheden en bijvoorbeeld de beschikbaarheid van transformatielocaties. Zo willen we sterke lokale initiatieven die de bestaande voorraad aanvullen en passen binnen de Ladder voor duurzame verstedelijking graag faciliteren.

We zetten ons als gemeente in om de leefbaarheid op het huidige niveau te behouden of te verbeteren. Dat betekent dat we onder andere inzetten op het mengen van de functies wonen en werken, mits dat geen overlast met zich meebrengt. Ook richten we ons op het in standhouden van voorzieningen op regioniveau, om zo vitale kernen te hebben en houden. Ons uitgangspunt is dat we lokaal doen wat lokaal kan: we kijken naar de kansen en behoeften op kernniveau.

Wat betreft onze kernen onderscheiden we drie soorten:

  • In de kleine kernen staan we autonome groei toe, voor de eigen behoefte van de kern. We richten ons daarbij op kleine bouwstromen (elk jaar enkele woningen), zodat inwoners uit deze kernen hier goed mee uit de voeten kunnen.

  • In de verzorgingskernen Lexmond, Meerkerk, Ameide en Schoonrewoerd willen we bouwen naar behoefte toestaan voor alle generaties bewoners van binnen en buiten de kern. Daarmee waarborgen wij ook de vitaliteit van deze kernen door het behoud van het draagvlak voor het voorzieningenniveau.

  • Voor onze twee stedelijke kernen Leerdam en Vianen hanteren wij een gelijke doelstelling. Wij zien bij deze twee kernen echter ook mogelijkheden om bij te dragen aan de regionale opgave. Deze bijdrage betreft indicatief een percentage van circa 10% van het huidige inwoneraantal, ofwel een aantal van circa 800 woningen per kern in de periode tot 2040.

  • Over de gehele gemeente hanteren wij een percentage van tenminste 30% sociale huur- of koopwoningen.

  • Daarnaast is er een groter wordende vraag naar woonvormen die op maat aansluiten bij de persoonlijke woonwensen en –eisen. Zoals circulair bouwen, klimaat adaptief bouwen, levensloopbestendig bouwen. Uit het aantal initiatieven van bewonersgroepen blijkt ook een toenemende vraag naar andere vormen van (samen)wonen: tiny houses, samenleefconcepten voor ouderen al dan niet samen met jongeren, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.

1.4 Wonen, zorg en welzijn beschouwen we als samenhangende thema’s

Op basis van de huishoudensontwikkeling verwachten we in 2030 circa 195 extra intramurale zorgvragers in gemeente Vijfheerenlanden ten opzichte van 2020, ruim een kwart meer. De gemiddelde leeftijd van intramurale zorgvragers gaat daarbij omhoog. Extramuraal gaat het om bijna 500 extra zorgvragers tot 2030, ook hiervoor geldt dat het voor een toenemend aandeel gaat om oudere mensen. Aanvullend is er echter ook behoefte aan woningen voor diverse doelgroepen, die we in 2020 regionaal verder in beeld gaan brengen, onder andere vanuit begeleid wonen, jeugdzorg, enzovoort.

Voor de meeste ouderen geldt dat zij in een gewone woning willen blijven wonen en niet verhuizen naar een specifieke woonvoorziening. De zorgbehoefte en aanpassingsbehoefte van de woning en woonomgeving zal voor een groot deel ontstaan daar waar de ouderen nu wonen. De nieuwe generatie ouderen woont vaker in grondgebonden koopwoningen, zodat de aanpassingsbehoefte zich steeds vaker voordoet in de koopsector. Door het opwaarderen van woningen, zoals het aanbrengen van een traplift of een badkamer op de benedenverdieping, neemt de voorraad die geschikt is voor bewoning door ouderen en zorgvragers toe. Denk ook aan concepten als ‘kangoeroewoningen’, of modulaire woningen waarmee meerdere generaties tijdelijk of permanent samenleven in een eigen privéwoning waardoor een soort mantelzorgconcept wordt gerealiseerd. Ook bij de ontwikkeling van nieuwbouw houden we hier rekening mee en stellen we aanvullende eisen ten aanzien van de levensloopgeschiktheid.

1.5 Duurzaamheid is een belangrijk thema in Vijfheerenlanden

We zien dat energielasten een groeiend deel van de totale woonlasten vormt. Dit is extra relevant voor lagere inkomens in huur en koop. De woningcorporaties steken veel energie in verbetering van de woningvoorraad. Daarbinnen worden tot 2020 90% van alle huurwoningen energetisch verbeterd tot minimaal Label B (ca. 17.000 woningen) en stimuleren zij samen met ons gedragsverandering in stookgedrag via voorlichting. Bij particulieren is verbetering van de huidige woningvoorraad een uitdaging. We organiseren wijkavonden, stellen wooncoaches en energieloketten beschikbaar. Ook bij het inrichten van woonwijken houden we rekening met de wateropgave door gebruik van waterdoorlatende verharding waar dat mogelijk en passend is.

Daarnaast heeft ook onze woningbouwopgave gevolgen voor het klimaat. Wij willen een deel van de CO2-uitstoot die hier het gevolg van is compenseren door het planten van bomen voor woningen die in onze gemeente gebouwd worden.

1.6 De gemeente Vijfheerenlanden maakt ruimte, nodigt uit, faciliteert en treedt op als regievoerder

Een belangrijk speerpunt van gemeente Vijfheerenlanden is dat we onze doelen voor de woningmarkt willen bereiken in samenspraak met onze inwoners. Deze Woonvisie is een uitnodiging aan partijen om met ons aan de slag te gaan om het wonen in Vijfheerenlanden aangenaam te laten zijn, in welke kern je ook woont. Het gevoel voor eigenheid en diversiteit en betrokkenheid bij de eigen kern en de gemeente als geheel. De gemeente vindt het belangrijk om initiatieven van inwoners en anderen zo veel als mogelijk te faciliteren.

2 Aanleiding

2.1 Waarom een nieuwe Woonvisie?

2.1.1 De woningmarkt volop in beweging

We zijn een nieuwe gemeente. Zederik, Leerdam en Vianen zijn op 1 januari 2019 samengegaan, ieder met zijn eigen sterke punten, en zijn uitdagingen. De woningmarkt is flink aangetrokken en starters in Vijfheerenlanden komen moeilijk aan een woning. Ook worden jaarlijks de regels voor het huurbeleid van woningcorporaties vastgelegd en staat betaalbaarheid weer op de politieke agenda.

De bevolkingsprognose van Primos (2019) laat zien dat de bevolkingsgroei in Vijfheerenlanden verder doorzet. We hebben daarnaast te maken met ontgroening en vergrijzing, met als gevolg een wijzigende woningbehoefte. Ook is er veel nieuwe wetgeving gekomen. Denk aan de herziene Woningwet, de nieuwe Huisvestingswet en de decentralisering waardoor de gemeente medeverantwoordelijk is voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen en de Klimaatwet. Daarom is het nu de juiste tijd om onze Woonvisie te actualiseren.

2.1.2 Ambitie voor de woningmarkt voor de komende jaren vormgeven

De Woonvisie is ook het document waarmee we de ambitie zoals we die als Vijfheerenlanden hebben voor de woningmarkt kunnen vormgeven. Wonen in Vijfheerenlanden is aantrekkelijk, en de Vijfheerenlanders wonen er over het algemeen met veel plezier. In deze collegeperiode tot aan 2022 willen we heel concreet deze kwaliteiten benutten. De Vijfheerenlandense woningmarkt en het leefklimaat op niveau houden zoals deze nu is. Daarbovenop zoveel mogelijk Vijfheerenlanders zo te laten wonen als ze dat het liefst willen, passend bij hun huisvestingswensen en –eisen, inkomen en levensfase. Dit betekent iets voor de woning, en de omgeving van de woningen.

Er wordt actief gezocht naar geschikte locaties voor nieuwbouw, zoveel mogelijk in het bestaande bebouwde ruimtebeslag, uitbreiding van de steden Leerdam en Vianen, en ingezet op versterking van de verschillende kernen ter bevordering van de toekomstige vitaliteit van de kernen. In het coalitieprogramma is afgesproken om alle leeftijds- en aandachtsgroepen te bedienen in betaalbare, passende dan wel levensloopbestendige huur- en koopwoningen daar waar de behoefte zich voordoet.

2.1.3 Ontwerp-Strategische visie: we voorzien in de lokale behoefte als de regionale behoefte

We bieden in Vijfheerenlanden voor alle huidige en toekomstige inwoners wat wils aan. In Leerdam en Vianen kun je wonen in de directe nabijheid van winkels, cultuur, onderwijs en recreatie en voorzien we in een bruisende woonomgeving. In de kleine kernen van onze gemeente vinden inwoners ruimte en rust om in te wonen. Door de verspreide ligging van de kernen, in het platteland, kunnen de bewoners van het gebied op korte afstand gebruik maken van de voorzieningen, zoals onderwijs, sport en medische zorg, in de (nabij gelegen) dorpen of steden.

Aanvullend op onze eigen woningbouwopgave kan een klein deel van de regionale woningvraag in gemeente Vijfheerenlanden worden gerealiseerd. In de U16 gaat het om circa 105.000 woningen. Voor de helft van dit aantal moeten er aanvullend nog locaties worden gevonden. Bij het vinden van locaties voor nieuwe woningen gaan we uit van de geschiktheid van de locatie en zuinig ruimtegebruik. Omvorming van leegstaand vastgoed gaat voor inbreiding. Inbreiding gaat voor uitbreiding. Bij inbreiding dient wel rekening te worden gehouden met voldoende resterende ruimte voor groen en verdere vergroening binnen de kernen. Dat betekent dat we ook zorgvuldig met de bestaande groene ruimte binnen bestaand ruimtebeslag willen omgaan. Deze vergroening is ook nodig voor de klimaatadaptatie.

2.1.4 Basis voor prestatieafspraken

Ook dient deze Woonvisie als kader en input voor prestatieafspraken met de in onze gemeente actieve woningcorporaties.

2.1.5 Woonvisie nieuwe stijl gaat vooral in op bestaande voorraad en de samenwerking met onze partners

Anno 2020 gaan Woonvisies meer over de bestaande voorraad en de kwaliteit van het wonen in brede zin. De nadruk ligt minder dan in de vorige Woonvisies van de drie gemeenten op kwantitatieve gegevens en nieuwbouwprogramma’s. Ook het proces is anders: we hebben bij de totstandkoming van de Woonvisie gesproken met inwoners, corporaties, huurdersorganisaties, bewonersinitiatieven, ontwikkelaars en makelaars uit Vijfheerenlanden. Daarnaast zijn raadsleden gevraagd om hun input te leveren om zo tot een breed gedragen Woonvisie te komen, waarbij we profiteren van alle creativiteit en ideeënrijkdom die in Vijfheerenlanden aanwezig is. Het informeren, consulteren en stimuleren van inwoners was hierbij belangrijk en waardevol!

De nieuwe Woonvisie wil een krachtige visie zijn die perspectief biedt voor lokale woonpartners zoals in Vijfheerenlanden actieve woningcorporaties, zorginstellingen, huurdersbelangenorganisaties en belangenbehartigersorganisaties zoals dorpsraden en ook: initiatieven van inwoners. De gemeente maakt samen met haar woonpartners, op basis van die visie, haar bijdrage aan de lokale beleidsambities inzichtelijk. Hiermee is de Woonvisie een meerjarige raamovereenkomst en vormt onder andere deze visie de basis voor concreet meetbare prestatieafspraken voor de komende jaren. In de bijlage vindt u de gesprekspartners voor de totstandkoming van deze Woonvisie. Daarnaast staan daar analyses opgenomen die ten grondslag hebben gelegen aan deze Woonvisie, onder andere een woonenquête die is gehouden in april en mei 2019, en waaraan ruim 2.600 huishoudens van Vijfheerenlanden aan hebben meegedaan.

2.1.6 De Woonvisie is een flexibel document dat ruimte biedt aan initiatieven

Het resultaat is een Woonvisie op hoofdlijnen met puntig geformuleerd waar Vijfheerenlanden naar toe wil de komende jaren jaar op het gebied van wonen, passend binnen de ambities zoals die zijn neergelegd in de regionale samenwerkingsverbanden U16, en de netwerksamenwerking Alblasserwaard- Vijfheerenlanden.

We kiezen er bewust voor beleid niet tot achter de komma te formuleren, omdat we per situatie ruimte willen bieden aan de creativiteit van onze inwoners en omdat we ruimte willen maken voor goede initiatieven in nieuwbouw, maar vooral ook in de bestaande voorraad.

Daarbij willen we er ook voor zorgen dat inwoners van Vijfheerenlanden, de corporaties, zorgpartners, marktpartijen en andere initiatiefnemers weten waar ze aan toe zijn, en hoe initiatieven het woon- en leefklimaat in onze gemeente kunnen versterken, en van toegevoegde waarde zijn. Wij maken ruimte, nodigen uit en faciliteren initiatiefnemers waar mogelijk.

2.2 Doelstelling

DE DOELSTELLING VAN DE WOONVISIE ‘SAMEN STERK, MET EIGENHEID EN DIVERSITEIT’ KAN ALS VOLGT GEFORMULEERD WORDEN:

Het doel van de nieuwe Woonvisie voor Vijfheerenlanden is dat het voor iedereen goed wonen is in Vijfheerenlanden en de woonwensen en woningbehoefte van al onze inwoners zoveel mogelijk binnen onze gemeentegrenzen mogelijk te maken. Zo is Vijfheerenlanden samen sterk, met eigenheid en diversiteit in de verschillende kernen!

2.2.1 Voldoende draagvlak van groot belang

De nieuwe Woonvisie is dynamisch en flexibel, en richtinggevend voor Vijfheerenlanden voor de komende vier jaar. Wij denken dat de nieuwe Woonvisie een uitnodiging is geworden voor al onze woonpartners en andere initiatiefnemers om met nieuwbouw, en met goed gebruik van de bestaande woningvoorraad concrete projecten te realiseren die aansluiten bij de huidige en toekomstige vraag. Daarnaast vervullen we als gemeente Vijfheerenlanden een kleine rol in de regionale behoefte aan nieuwbouw vanuit de U16 waar we deel van uitmaken.

2.2.2 Betrokkenheid van belanghebbenden en raadsleden

In aanloop naar de nieuwe Woonvisie hebben we vier bijeenkomsten georganiseerd, één met woningcorporaties en zorgpartijen en huurdersbelangenorganisaties, één met marktpartijen zoals projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en beleggers, één met bewonersinitiatieven en één met geïnteresseerde inwoners. Tijdens deze eerste serie bijeenkomsten zijn we in gesprek gegaan. We hebben allen in het proces betrokken, zodat we in onderlinge samenwerking een gedragen Woonvisie kunnen presenteren. Aanvullend is twee keer gesproken met vertegenwoordigers van de drie woningcorporaties: Lekstede Wonen, Fien Wonen, en Kleurrijk Wonen.

Tijdens alle bijeenkomsten zijn belangrijke uitgangspunten voor de nieuwe Woonvisie besproken: de ontwikkeling van de bevolkingsgroei, de veranderende samenstelling van de bevolking (we ontgroenen en vergrijzen als Vijfheerenlanden), het belang van vitale kernen en het behoud van de eigenheid en diversiteit van deze kernen, en een goede en duurzame kwaliteit van de bestaande voorraad. We vinden het belangrijk dat we in de toekomstige woningbouwprogrammering voorkomen dat we in de toekomst niet goed kunnen voorzien in de vraag aan woningen in alle prijssegmenten. Daarnaast speelt het levensloopbestendig maken en de verduurzaming van de bestaande en nieuwe woningen in Vijfheerenlanden een belangrijke rol. Deze uitgangspunten hebben we centraal gesteld in deze Woonvisie.

Daarnaast was er op 17 september een raadscommissie waarin de raad richtinggevende uitspraken heeft meegegeven voor de uitwerking van de Woonvisie.

RICHTINGGEVENDE UITSPRAKEN VOOR DE UITWERKING VAN DE WOONVISIE

  • Behoud en versterking van de vitaliteit heeft de prioriteit van de kleine kernen.

  • Bouwen voor de doorstroming binnen Vijfheerenlanden: voor ouderen en voor jongeren.

  • Aandacht voor lage inkomens en middeninkomens uit Vijfheerenlanden die in de knel komen.

  • Bouwen primair voor de eigen inwoners, ruimte voor kleine dorpsgerichte plannen, die aansluiten bij initiatieven van dorpsbewoners.

  • Ruimte bieden aan complementaire woningtypen: voorzien in de behoefte aan kleine woningen (tiny houses), mantelzorgwoningen, knarrenhofjes, en vrije kavels.

  • Focus op de verduurzaming van de bestaande voorraad, bij nieuwbouw zorgen voor energieneutraliteit.

  • Rekening houden met rode contour, en nieuwe regels zoals Omgevingswet, PAS en de POVI.

  • Aansluiting zoeken bij de strategische visie 2035.

Op basis van deze uitgangspunten hebben we een ontwerp Woonvisie opgesteld met een onderliggend woonbehoefte-onderzoek, die we presenteerden in een tweede reeks bijeenkomsten in november waarin we de hoofdlijn van deze ontwerp woonvisie gezamenlijk bespraken. Op 16 januari presenteerden we de uitgangspunten van het woonwensenonderzoek, het woonbehoefteonderzoek en de uitgangspunten voor de woonvisie in een VHL-plein.

Na opiniërende behandeling in de raadscommissie Ruimte wordt de ontwerp Woonvisie voorjaar 2020 in het kader van de zienswijzeprocedure voorgelegd aan de inwoners van Vijfheerenlanden en belanghebbenden. Daarna is de woonvisie ter vaststelling aan de raad aangeboden met reactie op eventueel ingediende zienswijzen.

2.3 Leeswijzer

In deze Woonvisie komen achtereenvolgens de volgende thema’s aan de orde.

In hoofdstuk 3 gaan we kort in op relevante wet- en regelgeving die voor het wonen van belang zijn. Hoofdstuk 4 gaat in op het karakter van het wonen in Vijfheerenlanden, en in hoofdstuk 5 leest u meer over de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen voor alle inkomensgroepen in Vijfheerenlanden.

In hoofdstuk 6 volgt een verdieping op de manier waarop we de verschillende kernen in Vijfheerenlanden vitaal en toekomstbestendig houden. Hoofdstuk 7 gaat over de toevoeging van nieuwbouwwoningen. In hoofdstuk 8 staat de opgave vanuit wonen, zorg en langer zelfstandig wonen centraal en in hoofdstuk 9 komt de aandacht voor aanpasbaarheid en duurzaamheid van woningen in Vijfheerenlanden aan de orde. Hoofdstuk 10 ten slotte staat stil bij de manier waarop de gemeente initiatieven van bewoners wil faciliteren.

In de bijlage bij deze Woonvisie staat een lijst met begrippen en definities die relevant zijn voor de woonvisie.

Separaat bij de Woonvisie is een woonbehoefte onderzoek opgesteld, met daarin de analyses die aan de woonvisie ten grondslag gelegen hebben. Een belangrijk onderdeel hierbij vormde het woonwensenonderzoek onder de inwoners van Vijfheerenlanden, dat in mei en juni van 2019 plaatsvond.

3 Relevante wet- en regelgeving

3.1 We gebruiken de sturingsmogelijkheden die de herziene Woningwet ons biedt

Sinds 1 juli 2015 is de herziene Woningwet (en het daaronder liggende Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015) van kracht. Als gevolg hiervan verandert de rol van de gemeente. De gemeente krijgt in beginsel meer invloed op de werkzaamheden van in Vijfheerenlanden actieve woningcorporaties, Fien Wonen, Kleurrijk Wonen en Lekstede Wonen.

Er zijn nieuwe regels voor de positie en activiteiten van woningcorporaties. De Woningwet onderstreept het belang van het maken van een actuele Woonvisie waarin het volkshuisvestelijk beleid is opgenomen. Het vormt ook de basis voor prestatieafspraken met de woningcorporaties. Denk hierbij aan afspraken over investeringen in sociale huur en middenhuur, nieuwbouw, bestaande voorraad, duurzaamheid, levensloopbestendigheid, betaalbaarheid, kwaliteit, kernvoorraad, uitponden, woonurgenten et cetera.

Deze Woonvisie moet gedragen worden door relevante belanghebbenden. Vandaar dat deze zijn meegenomen in het proces in aanloop naar de Woonvisie.

3.2 Woningwet heeft grote invloed op woningcorporaties

Als gevolg van de Woningwet moeten woningcorporaties hun vrijkomende sociale huurwoningen passend toewijzen. Dat wil zeggen dat 95% van de gezinnen met recht op huurtoeslag een woning krijgt toegewezen met een huur onder de aftoppingsgrens. Door deze maatregel kunnen veel doelgroepen niet meer in een sociale huurwoning terecht. Dit zijn de middeninkomens. Omdat ook de financiering van een koopwoning ingewikkelder is geworden en de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020 versneld wordt afgebouwd, vallen deze huishoudens vaak tussen wal en schip.

De voorraad huurwoningen in het middensegment (vrijesectorhuurwoningen met een maandhuur vanaf € 720 tot circa € 950) is in gemeente Vijfheerenlanden zeer beperkt.

3.3 De Ladder voor duurzame verstedelijking

De Ladder voor duurzame verstedelijking is per 1 oktober 2012 opgenomen als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en in 2017 aangepast. Overheden moeten op grond van het Bro elke nieuwe stedelijke ontwikkeling motiveren aan de hand van de Ladder. Het instrument is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparantie bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Hierdoor wordt de ruimte in onze kernen optimaal benut en zorgen we ervoor dat het toekomstige woningaanbod aansluit op de vraag vanuit onze huishoudens.

Het is noodzakelijk om alle nieuwbouwplannen die nog niet in een geldend bestemmingsplan zitten ruimtelijk te onderbouwen en de kwantitatieve en kwalitatieve vraag voor deze woningen aan te tonen vanuit de regionale woningmarkt. Het is belangrijk om het toewijzen van woningbouwprogramma’s op specifieke locaties transparant en in lijn van de Ladder af te wegen. De Woonvisie is hiervoor een goed instrument.

3.4 De Provinciale Ruimtelijke Verordening

We hebben de Woonvisie afgestemd op de Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening van de provincie Utrecht. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (herijking 2016) (PRS) is opgesteld om te zorgen voor een blijvend aantrekkelijke provincie. Via haar ruimtelijke beleid draagt de provincie bij aan een kwalitatief hoogwaardige fysieke leefomgeving waarin het plezierig wonen, werken en recreëren is.

De PRV bevat algemene regels die gemeenten in acht moeten nemen bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen. In de PRV zijn regels opgenomen die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de provinciale belangen. De provincie Utrecht vereist regionale afstemming bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen, en vraagt deze binnen de provinciaal vastgesteld rode contouren vast te stellen, aanvullend onderstreept de provincie het belang van betaalbaarheid van woningen voor alle doelgroepen. Deze lijnen zitten ook in de nieuwe Provinciale Omgevingsvisie (POVI) die sinds eind 2019 in voorbereiding is. De POVI lijkt meer ruimte te gaan bieden aan toevoegen van woningen ten behoeve van de vitaliteit van kleine kernen, mits de nut en noodzaak kan worden aangetoond. Als gemeente Vijfheerenlanden, doen we mee met deze ontwikkeling.

3.5 Regionale samenwerking binnen de U16 en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

De gemeente Vijfheerenlanden maakt onderdeel uit van de U16. Een gezonde woon- en leefomgeving is één van de acht kernthema’s in de regionale samenwerking. Uitgangspunt is om voor (toekomstige) inwoners van de U16-gemeenten voldoende, betaalbare en passende woningen beschikbaar te hebben. Als regio (en provincie Utrecht) kiest U16 ervoor de woonbehoefte zoveel mogelijk binnenstedelijk op te vangen, om zo de waardevolle landschappen rond Utrecht, en in onze gemeente vrij van bebouwing te houden en met nieuwe ruimtelijke ontwikkeling zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande infrastructuur en voorzieningen.

Thema’s die in op de regionale bestuurstafel ‘Gezonde woon- en leefomgeving’ in U16-verband aan de orde komen zijn onder andere:

  • Woningbouwstrategie

  • Blauwe en groene verbindingen

  • Verbinding stad-land

  • Woonruimteverdeling

  • Duurzame en betaalbare woningvoorraad

  • Huisvesting nieuwkomers

  • Beschermd wonen

  • Middenhuur

  • Regionaal woonbeleid sociale huur

  • Huisvesting arbeidsmigranten

  • Wonen en zorg.

De burgemeesters van Giessenlanden, Gorinchem, Leerdam, Molenwaard, Zederik en Vianen hebben eind 2018, net voorafgaand aan het moment dat de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik per 1 januari 2019 zijn samengegaan in de gemeente Vijfheerenlanden en Molenwaard en Giessenlanden fuseerden in de nieuwe gemeente Molenlanden, de intentieverklaring getekend 'Grenzeloos Samenwerken' voor de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. De samenwerking zal als netwerksamenwerking doorgaan, ondanks de keuze van gemeente Vijfheerenlanden om bij provincie Utrecht te horen. De gezamenlijke opgaven zijn vastgelegd in de Regionaal Maatschappelijke Agenda (RMA) rond drie strategische thema’s: leefbaar & aantrekkelijk, economisch krachtig en klimaat robuust.

3.6 De Woonvisie sluit aan bij de ontwerp-strategische visie Vijfherenlanden ‘Focus op 2035’

In de ontwerp-strategische visie kiezen we als gemeente voor een gemeente die gezond en duurzaam is voor iedereen, aan de hand van vijf heldere en met elkaar samenhangende thema’s, die goed aansluiten op de regionale aanpak. Waar nodig kan na vaststelling van de strategische visie bovenstaande tekst nog worden aangepast. Deze vijf thema’s zijn ook leidend geweest voor deze Woonvisie.

  • Onze doelen willen we bereiken in samenspraak met onze inwoners. Daarbij willen we een goede balans bereiken tussen overheidstaken en zelfregulering. Wij willen samen met onze inwoners vormen van participatie ontwikkelen die passen bij de aard en cultuur van onze lokale gemeenschappen.

  • Welzijn voor welvaart. We zetten in op transitie van financieel gedreven economie naar een duurzame en solidaire economie.

  • Duurzaamheid en kwaliteit van leven zijn leidend in het vormgeven van sociaal en economisch beleid. Het creëren van aantrekkelijke en permanente ontmoetingsplaatsen voor jong en oud, circulaire productie en duurzaam landgebruik zijn daarin de speerpunten.

  • We gaan uit van de kracht en mogelijkheden van de locatie. We houden daarbij rekening met de bodemgesteldheid.

  • We werken grenzeloos samen. Vijfheerenlanden is onderdeel van het stedelijknetwerk rond de stad Utrecht en van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (hierna: AV). Wij willen de kansen van deze netwerken ten volle benutten. Samenwerking is de weg waarlangs belangrijke resultaten geboekt kunnen worden.

3.7 We maken gebruik van een huisvestingsverordening

Per 1 juli 2019 is de nieuwe huisvestingsverordening gemeente Vijfheerenlanden van kracht. De nieuwe huisvestingsverordening bestaat uit twee delen: een gedeelte voor het grondgebied van de voormalige gemeente Vianen en een gedeelte van de voormalige gemeenten Leerdam en Zederik. Het zoeken naar en reageren op huurwoningen verandert voor woningzoekenden niet.

Graag gebruiken we de huisvestingsverordening om met de woningcorporaties afspraken te kunnen maken over toevoeging van woningen voor doelgroepen waar een tekort aan is. De huisvestingsverordening kan worden gebruikt als door een groeiend beroep op woningen voor woonurgenten aantoonbare schaarste ontstaat die niet kan worden opgevangen binnen de prestatieafspraken.

3.8 We sluiten aan bij relevant duurzaamheidsbeleid

Op het vlak van duurzaamheid is de volgende wetgeving en regelgeving relevant:

  • Het Klimaatakkoord als onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Het doel: de CO2-uitstoot in 2030 met 49% verminderen.

  • In de Transitievisie Warmte staan voorstellen voor duurzaam aardgasvrij verwarmen en koken.

  • Het interbestuurlijk programma (IBP) over energie biedt handvatten voor regio’s voor het opstellen van een regionale energiestrategie.

Daarnaast hanteert de gemeente Vijfheerenlanden in de nieuwbouw zoveel mogelijk uitgangspunten uit de circulaire economie, en voldoen we ten minste aan de wettelijke eisen. Per plan kan een afweging worden gemaakt.

  • Circulaire economie (een economisch systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen en hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt.

3.9 We gebruiken de filosofie van de Omgevingswet om ruimte aan initiatieven te geven

Naar verwachting komt er op 1 januari 2021 een integrale Omgevingswet voor de fysieke leefomgeving. Deze wet bundelt regels voor projecten in de leefomgeving en maakt ze eenvoudiger. Ook ontstaat er meer samenhang tussen plannen en activiteiten. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen kunnen zo beter beslissingen nemen over hoe de leefomgeving nog beter kan worden benut en beschermd. De doelstellingen om zaken te vereenvoudigen, meer ruimte te geven aan initiatieven en maatwerk mogelijk maken sluiten goed aan bij de ontwerp-strategische visie van de gemeente Vijfheerenlanden en deze Woonvisie.

De Omgevingswet en harmonisatieopgave bieden een unieke kans om bij de start van de nieuwe gemeente het ruimtelijk beleid anders vorm te geven. Net als in het ontwikkelproces van deze nieuwe Woonvisie doen we een nadrukkelijke handreiking naar onze partners: help mee bouwen aan onze nieuwe gemeente! We gaan hierin van korte termijn sectoraal denken naar lange termijn integraal denken en doen. Dit geeft ruimte voor het stimuleren van initiatieven uit de samenleving.

4 Goed wonen in Vijfheerenlanden

Omdat nieuwbouw maar een beperkte voorraadverandering teweegbrengt is de kwaliteit van de bestaande voorraad steeds bepalender voor de totale woonkwaliteit van Vijfheerenlanden. Een aantrekkelijke bestaande woningvoorraad en woonomgeving is een voorwaarde voor doorstroming op de woningmarkt van Vijfheerenlanden en daarmee ook voor succesvol ontwikkelen van nieuwbouw, met name gericht op de woonbehoefte in de kernen.

Woningcorporaties hebben een belangrijke taak met betrekking tot de sociale huurwoningvoorraad en richten zich steeds meer op hun kerntaken. Vergroten van de kwaliteit van de particuliere woningvoorraad is in principe een particuliere aangelegenheid, al speelt hier heel duidelijk een algemeen belang. Bij kwetsbare groepen, zoals lage inkomens en mensen met een zorgvraag, nemen we als gemeente onze verantwoordelijkheid. Bovendien hebben we ambities om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen.

4.1 Versterking van de huidige kwaliteit woningvoorraad en vraag gestuurd bouwen

Het grootste deel van het wonen in de toekomst vindt plaats binnen de bestaande woningvoorraad. Daarom krijgt dit een prominente plaats in de Woonvisie. Van belang is dat onze woningvoorraad toekomstbestendig is, woningen worden verduurzaamd, levensloopbestendig gemaakt waar dat wenselijk is en de kwaliteit wordt versterkt.

De woningmarkt moet worden gezien als een woningportefeuille die we zo toekomstgericht mogelijk willen maken. Hiervoor is nieuwbouw nodig, zal soms een woning moeten worden gesloopt, maar gaat het vooral om renovatie waarbij goed wordt gekeken naar de huidige kwaliteit. Daarom voegen we alleen segmenten in de woningmarkt toe waaraan tekorten zijn of segmenten die er nog niet zijn, en woningen die de doorstroming stimuleren. We stimuleren zo doorstroming, onder andere met doorstroommakelaars en besteden hier aandacht aan bij de prestatieafspraken. Zo werken we stap voor stap aan een woningvoorraad die past bij alle huishoudens in gemeente Vijfheerenlanden.

ANALYSE WONINGVOORRAAD VIJFHEERENLANDEN

In het onderliggende woonbehoefteonderzoek staat een uitgebreide analyse van de bestaande voorraad. Enkele conclusies die voor de Woonvisie van belang zijn:

  • De gemeente Vijfheerenlanden telt circa 24.420 woningen. Bijna tweederde deel bestaat uit koopwoningen. Zo’n 4% van de woningvoorraad is een particuliere huurwoning, lager dan het landelijk gemiddelde, het resterende deel is in bezit van een corporatie.

  • In Zederik ligt het aandeel koopwoningen ver boven het gemiddelde voor de gemeente (73% tegenover 63%), terwijl dit aandeel in Leerdam (55%) juist relatief laag ligt.

  • Het aandeel woningen in de gereguleerde huur ligt in Leerdam (zo’n 41%) relatief boven het gemiddelde (33% voor Vijfheerenlanden). In Zederik zijn er relatief weinig woningen in de gereguleerde huur (22%).

  • In Vijfheerenlanden is bijna tweederde van de woningen gebouwd tussen 1945 en 1990 (met de nadruk op de periode 1970-1990). Dit aandeel ligt hoger dan het gemiddelde voor heel Nederland (55%). Doorgaans worden woningen uit de naoorlogse periode minder aantrekkelijk gevonden dan woningen die eerder of later zijn gebouwd. Qua energieverbruik zijn deze woningen meestal ook minder zuinig.

  • De meeste woningen in de gemeente Vijfheerenlanden zijn geclassificeerd met energielabel ‘C’. Het gaat om zo’n 33% van de totale woningvoorraad. 18% heeft het meest zuinige energielabel ‘A’. 9% van de woningen in de gemeente heeft energielabel ‘B’. Ruim een kwart van de woningvoorraad heeft label ‘F’ of ‘G’.

  • Van de woningen in Vijfheerenlanden kan vier vijfde deel worden aangepast naar de behoeftes van minder valide mensen. Ook het aandeel nultredenwoningen is met 17% relatief groot. In Leerdam is een bovengemiddeld aandeel woningen (nog) niet levensloopgeschikt.

Zie het Woonbehoefte Onderzoek als bijlage bij deze woonvisie.

4.2 Lokale aanpak in versterking woningvoorraad

Vooral in Vianen en Leerdam is de kwaliteit en uiterlijke staat van woningen gebouwd in de naoorlogse periode een belangrijk thema. Dit geldt ook voor de inrichting van de openbare ruimte en het gevoel van veiligheid. In de dorpen gaat het vaker om verschraling van het voorzieningenniveau en verminderde bereikbaarheid.

In Vijfheerenlanden hebben we bewust gekozen om toe te treden tot woningmarktregio Woongaard. Een gebied met een minder gespannen huurmarkt en daardoor meer kansen voor onze inwoners, en drie investerende corporaties op ons grondgebied. De kwaliteit van onze bestaande woningvoorraad gaan we versterken. Daarin trekken we samen op met onze corporaties. Onderdeel van de versterking van de huidige woningvoorraad is het verduurzamen, levensloopbestendig maken daarvan en maatregelen nemen die de doorstroming bevorderen, denk aan doorstroommakelaars. Wij nemen dit op in de prestatieafspraken met onze corporaties.

In het uitvoeren van deze versterking zien wij ook een rol voor de lokale bouwnijverheid. Het instrument van duurzaamheidsleningen en startersleningen wordt door ons gestimuleerd en we zetten de bestaande leningen voort. Het instrument blijversleningen passen we toe voor geheel Vijfheerenlanden. Daarbij verkennen we integratie van deze verschillende instrumenten tot één leningstelstel voor woningaanpassing, passend bij belangrijke levensmomenten: bijvoorbeeld een financiering om tegelijk de vloer te isoleren als we drempels weghalen om woningen levensloopbestendig te maken.

4.3 Stimuleren en faciliteren van meer duurzame woningvoorraad

Er ligt een opgave om de woningvoorraad verder te verduurzamen. In het Convenant Energiebesparing Huursector is vastgelegd dat de sociale huurwoningvoorraad in Nederland in 2020 ten minste gemiddeld energielabel B heeft bereikt. De woningcorporaties in Vijfheerenlanden hebben de energielabels de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. Ook in het particuliere woningbezit zijn de energielabels verbeterd door toepassing van energiebesparende maatregelen. Het Bouwbesluit stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen tot het niveau van minimaal Energielabel A.

Dat betekent dat de meeste ‘winst’ in Vijfheerenlanden is te behalen bij het verduurzamen van bestaande koopwoningen. Daarnaast heeft ook het klimaatakkoord invloed op de verduurzaming van de bestaande voorraad, waarbij in 2030 circa 45% en in 2050 alle woningen van het aardgas af moeten zijn. In 2021 dienen we te besluiten over hoe we deze transitie in gaan richten. Energiebesparingsmaatregelen leveren voordelen op: bewoners kunnen hiermee hun woonlasten omlaag brengen, terwijl het comfort verbetert en milieuwinst kan worden behaald.

REGIONALE ENRGIESTRATEGIE U16

In 2015 maakte Nederland in Parijs met bijna alle andere landen in de wereld afspraken om klimaatverandering te stoppen. Er is toen afgesproken om zoveel mogelijk energie te besparen en alle kansen te benutten om duurzame energie op te wekken. Om dit in Nederland voor elkaar te krijgen is het landelijke Klimaatakkoord opgesteld. Hierin is afgesproken om op regionaal niveau een energiestrategie te maken. In Nederland zijn dertig regio’s gevormd. Gemeente Vijfheerenlanden is onderdeel van regio U16.

Als gemeente Vijfheerenlanden willen we energie besparen en duurzame energie opwekken. De startnotitie Regionale Energiestrategie U16 beschrijft hoe Vijfheerenlanden samen met vijftien andere gemeenten, vier waterschappen en de provincie Utrecht wil samenwerken aan energiebesparing en het opwekken van duurzame energie. Met de startnotitie vroeg het college de gemeenteraad om akkoord te gaan met een werkwijze voor regionale samenwerking en uitgangspunten voor het opstellen van een zogenaamde energiestrategie.

Om het koopwoningbezit toekomstbestendig te laten zijn is het goed om eigenaren te stimuleren de woning allereerst goed te onderhouden. Daarnaast willen we eigenaren meer bewustmaken van de kansen en meerwaarde van het aansluiten bij verduurzamingsontwikkelingen op de woningmarkt. Hierbij moet gedacht worden aan de mogelijkheid om subsidies aan te vragen die ten gunste komen aan de verduurzaming van de woning. We leggen hierbij de nadruk op de kostenbesparingen die het oplevert en zien veel kansen voor een wijkgerichte aanpak. Voorbeelden zijn het opplussen (het woongenot verhogen), levensloopbestendig maken (het flexibel inrichten zodat ouderen hier langer kunnen blijven wonen) en verduurzamen (zoals isoleren, installeren van zonnepanelen en gebruiken van nieuwe technologieën zoals luchtwarmtepompsystemen) van woningen. Als gemeente bieden we energie bespaarleningen en subsidies op duurzame maatregelen aan. Dit doen we niet individueel, maar collectief op het niveau van wijken en kleine kernen. Hiermee wil we inwoners helpen om samen de stap te maken naar duurzaam wonen.

Figuur: verhouding eigendormsvormen per kern

In elke kern is het aandeel koop het grootst, gevolgd door de huur corporatie. Het aandeel huur particulier is in elke kern duidelijk het kleinst. De kernen Tienhoven en Kedichem hebben vergeleken met de andere kernen het grootste aandeel koopwoningen, bij de kern Vianen is dit aandeel het kleinst.

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2019), bewerking Stec Groep (2019).

5 Betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen

5.1 Meer mogelijkheden voor doorstroming bieden

We zetten in op de ontwikkeling van betaalbare woningen en bieden doorstromers meer mogelijkheden. Met onze woonpartners zorgen we voor een passend aanbod van sociale huurwoningen, aansluitend bij de woonbehoefte en de resultaten van de woningmarktanalyse. Onderdeel daarvan is het verbeteren van de beschikbaarheid van de bestaande betaalbare woningvoorraad, zodat huishoudens in de doelgroep goed terecht kunnen. Samen met Lekstede Wonen, Kleurrijk Wonen en Fien Wonen zetten we een breed pakket van maatregelen in om scheefwonen te verminderen en de doorstroming te bevorderen. Dat bestaat uit het vergroten van het aanbod van geschikte woningen en het actief benaderen van sociale huurders om door te stromen, bijvoorbeeld op het moment dat woningen verduurzaamd worden. We maken prestatieafspraken met sociale verhuurders op de thema’s voorraad en beschikbaarheid, betaalbaarheid, doorstroming, kwaliteit, verduurzaming, ouderenhuisvesting en wonen en zorg. Samen met de drie woningcorporaties kijken we naar de toevoeging van kleinere woningen om aan de sluiten bij de behoeften van kleine huishoudens.

5.1.1 Vraag naar goedkope en middeldure koop en huurwoningen

Er is in Vijfheerenlanden een vraag naar goedkope en middeldure koopwoningen en aan sociale en middeldure huurwoningen. Het gaat met name om de woonvraag van kleine (startende) huishoudens en ouderen die een aantrekkelijke (betaalbare) levensloopbestendige woning op een goed gelegen locatie in een kern met voorzieningen, of de eigen woonkern wensen, aanvullend op de mogelijkheden om bestaande woningen levensloopbestendig te maken. Daardoor valt het vinden van een woning in dit segment in de praktijk in Vijfheerenlanden niet mee. Over de hele linie zien we dat het gemiddeld aantal reacties per woning en de wachttijd/zoektijd oplopen. Het betreft de actuele druk op de huursegmenten. Deze kan niet één-op-één worden vertaald naar de opgave in het sociale segment. Daarop zijn demografische ontwikkelingen van invloed. Starters hebben vaak (nog) een beperkt budget en zoeken daarom betaalbare woningen. In Vijfheerenlanden woont een deel van de starters lang thuis, waardoor zij in de gelegenheid zijn te sparen voor de eerste woning, bij voorkeur een koopwoning. Door stijgende huizenprijzen en de aangescherpte hypotheekeisen is het voor steeds meer starters moeilijker om een woning te kopen. Door gebrek aan doorstroming op de woningmarkt komen er daarnaast weinig woningen beschikbaar voor de startende doelgroep.

5.1.2 Klein(er) wonen

De laatste jaren is er landelijk een trendbreuk te zien van steeds ruimere woningen (sinds de naoorlogse periode tot circa 10 jaar geleden) naar kleinere nieuwbouwwoningen. Flexibilisering van de arbeidsmarkt, groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en verstedelijking zijn fundamentele onderleggers voor de lange-termijnvraag die ook (ten dele) voor Vijfheerenlanden gelden. De huidige hoogconjunctuur zet de betaalbaarheid van woningen onder druk en zorgt boven op de lange termijnbehoefte voor een tijdelijke extra vraag.

De vraag naar klein(er) wonen vertaalt zich in de praktijk in een vraag naar kleinere woningen (bijvoorbeeld kleine appartementen, een kleine (niche) vraag naar Tiny Houses). Daarnaast is er behoefte aan een flexibele schil van woningen, om een tijdelijke vraag naar bijvoorbeeld sociale huurwoningen of woningen voor woonurgenten op te vangen. Daar waar er initiatiefnemers zijn met haalbare voorstellen voor flexibele woningen gedragen door de kernen, dan werken we daar zoveel mogelijk aan mee .

5.1.3 Flexibele schil biedt ruimte om op korte termijn te voorzien in de woningvraag.

In mei 2019 liet het Ministerie van BZK-onderzoek doen naar de kansen, knelpunten en oplossingsrichtingen voor tijdelijke woningbouw (‘De bouw van tijdelijke woningen’, door Wat kost de bouw van een huurwoning en Expertisecentrum Flexwonen (2019)). Zie hieronder een box met facts & figures uit het rapport. Tijdelijke woningbouw vindt steeds meer plaats, maar het potentieel lijkt nog onderbenut. Knelpunten zijn onder andere de beperkte exploitatieduur, risico’s in de exploitatie, weerstand van omwonenden, een gebrek aan locaties en onbekendheid bij gemeenten.

FACTS & FIGURES RAPPORT TIJDELIJKE WONINGEN

  • De productie van tijdelijke woningen steeg de afgelopen jaren en blijft naar verwachting ook de komende jaren stijgen.

  • Circa 70% van de tijdelijke woningbouw gebeurt in opdracht van corporaties (landelijk). Het gaat dus ook primair om huurwoningen. In bijna driekwart van de verhuringen gaat het om tijdelijke huurcontracten. Gemiddeld zijn de woningen tussen de circa 30 en 40 m² groot.

  • Tijdelijke woningbouw is een tijdelijke oplossing voor een permanent probleem. Gemeenten en opdrachtgevers geven vooral aan tijdelijk te bouwen vanwege de te behalen bouwsnelheid.

  • Slechts beperkt aantal gemeenten zet in op tijdelijke woningbouw. Onwelwillendheid bij gemeenten is een belangrijke bottleneck. Redenen dat gemeenten niet doorpakken zijn: geen beschikbare locaties, te verwachten weerstand en permanente woningen hebben de voorkeur.

  • Tijdelijke woningbouw wordt minder rendabel bevonden dan permanente bouw, vooral door de beperkte restwaarde aan het einde van de looptijd (en het daarmee samenhangende verplaatsingsrisico).

  • De stichtingskosten voor tijdelijke woningen zijn circa de helft van de stichtingskosten van een sociale huurwoning. Vooral veroorzaakt door grotendeels fabrieksmatige bouwprocedures.

  • De gemiddelde levensduur van tijdelijke woningen is 28 jaar, terwijl de 1e exploitatietermijn gemiddeld 12 jaar is.

5.2 Achterblijvende doorstroming

We signaleren als gemeente dat scheefwonen een probleem is waar maatschappelijk gezien veel over is te doen. Circa 19% van de sociale huurders in Vijfheerenlanden woont goedkoop scheef. Dat betekent dat zij een inkomen hebben boven de sociale huurgrens, maar wel in een sociale huurwoning wonen. In vergelijking met de rest van de Provincie Utrecht en Nederland is dat relatief veel. Ten opzichte van Nederland en de Provincie Utrecht wordt relatief weinig duur scheef gewoond (10%) (huishoudens die tot de doelgroep huurtoeslag behoren en in een woning wonen met een huurprijs boven de aftoppingsgrens). Dit betekent dat er bovengemiddeld veel mensen in verhouding tot hun inkomen niet passend wonen. De sterke lokale binding van inwoners van de kernen in Vijfheerenlanden met de eigen kern, en de relatief hoge marktwaarde van woningen in de hele gemeente heeft hier invloed op. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat binnen Vijfheerenlanden sprake is van een mix van inkomens en huishoudenssamenstellingen in onze kernen.

5.2.1 Weinig middenhuurwoningen beschikbaar

Van huishoudens met een laag middeninkomen (met een bruto jaarinkomen vanaf € 38.035, door een tijdelijke verruiming op € 42.436, prijspeil 2019 (Voorstel Kabinet, september 2019 is om de inkomensgrenzen voor lage middeninkomens aan te passen naar € 35.000 voor een persoonshuishouden en € 42.000 voor een meerpersoonshuishouden.)) wordt verwacht dat zij bij voorkeur een passende woning buiten de sociale huursector vinden, bijvoorbeeld in de middeldure huur (huur € 720 tot € 950). In dit segment zijn in Vijfheerenlanden weinig huurwoningen beschikbaar, terwijl er wel vraag is.

Tabel 1: passende huisvesting Vijfheerenlanden

 

Vijfheerenlanden

Provincie Utrecht

Nederland

Goedkope scheefheid

19%

14%

12%

Passend gehuisvest

71%

72%

76%

Dure scheefheid

10%

14%

12%

Bron: Lokale Monitor Wonen, cijfers van het CBS en WSW (2017)

5.2.2 Meer geschikte woningen voor ouderen nodig

Het relatief beperkte aanbod van betaalbare woningen (koop en huur) hangt samen met de beperkte doorstroommogelijkheden voor ouderen. Ouderen wonen momenteel vaak in een relatief grote eengezinswoning. Een deel van hen wenst door te stromen naar een nultredenwoning (zoals een appartement of patiowoning). Er is onvoldoende aanbod van dergelijke woningen in Vijfheerenlanden. Bij nieuwbouw zetten we daarom extra in op nultredenwoningen voor ouderen. Als we de oudere doelgroep de mogelijkheid bieden om door te stromen, ontstaat vrijkomend aanbod in de bestaande woningvoorraad voor starters en gezinnen.

5.2.3 Omvang van de sociale woningvoorraad is voldoende, maar niet altijd voldoende toegankelijk

De absolute omvang van de sociale woningvoorraad tot € 720 in Vijfheerenlanden is op dit moment in absolute zin voldoende. Tegelijkertijd is de voorraad niet in alle kernen voldoende toegankelijk voor de doelgroep. Daardoor neemt de gemiddelde wachttijd/zoektijd met name in Vianen toe (vooral bij Lekstede Wonen). De vraagdruk op de sociale huurwoningvoorraad neemt op korte termijn naar verwachting toe, terwijl er om demografische redenen op middellange en lange termijn overschotten kunnen ontstaan in de minder aantrekkelijke delen van de sociale woningvoorraad. De actuele vraagdruk heeft verschillende redenen:

  • De sociale doelgroep van beleid is gegroeid;

  • Er zijn door extramuralisering nieuwe doelgroepen op de woningmarkt gekomen;

  • Er is in prijs een kloof tussen de sociale woningvoorraad en de vrijesectorvoorraad in Vijfheerenlanden.

Door bovengenoemde redenen neemt het aantal scheefwoners in de sociale voorraad naar verwachting slechts langzaam af. Om doorstroming op gang te brengen zetten we in op de volgende maatregelen en spelen we samen met onze woningmarktpartners flexibel in op toekomstige marktomstandigheden:

  • Bieden van voldoende woningen door nieuwbouw, herontwikkeling of transformatie van/naar nultredenwoningen in het sociale segment.

  • Toevoeging van huurwoningen in het lage middenhuursegment (€ 720 tot € 950) en middeldure koopwoningen, primair nultredenwoningen. We gaan hierover in gesprek met corporaties en bijvoorbeeld pensioenfondsen.

  • Inzet van een doorstroommakelaar om scheefhuurders te stimuleren om door te stromen waar mogelijk (en passend bij de situatie)7F7. De ervaringen met doorstroommakelaars zijn goed, met dien verstande dat het tijdsintensief is. Dit kwam ook naar voren tijdens de bijeenkomsten met belanghebbenden in november 2019.

  • Betere spreiding van de sociale voorraad. Op lange termijn voorzien we een tekort aan sociale huurwoningen in Vianen (en deels ook in Zederik). In Leerdam is uitbreiding van de sociale voorraad op lange termijn niet nodig.

EEN SOCIALE HUURWONING ZOEKEN EN VINDEN IN VIJFHEERENLANDEN

Uit cijfers van de woningcorporaties blijkt dat het aantal actief woningzoekenden (iemand die tenminste 1 keer per jaar op een advertentie reageert) in Vijfheerenlanden flink is gegroeid. Gelijktijdig vonden er in diezelfde periode ook meer verhuringen plaats.

Zie het Woonbehoefteonderzoek in de bijlage voor een factsheet over het vinden van een huurwoning in Vijfheerenlanden

afbeelding binnen de regeling

6 Vitale kernen

6.1 Trend van vergrijzing en kleinere huishoudens

Tot 1 januari 2019 waren Leerdam, Vianen en Zederik afzonderlijke gemeenten, voordat ze opgingen in de gemeente Vijfheerenlanden. In onderstaande figuur zijn de aantallen inwoners en huishoudens van de drie voormalige gemeenten bij elkaar opgeteld.

De trend van de afgelopen jaren is dat het aantal huishoudens sterker stijgt dan het aantal inwoners. Het inwoneraantal is tussen 2005 en 2019 nagenoeg gelijk gebleven, terwijl het aantal huishoudens in deze periode groeide met zo’n 6%. Dit betekent dat het gemiddeld aantal personen per huishouden is afgenomen en sprake is van huishoudensverdunning.

Deze trend van meer kleine huishoudens hangt vooral samen met de stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens. Het gaat vooral om oudere alleenstaanden. 80 tot 85% van de woningopgave tot 2040 wordt veroorzaakt door de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. Dit betekent dat een deel van de bestaande woningvoorraad minder geschikt is voor deze groeiende groep oudere alleenstaanden. Deels omdat veel woningen niet levensloopbestendig zijn en deel omdat de woningen een te groot woonoppervlak hebben.

6.1.1 Trend zet door tot 2040

Figuur 1: historische en toekomstige huishoudensontwikkeling Vijfheerenlanden

afbeelding binnen de regeling

Bron: Primos 2017, 2018 en 2019, bewerking Stec Groep (2019).

De verwachte woningvraag voor de komende twintig jaar in de gemeente Vijfheerenlanden valt hoger uit met de Primosprognose uit 2019 ten opzichte van prognoses uit voorgaande jaren, in lijn met de hogere geprognosticeerde groei. De komende tien jaar is naar verwachting behoefte aan ruim 2.500 extra huishoudens (en dus: woningen). Tot 2040 komen daar nog eens circa 1.360 woningen bij. In totaal gaat het voor de periode 2020-2040 om 3.865 woningen. Zie onderstaande tabel.

Tabel 2: huishoudensontwikkeling en woningvraag

 

2020

2030

2040

woningvraag 2020-2030

woningvraag 2030-2040

Primos 2017

23.199

25.382

26.797

2.183

1.415

Primos 2018

22.908

24.930

26.089

2.022

1.159

Primos 2019

23.128

25.631

26.992

2.503

1.361

Bron: Primos 2017, 2018 en 2019, bewerking Stec Groep (2019).

6.1.2 Gemiddelde omvang huishoudens neemt verder af in Vijfheerenlanden

Ook de ingezette huishoudensverdunning neemt verder toe. De groei van 17% meer huishoudens in 2040 ten opzichte van 2020 is groter dan het aantal extra inwoners: in 2040 zo’n 9% meer dan in 2020.

6.2 Toename van oudere huishoudensgroepen

In onderstaande figuren is zichtbaar op welke manier de huishoudensgroepen zich ontwikkelen tot 2030 en tot 2040. We maken onderscheid tussen de drie voormalige gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik (in de bijlage is ook de huishoudensontwikkeling per kern geschetst

6.2.1 Afname aantal jonge huishoudens, sterke groei aantal en aandeel 65-plushuishoudens

De gemeente Vijfheerenlanden kent de komende jaren een groeiend aantal huishoudens. De Primosprognose uit 2019 gaat uit van circa 2.510 extra huishoudens in de periode 2020 – 2030, en in de periode 2020 – 2040 worden in totaal een groei van zo’n 3.865 huishoudens verwacht. Zie onderstaande tabel.

  • Gezinnen zijn in absolute aantallen met ongeveer 9.040 gezinshuishoudens de grootste doelgroep in Vijfheerenlanden. De omvang van deze groep neemt de komende jaren verder toe.

  • De oudere doelgroep groeit relatief hard. Het aantal alleenstaanden en stellen boven de 65 jaar neemt tot 2030 toe met circa 30%, en tot 2040 in totaal met zo’n 52%

  • Het aantal alleenstaanden en stellen tussen de 35 en 65 jaar groeit ook, zij het minder sterk. Naar verwachting groeit het aantal huishoudens in deze leeftijdscategorie de komende tien jaar met circa 6%. Vanaf 2030 neemt de omvang van deze groep weer af.

  • Het aantal jonge huishoudens (tot 35 jaar) krimpt tot 2030 met zo’n 9% gemeente-breed.

Tabel 3: huishoudensontwikkeling per doelgroep

Vijfheerenlanden

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

2.220

-200

-9%

-470

-21%

Gezinnen

9.040

400

4%

750

8%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

5.120

330

6%

50

1%

Alleenstaanden & stellen 65 +

6.670

1.970

30%

3.490

52%

Overig

90

10

11%

65

72%

Totaal

23.130

2.510

11%

3.865

17%

Bron: Primos (2019), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen en hele procenten (daardoor kunnen optellingen afwijken)

6.2.2 Vianen: sterke vergrijzing, maar ook toename andere huishoudensgroepen

In Vianen wordt de groei van het aantal huishoudens voor het grootste deel veroorzaakt door de groep alleenstaanden en stellen van 65 jaar en ouder. In de periode 2020 tot 2030 zal deze groep huishoudens met circa 720 toenemen (+29%). In 2040 zal het aantal 65-plushuishoudens circa 1.350 meer zijn dan in 2020 (+55%). Het aantal alleenstaanden en stellen van 35 tot en met 65 jaar stijgt met circa 23% in de periode 2020 – 2030 tot 2.370 (+450) en in de periode 2020 – 2040 met zo’n 24% tot 2.390 (+470).

Ook het aantal gezinnen neemt toe in Vianen: in de periode 2020 – 2030 met circa 12% tot circa 3.830 (+420). In de periode 2020 – 2040 neemt het aantal gezinnen toe met 23% tot circa 4.200 (+790).

De jongere huishoudensgroepen nemen de komende tien jaar ook toe, zei het in absolute zin minder dan de overige doelgroepen. Het aantal alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt tot 2030 toe met circa 15% (+140) tot 1.060. In de periode 2020 – 2040 neemt het aantal jongere huishoudens tot 35 jaar af met circa 30 huishoudens (-3%) tot circa 890. De groep ‘overige huishoudens’ zijn de huishoudens die niet kunnen worden gecategoriseerd, zoals twee samenwonende broers. Het totaalaantal huishoudens in Vianen groeit van 8.730 in 2020 naar circa 10.475 in 2030 (+20%) en 11.370 (+30%) in 2040.

Tabel 4: huishoudensontwikkeling 2020-2040 in Vianen

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

920

140

15%

-30

-3%

Gezinnen

3.410

420

12%

790

23%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.920

450

23%

470

24%

Alleenstaanden & stellen 65 +

2.460

720

29%

1.350

55%

Overig

30

15

50%

60

200%

Totaal

8.730

1.745

20%

2.640

30%

Bron: Primos (2019), bewerking Stec Groep (2019).

Leerdam: sterke vergrijzing, afname andere huishoudensgroepen

Het aantal huishoudens in de voormalige gemeente Leerdam neemt in de periode 2020 – 2030 toe met circa 455 (+5%) en in de periode 2020 – 2040 met circa 725 (+8%). Deze stijging is bijna volledig op het conto van de alleenstaanden en stellen ouder dan 65 jaar: van 2.620 in 2020 naar circa 3.380 in 2030 (+29%) en circa 3.970 in 2040 (+52%). Overige huishoudens daargelaten nemen alle andere huishoudensgroepen in omvang af, waardoor Leerdam dus sterker vergrijst dan Vianen.

Het aantal alleenstaanden en stellen tot en met 35 jaar neemt af van 820 in 2020 naar 610 in 2030 (-26%) en het aantal alleenstaanden en stellen in de leeftijdsgroep 35 tot en met 65 jaar van 1.990 in 2020 naar 1.930 in 2030 (-3%) en 1.740 in 2040 (-13%). Het aantal gezinnen krimpt in de periode 2020 – 2030 met circa 30 (-1%) tot 3.350 en in de periode 2020 – 2040 met circa 90 (-3%) tot 3.290.

Tabel 5: huishoudensontwikkeling 2020-2040 in Leerdam

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

820

-210

-26%

-290

-35%

Gezinnen

3.380

-30

-1%

-90

-3%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.990

-60

-3%

-250

-13%

Alleenstaanden & stellen 65 +

2.620

760

29%

1.350

52%

Overig

40

-5

-13%

5

13%

Totaal

8.850

455

5%

725

8%

Bron: Primos (2019), bewerking Stec Groep (2019).

Zederik: aantal gezinnen neemt licht toe, naast sterke vergrijzing

In Zederik neemt het aantal huishoudens eveneens toe, met zo’n 300 (+6%) in de periode 2020 – 2030 en in de periode 2020 – 2040 met circa 520 (+9%). Deze groei zit vooral in de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. Het aantal 65-plushuishoudens neemt toe van 1.590 in 2020 tot circa 2.080 in 2030 (+490) en in van 2020 – 2040 in totaal met circa 790 (+50%), tot circa 2.380. Het aantal gezinnen groeit ook, van 2.250 in 2020 naar circa 2.300 (+2%) in 2040.

Het aantal alleenstaanden tot 35 jaar daalt van 480 in 2020 tot circa 350 in 2030, en neemt verder af tot circa 330 in 2040. De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar krimpt in omvang, van 1.210 in 2020 tot circa 1.150 in 2030 (-5%) en circa 1.040 in 2040 (-14% / 170 huishoudens).

Tabel 6: huishoudensontwikkeling 2019-2039 in Zederik

Zederik

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

480

-130

-27%

-150

-31%

Gezinnen

2.250

10

0%

50

2%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.210

-60

-5%

-170

-14%

Alleenstaanden & stellen 65 +

1.590

490

31%

790

50%

Overig

20

0

0%

0

0%

Totaal

5.550

300

6%

520

9%

Bron: Primos (2019), bewerking Stec Groep (2019).

6.3 Sterke kernen, met eigenheid en diversiteit

De gemeente Vijfheerenlanden vergrijst in rap tempo. In de voormalige gemeente Vianen is ook sprake van een toename van andere huishoudensgroepen, terwijl dit in Leerdam en Zederik in mindere mate het geval is.

In het coalitieakkoord 2019-2022 wordt benadrukt dat de verschillen tussen de diverse kernen en wijken worden gerespecteerd. Sterker nog, de kracht van Vijfheerenlanden komt bij uitstek tot uiting in de vele dorpen en wijken. Die zijn divers en zowel stedelijk als landelijk. Persoonlijke kwaliteit van leven, een gevoel van veiligheid en een schone leefomgeving zijn belangrijke kernwaarden. Net als: als starter in de buurt bij je familie kunnen beginnen en oud kunnen worden in je eigen bekende omgeving in de persoonlijke ondersteuning in zorg en dienstverlening.

6.3.1 Gevoel van verbondenheid met woonomgeving bij meer dan 85% respondenten

In de woonenquête hebben we aan onze inwoners gevraagd in hoeverre men zich verbonden voelt met de wijk of kern. Slechts 12 tot 14% geeft aan zich niet verbonden te voelen met de wijk of kern. Dit is een relatief laag percentage, al willen we graag weten wat deze mensen missen en hoe ook zij zich verbonden kunnen gaan voelen, zie onderstaande figuur. Dit vraagt om maatwerk.

De redenen waarom het overgrote deel van de inwoners zich verbonden voelt met kern of wijk lopen nogal uiteen. Sociale contacten zorgen zowel voor inwoners van Vianen en Leerdam alsook van de verzorgingskernen Meerkerk, Schoonrewoerd, Ameide en Lexmond en van de kleine kernen voor verbondenheid. Ook geven veel respondenten aan verbinding te voelen omdat men er is opgegroeid; in Meerkerk, Lexmond en Ameide is dit zelfs 23%. In de kleine kernen geven bovengemiddeld veel inwoners aan zich verbonden te voelen met de kern vanwege het feit dat men er veel ruimte heeft. Bijna 40% van de respondenten in kleine kernen geeft dit aan, terwijl dit in Vianen en Leerdam uitkomt op 12 tot 14%. In Meerkerk, Ameide en Lexmond ligt het percentage op zo’n 18%.

Het feit dat voorzieningen op korte afstand zijn zorgt voor verbondenheid met de wijk bij ruim 25% van de respondenten in Leerdam en Vianen, terwijl dit vrijwel niet geldt voor inwoners van de kleine kernen en ook slechts in beperkte mate bij Lexmonders, Meerkerkers en Ameidenaren.

Figuur 2: stelling: “Ik voel mij verbonden met mijn kern omdat…”

afbeelding binnen de regeling

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

6.3.2 Gebrek aan voorzieningen zet leefbaarheid in kleine kernen onder druk

De leefbaarheid van kleine kernen, met maximaal circa 3.000 inwoners, staat onder druk. Er worden minder kinderen geboren, zodat sprake is van ontgroening. Dit betekent dat er minder kinderen zijn voor de dorpsscholen die daardoor soms door de opheffingsnorm dreigen te zakken of kwaliteitsproblemen krijgen. Hetzelfde geldt voor de verenigingen waarvoor steeds minder jeugdleden zijn. In de kleine kernen wordt het aandeel ouderen groter. Zij worden steeds ouder en wonen ook steeds langer zelfstandig. Ouderen blijven het liefst in hun eigen dorp wonen maar daar zijn de voorzieningen niet altijd aanwezig.

Ook starters hebben het niet gemakkelijk in het vinden van een betaalbare woning, zodat zij mogelijk een woning zoeken in een grotere buurplaats. Hetzelfde geldt in mindere mate voor gezinnen en ouderen omdat zij doorgaans wat meer financiële mogelijkheden hebben. Voorzieningen staan zodoende onder druk door het kleiner wordend aantal inwoners. Het gevolg is dreigende sluiting van scholen, dorpshuizen, winkels en andere voorzieningen.

6.3.3 Succesvolle initiatieven in de kleine kernen

Een aantal kernen weet deze bedreigingen te vertalen naar kansen. Initiatieven worden genomen om de leefbaarheid te bevorderen en te behouden door middel van het behouden of weer terugkrijgen van bestaande voorzieningen of het creëren van nieuwe voorzieningen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om brede scholen, waarbij de basisschool wordt gecombineerd met nog een aantal andere voorzieningen of een multifunctionele accommodatie, zoals een dorpshuis met nog andere voorzieningen.

Van belang is dat we weten wat er speelt in de verschillende kernen en wijken. De verschillende netwerken willen we kennen en daar vervolgens in participeren en initiatieven zien ontstaan.

IDEEËN EN INITIATIEVEN VANUIT DE SAMENLEVING

Waar de samenleving daar om vraagt krijgen ideeën en initiatieven vanuit dorpen en wijken onze steun. Een voorbeeld is het onderhouden en versterken van de kwaliteit van wonen en leven voor alle groepen huishoudens. Daarbij kijken wij samen met inwoners naar synergie tussen de verschillende wensen, opgaven en oplossingen. In veel gevallen liggen de beste kansen in het binden van de huidige inwoners. Zij hebben al een binding en zijn bij een passend woonaanbod vaak te behouden.

We volgen hiermee de lijn die is ingezet in de Regionale Woonvisie Alblasserwaard – Vijfheerenlanden.

6.3.4 Veel trotse inwoners kleine kernen

Verbondenheid komt ook tot uitdrukking in de mate waarin men trots is op de kern of wijk. In de kleine woonkernen is 59% van de respondenten trots op de kern en slechts 7% is niet trots. Een derde deel heeft een neutraal standpunt. Deze percentages worden bijna gehaald in de verzorgingskernen. In Leerdam en Vianen is 35%, respectievelijk 39% van de respondenten trots op hun wijk.

Figuur 3: stelling: “Ik ben trots op mijn wijk of kern”

afbeelding binnen de regeling

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

We hebben in de woonenquête gevraagd in hoeverre men het eens is met de stelling “Ik woon het liefst voor altijd in deze plaats”. Inwoners van de verzorgingskernen Meerkerk, Lexmond en Ameide zijn het meest eens met deze stelling: 53% zegt ‘ja’, 32% is neutraal en 15% zegt ‘nee’. In de kleine kernen zegt circa 45% van de respondenten het liefst altijd in de kern te blijven wonen, tegenover 19% die het niet met de stelling eens. In Vianen en Leerdam zegt 47% respectievelijk 48% van de respondenten het eens te zijn met de stelling en 16% is het oneens, zie onderstaande figuur.

Figuur 4: stelling: “Ik woon het liefst voor altijd in deze plaats”

afbeelding binnen de regeling

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

6.3.5 Verschillen in kracht en vitaliteit accepteren

Door onze wijken en kernen sterk te houden blijven we als gemeente Vijfheerenlanden aantrekkelijk voor inwoners en nieuwkomers. Het verschil in kracht en vitaliteit van onze kernen accepteren we, zowel in de benadering voor het woningbouw- als het voorzieningenbeleid. Een belangrijk uitgangspunt in deze Woonvisie is dat er in principe in elke kern bouwmogelijkheden zijn.

Of initiatieven gefaciliteerd kunnen worden hangt af van lokale omstandigheden en bijvoorbeeld de beschikbaarheid van transformatielocaties. Zo willen we sterke lokale initiatieven die de bestaande voorraad aanvullen en passen binnen de Ladder voor duurzame verstedelijking graag faciliteren.

6.3.6 Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen

Waar mogelijk streven we naar een goede spreiding en bereikbaarheid van voorzieningen, en bereikbaarheid van de kernen als geheel. We zetten ons als gemeente in om de leefbaarheid op het huidige niveau te behouden of te verbeteren. Dat betekent dat we onder andere inzetten op het mengen van de functies wonen en werken, mits dat geen overlast met zich meebrengt. Ook richten we ons op het in standhouden van voorzieningen op regioniveau, om zo vitale kernen te hebben en houden. Dit betekent dat we meer kijken naar kansrijke producten en locaties voor (nieuwbouw of behoud van) bijvoorbeeld voorzieningen zoals winkels, zorg of maatschappelijk vastgoed en de samenhang met woningbouw, telkens met een goede lokale bereikbaarheid.

Ook kijken we voor het thema (OV-) bereikbaarheid van de kernen naar samenhang met andere beleidsterreinen om deze te behouden en of te verbeteren. Ons uitgangspunt is dat we lokaal doen wat lokaal kan: we kijken naar de kansen en behoeften op kernniveau. Zoveel mogelijk willen we dat inwoners gebruik kunnen maken van voorzieningen binnen de eigen kern en dat deze goed bereikbaar zijn voor eenieder.

6.3.7 Aandacht voor de bestaande kwaliteiten behouden en laten bijdragen aan de doorstroming

Als het gaat om stadsvernieuwing of revitalisering kijken we niet naar de woningen alleen, maar ook andere zaken die samen een wijk of kern maken. Het blijvend goed onderhouden en een kwalitatieve goede inrichting van de openbare ruimte hoort erbij om een aantrekkelijke woonomgeving te creëren en te behouden voor de inwoners van Vijfheerenlanden. Wijken en kernen met een eenzijdige samenstelling naar huishoudensamenstelling, leeftijd, en/of inkomen zijn minder toekomstbestendig. Dit geldt zowel voor de steden Vianen en Leerdam, maar ook voor de andere kernen.

We bekijken onze huidige woningvoorraad en toekomstige plannen ook op die manier en zoeken hierin de verbinding met andere beleidsterreinen, partijen en inwoners. Aandacht voor het verduurzamen en levensloopbestendig maken van woningen is een belangrijk aandachtspunt in iedere wijk en kern.

7 Aantrekkelijke nieuwbouw

7.1 Wat voegen we toe?

Woningbouw is nodig om te voorzien in de vraag die in de komende twintig jaar met nog circa 17% toeneemt, zowel vanuit de lokale vraag, als vanuit de behoefte aan woningen in de regio als geheel, zoals afgesproken in de Woondeal Utrecht en in U16-verband. Daarnaast draagt deze groei ook bij aan de vitaliteit van de kernen en voor het behoud van het voorzieningenniveau. Met onze geografische ligging nemen we een prachtige plek in op het snijvlak van stad en buitengebied. Deze unieke kwaliteit willen we behouden en waar mogelijk versterken. In Broekgraaf en Hoef en Haag wordt nog gebouwd. Binnen tien jaar zullen deze ontwikkelingslocaties zijn afgebouwd. Locaties voor de jaren daarna ontbreken nog.

In de regio Utrecht (U10) is de aanvullende woningbouwopgave berekend op circa 105.000 woningen tot 2040. Dit biedt een kans voor Vijfheerenlanden. Zowel ter versterking van onze kernen en van ons buitengebied. Wat betreft onze kernen onderscheiden we drie soorten:

  • In de kleine kernen staan we autonome groei toe, voor de eigen behoefte van de kern, voor senioren en voor starters.

  • In de verzorgingskernen Lexmond, Meerkerk, Ameide en Schoonrewoerd willen we bouwen naar behoefte toestaan voor alle generaties bewoners van binnen en buiten de kern. Speciale aandacht hebben we daar voor het toevoegen van goede zorgvoorzieningen in de verzorgingskernen. Daarmee waarborgen wij ook de vitaliteit van deze kernen door het behoud van het draagvlak voor het voorzieningenniveau.

  • Voor onze twee stedelijke kernen Leerdam en Vianen hanteren wij een gelijke doelstelling. Wij zien bij deze twee kernen echter ook mogelijkheden om bij te dragen aan de regionale opgave. Deze bijdrage betreft indicatief een percentage van circa 10% van het huidige inwoneraantal, ofwel een aantal van circa 800 woningen per grote kern in de periode tot 2040.

Over de gehele gemeente hanteren wij een percentage van tenminste 30% sociale huur- of koopwoningen.

7.1.1 Duurzame en vraaggerichte nieuwbouw populair onder ouderen en middengroep

Als we onderscheid maken tussen de doelgroepen ‘starters’, ‘middengroep’ en ‘ouderen of senioren’ dan zien we dat bij alle drie een voorkeur is voor nieuwbouwwoningen, boven bestaande woningen. Vooral ouderen en de middengroep zijn geïnteresseerd in een nieuwbouwwoning met nul-op-de-meter of NOM. Een nul-op-de-meter (NOM)woning heeft op jaarbasis per saldo een gemiddeld totaal energieverbruik van nul. Het gaat hierbij om alle energieverbruiken die op de energiemeters in de woning zichtbaar zijn. Daarnaast is er een groter wordende vraag naar woonvormen die op maat aansluiten bij de persoonlijke woonwensen en –eisen. Zoals circulair bouwen, klimaatadaptief bouwen, levensloopbestendig bouwen. Uit het aantal initiatieven van bewonersgroepen blijkt ook een toenemende vraag naar andere vormen van (samen)wonen: tiny houses, samenleefconcepten voor ouderen al dan niet samen met jongeren, zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.

Figuur 5: stelling: “Heeft u een voorkeur voor nieuwbouw of bestaande bouw?”

afbeelding binnen de regeling

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

HOE ZIET EEN ENERGIENEUTRALE WONING ZOALS EEN NOM-WONING ERUIT?

Op het gebied van energieprestatie worden sprongen gemaakt. Veel bedrijven zien het als een uitdaging om de energievraag tot nul terug te dringen. Daarvoor hanteren zij verschillende termen: EPC-0-woning, nul-op-de-meterwoning, energienota-nulwoning of energienotaloze woning. De termen betekenen allemaal iets anders, maar in alle gevallen is de energieprestatie aanzienlijk beter is dan wat het Bouwbesluit voorschrijft.

Enkele grote lijnen zijn wel aan te wijzen. Ieder concept begint met een isolatiepakket met een Rc-waarde van 5, 6 of soms zelfs 10. Toepassing van drievoudig glas is bijna standaard. De woningen zijn goed tot zeer goed luchtdicht en het oppervlak aan zonnepanelen is gemiddeld 24 tot 30 m2 per woning. In de meeste gevallen vindt verwarming plaats met een elektrische warmtepomp en lage temperatuurverwarming: meestal vloerverwarming, soms gecombineerd met wandverwarming en convectoren op de slaapverdieping. Mechanische ventilatie behoort vaak tot de standaard, in de helft van de gevallen met warmte terugwinning. Ook ontwerpen die s ’zomers hitte buiten houden worden steeds belangrijker.

bron: www.rvo.nl

In Nederland is zo’n vijf á tien procent van de nieuwbouwwoningen ‘nul-op-de-meter’. Voor veel starters is de financieringsruimte die hypotheekverstrekkers bieden krap. Starters kiezen meestal een woning die net binnen die ruimte past en als er al geld over is voor extra opties, dan toch liever een uitbouw, een dure keuken of extra luxe badkamer. Per 1 januari 2015 is het hypotheekbedrag dat eigenaren van een nul-op-de-meterwoning extra kunnen lenen, verhoogd van € 13.500 naar € 25.000. De bouwer moet hiervoor tenminste tien jaar de energieprestatie van de woning garanderen.

De markt voor huurwoningen lijkt voor deze energieconcepten wat eenvoudiger. Corporaties kunnen onder gelijkblijvende woonlasten de meerkosten van een woning verrekenen met de huur. Nul-op-de-meterwoningen worden op dit moment dan ook vooral gebouwd door woningcorporaties die de meerkosten op die manier terugverdienen.

7.1.2 Starters willen kopen, ouderen huren liever

Door beleidswijzigingen moeten lage middeninkomens, die voorheen voor een sociale huurwoning terecht konden bij de woningcorporatie, nu uitwijken naar de vrije huursector. In veel gevallen zijn dit starters die te veel verdienen voor een sociale huurwoning maar ook moeilijk een hypotheek krijgen. Hetzelfde geldt overigens voor ZZP’ers en flexwerkers.

De behoefte om te kopen onder starters is groot. Circa 85% van de starters in de woonenquête geeft aan een voorkeur te hebben voor het kopen van een woning. Circa 8% heeft geen voorkeur en circa 7% wil liever huren. Onder ouderen is het percentage dat een voorkeur heeft voor huren hoger: circa 47% heeft een voorkeur voor een huurwoning, circa 35% voor een koopwoning en circa 18% weet het niet of gaf geen antwoord op deze vraag.

Het aantal vrijesectorwoningen heeft voor een groot deel te maken met het feit dat het overgrote deel van de bouwvergunningen ging naar bouwers van koopwoningen. Deze bouwers zijn bereid meer te betalen voor een stuk grond dan beleggers of woningcorporaties die investeren in de bouw van huurwoningen. En dat is weer het gevolg van de lage rente en de hypotheekrenteaftrek die kopers de mogelijkheid biedt meer te betalen voor een woning dan voorheen.

Figuur 6: stelling “Heeft u een voorkeur voor een koop- of een huurwoning?”

afbeelding binnen de regeling

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

7.2 Uitgangspunten voor nieuwbouwwoningen in Vijfheerenlanden voor de komende vier jaar

We hanteren naast de regionale criteria de volgende lokale woningbouwdoelstellingen:

  • Behouden en verbeteren van het woonklimaat voor alle inwoners van gemeente Vijfheerenlanden.

  • Toevoegen woningen voor de oudere doelgroepen: we zetten zoveel mogelijk in op het realiseren van (betaalbare) levensloopbestendige woningen op locaties nabij voorzieningen.

  • Functionele noodzaak, oftewel: is er in de gemeente daadwerkelijk behoefte aan nieuwbouw of kunnen we vooruit met de bestaande woningvoorraad?

  • Het bevorderen van sociale samenhang tussen groepen bewoners/ zorgen voor voldoende draagvlak onder voorzieningen.

Aan de hand van deze doelstellingen toetsen we ontwikkellocaties, zodat wordt bijgedragen aan de woonkwaliteit in de wijken en kernen van gemeente Vijfheerenlanden. Ook gebruiken we deze doelstellingen om het woningbouwprogramma voor de komende jaren te prioriteren en faseren. Nieuwe plannen moeten dus aantoonbaar voldoen aan de vraag en een aanwinst voor het woningaanbod in Vijfheerenlanden zijn.

7.2.1 Nieuwbouwbehoefte in het sociale en marktsectorsegment

Over de gehele gemeente hanteren wij een percentage van tenminste 30% sociale huur- of koopwoningen. Met het overige deel van het nieuwbouwwoningen zetten we voldoende in op het bouwen voor starters en doorstromers en voegen we kwaliteit toe op bijzondere locaties. Ook behouden we de nodige flexibiliteit door nog niet voor alle locaties een programma vast te leggen.

Tabel 7: prognose op kernenniveau.9F9F Huishoudensprognoses op het schaalniveau behoeven voorzichtigheid (zie onderstaande tabel). Immers, hoe lager het schaalniveau, hoe groter de onzekerheidsmarges van de prognose. We adviseren u daarom bij een toekomstige woonprogrammering op dit niveau niet blind te staren op de prognosecijfers en deze vooral als richtinggevend te beschouwen.

Kernen

2020

2030

2040

Groei 2020-2030

Groei 2020-2040

Groei 2020-2030 (%)

Groei 2020-2040 (%)

Leerdam – Leerdam

7.795

8.230

8.470

435

675

6%

9%

Leerdam – Kedichem

445

445

455

-

10

0%

2%

Leerdam – Schoonrewoerd

610

625

640

15

30

3%

5%

Vianen – Vianen

6.995

7.280

7.450

285

455

4%

6%

Vianen – Hoef&Haag (CBS definitie: Hagestein)

960

2.375

3.060

1.420

2.105

148%

220%

Vianen – Everdingen11F11F (Inclusief Zijderveld)

780

820

860

45

80

6%

10%

Zederik – Lexmond

1.145

1.190

1.215

40

65

4%

6%

Zederik – Ameide

1.265

1.310

1.335

45

70

4%

5%

Zederik – Tienhoven

280

350

405

70

125

26%

44%

Zederik – Meerkerk

1.565

1.675

1.750

110

185

7%

12%

Zederik - Hei- en Boeicop

375

385

390

10

15

2%

4%

Zederik – Leerbroek

535

550

565

15

30

3%

6%

Zederik – Nieuwland

380

390

400

15

20

4%

5%

Totaal Vijfheerenlanden

23.130

25.625

26.995

2.505

3.865

 
 

Bron: ABF Research, Primos (2019). Afronding op 5-tallen.

7.2.2 De kwalitatieve uitbreidingsbehoefte op kernniveau valt samen met kernentypologie

We zetten bij het faciliteren van woninbouwplannen in op de volgende invulling:

  • Vianen en Leerdan zijn als stadjes de twee belangrijkste verzorgingskernen in Vijfheerenlanden. De kwalitatieve woonbehoefte ligt voor de verzorgingskernen in lijn met het doorstroommodel.

  • Hoef&Haag kent nog een grote toevoeging van huishoudens als gevolg van de geplande woningen in de kern Hoef&Haag.

  • De verzorgingsdorpen Ameide, Lexmond, Meerkerk en Schoonrewoerd vormen clusters van voorzieningen met daarin een wat grotere huishoudenstoename.

  • In de woondorpen is overal sprake van huishoudensgroei. Dat betekent dat overal een (kleine) bouwopgave ligt. De netto huishoudenstoename komt in de woonkernen volledig voor rekening van de groeiende doelgroep 65-plussers, waardoor doorstroming op gang kan komen.

  • Waar nodig ondersteunen we kleinschalige dorpsgebonden initiatieven voor starters uit de betreffende kernen.

WELKE DOELGROEPEN GROEIEN HET STERKST IN VIJFHEERENLANDEN?

  • Circa 83% van de huishoudens in Vijfheerenlanden (+/- 19.170 huishoudens) woont in een suburbaan/dorps woonmilieu.

  • Binnen de doelgroep gezinnen is de subdoelgroep ‘ruimte en gemak’ dominant. Het gaat om gezinnen met een relatief hoog inkomen. Zij geven de voorkeur aan een moderne en comfortabele woning met tuin en voldoende ruimte voor de kinderen. Ook zien we relatief veel gezinnen die in een meer landelijke setting wonen in Vijfheerenlanden. Zij hechten minder aan de aanwezigheid van voorzieningen, en hebben behoefte aan een rustige woonomgeving.

  • De voornaamste groei vindt plaats in de oudere doelgroepen op suburbane woonplekken, met name in de lagere inkomensklassen. De sterkst groeiende groep is ‘suburbane senioren’. Deze doelgroep heeft een relatief sterke voorkeur voor gelijkvloers wonen, in een betaalbaar appartement dicht bij voorzieningen zoals een buurthuis, zorg- of winkelcentrum. Sociale cohesie is voor hen belangrijk. Zij zijn doorgaans afhankelijk van OV en wonen daarom graag bij een bus- of treinstation in de buurt.

  • De wat kapitaalkrachtigere ouderen (zoals de doelgroepen ‘ruimtegenieters’ en ‘landelijke luxe’) zijn vaak meer koop- en vrijesectorhuur georiënteerd. Ze verkiezen ook vaak meer ruimte in en rondom de woning en zijn meer auto georiënteerd. Hun leefstijl is relatief meer op recreatie en consumptie gericht.

Zie het Woonbehoefte Onderzoek in de bijlage voor aanvullende informatie.

7.2.3 Handelingsperspectief bij het faciliteren van nieuwe woningbouwlocaties

Ook bij uitbreiding is het nodig dat de locatie geschikt is voor woningbouw.

  • We concentreren woningbouw allereerst op locaties die goed ontsloten zijn. Voor de ontsluiting vinden we openbaar vervoer en fiets belangrijker dan auto. Waar dit aanwezig is, of gerealiseerd kan worden, is uitbreiding mogelijk. In de rest van de kernen kan beperkt gebouwd worden voor eigen behoefte.

  • Passend woningaanbod voor jong en oud is hierin een uitgangspunt. De diversiteit in identiteit en mentaliteit onder de bevolking vertaalt zich terug in de woningvoorraad.

  • Bij deze bouwlocaties geldt ook dat de locatie geschikt moet zijn voor woningbouw.

  • Bij iedere woningbouwontwikkeling gaan we uit van duurzaamheid. De woningen zijn energieneutraal, klimaat adaptief, zuinig met drinkwater en worden circulair gebouwd.

  • Bij inrichting van de openbare ruimte wordt sociale veiligheid meegenomen in het ontwerp. Het verbinden van de kernen met het platteland er omheen ondersteunt ook onze identiteit, de rustige groene woonomgeving.

  • Inbreiding heeft de voorkeur, mits er voldoende ruimte is voor groen en water.

  • We zorgen dat we het voorzieningenniveau in onze kernen behouden, versterken en bereikbaar houden.

7.2.4 Aandacht voor transformatie van leegstaand vastgoed zoals kantoren, en vrijkomende agrarische bebouwing

We stimuleren transformatie van leegstaande kantoorgebouwen en vrijkomende agrarische gebouwen naar woningen en ontwikkelen hier als gemeente een visie op. Ook geven we vernieuwende woonvormen zoals ‘Tiny Houses’ en samenlevingsvormen zoals erfdelen, een kans. Collectief particulier opdrachtgeverschap krijgt een kans om inwoners zelf zeggenschap te geven over hun nieuwe woning en woonomgeving.

8 Wonen en zorg, langer zelfstandig wonen

Steeds meer mensen worden oud in hun huidige woning. Enerzijds omdat dit hun wens is en anderzijds omdat de overheid hierop aanstuurt. Dat leidt voor veel huishoudens tot andere wensen en eisen aan de woning en ook het voorzieningenniveau en andere aspecten van de omgeving van de woning. Vanuit de toename van het aantal oudere huishoudens en de veranderende woningbehoefte die hierbij hoort brengen we in dit hoofdstuk het zorggebruik in relatie tot wonen in kaart. We lichten allereerst enkele trends en ontwikkelingen toe die van invloed zijn op wonen en zorg. Daarna brengen we de vraag naar (wonen met) intra- en extramurale zorg in beeld waarna we een indicatie geven van de zorgbehoefte in 2029.

We merken hierbij op dat de intramurale zorgbehoefte aanvullend is op de reguliere woningbehoefte, terwijl extramurale zorgbehoevenden zelfstandige huishoudens vormen, die overlappen met de reguliere woningbehoefte, en deels in geclusterde woonvormen plaatsvinden.

INDICATIE TOEKOMSTIG ZORGGEBRUIK (INTRA- EN EXTRAMURAAL)

Om het toekomstig aantal intramurale zorgbehoevenden in beeld te brengen combineren we de huidige verdeling van zorgtypen (somatisch, psychogeriatrisch, verstandelijke gehandicapt, et cetera) per leeftijdsgroep met de ontwikkeling van de intramurale bevolking per leeftijdsklasse op basis van Primos 2019. We gaan hierbij uit van een gelijkblijvend aandeel zorgindicaties per type per leeftijdsklasse.

Het toekomstig aantal extramurale zorgbehoevenden brengen we op een vergelijkbare wijze in beeld. We zetten de huidige verdeling van zorgtypen (somatisch, psychogeriatrisch, verstandelijke gehandicapt, et cetera) per leeftijdsgroep af tegen het aantal reguliere huishoudens per leeftijdsklasse. Op basis van de groei van het aantal huishoudens per leeftijdsklasse kunnen we zo een indicatie geven van het te verwachten aantal extramurale zorgbehoevenden. In de praktijk valt dit aantal mogelijk nog hoger uit dan nu geraamd, als gevolg van de extramuralisering van zorgbehoevenden met een zorgzwaartepakket tot en met 4.

8.1 Zorgopgave van circa 190 intramurale en 490 extramurale zorgbehoevenden

TOELICHTING EN KANTTEKENINGEN ZORGPROGNOSE

We baseren ons op zorgindicaties uit 2015 die we extrapoleren met behulp van de huishoudensprognose Primos 2019. We kunnen een inschatting maken van de intramurale opgave; voor de extramurale opgave is dit minder gemakkelijk. Er zijn verschillende trends ingezet zoals de afbouw van zorg- en verpleegcentra, de hervorming van de intramurale geestelijke gezondheidszorg, de ambulantisering van de GGZ en de ambulantisering van beschermd wonen. De gevolgen hiervan zijn moelijker uit te drukken in prognoses, in het betreffende hoofdstuk gaan wij hier verder op in.

8.1.1 Intramurale zorg: grootste groep zijn verstandelijk gehandicapten

De leeftijd van de circa 755 personen in een intramurale zorgwoning

in Vijfheerenlanden loopt sterk uiteen, al zijn de oudste

leeftijdsgroepen wel sterk vertegenwoordigd: 22% is tussen 75 en

85 jaar en 40% is 85 jaar of ouder (zie aanvullend het

woonbehoefteonderzoek bij deze Woonvisie).

afbeelding binnen de regeling

8.1.2 Extramurale zorg: meerderheid heeft somatisch zorgprofiel AFBEELDING

Van de circa 1.600 personen die extramurale zorg ontvangen is circa 72% 65 jaar of ouder. Circa 1.070 personen ontvangen thuis somatische zorg, zo’n 67% van het totaalaantal extramurale zorgvragers. Meestal zijn dit personen met een licht zorgprofiel, waardoor dit percentage hoger is dan het percentage intramurale somatische zorgbehoevenden. Tegelijkertijd is door het doorgaans zware zorgprofiel het percentage psychogeriatrische patiënten dat thuis woont relatief klein, zo’n 4% van alle extramurale zorgvragers.

8.1.3 2030: toename van circa 190 intramurale en 490 extramurale zorgbehoevenden

Op basis van de huishoudensontwikkeling verwachten we in 2030 circa 195 extra intramurale zorgvragers in gemeente Vijfheerenlanden ten opzichte van 2020 (+26%). De gemiddelde leeftijd van een intramurale zorgvrager gaat omhoog: in 2030 is circa 72% van de intramurale huishoudens in Vijfheerenlanden 75 jaar of ouder, tegenover 63% in 2020.

8.1.4 Grotere intramurale somatische, psychogeriatrische en VG-zorgvraag in 2030

De huidige zorggebruikers worden ouder en schuiven door naar een hogere leeftijdsklasse zonder dat het type zorgvraag verandert. Hierdoor stijgt bijvoorbeeld het aantal intramurale psychiatrische patiënten met circa 10 naar 55 in 2030. Tegelijkertijd zien we als gevolg van de vergrijzing een groei van het aantal huishoudens met een somatische (+50) of psychogeriatrische (+65) intramurale zorgbehoefte. Een deel van de psychogeriatrische opgave landt door ambulantisering mogelijk extramuraal. Hier houdt de prognose geen rekening mee. De grootste groep intramurale zorgvragers, verstandelijk gehandicapten, stijgt met 65 naar circa 285 in 2030.

8.1.5 Sterke stijging aandeel huishoudens 75-85 jaar met extramurale somatische zorgvraag

In 2020 ontvangen in Vijfheerenlanden circa 1.630 huishoudens extramurale zorg. In 2030 zal dit aantal zijn met circa 30% zijn gestegen. Vooral onder 75- tot 85-jarigen groeit de extramurale zorgvraag sterk. De extramurale zorgvraag onder jongere huishoudens stijgt licht, met enkele procenten.

In 2030 zal de vraag naar extramurale somatische zorg zijn gestegen naar circa 1.530 zorgvragers, een toename van meer dan 40% ten opzichte van 2020. De overige extramurale zorgtypegroepen groeien met maximaal 45 zorgvragers in 2030. Aanvullend zijn er andere belangrijke zorgcategorieën die aandacht vragen:

  • Ambulantisering van beschermd wonen. Over de ambulantisering van Beschermd Wonen zijn in de regio Lekstroom (aansluitend bij de afspraken in U16-verband) afspraken gemaakt met betrekking tot huisvesting. Hierbij gaat het om een jaarlijkse extra vraag naar huisvesting van circa 7 tot 10 inwoners in Vijfheerenlanden die verwacht worden uit te stromen uit instellingen voor beschermd wonen. Zij moeten zelfstandig worden gehuisvest met begeleiding.

  • Extramuralisering van de psychogeriatrische intramurale zorg. Door vergrijzing gaat dit vermoedelijk om een relatief grote groep. Volgens de dementiemonitor van Alzheimer Nederland woont 70% van de dementerenden thuis. Pas in een relatief laat stadium kunnen patiënten terecht in een een verpleeghuis. Echter er is vaak sprake van wachttijden, waardoor nijpende situaties ontstaan. Naar verwachting is er behoefte aan woonvormen tussen zelfstandig wonen en wonen in een verpleeghuis.

  • Psychiatrische zorg. Psychiatrisch patiënten worden steeds meer opgevangen in de reguliere woningvoorraad.12F12F De Landelijke Monitor Ambulantisering en Hervorming Langdurige GGZ van het Trimbos Instituut monitort vraag en aanbod

  • De gemeente heeft per 1 januari 2020 de wettelijke verplichting (verplichte GGZ) tot nazorg en het realiseren van voorwaarden zoals huisvesting.

  • Ook de uitstroom uit instellingen voor jeugdzorg doet een beroep op mogelijkheden voor zelfstandige huisvesting of tijdelijke begeleide kleinschalige vormen van huisvesting.

De gemeente werkt aan een regiobeeld van GGZ-problematiek en behoefte aan (extramurale) zorg. Dat wordt verwacht in 2020. Het regiobeeld vormt mede de input voor de woonzorgopgave die de gemeente samen met de woningcorporaties onderzoekt.

BEKOSTIGING VAN ZORG, VAN AWBZ NAAR WMO EN WLZ

In 2015 is de wetgeving omtrent wonen en zorg gewijzigd. De bekostiging van de zorg is deels gedecentraliseerd. Extramurale zorg valt sinds 2015 onder de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning) (en de Jeugdwet) en wordt daarmee door de gemeenten bekostigd. Ook beschermd wonen intramuraal (psychogeriatrische zorg) valt onder de WMO. Alle overige intramurale zorg valt onder de WLZ (wet langdurige zorg) en wordt landelijk bekostigd.

8.1.6 Wonen, zorg en welzijn beschouwen we als samenhangende thema’s

Voor de meeste ouderen geldt dat zij in een gewone woning willen blijven wonen en niet verhuizen naar een specifieke woonvoorziening. De zorgbehoefte en aanpassingsbehoefte van de woning en woonomgeving zal voor een groot deel ontstaan daar waar de ouderen nu wonen. De nieuwe generatie ouderen woont vaker in grondgebonden koopwoningen, zodat de aanpassingsbehoefte zich steeds vaker voordoet in de koopsector. Daarnaast is aanvullend behoefte aan zorgvoorzieningen, nabij de woningen, vooral gericht op de stadjes en de verzorgingskernen.

Door het opwaarderen van woningen, zoals het aanbrengen van een traplift of een badkamer op de benedenverdieping, neemt de voorraad die geschikt is voor bewoning door ouderen en zorgvragers toe. Denk ook aan concepten als ‘kangoeroewoningen’, of modulaire woningen waarmee meerdere generaties tijdelijk of permanent samenleven in een eigen privéwoning waardoor een soort mantelzorgconcept wordt gerealiseerd. Ook bij de ontwikkeling van nieuwbouw houden we hier rekening mee en stellen we aanvullende eisen ten aanzien van de levensloopgeschiktheid.

8.1.7 Blijverslening biedt de kans om langer thuis te blijven wonen

In de (sociale) huursector ligt de opgave in een goede spreiding en toewijzing van (zorg)woningen. Wij faciliteren de Blijverslening: een aantrekkelijke lening voor ouderen om aanpassingen in het huis te verrichten zodat ze langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Verzorgingshuisplaatsen worden onder invloed van kabinetsbeleid afgebouwd en alleen een beperkt aantal verpleeghuisplaatsen voor ouderen blijft bestaan. Dit heeft invloed op de vraag naar thuiszorg. Als gemeente Vijfheerenlanden nemen we onze verantwoordelijkheid door te zorgen dat er binnen de gemeente voldoende huisvesting is voor de zorgbehoevenden.

In Vijfheerenlanden zijn zorginstellingen traditioneel redelijk vertegenwoordigd. Daarnaast houden we rekening met extra druk op de reguliere woningmarkt die ontstaat om te voorzien in de behoefte van inwoners met een beperkte zorgzwaarte en die niet meer intramuraal verzorgd wordt. Dit kunnen ook jongeren zijn.

8.1.8 Comfortcampagne voor meer bewustwording en kennis over langer zelfstandig wonen

Gewijzigd Rijksbeleid en andere voorkeuren maken dat mensen langer thuis wonen dan voorheen. De gemeente staat voor de uitdaging om hieraan handen en voeten te geven. Dit begint met het creëren van bewustwording bij mensen. Dat onze inwoners zelf actief gaan nadenken hoe zij op een prettige manier langer en gezonder thuis kunnen wonen, zoals zij dit zelf wensen.

De gemeenten in Vijfheerenlanden (Leerdam, Vianen en Zederik) hielden in oktober 2017 in samenwerking met Fien Wonen en LEKSTEDEWonen de beurs Slim& Vitaal Wonen in Vijfheerenlanden, Wonen, Leefstijl en Domotica. Inwoners konden kennisnemen van het thema langer thuis wonen en hun eigen beeld vormen over zaken zoals leefstijl, voeding en beweging, meer tijd voor genieten, gezond blijven en zingeving. Maar ouder worden is ook je veilig en geborgen voelen in je eigen huis. Door bijvoorbeeld woningaanpassing, slimme technologie en goed hang- en sluitwerk.

De gemeente Vijfheerenlanden komt ouderen tegemoet met de blijverslening, een financiële steun in de rug om bestaande woningen levensloopbestendig te maken door het aanbrengen van woningaanpassing.

9 Aanpasbaarheid en duurzaamheid

Op 28 juni 2019 zijn de plannen voor het Klimaatakkoord gepresenteerd. De overheid heeft met bedrijven en maatschappelijke organisaties onderhandeld om tot een eerlijk en uitvoerbaar akkoord te komen. In het Klimaatakkoord staan vijf sectortafels centraal, waarvan de sectortafel Gebouwde omgeving er een is.

De sectortafel Gebouwde omgeving kreeg de opdracht om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met 3,4 megaton te verlagen. Met uitzicht op een toekomst zonder gasaansluitingen is er voor deze sector gezocht naar maatregelen om energie te besparen. Ook is er gekeken hoe we de overgang van aardgas naar alternatieve bronnen mogelijk kunnen maken voor duurzame warmte in woningen en andere gebouwen. Het doel is om met de maatregelen de doelen van het akkoord van Parijs te halen. Nederland heeft samen met 194 andere landen vastgelegd dat de opwarming van de aarde ruim onder de twee graden moet komen en dat de uitstoot van broeikasgassen niet meer mag stijgen.

DE DRIE MEEST BELANGRIJKE MAATREGELEN VAN DE GEBOUWDE OMGEVINGSTAFEL ZIJN:

  • 1,5 miljoen woningen worden verduurzaamd in 2030, onder andere door verwarming op elektriciteit of aansluiting op een warmtenet. Voor de transitie is het belangrijk dat we overgaan van aardgas op een duurzame warmtebron.

  • Aardgas wordt duurder, elektriciteit wordt goedkoper. Een slimme energiebelasting stimuleert de overgang van gas naar elektriciteit. Meer woningen gaan verwarmd worden via warmtepompen of warmtenetten. Zo is er minder gas nodig.

  • Woningcorporaties gaan versneld maatregelen doorvoeren en 100.000 woningen verduurzamen. Als de verhuurder gaat verduurzamen, kunnen in één keer meerdere huizen en grotere complexen worden verduurzaamd. Dat levert snelle CO2-reductie op.

9.1 Transitie voor iedere inwoner mogelijk en betaalbaar

Als gemeente Vijfheerenlanden willen we graag een duurzame transitie stimuleren en staan we niet achter schijnoplossingen. Deze duurzame transitie omvat meer dan de energietransitie. Het gaat om: ‘van het gas af’ en energiebesparing, maar ook om klimaatadaptatiemaatregelen en het gebruik van circulaire bouwmaterialen. Er zijn in Vijfheerenlanden daarnaast nog andere opgaven, zoals rekening houden met de bodemdaling en asbestverwijdering uit bestaand vastgoed. Waar het gaat om aanpasbaarheid doelen we op woontechnische verbeteringen, zoals het levensloopbestendig maken van woningen, het wegwerken van achterstallig onderhoud, en veiligheidsmaatregelen. We vinden het daarbij belangrijk dat iedereen hieraan mee kan doen.

Als gemeente Vijfheerenlanden hebben we een regisserende rol in de omslag naar duurzame warmte en maken transitieplannen voor onze kernen en wijken. We werken regionaal samen in de Regionale Energie Strategie aan het verdelen van de opwekking van duurzame energie over de regiogemeenten. In juni 2020 moet er een definitief bod liggen. In het Klimaatakkoord staat dat er een isolatienorm komt voor verschillende woningtypen, maar hoe deze eruit komt te zien is nog niet helemaal duidelijk. Dit is wel belangrijk omdat op dit moment iemand niet kan beoordelen of een woning voldoende is geïsoleerd. Ook weten we niet of de norm een advies of verplichting wordt. Dat betekent dat we als gemeente aansluiten bij de landelijke en regionale normen die hierover worden vastgelegd. Daarnaast maken we afspraken met woningcorporaties over de verduurzaming van de bestaande voorraad en stimuleren we particuliere eigenaren om hun woning te verduurzamen.

  • Wij organiseerden in Vijfheerenlanden in oktober 2019 een Energietransitie-congres, waar onze inwoners en ondernemers inhoudelijke experts op dit onderwerp konden ontmoeten. We doen een pilot samen met inwoners en ondernemers hoe een wijk of kern klimaatneutraal of gasvrij kan worden. De resultaten daaruit leggen wij uiterlijk in 2021 aan de gemeenteraad voor. Daaruit wordt duidelijk hoe wij omgaan met de energietransitie.

  • De energielasten vormen een groeiend deel van de totale woonlasten. Dit is extra relevant voor lagere inkomens in huur en koop. De woningcorporaties steken veel energie in verbetering van de woningvoorraad. Binnen de financiële kaders van nu werken zij met het Programma duurzaamheid en energie. Daarbinnen worden tot 2020 90% van alle huurwoningen energetisch verbeterd tot minimaal Label C. (ca. 17.000 woningen) en stimuleren zij samen met ons gedragsverandering in stookgedrag via voorlichting;

  • Bij particulieren is verbetering van de huidige woningvoorraad een uitdaging. We organiseren wijkavonden, stellen wooncoaches en energieloketten beschikbaar.

  • Ook bij het inrichten van woonwijken houden we rekening met de wateropgave door gebruik van waterdoorlatende verharding waar dat mogelijk en passend is.

  • Daarnaast heeft ook onze woningbouwopgave gevolgen voor het klimaat. Wij willen een deel van de CO2-uitstoot die hier het gevolg van is compenseren door het planten van bomen voor woningen die in onze gemeente gebouwd worden.

9.2 Belangrijkste drijfveer: lagere rekening of terugdringen klimaatverandering?

In de woonenquête stelden we de vraag wat de belangrijkste drijfveer zou zijn in het geval zou worden gekozen voor het verduurzamen van de woning. Opnieuw hebben we onderscheid gemaakt tussen antwoorden van starters, ouderen en de middengroep.

Van de respondenten die we rekenen tot de starters geeft circa 17% aan dat de belangrijkste reden om de woning te verduurzamen de lagere energierekening zou zijn. Circa 15% kijkt uit naar een gezonder binnenklimaat en meer comfort van de woning en 6% ziet de verduurzaming van de woning vooral als investering zodat de woning beter verkoopbaar is of voor een hogere prijs. Een ruime meerderheid van de starters, circa 61%, geeft aan dat het bijdragen aan het terugdringen van de klimaatverandering de belangrijkste drijfveer zou zijn om de woning te verduurzamen.

Opvallend genoeg is dit laatste onder ouderen minder het geval. Slechts 29% van de ouderen die deelnamen aan de woonenquête geeft aan te willen verduurzamen met als belangrijkste motivatie het terugdringen van klimaatverandering. Circa 45% van de ouderen ziet de lagere energierekening als belangrijke reden om te kiezen voor verduurzaming van de woning. Daarnaast zegt circa 16% meer comfort en een gezonder binnenklimaat belangrijk te vinden. De middengroep volgt in grote lijnen de ouderen, al is een iets hoger percentage, circa 37%, ervan overtuigd dat het verduurzamen van de woning vooral moet worden gedaan om klimaatverandering terug te dringen. Bijna 43% is vooral uit op een lagere energierekening.

Figuur 7: stelling: “Stel, u kiest voor verduurzamen van uw woning, wat is dan uw belangrijkste drijfveer?”

Bron: woonenquête Vijfheerenlanden, bewerking Stec Groep (2019)

afbeelding binnen de regeling

10 De inwoner aan zet: initiatieven van onderop

10.1 De gemeente Vijfheerenlanden maakt ruimte, nodigt uit, faciliteert en treedt op als regievoerder

Een belangrijk speerpunt van gemeente Vijfheerenlanden is dat we onze doelen voor de woningmarkt willen bereiken in samenspraak met onze inwoners. Daarbij willen we een goede balans bereiken tussen overheidstaken en zelfregulering. Wij willen samen met onze inwoners vormen van participatie ontwikkelen die passen bij de aard en cultuur van onze lokale gemeenschappen.

Deze Woonvisie is een uitnodiging aan partijen om met ons aan de slag te gaan om het wonen in Vijfheerenlanden aangenaam te laten zijn, in welke kern je ook woont. Het gevoel voor eigenheid en diversiteit en betrokkenheid bij de eigen kern en de gemeente als geheel. De gemeente vindt het belangrijk om initiatieven van inwoners en anderen te zo veel als mogelijk te faciliteren. Als gemeente onderscheiden we de volgende belanghebbenden:

  • De woningcorporaties Fien Wonen, Kleurrijk Wonen en Lekstede Wonen

  • Huurdersbelangenvertegenwoordigers

  • Bewonersinitiatieven (particuliere initiatienemers soms vertegenwoordigd in een collectief of stichting)

  • Zorgaanbieders

  • Marktpartijen

Tegelijkertijd willen we duidelijkheid geven over de wijze waarop we met welke partij willen omgaan. Dat kan per rol en thema of situatie verschillen, maar begint met een open en faciliterende houding van de gemeente.

Met de corporaties willen we prestatieafspraken maken. Marktpartijen nodigen we uit om hun actuele kennis en kunde van de woningmarkt in Vijfheerenlanden en de verschillende kernen met ons te delen en hierover de dialoog met ons aan te gaan. Daarbij stimuleren en verleiden we hen om te bouwen voor de behoefte vanuit de kernen en de regio. Ook richting particuliere initiatiefnemers maken we duidelijk of de gemeente zaken regelt, coördineert of faciliteert. Het mogelijk maken van een lokaal gedragen initiatief gericht op bijvoorbeeld starters of ouderen of een doelgroep met specifieke woonwensen- en eisen willen we daarbij zoveel mogelijk omarmen, op locaties die hiervoor ruimtelijk passend zijn.

10.2 Middelen voor inwonersinitiatieven

In de Woonvisie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben we afgesproken om als regio initiatieven uit de samenleving te ondersteunen. Belangrijk criterium is dat deze initiatieven direct of indirect de sociale samenhang bevorderen.

Het succes van kerngericht werken is uiteindelijk de kracht van het netwerk dat hierdoor wordt ontwikkeld. We beginnen vanzelfsprekend niet op nul. De drie gemeenten hebben al concrete stappen hierbij gezet. Succesvolle voorbeelden uit Hei- en Boeicop, Everdingen en Achter de Pijp (Leerdam) illustreren dit.

Bijlage A - Begrippen en definities

10.3 Betaalbare woningen

Huurwoningen met een kale huur tot circa € 607 en koopwoningen tot € 225.000 (prijspeil 2019).

10.4 (Buiten) bestaand stedelijk gebied (BSG)

Bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing voor wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, en ook de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.

10.5 (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap (CPO/PO)

Particulier Opdrachtgeverschap is een vorm van projectontwikkeling, waarbij een particulier opdrachtgever is voor de bouw van een woning. Dit wordt ook wel zelfbouw genoemd. Bij Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is een groep toekomstige bewoners gezamenlijk opdrachtgever voor hun eigen nieuwbouwproject.

10.6 Doelgroepen van het volkshuisvestingsbeleid

Tot de primaire doelgroep van het volkshuisvestingsbeleid behoren alleenstaanden met een belastbaar jaarinkomen tot € 22.700 en meerpersoonshuishoudens met een belastbaar inkomen tot € 30.825. De secundaire doelgroep bestaat uit huishoudens met een bruto jaarinkomen tussen de inkomensgrens voor de primaire doelgroep en € 36.798 (tot en met 2020: €41.056) afhankelijk van de samenstelling van het huishouden.

10.7 Doorstromers

Huishoudens die een andere woning betrekken en daarbij hun huidige woning vrijmaken.

10.8 Energieprestatiecoëfficiënt (EPC)

Een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) drukt uit hoe energiezuinig een woning is.

10.9 Kernwoningvoorraad

Huurwoningen met een huur tot aan de aftoppingsgrens voor de huurtoeslag. De aftoppingsgrens voor één- en tweepersoonshuishoudens ligt op € 607, voor huishoudens die uit drie of meer mensen bestaat is dit circa € 651 (prijspeil 2019).

10.10 Levensloopbestendige woning

Een woning die al geschikt is (of eenvoudig aan te passen) voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners. Zo voldoet de woning in alle levensfasen aan de behoeften die de bewoner dan heeft.

10.11 Middeninkomen

Tot de middeninkomens worden alle huishoudens met een (gezamenlijk) belastbaar jaarinkomen tussen  € 36.798 en € 47.073 gerekend.

10.12 Scheefheid

Goedkope scheefheid: huishoudens die niet tot de primaire of secundaire doelgroep behoren in een huur­woning met een kale huurprijs tot circa € 607. Dure scheefheid: huishoudens uit de primaire doelgroep in een huurwoning met een kale huurprijs hoger dan circa € 607.

10.13 Senioren

Huishoudens met één of meer personen in de AOW-leeftijd.

10.14 Starters

Huishoudens die een woning betrekken en daarvoor niet zelfstandig woonden.

10.15 Verhuisgeneigdheid

Men is verhuisgeneigd als men de vraag ‘heeft u plannen om te verhuizen?’ met ‘ja, zeker’ of met ‘ja, misschien’ beantwoord heeft.

10.16 Vrijesectorhuurwoning

Of geliberaliseerde huurwoning. Huurwoning met een huurprijs boven de liberalisatiegrens van € 720 per maand (prijspeil 2019).

Ondertekening

Bijlage I Woonbehoefte analyse

In dit document gaan we in op de demografische ontwikkeling, bestaande voorraad en de toekomstige woningbehoefte in Vijfheerenlanden. We vertalen de omvang en ontwikkeling van doelgroepen naar een indicatieve kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte. Op basis van de doelgroepenontwikkeling, woonvoorkeuren en de bestaande voorraad schetsen we een beeld voor de komende jaren.

1.1 Demografie: afvlakkende huishoudensgroei in alle kernen door vergrijzing

1.1.1 Primos 2019 leidend voor Woningbehoefteonderzoek

Een demografische analyse dient als basis voor de toekomstige woningbehoefte. We maken gebruik van Primos 2019 om de huishoudensontwikkeling in kaart te brengen. Primos 2019 is de meest recente prognose voor Vijfheerenlanden. De prognose valt hoger uit dan de recente CBS 2019-prognose en eerdere Primos prognoses. De verschillen met eerdere Primos prognoses komen voort uit een aantal factoren, waarvan de gewijzigde woningmarktregio in combinatie met gebruik van Het WoON2018 (in plaats van WoON2015) vermoedelijk de belangrijkste zijn. Daarnaast schuiven historische ontwikkelingen een jaar op. Prognoses geven een ontwikkelrichting voor de toekomst en zijn gebaseerd op aannamen. Beschouw de prognose daarom als richtinggevend en monitor goed of de daadwerkelijke huishoudensgroei in lijn ligt met geprognosticeerde cijfer. Stel waar nodig uw beleid bij.

Figuur 1: huishoudensontwikkeling Vijfheerenlanden

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2019), Primos (2017, 2018 & 2019).

1.1.2 Groei aantal huishoudens naar verwachting tussen de 11% tot 2030

Op 1 januari 2020 telt de gemeente Vijfheerenlanden ruim 23.130 huishoudens (woningvoorraad: 24.420, zie paragraaf 1.3). Primos prognosticeert de volgende ontwikkelingen:

  • Op basis van Primos 2019 groeit het aantal huishoudens in Vijfheerenlanden tussen 2020-2030 met ruim 11%, +2.500 huishoudens.

  • Tussen 2030-2040 zet de groei verder door, maar minder hard. Tussen 2030 en 2040 komen er naar verwachting nog circa 1.370 huishoudens bij.

  • Primos houdt geen rekening met extramuralisering van zorg. Hierdoor kan een extra opgave ontstaan. Zie hiervoor het hoofdstuk over wonen en zorg.

1.1.3 Vianen sterkst groeiende kern, sterke groei aantal en aandeel 65-plushuishoudens gemeentebreed

Onderstaande tabel geeft voor de periode van 2020 tot 2030 de huishoudensontwikkeling weer per kern en in totaal voor de gemeente Vijfheerenlanden. We kijken ook naar de huishoudensontwikkeling tot 2040. Er zijn sterke verschillen tussen de afzonderlijke gebieden:

  • Het aantal huishoudens groeit in absolute en relatieve zin het hardst in Vianen. Het aandeel ouderen neemt het snelst toe in Leerdam.

  • Gezinnen zijn in absolute aantallen met ongeveer 9.040 gezinshuishoudens de grootste doelgroep in Vijfheerenlanden. De omvang van deze groep neemt de komende jaren verder toe.

  • Het aantal jonge huishoudens (tot 35 jaar) in Vijfheerenlanden krimpt tot 2030 met zo’n 9% gemeente-breed. In Vianen neemt het aantal jonge huishoudens de komende tien jaren nog wel toe, maar op lange termijn krimpt ook hier de jongere doelgroep.

  • De oudere doelgroep groeit relatief hard. Het aantal alleenstaanden en stellen boven de 65 jaar neemt tot 2030 toe met circa 30%, en tot 2040 in totaal met zo’n 52%.

  • In paragraaf 1.7 en sub-bijlage A5 gaan we dieper in op de huishoudensontwikkeling op kernenniveau.

Tabel 1: huishoudensontwikkeling per doelgroep

Vijfheerenlanden

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

2.220

-200

-9%

-470

-21%

Gezinnen

9.040

400

4%

750

8%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

5.120

330

6%

50

1%

Alleenstaanden & stellen 65 +

6.670

1.970

30%

3.490

52%

Overig (Overige huishoudens betreft een restgroep. Het gaat om particuliere huishoudens die uitsluitend bestaan uit ‘overige leden.’ Overige leden zijn personen die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaken van een particulier huishouden. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan iemand die samen met broer(s) en/of zus(sen) een huishouden vormt, een pleegkind, of een kostganger die bij een gezin inwoont.)

90

10

11%

65

72%

Totaal

23.130

2.510

11%

3.885

17%

Leerdam

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

820

-210

-26%

-290

-35%

Gezinnen

3.380

-30

-1%

-90

-3%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.990

-60

-3%

-250

-13%

Alleenstaanden & stellen 65 +

2.620

760

29%

1.350

52%

Overig

40

-5

-13%

5

13%

Totaal

8.850

455

5%

725

8%

 

Vianen

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

920

140

15%

-30

-3%

Gezinnen

3.410

420

12%

790

23%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.920

450

23%

470

24%

Alleenstaanden & stellen 65 +

2.460

720

29%

1.350

55%

Overig

30

15

50%

60

200%

Totaal

8.730

1.745

20%

2.640

30%

Zederik

Doelgroep

Huis­houdens 2020

Ontwikkeling 2020-2030

Ontwikkeling 2020-2030 relatief

Ontwikkeling 2020-2040

Ontwikkeling 2020-2040 relatief

Alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

480

-130

-27%

-150

-31%

Gezinnen

2.250

10

0%

50

2%

Alleenstaanden & stellen 35-65 jaar

1.210

-60

-5%

-170

-14%

Alleenstaanden & stellen 65 +

1.590

490

31%

790

50%

Overig

20

0

0%

0

0%

Totaal

5.550

300

6%

520

9%

Bron: Primos (2019). Afronding op vijftallen en hele procenten (daardoor kunnen optellingen afwijken).

1.1.4 Vooral groei doelgroep suburbane 65-plussers

Als basis voor de kwalitatieve woningbehoefte vertalen we de prognosecijfers naar specifieke doelgroepen. We hanteren onze Stec-Doelgroepenindeling van 25 doelgroepen, gebaseerd op woonmilieu, leeftijd, inkomen en samenstelling van huishoudens. We gebruiken harde gegevens van het CBS, de Primos 2019, WoON2015 en WoON2018 om tot indicatieve aantallen en de ontwikkeling van deze doelgroepen te komen. Met ons model brengen we de huidige omvang van de doelgroepen in beeld en geven we een doorkijk naar 2030 (in sub-bijlage A3 leest u uitgebreide doelgroepprofielen). Wat valt op?

  • Circa 83% van de huishoudens in Vijfheerenlanden (+/- 19.170 huishoudens) woont in een suburbaan/dorps woonmilieu (conform ABF-woonmilieucategorieën). De resterende huishoudens wonen in landelijke woonmilieus (ca. 3.870 huishoudens). Stedelijke woonmilieus (in de definities van de woonmilieucategorieën van ABF) zijn er niet in Vijfheerenlanden.

  • Binnen de doelgroep gezinnen is de subdoelgroep ‘ruimte en gemak’ dominant. Het gaat om gezinnen met een relatief hoog inkomen. Zij geven de voorkeur aan een moderne en comfortabele woning met tuin en voldoende ruimte voor de kinderen. De woonomgeving is doorgaans ruim opgezet, suburbaan, maar wel binnen bereik van voorzieningen. Deze doelgroep is relatief carrièregericht en statusgevoelig. Onderscheidende architectuur en een hoog afwerkingsniveau zijn een pré. Ook zien we in Vijfheerenlanden relatief veel gezinnen die in een meer landelijke setting wonen in Vijfheerenlanden. Zij hechten minder aan de aanwezigheid van voorzieningen, en hebben behoefte aan een rustige woonomgeving.

  • De voornaamste groei vindt plaats in de oudere doelgroepen op suburbane woonplekken, met name in de lagere inkomensklassen. De sterkst groeiende groep is ‘suburbane senioren’. Deze doelgroep heeft een relatief sterke voorkeur voor gelijkvloers wonen, in een betaalbaar appartement dicht bij voorzieningen zoals een buurthuis, zorg- of winkelcentrum. Sociale cohesie is voor hen belangrijk. Zij zijn doorgaans sterk afhankelijk van OV en wonen daarom graag bij een bus- of treinstation in de buurt. De wat kapitaalkrachtigere ouderen (zoals de doelgroepen ‘ruimtegenieters’ en ‘landelijke luxe’) zijn vaak meer koop- en vrijesectorhuur georiënteerd. Ze verkiezen ook vaak meer ruimte in en rondom de woning en zijn meer auto georiënteerd. Hun leefstijl is relatief meer op recreatie en consumptie gericht.

Tabel 2: doelgroepenontwikkeling Vijfheerenlanden

Doelgroep

Huishoudenssamenstelling

Inkomen

Stand 2020

Stand 2030

Ontwik-keling

Suburbaan/dorps woonmilieu

Vroeg Volwassen

alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

laag

630

460

-170

Veel voor weinig

alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

midden en hoog

1.415

1.430

15

Familie doorzon

Gezinnen

laag en midden

1.860

1.960

100

Ruimte en Gemak

Gezinnen

hoog

5.795

6.070

275

Jong geleerd, oud gedaan

alleenstaanden en stellen 35 - 64 jaar

laag

1.815

1.880

65

Woonerf Welgestelden

alleenstaanden en stellen 35 - 64 jaar

midden en hoog

2.060

2.210

150

Suburbane Senioren

alleenstaanden en stellen 65 jaar en ouder

laag

4.285

5.550

1.265

Ruim(t)egenieters

alleenstaanden en stellen 65 jaar en ouder

midden en hoog

1.305

1.695

390

Landelijk woonmilieu

Lokaal gebonden

alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

laag

105

75

-30

Blijvers en Terugkeerders

alleenstaanden & stellen tot 35 jaar

midden en hoog

60

45

-15

Betaalbare ruimte gezin

Gezinnen

laag

310

310

0

Gegoed ruraal gezin

Gezinnen

midden en hoog

1.075

1.100

25

Blijf-in-de-wijkers

alleenstaanden en stellen 35 - 64 jaar

laag

760

805

45

Stadsontwijkers

alleenstaanden en stellen 35 - 64 jaar

midden en hoog

485

555

70

Landelijke eenvoud

alleenstaanden en stellen 65 jaar en ouder

laag

720

930

210

Landelijke luxe

alleenstaanden en stellen 65 jaar en ouder

midden en hoog

360

465

105

Totaal

 
 

23.040

25.540

2.500

Bron: Primos (2019), WoON2015/2018, bewerking Stec Groep (2019).

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.1

  • De huishoudensgroei in Vijfheerenlanden zet door, maar vlakt af. De komende 10 jaar is er een uitbreidingsbehoefte van circa 2.500 in Vijfheerenlanden.

  • De grootste uitbreidingsbehoefte zit in Vianen (+1.745), in Leerdam (+455) en Zederik (+300) is de uitbreidingsbehoefte relatief beperkter.

  • Onderliggend is sprake van vergrijzing. De doelgroep 65-plussers groeit in Vijfheerenlanden met 30% tot 2030. De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar krimpt met 9%. De doelgroep gezinnen groeit met 8%.

  • Bewoners van Vijfheerenlanden zijn overwegend suburbaan en dorps georiënteerd (83%). Ook landelijk georiënteerde doelgroepen (17%) zijn sterk vertegenwoordigd. Stedelijk georiënteerde doelgroepen ontbreken in Vijfheerenlanden.

1.2 Bijna 60% verhuizingen binnen Vijfheerenlanden, sterke relatie met Utrecht 

1.2.1 Migratiesaldo groeit, vooral toename aantal vestigingen in Vianen

Het gebied Vijfheerenlanden kent sinds 2014 een vestigingsoverschot (zie onderstaande figuur). Gemiddeld lag het migratiesaldo op circa +105 personen per jaar. De laatste twee jaar is het overschot sterk gegroeid, met name door een groter positief migratiesaldo in Vianen. In 2017 was de instroom het grootst (+515), mede veroorzaakt door een grote instroom naar Zederik. Voor de verhuisrelaties in onderstaande figuur zijn de aantallen gecorrigeerd voor de afzonderlijke gebieden binnen de gemeente Vijfheerenlanden. Verhuizingen tussen Leerdam, Vianen en Zederik onderling zijn niet meegenomen in de berekening.

Naar verwachting heeft de extra instroom van de laatste jaren te maken met de huidige marktdruk in Utrecht. Het is nog te vroeg om te concluderen dat de hoge instroom van 2016 en 2017 structureel is. Naast de aanhoudende verstedelijking in de Randstad heeft de huidige hoogconjunctuur hoogstwaarschijnlijk relatief veel invloed. Een omslag in de conjunctuur heeft mogelijk gevolgen voor de toekomstige instroom.

Figuur 2: migratiesaldo Vijfheerenlanden, 2011-2017

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2018). Afronding op vijftallen.

1.2.2 Sterke interne verhuisdynamiek, daarnaast relatie met Utrecht en Nieuwegein

Circa 58% van de verhuisbewegingen tussen 2012 en 2017 in Vijfheerenlanden zijn intern. Daarnaast zien we ook instroom vanuit andere gemeenten, met Utrecht (6% van de instroom) en Nieuwegein (4% van de instroom) als belangrijkste relaties. De relatie met Gorinchem en Lingewaal is minder sterk (2% van de instroom). Uitgaande verhuizingen vertonen ongeveer hetzelfde patroon: Utrecht (5%), Nieuwegein (3%), Gorinchem (3%) en Lingewaal (2%).

Zoomen we in op leeftijd, dan valt op dat Vijfheerenlanden een vestigingsoverschot kent bij de doelgroepen tussen de 30 en 65 jaar. Ook is er een vestigingsoverschot van personen ouder dan 65 jaar (migratie versterkt dus de vergrijzingstrend). Bij de doelgroep tot 30 jaar zien we juist een vestigingstekort.

Figuur 3: vestiging en vertrek personen naar leeftijd, 2012-2017 (links); aandeel verhuisde personen van en naar Vijfheerenlanden, 2011-2017, top 10 herkomst- en vestigingsgemeenten (rechts)

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2018), cijfers 2012-2017.

1.2.3 Sterke connectie tussen Zederik en overige kernen, instroom Vijfheerenlanden komt vooral uit Utrecht

Leerdam is relatief gezien het meest op zichzelf gericht. Tussen de 59% en 61% van de verhuizingen is binnengemeentelijk. Vianen heeft een sterke connectie met Utrecht: 12% van de naar Vianen verhuisde personen is afkomstig uit Utrecht, in Leerdam is dit 3% en in Zederik 4%. Ook de onderlinge samenhang is zichtbaar, Zederik heeft de sterkste verhuisrelaties met Leerdam en Vianen.

De cijfers in onderstaande tabel geven inzicht in de totale verhuisdynamiek. Voor verhuisbewegingen in de sociale voorraad ligt de interne verhuisdynamiek doorgaans hoger. Dat geven de corporaties aan.

Tabel 3: verhuisdynamiek op gemeenteniveau 2011-2017

Verhuisbewegingen

Leerdam

Verhuisbewegingen

Vianen

Inkomend

 

Uitgaand

 
 

Inkomend

 

Uitgaand

 

Intern

59%

Intern

61%

 

Intern

47%

Intern

47%

Lingewaal

5%

Lingewaal

5%

 

Utrecht

12%

Utrecht

9%

Gorinchem

3%

Gorinchem

4%

 

Nieuwegein

9%

Nieuwegein

7%

Zederik

3%

Geldermalsen

3%

 

Ijsselstein

3%

Ijsselstein

3%

Utrecht

3%

Utrecht

2%

 

Houten

2%

Zederik

3%

Verhuisbewegingen

Zederik

Verhuisbewegingen

Vijfheerenlanden

Inkomend

 

Uitgaand

 
 

Inkomend

 

Uitgaand

 

Intern

51%

Intern

53%

 

Intern

58%

Intern

59%

Leerdam

4%

Leerdam

5%

 

Utrecht

6%

Utrecht

5%

Vianen

4%

Gorinchem

5%

 

Nieuwegein

4%

Nieuwegein

3%

Utrecht

4%

Utrecht

3%

 

Lingewaal

2%

Gorinchem

3%

Giessenlanden

4%

Vianen

3%

 

Gorinchem

2%

Lingewaal

2%

Bron: CBS (2018), cijfers 2011-2017.

 

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.2

  • 58% verhuisdynamiek vindt plaats binnen Vijfheerenlanden. Daarmee is sprake van licht beneden gemiddelde tot gemiddelde interne dynamiek.

  • Het migratiesaldo voor Vijfheerenlanden is positief en stijgt. Dit duidt op overloop van huishoudens vanuit Utrecht. Het gaat vooral om doelgroepen tussen de 30 en 65 jaar, vermoedelijk gezinnen. De stijgende (netto) instroom hangt naar verwachting deels samen met de huidige hoogconjunctuur en druk op de Utrechtse woningmarkt.

  • De instroom van buiten Vijfheerenlanden komt primair uit Utrecht en Nieuwegein. Instroom landt grotendeels in Vianen en in mindere mate in Leerdam en Zederik. Mogelijk kan dit worden verklaard vanuit de geografische ligging van Vianen ten opzichte van Utrecht: Vianen ligt dichter bij Utrecht dan Leerdam en Zederik.

1.3 Woningvoorraad: koopwoningen dominant in Vijfheerenlanden, sociale voorraad concentreert zich in Leerdam

In het bepalen van de toekomstige woningbehoefte kijken we eerst naar de omvang en kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Hier schetsen we een beeld van de huidige stand van de woningvoorraad in de gemeente Vijfheerenlanden, en de drie kerngebieden afzonderlijk.

1.3.1 Vijfheerenlanden: grootste deel woningvoorraad is (eengezins)koopwoning

De gemeente Vijfheerenlanden telt circa 24.420 woningen (peildatum 1 januari 2019, CBS). Onderstaande figuren geven de woningvoorraad in Nederland, de totale gemeente Vijfheerenlanden en per kerngebied weer. We kijken hierbij naar prijsvorm, eigendom en type. Uit de figuur blijkt dat de woningvoorraad in Vijfheerenlanden voor bijna twee derde deel bestaat uit koopwoningen. Zo’n 4% van de woningvoorraad is een particuliere huurwoning, lager dan het landelijk gemiddelde (7%). Het resterende deel is in bezit van een corporatie (33%).

Wat valt op in de afzonderlijke gebieden?

  • In Zederik ligt het aandeel koopwoningen ver boven het gemiddelde voor de gemeente (73% tegenover 63%), terwijl dit aandeel in Leerdam (55%) juist relatief laag ligt.

  • Het aandeel woningen in de gereguleerde huur ligt in Leerdam (zo’n 41%) juist relatief ver boven het gemiddelde (33% voor Vijfheerenlanden). Dit is historisch zo gegroeid, onder andere door de vroegere aanwezigheid van een glasfabriek, houtzagerij en kaasfabriek in Leerdam. In Zederikzijn er juist relatief weinig woningen in de gereguleerde huur (22%).

  • Het aandeel vrijesectorhuur (boven liberalisatie grens) ligt in alle gebieden onder het landelijk gemiddelde. Dit aandeel is vooral in Vianen laag. Hier bestaat 3% van de woningvoorraad uit woningen in de vrijesectorhuur.

Figuur 4: verdeling woningvoorraad naar prijsvorm (boven) en eigendom en type (onder)

afbeelding binnen de regeling

Bron: Lokale Monitor Wonen (2017), CBS (2018), Syswov (2017)

1.3.2 Circa 61% woningen in Vijfheerenlanden gebouwd in periode 1945 - 1990

In Vijfheerenlanden is bijna tweederde van de woningen gebouwd tussen 1945 en 1990 (met de nadruk op de periode 1970-1990). Dit aandeel ligt hoger dan het gemiddelde voor heel Nederland (55%). Doorgaans worden woningen uit de naoorlogse periode minder aantrekkelijk gevonden dan woningen die eerder of later zijn gebouwd. Qua energieverbruik zijn deze woningen meestal ook minder zuinig.

  • Met name in Vianen is het aandeel woningen uit deze periode relatief groot (69%).

  • In Zederik zijn relatief weinig woningen gebouwd in de naoorlogse periode. Hier zijn juist veel woningen gebouwd in de periode na 2000 (15% tegenover 13% in heel Vijfherenlanden en 14% op nationaal niveau), ten tijde van de verzelfstandiging van het Woonbedrijf.

Figuur 5: bouwperiode gemeente Vijfheerenlanden, kerngebieden en Nederland

afbeelding binnen de regeling

Bron: Syswov (2017)

1.3.3 27% woningen in Vijfheerenlanden heeft ‘groen’ energielabel

De meeste woningen in de gemeente Vijfheerenlanden zijn geclassificeerd met energielabel ‘C’. Het gaat om zo’n 33% van de totale woningvoorraad. 18% heeft het meest zuinige energielabel ‘A’. 9% van de woningen in de regio heeft energielabel ‘B’. Ruim een kwart van de woningvoorraad heeft label ‘F’ of ‘G’.

Figuur 6: energielabels gemeente Vijfheerenlanden en kerngebieden

Leerdam: Kedichem, Leerdam, Oosterwijk en Schoonrewoerd.

Vianen: Everdingen, Hagestein, Hoef en Haag, Ossenwaard, Vianen en Zijderveld.

Zederik: Ameide, Hei- en Boeicop, Leerbroek, Lexmond, Meerkerk, Nieuwland en Tienhoven aan de Lek.

afbeelding binnen de regeling

Bron: BAG (2019)

Let op: de classificering van de voorraad is gebaseerd op de best beschikbare informatie per woning: als er een vastgesteld label beschikbaar is dan is dat label gehanteerd (bron: Basisregistratie Adressen en Gebouwen), anders is een voorlopig label toegekend op basis van bouwjaar en woningtype.

1.3.4 Ruim 80% woningvoorraad Vijfheerenlanden aanpasbaar

Van de woningen in Vijfheerenlanden kan vier vijfde deel worden aangepast naar de behoeftes van minder valide mensen. Het aantal nultredenwoningen ligt momenteel op 12%. Van 5% van de woningen is tot op heden onbekend of deze aanpasbaar is, terwijl 2% niet aanpasbaar is naar een nultredenwoning.

  • In Zederik is het aantal en aandeel nultredenwoningen relatief groot, in 17% van de gevallen betreft het een nultredenwoning.

  • In Leerdam zijn relatief veel woningen niet levensloopgeschikt. Voor 4% van de woningvoorraad is het niet mogelijk de woning aan te passen naar een nultredenwoning.

  • In Vianen is het voor relatief veel woningen mogelijk om deze aan te passen naar de zorgbehoeften van ouderen.

Figuur 7: aanpasbaarheid woningen gemeente Vijfheerenlanden en kerngebieden

afbeelding binnen de regeling

TNO heeft alle woningen van de Nederlandse woningvoorraad op toegankelijkheid voor mensen met mobiliteitsbeperkingen geclassificeerd. Grofweg zijn de woningen in te delen in de volgende hoofdgroepen:

  • Nultredenwoningen: woningen die geschikt zijn voor mensen met mobiliteitsbeperkingen

  • Aanpasbare woningen: woningen die aangepast kunnen worden aan de behoeften van mensen met mobiliteitsbeperkingen, bijvoorbeeld door een traplift te installeren.

  • Niet-aanpasbare woningen: woningen die niet geschikt zijn voor- en niet aangepast kunnen worden aan de behoeften van- mensen met mobiliteitsbeperkingen. Het gaat bijvoorbeeld om portiekflats zonder lift of moeilijk bereikbare (duplex-)bovenwoningen.

  • Onbekend: er kan niet met voldoende zekerheid een classificering worden gegeven.

1.3.5 Woningen gemiddeld het kleinst in Leerdam

Woningen in Vijfheerenlanden hebben gemiddeld een oppervlakte van circa 122 m² gbo. Er zijn sterke verschillen tussen de afzonderlijke gebieden:

  • In Zederik zijn de woningen over het algemeen het grootst. Gemiddeld is een woning in Zederik zo’n 130 m² gbo.

  • Relatief veel woningen in Leerdam zijn kleiner dan gemiddeld in Vijfheerenlanden. Een woning in Leerdam heeft gemiddeld een oppervlakte van zo’n 112 m² gbo.

Figuur 8: gemiddelde woningoppervlak in 2018

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2019)

1.3.6 Woningbouwproductie nam afgelopen jaren toe, komende jaren nadruk op koopwoningen

In de gemeente Vijfheerenlanden zijn in de periode tussen 2012 en 2018 circa 1.850 woningen opgeleverd, gemiddeld ruim 260 woningen per jaar. Tussen 2013 en 2014 daalde de woningbouwproductie flink, gevolgd door een oplopende productie tot en met 2018. Dit is in lijn met de conjuncturele ontwikkeling. Kijken we naar projecten in de pijplijn, dan valt op dat in de periode 2016-2018 in toenemende mate vergunningen zijn afgegeven voor koopwoningen (zie onderstaande figuur vergunningen, rechts).

Figuur 9: gerealiseerde woningen (boven), verleende vergunningen (onder)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bron: CBS (2018)

1.3.7 Verdieping woningvoorraad op kernenniveau

De woningvoorraad brengen we primair in kaart op het niveau van Leerdam, Vianen en Zederik. Dit is het belangrijkste schaalniveau binnen de gemeente Vijfheerenlanden. Maar ook binnen Leerdam, Vianen en Zederik zijn er lokale verschillen. We zetten ze uiteen in de factsheet hierna. In paragraaf 1.7 gaan we dieper in op de woonbehoefte op het niveau van de kernen.

Figuur 10: factsheet woningvoorraad kernen

afbeelding binnen de regeling

  • De kernen met het hoogste aandeel gestapelde bouw zijn Leerdam (29%), Vianen (21%) en Ameide (18%).

  • In Hagestein, Nieuwland, Tienhoven, Hei- en Boeicop, Everdingen, Lexmond, Schoonrewoerd en Kedichem is de bebwouing overwegend grondgebonden. Het aandeel gestapelde bouw ligt in deze kernen lager dan 10%.

afbeelding binnen de regeling

  • De corporatievoorraad is relatief het grootst in de kernen Leerdam (37%), Vianen (35%), Lexmond en Ameide (beide 26%).

  • In Tienhoven (83%), Everdingen (80%), Hagestein (79%) en Kedichem (78%) is de voorraad sterk koop georiënteerd.

  • De particuliere huurvoorraad varieert tussen de 5% en 9% op kernenniveau. In Leerdam is de particuliere huurvoorraad het grootst met 9%. Kort daarna volgen Kedichem, Schoonrewoerd en Hei- en Boeicop (alle 7%).

afbeelding binnen de regeling

  • De gemiddelde woningwaardes op kernenniveau veriëren tussen de € 215.000 (Leerdam) en € 336.000 (Hagestein). In Leerdam zijn de woningen over het algemeen het goedkoopst, in Zederik het duurst.

  • De goedkoopste woningen staan in de grote (verzorgings)kernen Leerdam (€ 215.000), Vianen (€ 217.000) en Ameide (€ 222.000). De duurste woningen staan in Hagestein (€ 336.000), Everdingen (€ 294.000), Tienhoven (€ 293.000), Nieuwland en Kedichem (beide € 292.000).

afbeelding binnen de regeling

  • In de periode 2016-2018 zijn veruit de meeste woningen gebouwd in Hagestein (Hoef en Haag) en Leerdam.

  • In de kernen Meerkerk, Lexmond, Ameide werden in de periode 2016-2018 circa 20 woningen gerealiseerd.

  • Kernen waar nauwelijks woningen zijn gerealiseerd zijn Kedichem, Everdingen, Tienhoven en Nieuwland.

Bron: CBS, kerncijfers wijken en buurten (2019)

 

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.3

  • Koop is de dominante eigendomsvorm in Vijfheerenlanden Het gaat specifiek om grondgebonden koopwoningen (56%, versus 47% landelijk). Vooral in Zederik is de grondgebonden koopvoorraad relatief groot.

  • Sociale woningbouw omvat circa een derde van de totale woningvoorraad (versus 35% landelijk). Er is sprake van een relatieve concentratie van sociale woningbouw in Leerdam: 48% van de sociale woningvoorraad in Vijfheerenlanden staat in Leerdam, terwijl in Leerdam circa 39% van alle huishoudens in Vijfheerenlanden woont.

  • In Vijfheerenlanden staan relatief veel woningen uit de periode 1945-1990 (61%, versus 55% landelijk). Vooral in Vianen is die bouwperiode dominant (69%, waarvan 39% tussen 1970 en 1990).

  • Ruim 80% van de woningvoorraad is potentieel aanpasbaar, blijkt uit onderzoek van TNO. Daarmee kan de netto uitbreidingsbehoefte aan nultredenwoningen deels worden ingelost.

  • De bouwproductie in Vijfheerenlanden nam de afgelopen jaren toe. Vooral in Vianen, door de bouw van Hoef en Haag.

  • De duurste woningvoorraad staat in Zederik. De gemiddelde woningwaarde ligt hier op € 258.000. In Leerdam is de gemiddelde woningwaarde het laagst, € 215.000. Op kernenniveau springt Hagestein eruit met een gemiddelde woningwaarde van € 336.000. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de nieuwbouw in Hoef en Haag.

1.4 Corporatievoorraad: relatief veel goedkope scheefhuur

Onderstaande factsheet geeft een inkijk in de corporatievoorraad en verhuringen.

1.4.1 Huurprijs corporatiewoning ligt vaak tussen kwaliteitskortingsgrens en aftoppingsgrens

Meer dan de helft (57%) van alle huurwoningen in bezit van corporaties in Vijfheerenlanden heeft een huurprijs tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens (€ 424 tot € 651). Circa 4% betreft een huurwoning met een huurprijs boven de liberalisatiegrens (€ 720). De verschillen tussen de kernen zijn beperkt. Zederik kent een relatief goedkope sociale huurvoorraad. Zo’n 78% van de corporatiewoningen heeft een huurprijs tot € 651. In Leerdam hebben relatief veel woningen in corporatiebezit een huurprijs lager dan € 424.

 

SOCIALE VOORRAAD CONFORM GEMEENTE DEFINITIE

In de gemeente Vijfheerenlanden zijn 9.147 sociale woningen. We baseren ons op Lokale Monitor Wonen (1 januari 2017, op basis van CBS en WSW) en WOZ-cijfers van 2019 van de gemeente. Corporaties hebben 6.610 huurwoningen in bezit die zij verhuren tot de liberalisatiegrens. Het aantal koopwoningen met een WOZ-waarde tot € 200.000 is 2.537. Opgeteld is de sociale voorraad 9.147 woningen. Ten opzichte van de totale woningvoorraad (24.420, peildatum 1 januari 2019) beslaat het aandeel sociale voorraad 37,5%.

1.4.2 Relatief veel verhuringen in 2018, wachttijd en aantal reactie per woning lopen op

In 2018 zijn relatief veel woningen verhuurd (551) door de corporaties ten opzichte van de jaren daarvoor (2017: 380, 2016: 424). Het aandeel vrijesectorhuurwoningen daarbinnen neemt af, van 4% in 2016 tot 1% in 2018. Over de hele linie zien we dat het gemiddeld aantal reacties per woning en de wachttijd/zoektijd (Kleurrijk wonen hanteert zoektijd, Lekstede en Fien gaan uit van wachttijd. Wachttijd is een ‘passievere’ eenheid dan zoektijd. Wachttijd gaat uit van inschrijfduur, waarbij potentiële bewoners mogelijk niet actief zoeken) oplopen. Let op, het betreft de actuele druk op de huursegmenten. Deze kan niet één-op-één worden vertaald naar de opgave in het sociale segment. Daarop zijn demografische ontwikkelingen van invloed. In voorgaand hoofdstuk lichten we dit toe.

Als we kijken naar de toewijzing van de huurwoningen, dan wordt circa 56% van de woningen verhuurd tot de eerste aftoppingsgrens. Het gaat veelal om woningen voor kleine huishoudens met een inkomen tot € 22.400 (of tot € 30.400). De duurdere woningen worden relatief vaak verhuurd aan grotere huishoudens en hogere inkomens.

1.4.3 Relatief veel goedkope scheefhuur in Vijfheerenlanden

Circa 19% van de sociale huurders in Vijfheerenlanden woont goedkoop scheef. Dat betekent dat zij een inkomen hebben boven de sociale huurgrens, maar wel in een sociale huurwoning wonen. In vergelijking met de rest van de Provincie Utrecht en Nederland is dat relatief veel. Ten opzichte van Nederland en de Provincie Utrecht wordt relatief weinig duur scheef gewoond (10%) (huishoudens die tot de doelgroep huurtoeslag behoren en in een woning wonen met een huurprijs boven de aftoppingsgrens).

Figuur 11: factsheet corporatievoorraad en verhuringen

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bron: Lokale Monitor Wonen, cijfers WSW en CBS (2017) (figuur links boven), ontvangen data van deelnemende corporaties (2019) (overige figuren)

Tabel 4: passende huisvesting Vijfheerenlanden

 

Vijfheerenlanden

Provincie Utrecht

Nederland

Goedkope scheefheid

19%

14%

12%

Passend gehuisvest

71%

72%

76%

Dure scheefheid

10%

14%

12%

Bron: Lokale Monitor Wonen, cijfers van het CBS en WSW (2017)

 

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.4

  • In Vijfheerenlanden vindt relatief veel goedkope scheefhuur plaats: 19%, versus 12% landelijk. Dure scheefhuur is juist onder vertegenwoordigd (10% versus 12% landelijk).

  • De meeste woningen van corporaties worden toegewezen aan de inkomensdoelgroep tot € 22.400, vooral aan één- en tweepersoonshuishoudens. Circa 56% van de woningen wordt verhuurd tot de eerste aftoppingsgrens.

  • De afgelopen jaren liepen de wachttijden (en zoektijden) op in Vijfheerenlanden, ondanks een toename in het aantal verhuringen.

1.5 Woningbehoefte: grondgebonden koop dominant, vraag verschuift naar nultreden

1.2.1 Woningbehoefteraming op basis van optimaal vraaggericht bouwen

Op basis van de Primos 2019-prognose en WoON 2015 en 2018 schetsen we een beeld van de toekomstige woningbehoefte in Vijfheerenlanden, tot op kernenniveau (Zederik, Leerdam, Vianen). Door verhuisdynamiek en woonvoorkeuren van doelgroepen (beiden uit WoON) te combineren met doelgroepontwikkeling (Primos 2019) simuleren we de jaarlijkse vraag naar woningtypen in de regio. We gebruiken een combinatie van WoON2015 en WoON2018 om conjuncturele vraagschommelingen zoveel mogelijk uit te vlakken. De bestaande voorraad speelt een belangrijke rol in de simulatie: op basis van mutatiecijfers prognosticeren we van jaar-op-jaar welke woningtypen naar verwachting vrijkomen (en in een vraag kunnen voorzien). Door jaar-op-jaar de te verwachten vraag te confronteren met het vrijkomend aanbod creëren we inzicht in de netto behoefte per woningtype per jaar.

Het model toont dus van jaar-op-jaar de ‘tekorten en overschotten’ die ontstaan door verhuizingen, instroom en doelgroepontwikkeling (zie onderstaand tekstkader met voorbeeldberekening). Een overschot in een bepaald segment leidt daarbij niet direct tot leegstand, maar impliceert dat bijbouwen leidt tot verruiming van de markt. Omgekeerd geldt dat tekorten er niet direct toe leiden dat mensen geen dak boven hun hoofd hebben. Er ontstaat echter wel krapte in het desbetreffende segment (en dat vertaalt zich doorgaans in prijsopdrijving). Het model is dus maximaal vraaggericht en gaat uit van optimale huisvesting van doelgroepen. In praktijk is de woningmarkt weerbarstig. Het aanbod bepaalt voor een groot deel de vraag: als huishoudens niet kunnen wonen in hun eerste keus (bijvoorbeeld een grondgebonden koopwoning), landen ze in hun tweede keus (bijvoorbeeld een grondgebonden vrijesectorhuurwoning). Vooral voor sociale huurders met een middeninkomen en een verhuiswens is doorstromen naar een middeldure woning vaak lastig door onvoldoende betaalbaar en vrijkomend aanbod. Optimaal vraaggericht bouwen is daarom wezenlijk voor optimaal behoud van doelgroepen en het aantrekken van huishoudens van buitenaf op lange termijn. Het vormt zodoende het uitgangspunt voor het woonbehoefte­onderzoek.

De opgave die ontstaat per kern kan worden ingelost door nieuwbouw, maar ook door investeringen (of veranderingen) in de bestaande voorraad. Zo kunt van een reguliere gezinswoning een nultredenwoning maken door het inpassen van een traplift en het verwijderen van drempels (houd wel rekening met extra kosten). Of maakt u van een sociaal huurappartement een middenhuurappartement door liberalisatie van de huurprijs.

 

VOORBEELDBEREKENING DOORSTROOMMODEL

In ons doorstroommodel confronteren we de jaarlijks te verwachten vraag met het vrijkomend aanbod. Het saldo is de netto behoefte. Het jaarlijkse aanbod wordt bepaald door de verhuisgeneigdheid van doelgroepen die nu woonachtig zijn in een bepaald segment: de blauwe balken in het voorbeeldfiguur. We baseren ons op gerealiseerde verhuisdynamiek uit het WoON2015 en 2018. De ingeschatte vraag (groene balken) komt voort uit huishoudensgroei en verhuisdynamiek van doelgroepen. In het voorbeeldfiguur is in 2020 sprake van een ingeschatte vraag van circa 85 huishoudens en circa 125 vrijkomende woningen. De netto opgave is circa 40 woningen negatief.

afbeelding binnen de regeling

1.5.2 Verschuiving behoefte van grondgebonden (koop)woningen naar appartementen/nultredenwoningen

De ontwikkeling van huishoudens in Vijfheerenlanden heeft gevolgen voor de toekomstige woningbehoefte. De komende jaren is sprake van een verschuiving in de opgave. Wat valt op?

  • De relatief grote opgave in grondgebonden koopwoningen slaat neemt geleidelijk af en slaat om in een licht overschot. De demografische transitie is daarachter de grootste drijfveer. Over circa 10 jaar overstijgt naar verwachting het aantal ouderen dat een grondgebonden koopwoning achterlaat het aantal starters dat een dergelijke woning zoekt. Er treedt op dat moment verruiming op in de markt. Tot 2030 (10-jaarsperiode) omvat de opgave circa +1.170 grondgebonden koopwoningen. In de periode daarna (2030-2040) ontstaat een licht overschot van zo’n 100 grondgebonden koopwoningen.

  • De vraag naar appartementen/nultredenwoningen neemt de komende jaren toe (dit kunnen ook grondgebonden patiowoningen zijn). Gemeente-breed concentreert deze opgave zich vooral in het huursegment. Tot 2030 (10-jaarsperiode) omvat de opgave circa +445 sociale huurappartementen/-nultredenwoningen en +360 vrijesectorhuurappartementen. In de periode daarna (2030-2040) zet de opgave door met respectievelijk +860 en +325 nultredenwoningen en/of appartementen. Op het niveau van de kernen (Leerdam, Zederik, Vianen) wisselt de opgave sterk (op de volgende pagina gaan we daar dieper op in.

  • In het grondgebonden sociale huursegment zien we een overschot van circa 295 woningen tot 2030. In de periode daarna (2030-2040) zet het overschot door met nog eens 340 woningen. Ook hier speelt demografie een grote rol: relatief veel grondgebonden sociale huurwoningen worden bezet door oudere doelgroepen, waarvan een deel op termijn wil doorstromen naar een nultredenwoning. Door de afname van de doelgroep jongeren gemeente-breed, overtreft de uitstroom uit deze grondgebonden voorraad op termijn de instroom van jongeren.

Figuur 12: doorstroommodel gemeente Vijfheerenlanden 2020 – 2040

afbeelding binnen de regeling

Bron: Primos (2019), WoON (2015 & 2018), SysWov (2017), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen.

   

VERSCHILLEN MET EERDERE DOORSTROOMMODELLEN

In het voorjaar van 2019 lieten we u doorstroommodellen zien met andere resultaten. Het beeld is gewijzigd door drie factoren:

  • Nieuwe prognose: Primos 2019 laat op totaalniveau een sterkere huishoudensgroei zien dan Primos 2018. Onderliggend laat Primos 2019 een sterkere vergrijzing en ontgroening zien dan Primos 2018, maar blijft het aantal gezinnen meer op niveau dan in Primos 2018. De wijzigingen in de prognose hebben vermoedelijk te maken met een andere regio-indeling die ABF hanteert nu Vijfheerenlanden in zijn geheel bij de Provincie Utrecht hoort. Daarnaast is onderliggende gebruik gemaakt van WoON2018 in plaats van WoON2015 en zijn historische reeksen een jaar opgeschoven.

  • Verschuiving 2019-2029 naar 2020-2030: de verschuiving in de leidende periode voor het woningbehoefteonderzoek resulteert in relatief meer vergrijzing. Dit resulteert op totaalniveau meer vraag naar nultredenwoningen.

  • Correctie voorraadcijfers sociale voorraad: in het model dat we gebruikten in het voorjaar van 2019 werd de incorrecte aanname gedaan dat de volledige bestaande sociale huurwoningvoorraad gestapeld was. Dit leidde tot een ogenschijnlijk overschot van sociale huurappartementen en een tekort aan grondgebonden sociale huur. De huidige cijfers zijn correct en vanaf nu leidend. Op totaalniveau leidt de opgave in de sociale voorraad door deze wijziging niet tot verschillen, binnen de verdeling nultreden/grondgebonden wel.

1.5.3 Verschillen op kernenniveau: opgave grondgebonden koop primair in Vianen en Leerdam, relatieve concentratie sociale huur in Leerdam

In sub-bijlage A1 geven we per kerngebied de jaarlijkse indicatieve opgave voor grondgebonden woningen en appartementen weer. Er zijn duidelijke verschillen:

  • Gemeente-breed is de opgave in het grondgebonden koopsegment dominant (2020-2030: +1.170). Binnen de gemeente concentreert de opgave zich in Vianen (opgestuwd door de groeiende doelgroep van gezinnen) en mindere mate in Leerdam. Ook in de grondgebonden vrijesectorhuur ligt de nadruk op Vianen (2020-2030: +70) en Leerdam (2020-2030: +45).

  • Het overschot aan grondgebonden sociale huurwoningen (2020-2030: -290) zit primair in Leerdam (2020-2030: -245). Dit heeft te maken met de relatieve concentratie van sociale voorraad in Leerdam. Hetzelfde patroon zien we in het sociale gestapelde segment. Gemeente-breed is er een tekort van circa 445 sociale huurappartementen (2020-2030), maar in Leerdam specifiek is sprake van een overschot (2020-2030: -90). In Vianen (2020-2030: +395) en Zederik (2020-2030: +140) is sprake van een tekort.

  • De vraag naar nultreden appartementen in de koop en vrijesectorhuur is relatief gelijkmatig verspreid over de gemeente. De grootste opgaves zitten in Vianen (2020-2030, koop: +240, vrijesectorhuur: + 115) en Leerdam (2020-2030, koop: +240, vrijesectorhuur: + 115), maar ook in Zederik (2020-2030, koop: +170, vrijesectorhuur: + 95) ligt een opgave.

1.5.5 Indicatie overschotten en tekorten per product-marktcombinatie

Hierna gaan we dieper in op de behoefte in Vijfheerenlanden. De toekomstige opgave voor de komende tien jaar is verdeeld naar product-marktcombinaties (PMC’s). Hierin zijn soort en type woning gecombineerd met prijs- en oppervlakteklassen. De aantallen in onderstaande figuur zijn indicatief, maar geven wel een richtinggevend beeld van binnen welke PMC’s op termijn overschotten en tekorten ontstaan. In bijlage A2 maken we wederom de uitsplitsing per kerngebieden. Wat valt op:

  • Het eerder geconstateerde overschot aan woningen in de sociale huur zit vooral in het kleine grondgebonden segment.

  • In het gestapelde segment is per saldo sprake van een opgave. De opgave gaat vooral uit naar de grotere types (> 80 vierkante meter), in het kleinere segment is zelfs sprake van een overschot.

  • Op kleine, goedkope koopappartementen na is tot 2030 behoefte aan toevoegingen in alle overige segmenten. Vooral de vraag naar grote appartementen/nultredenwoningen in de sociale huur is sterk.

Op kernenniveau zien we het volgende:

  • Het overschot aan kleine sociale huurwoningen zit vooral in Leerdam. Dit komt voornamelijk door de relatief grote voorraad sociale huurwoningen (zie figuur 2). Ook zijn er relatief veel woningen met een klein oppervlak (zie figuur 6).

  • In Vianen is de komende tien jaar geen overschot. Wel zijn er tekorten, met name in het segment sociale huurappartementen groter dan 80 m² gbo. Door de groei in het aantal gezinnen is er in Vianen ook een sterke behoefte aan grondgebonden koopwoningen in alle segmenten.

  • Ook in Zederik is vooral behoefte aan sociale huurappartementen groter dan 80 m² gbo. Daarnaast is – op goedkope, kleine appartementen na – vraag naar koopappartementen/nultredenwoningen in alle segmenten.

Figuur 13: behoefte vertaald naar PMC’s Vijfheerenlanden 2020-2030

afbeelding binnen de regeling

Bron: Primos (2019), WoON2015, WoON2018, bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen.

1.5.7 Theoretisch benodigde sociale voorraad: -205 tot -1.025 sociale huurwoningen

Op basis van het doorstroommodel concluderen we dat er een licht overschot is aan sociale huurwoningen Vijfheerenlanden-breed, het gaat om circa 185 sociale huurwoningen. Ter verificatie benaderen we ook het ‘theoretisch tekort of overschot’. Anders dan het doorstroommodel gaan we niet uit van verhuisbewegingen, maar confronteren we direct de omvang van sociale doelgroep met de sociale voorraad. Op die manier ontstaat een beeld van de theoretisch benodigde voorraad. Deze berekening is alleen mogelijk op gemeenteniveau.

Op basis van gegevens over inkomensdoelgroepen en woonsituatie is het mogelijk om een vergelijking te maken van de omvang van de doelgroep die (op basis van huidig inkomen) recht heeft op een sociale huurwoning en de benodigde sociale huurwoningvoorraad. In het model simplificeren we een aantal zaken om te komen tot een inschatting van het tekort/overschot aan sociale huurwoningen:

  • We houden geen rekening met de vrijkomende huurwoningen (door bijvoorbeeld verhuizing) en dus de mate waarin woningen daadwerkelijk toegewezen kunnen worden.

  • We nemen als uitgangspunt dat alle woningen van woningcorporaties ingezet kunnen worden als sociale huurwoningen (met een prijs beneden de aftoppingsgrenzen). In Vijfheerenlanden gaat het om circa 7.375 woningen.

  • We nemen als uitgangspunt dat de particuliere huurwoningvoorraad die verhuurd is aan huishoudens die een sociale huurwoning toegewezen kunnen krijgen verhuurd worden voor een sociale huurprijs (tot de liberalisatiegrens). Ook particuliere verhuurders hanteren vaak inkomenseisen: zij lopen liever geen risico van betalingsachterstand, dus selecteren ze huishoudens met een toereikend inkomen.

  • Het aandeel van de doelgroep dat in een koopwoning woont en recht heeft op huurtoeslag zien we als potentiële vragers voor een sociale huurwoning. Het aandeel van de huishoudens dat een sociale huurwoning toegewezen kan krijgen maar geen recht heeft op huurtoeslag (Groep met inkomen tussen € 22.375/ € 22.400/ € 30.400 en € 36.798 per jaar) en in een koopwoning woont, zien we als niet-potentiële vragers (bijvoorbeeld gepensioneerden die een lager pensioen hebben, maar hun koopwoning hebben afbetaald of zo vermogen hebben opgebouwd). In Vijfheerenlanden gaat het om circa 2.160 huishoudens.

  • De doelgroep die woont in een woning waarvan de eigenaar ‘onbekend’ is, zijn verdeeld naar rato over de andere doelgroepen.

Voor het theoretisch tekort/overschot is de omvang van de sociale doelgroep (primair en secundair) dus het vertrekpunt. In Vijfheerenlanden gaat het om circa 9.330 huishoudens. We baseren ons op WSW/CBS-cijfers (Lokale Monitor Wonen). Een deel van de doelgroep woont in een koopwoning en behoeft daarom geen sociale huurwoning. We rekenen alleen huishoudens mee die geen recht hebben op huurtoeslag, het gaat om circa 2.160 huishoudens. Netto is er behoefte aan circa 7.170 sociale huurwoningen. Afgezet tegen een sociale voorraad van 7.375 woningen resulteert dit in een licht overschot van circa 205 sociale huurwoningen. Op dit moment gaan we ervan uit dat huishoudens die behoren tot de doelgroep en momenteel wonen in een particuliere huurwoning ook zouden moeten landen in een corporatiehuurwoning. Bij het uitgangspunt dat deze doelgroep naar tevredenheid particulier huurt, dan ligt het overschot hoger, op ruim 1.000 sociale huurwoningen.

Figuur 14: benadering theoretisch tekort/overschot sociale huurwoningen Vijfheerenlanden

Doelgroepen en voorraad

Omvang

Omvang doelgroep toewijzing sociale huurwoning (lage inkomens)

9.330

AF: Doelgroep in koopwoning die geen recht heeft op huurtoeslag

2.160

Benodigde omvang

7.170

 
 

Voorraad corporatiewoningen

7.375

Saldo

-205

AF: Doelgroep sociale huurwoning laag die in particuliere huurwoning woont

-820

Theoretisch tekort/overschot

-1.025

Bron: Stec Groep (2019), op basis van CBS/WSW via Lokale Monitor Wonen (stand 2017)

 

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.5

  • Optimaal vraaggericht bouwen helpt om de doorstroming in de woningmarkt van Vijfheerenlanden te stimuleren. Nultredenwoningen voor oudere doelgroepen leveren lange verhuisketens op die bijvoorbeeld grondgebonden gezinswoningen vrijspelen voor jonge gezinnen en starters.

  • In de praktijk is doorstroming weerbarstig, vooral voor huishoudens met een laag of middeninkomen. Nieuwbouw van middeldure huur- en koopwoningen (grondgebonden en nultreden) stimuleert de doorstroming maximaal.

  • Op het niveau van Vijfheerenlanden is sprake van een sociale opgave van circa +185 woningen. Onderliggend is een tekort aan kwalitatief hoogwaardige nultredenwoningen in het sociale segment (opgave: +445) en is sprake van een licht overschot van grondgebonden sociale woningen (-260). De opgave concentreert zich in Vianen (+385) en Zederik (+90). In Leerdam zorgt de relatief omvangrijke sociale voorraad voor een theoretisch overschot (-310).

  • De komende jaren is sprake van een uitbreidingsbehoefte van grondgebonden koopwoningen. De uitbreidingsbehoefte vlakt echter af door vergrijzing. Over 5 tot 10 jaar verwachten we geen uitbreidingsbehoefte voor grondgebonden koopwoningen meer. Dit staat los van vervanging.

1.6 Zorgopgave van circa 190 intramurale en 490 extramurale zorgbehoevenden

In deze paragraaf zoomen we in op de verwachten zorgvraag in Vijfheerenlanden. Het betreft een indicatieve prognose met een aantal kanttekeningen op het gebied van extramuralisering (zie onderstaand tekstvak voor meer toelichting). De geschetste extramurale opgave is in de huishoudensprognose, zoals eerder in dit onderzoek gebruikt, verwerkt. Waarbij zorgindicaties niet gelijk staan aan huishoudens. Voor de intramurale opgave is dat niet het geval (het gaat om institutionele, niet reguliere huishoudens)

 

TOELICHTING EN KANTTEKENINGEN ZORGPROGNOSE

We baseren ons op zorgindicaties uit 2015 die we extrapoleren met behulp van de huishoudensprognose Primos 2019. We kunnen een inschatting maken van de intramurale opgave; voor de extramurale opgave is dit minder gemakkelijk. Er zijn verschillende trends ingezet zoals de afbouw van zorg- en verpleegcentra, de hervorming van de intramurale geestelijke gezondheidszorg, de ambulantisering van de GGZ en de ambulantisering van beschermd wonen. De gevolgen hiervan zijn moelijker uit te drukken in prognoses, in het betreffende hoofdstuk gaan wij hier verder op in.

 

Intramurale zorg: grootste groep zijn verstandelijk gehandicapten

De leeftijd van de circa 755 personen in een intramurale zorgwoning in Vijfheerenlanden loopt uiteen, al zijn de oudste leeftijdsgroepen het sterkst vertegenwoordigd: 22% is tussen 75 en 85 jaar en 40% is 85 jaar of ouder.

Splitsen we de intramurale groep uit naar zorgtype dan zien we dat circa 38% verstandelijk gehandicapt is. Een voorbeeld van een instelling in Vijfheerenlanden met zorg voor verstandelijk gehandicapten is Lingebolder (Leerdam). Circa 29% ontvangt psychogeriatrische zorg, circa 20% somatische zorg, circa 6% lichamelijke zorg en circa 6% psychiatrische zorg. Intramurale zintuiglijke zorg wordt niet aangeboden in Vijfheerenlanden. Zie onderstaande tabel en figuur.

afbeelding binnen de regeling

1.6.1 Figuur 15: intramurale bevolking Vijfheerenlanden, naar leeftijd en type zorgvraag in 2020

afbeelding binnen de regeling

Leeftijdsgroep

Aantal 2020

Aandeel 2020

0-15 jaar

5

1%

15-25 jaar

40

5%

25-35 jaar

50

7%

35-45 jaar

40

5%

45-55 jaar

35

5%

55-65 jaar

45

6%

65-75 jaar

70

9%

75-85 jaar

165

22%

85 jaar en ouder

305

40%

Bron links: Primos 2019, bewerking Stec Groep (2019). Bron rechts: CIZ (2017, cijfers 2015), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen en hele procenten.

Totaal

755

100%

Extramurale zorg: meerderheid heeft somatisch zorgprofiel

Van de circa 1.600 personen die extramurale zorg ontvangen is circa 72% 65 jaar of ouder. Circa 1.070 personen ontvangen thuis somatische zorg, zo’n 67% van het totaalaantal extramurale zorgvragers. Dit zorgtype valt meestal onder een licht zorgprofiel, waardoor dit percentage aanzienlijk hoger is dan het percentage intramurale somatische zorgbehoevenden. Tegelijkertijd is het door het doorgaans zware zorgprofiel het percentage psychogeriatrische patiënten dat thuis woont relatief klein, zo’n 4% van alle extramurale zorgvragers.

Figuur 16: extramurale bevolking Vijfheerenlanden, naar leeftijd en type zorgvraag in 2020

afbeelding binnen de regeling

Type zorg

Aantal 2030

2020-2030

Somatisch

200

+50

Psychogeriatrisch

285

+65

Psychiatrisch

55

+10

Verstandelijk gehandicapt

350

+60

Zintuiglijk gehandicapt

-

-

Lichamelijk gehandicapt

55

+10

Totaal

945

+195

Bron links: Primos 2019, bewerking Stec Groep (2019). Bron rechts: CIZ (2017, cijfers 2015), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen en hele procenten.

1.6.2 2030: toename van circa 190 intramurale en 490 extramurale zorgbehoevenden

Op basis van de huishoudensontwikkeling verwachten we in 2030 circa 195 extra intramurale zorgvragers in gemeente Vijfheerenlanden ten opzichte van 2020 (+26%). De gemiddelde leeftijd van een intramurale zorgvrager gaat omhoog: in 2030 is circa 72% van de intramurale huishoudens in Vijfheerenlanden 75 jaar of ouder, tegenover 63% in 2020.

Grotere intramurale somatische, psychogeriatrische en VG-zorgvraag in 2030

De huidige zorggebruikers worden ouder en schuiven door naar een hogere leeftijdsklasse zonder dat het type zorgvraag verandert. Hierdoor stijgt bijvoorbeeld het aantal intramurale psychiatrische patiënten slechts met circa 10 naar 55 in 2030. Tegelijkertijd zien we als gevolg van de vergrijzing een groei van het aantal huishoudens met een somatische (+50) of psychogeriatrische (+65) intramurale zorgbehoefte. Een deel van de psychogeriatrische opgave landt door ambulantisering mogelijk extramuraal. Hier houdt de prognose geen rekening mee. De grootste groep intramurale zorgvragers, verstandelijk gehandicapten, stijgt met 65 naar circa 285 in 2030.

Figuur 17: intramurale bevolking Vijfheerenlanden, naar type zorgvraag in 2030

afbeelding binnen de regeling

Type zorg

Aantal 2030

2020-2030

Somatisch

200

+50

Psychogeriatrisch

285

+65

Psychiatrisch

55

+10

Verstandelijk gehandicapt

350

+60

Zintuiglijk gehandicapt

-

Lichamelijk gehandicapt

55

+10

Bron: Primos 2019, CIZ (2017, cijfers 2015), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen, hierdoor kunnen optellingen afwijken.

Totaal

945

+195

Sterke stijging aandeel huishoudens 75-85 jaar met extramurale somatische zorgvraag

In 2020 ontvangen in Vijfheerenlanden circa 1.630 huishoudens extramurale zorg. In 2030 zal dit aantal zijn gestegen tot circa 2.115 huishoudens (+30%). Vooral onder 75- tot 85-jarigen groeit de extramurale zorgvraag sterk: van 670 in 2020 tot circa 1.045 in 2030 (+56%). De extramurale zorgvraag onder jongere huishoudens stijgt licht, met enkele procenten.

In 2030 zal de vraag naar extramurale somatische zorg zijn gestegen naar circa 1.530 zorgvragers, een toename van circa 445 (+41%) ten opzichte van 2020. De overige extramurale zorgtypegroepen groeien met maximaal 45 zorgvragers in 2030, zie onderstaande figuur en tabel. De prognose houdt nog geen rekening met alle aspecten van extramuralisering van zorg. Zo geeft het geen inzicht in de extra indicaties voor onder andere de volgende zorgcategorieën:

  • Ambulantisering van beschermd wonen: over de ambulantisering van Beschermd Wonen zijn in de regio Lekstroom (aansluitend bij de afspraken in U16-verband) afspraken gemaakt met betrekking tot huisvesting. Hierbij gaat het om een jaarlijkse extra vraag naar huisvesting van circa 7 tot 10 inwoners in Vijfheerenlanden die verwacht worden uit te stromen uit instellingen voor beschermd wonen. Zij moeten zelfstandig worden gehuisvest met begeleiding uit instellingen.

  • Extramuralisering van de psychogeriatrische intramurale zorg. Door vergrijzing gaat dit vermoedelijk om een relatief grote groep. Volgens de dementiemonitor van Alzheimer Nederland woont 70% van de dementerenden thuis. Pas in een relatief laat stadium kunnen patiënten terecht in een een verpleeghuis. Echter is vaak sprake van wachttijden, waardoor nijpende situaties ontstaan. Naar verwachting is er behoefte aan woonvormen tussen zelfstandig wonen en wonen in een verpleeghuis.

  • Psychiatrische zorg: psychiatrisch patiënten worden steeds meer opgevangen in de reguliere woningvoorraad. De Landelijke Monitor Ambulantisering en Hervorming Langdurige GGZ van het Trimbos Instituut monitort vraag en aanbod.

  • De gemeente heeft per 1 januari 2020 de wettelijke verplichting (verplichte GGZ) tot nazorg en het realiseren van voorwaarden zoals huisvesting.

  • Ook de uitstroom uit instellingen voor jeugdzorg doet een beroep op mogelijkheden voor zelfstandige huisvesting of tijdelijke begeleide kleinschalige vormen van huisvesting.

Figuur 18: extramurale bevolking Vijfheerenlanden 2030, naar type zorgbehoefte

afbeelding binnen de regeling

Type zorg

Aantal 2030

2020-2030

Somatisch

1.530

+445

Psychogeriatrisch

80

+20

Psychiatrisch

175

+15

Verstandelijk gehandicapt

215

0

Zintuiglijk gehandicapt

5

0

Lichamelijk gehandicapt

110

+10

Bron: Primos 2019, CIZ (2017, cijfers 2015), bewerking Stec Groep (2019). Afronding op vijftallen, hierdoor kunnen optellingen afwijken.

Totaal

2.115

+490

BEKOSTIGING VAN ZORG, VAN AWBZ NAAR WMO EN WLZ

In 2015 is de wetgeving omtrent wonen en zorg gewijzigd. De bekostiging van de zorg is deels gedecentraliseerd. Extramurale zorg valt sinds 2015 onder de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning) (en de Jeugdwet) en wordt daarmee door de gemeenten bekostigd. Ook beschermd wonen intramuraal (psychogeriatrische zorg) valt onder de WMO. Alle overige intramurale zorg valt onder de WLZ (wet langdurige zorg) en wordt landelijk bekostigd.

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.6

  • De behoefte van wonen met zorg neemt toe de komende jaren. Er is sprake van een uitbreidingsvraag van 190 intramurale plekken en 490 extramurale plekken. Mogelijk is de extramurale opgave groter dan geprognosticeerd.

  • De intramurale zorgopgave zit primair op psychogeriatrie, verstandelijk gehandicapten en somatische zorg. De extramurale zorgvraag concentreert zich volgens de prognose grotendeels op somatische zorg. In de praktijk neemt naar verwachting ook de extramurale vraag naar psychische en psychogeriatrische zorg toe. De gemeente onderzoekt dit nader.

1.7 Uitbreidingsopgave in alle kernen, kwalitatief verschillen

In deze paragraaf gaan we dieper in op de woonbehoefte op kernenniveau. Dat doen we op basis van de huishoudensprognose en een typologie van kernen.

1.7.1 Beschouw prognoses als richtinggevend

Huishoudensprognoses op het schaalniveau behoeven voorzichtigheid (zie onderstaande tabel). Immers, hoe lager het schaalniveau, hoe groter de onzekerheidsmarges van de prognose. We adviseren u daarom bij de toevoeging van toekomstige nieuwbouw op dit niveau niet blind te staren op de prognose cijfers en deze vooral als richtinggevend te beschouwen. Op basis van de huishoudensprognose categoriseren we de kernen op de volgende manier:

  • Stadjes: de stadjes Leerdam en Vianen met een goed voorzieningenniveau.

  • Voorzieningendorpen: kernen met een boven gemiddelde prognose (ten opzichte van gemiddelde in de voormalige gemeenten Zederik, Vianen of Leerdam). Het gaat om Ameide, Meerkerk, Lexmond en Schoonrewoerd.

  • Woondorpen: kernen met beneden gemiddelde prognose (ten opzichte van gemiddelde in de deelgemeente Zederik, Vianen of Leerdam). Het gaat om alle overige dorpen.

In bijlage A5 splitsen we de huishoudensprognose voor u uit op doelgroepenniveau.

Tabel 5: huishoudensprognose op kernenniveau

Kernen

2020

2030

2040

Groei 2020-2030

Groei 2020-2040

Groei 2020-2030 (%)

Groei 2020-2040 (%)

Typologie kernen

Leerdam – Leerdam

7.795

8.230

8.470

435

675

6%

9%

Stadje

Leerdam – Kedichem

445

445

455

-

10

0%

2%

Woondorp

Leerdam – Schoonrewoerd

610

625

640

15

30

3%

5%

Voorzieningendorp

Vianen – Vianen

6.995

7.280

7.450

285

455

4%

6%

Stadje

Vianen – Hoef&Haag (CBS definitie: Hagestein)

960

2.375

3.060

1.420

2.105

148%

220%

Nieuwbouw

Vianen – Everdingen (Inclusief Zijderveld)

780

820

860

45

80

6%

10%

Woondorp

Zederik – Lexmond

1.145

1.190

1.215

40

65

4%

6%

Voorzieningendorp

Zederik – Ameide

1.265

1.310

1.335

45

70

4%

5%

Voorzieningendorp

Zederik – Tienhoven

280

350

405

70

125

26%

44%

Woondorp

Zederik – Meerkerk

1.565

1.675

1.750

110

185

7%

12%

Voorzieningendorp

Zederik - Hei- en Boeicop

375

385

390

10

15

2%

4%

Woondorp

Zederik – Leerbroek

535

550

565

15

30

3%

6%

Woondorp

Zederik – Nieuwland

380

390

400

15

20

4%

5%

Woondorp

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Totalen

 
 
 
 
 
 
 
 

Leerdam totaal

8.850

9.305

9.565

455

720

5%

8%

 

Vianen totaal

8.730

10.475

11.370

1.745

2.635

20%

30%

 

Zederik totaal

5.550

5.850

6.055

305

510

5%

9%

 

Bron: ABF Research, Primos (2019). Afronding op 5-tallen. 

1.7.2 De kwalitatieve uitbreidingsbehoefte op kernniveau valt samen met kernentypologie

We zetten bij het faciliteren van woninbouwplannen in op de volgende invulling:

  • Vianen en Leerdan zijn als stadjes de twee belangrijkste verzorgingskernen in Vijfheerenlanden. De kwalitatieve woonbehoefte ligt voor de verzorgingskernen in lijn met het doorstroommodel.

  • Hoef&Haag kent nog een grote toevoeging van huishoudens als gevolg van de geplande woningen in deze kern.

  • De verzorgingsdorpen Ameide, Lexmond, Meerkerk en Schoonrewoerd vormen clusters van voorzieningen met daarin een wat grotere huishoudenstoename.

  • In de woondorpen is overal sprake van huishoudensgroei. Dat betekent dat overal een (kleine) bouwopgave ligt. De netto huishoudenstoename komt in de woonkernen volledig voor rekening van de groeiende doelgroep 65-plussers, waardoor doorstroming op gang kan komen.

In kernen waar de afgelopen jaren niet of nauwelijks is gebouwd kan sprake zijn van een inhaalvraag. Hier houdt de prognose geen rekening mee. Zo werden bijvoorbeeld nauwelijks woningen gebouwd in Kedichem in de periode 2016-2018. De prognose laat in Kedichem ook beperkt woningbehoefte zien, maar mogelijk is dus sprake van een (beperkte) inhaalvraag. Beoordeling van nieuwe plannen op dit niveau vraagt om een maatwerkbenadering.

Tabel 6: prognose op kernenniveau

Type kern

Kwantitatieve behoefte

Behoefte grondg. woningen

Behoefte nultreden/

appartement

Behoefte sociaal

Leerdam

Vianen

Zederik

Stadje

++

+

++

o

+

+

Voorzieningendorp

++

++

+

o

+

+

Woondorp

+

o

+

o

+

+

Bron: Stec Groep (2019), op basis van WoON2015/2018 en ABF Research Primos (2019).

 

BELANGRIJKSTE CONCLUSIES PARAGRAAF 1.7

  • Op basis van de huishoudensprognoses valt onderscheid te maken in twee stadjes (Leerdam en Vianen), de groei in Hagestein, de voorzieningendorpen en de woondorpen.

  • In alle kernen is sprake van een huishoudensgroei tot 2030. Dit vertaalt zich naar een netto uitbreidingsbehoefte voor woningbouw. De kwantitatieve behoefte is geconcentreerd in de stadjes en Hoef&Haag. Kwalitatief ligt hier de nadruk – meer dan in de woondorpen – op grondgebonden woningbouw. In de woondorpen gaat de kwalitatieve behoefte uit naar nultredenproducten.

Sub - Bijlage A: Woningbehoefte per kern

A1: doorstroommodellen

Doorstroommodel Leerdam

De komende jaren zal de behoefte naar grondgebonden koopwoningen in Leerdam afnemen. De behoefte naar sociale huurappartementen neemt toe.

afbeelding binnen de regeling

Doorstroommodel Vianen

De komende jaren zal de behoefte naar grondgebonden koopwoningen in Vianen afnemen. De behoefte naar sociale huurappartementen neemt toe.

afbeelding binnen de regeling

Doorstroommodel Zederik

De komende jaren zal de behoefte naar grondgebonden koopwoningen in Zederik aafnemen. De behoefte naar sociale huurappartementen neemt toe.

afbeelding binnen de regeling

A2 opgave naar woningtypen, prijsklasse en vierkante meters

Behoefte vertaald naar PMC’s Leerdam 2020-2030

De behoefte naar grondgebonden sociale huur en sociale huur appartementen tot 80 m2 is negatief. De behoefte naar grondgebonden koopwoningen van €150-250K vanaf 120 m2 en sociale huurappartementen vanaf 80 m2 is het grootst.

afbeelding binnen de regeling

Behoefte vertaald naar PMC’s Vianen 2020-2030

De behoefte naar sociale huur appartementen vanaf 80 m2 is het grootst met 305, daarna komen de grondgebonden koopwoningen van €150-250K vanaf 120 m2 met 205. De behoefte naar grondgebonden sociale huur is minimaal. Er is geen behoefte naar koopappartementen tot €150K tot 80 m2 en 250-350K tot 80 m2.

afbeelding binnen de regeling

Behoefte vertaald naar PMC’s Zederik 2020-2030

De behoefte naar sociale huur appartementen vanaf 80 m2 is ruim het grootst, de behoefte naar grondgebonden sociale huur tot 120 m2 en sociale huurappartementen tot 80 m2 is het kleinst.

afbeelding binnen de regeling

A3: enquêteresultaten

1.7.3 63% niet verhuisgeneigd, vooral (koop)starters hebben verhuiswens

  • 63% van de respondenten geeft aan niet te willen verhuizen binnen nu en afzienbare tijd, 29% wil dit wel. Circa 8% geeft zelfs aan binnen nu en één jaar te willen verhuizen.

  • Vooral ouderen geven aan niet te willen verhuizen. Daarnaast is ook een groot deel van de middengroep niet op zoek naar een andere woning.

  • Ruim 80% van starters, en tweederde van koopstarters in Vijfheerenlanden wenst op korte of langere termijn te verhuizen.

Figuur 19: verhuiswens

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=2.599

1.7.4 (Koop)starter kiest vaak voor rijtjeshuis, levensloopgeschikte woning populair bij ouderen

  • 46% van starters, en 59% van koopstarters geeft de voorkeur aan een rijwoning.

  • Ruim de helft van oudere respondenten woont het liefst in een levensloopbestendig appartement of nultredenwoning.

  • Bijna 40% van de middengroep woont bij voorkeur in een vrijstaande woning.

Figuur 20: voorkeur woningtype

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=2.608

1.7.5 Meerderheid wenst een koopwoning, huren is relatief populair in Leerdam

  • 59% van de respondenten heeft voorkeur voor een koopwoning. In Zederik is dit bijna tweederde.

  • Bijna een derde van de respondenten in Leerdam woont het liefst in een huurwoning.

  • Driekwart van starters en middengroep wil kopen, ouderen willen relatief vaak huren.

Figuur 21: eigendomsvoorkeur

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=2.608

1.7.6 Circa tweederde starters zoekt goedkope woning (tot € 225.000), ruime meerderheid huurders betaalt maximaal € 607

  • Circa een derde van starters wil maximaal € 175.000 aan een woning besteden (buiten beschouwing gelaten in hoeverre dit realistisch is).

  • Woningen vanaf € 300.000 zijn vooral aantrekkelijk voor ouderen en de middengroep.

  • Over het algemeen gaat de voorkeur uit naar een huurprijs tussen de € 424 en € 607, ongeacht de doelgroep.

  • Relatief veel ouderen zijn bereid om een huurprijs boven de liberalisatiegrens (€ 720) te betalen, meer dan starters.

Figuur 22: betaalbaarheid (boven koop, onder huur)

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N(boven)=1.481, N(onder)=645

1.7.7 Sociale doelgroep die in een huurwoning woont, huurt voor ruim 90% een woning tot de liberalisatiegrens

  • Respondenten die in een huurwoning wonen en een inkomen hebben dat recht geeft op een sociale huurwoning, wonen overwegend in een huurwoning tot de liberalisatiegrens. Voor inkomens tot € 22.700 is dat 96%. Voor inkomens tot € 30.825 is dat 92% en voor inkomens tot € 38.035 83%.

  • Ook een deel van de sociale doelgroep woont in een koopwoning. Onder de respondenten omvat deze groep 54% van de totale sociale doelgroep. In 50% van de gevallen gaat het om een woning met een geschatte waarde tot € 250.000. In 76% van de gevallen betreft het een koopwoning met een geschatte waarde tot € 350.000.

Figuur 23: woningwaarde en huurprijs naar inkomensklasse bewoners

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N(boven)=1.873, N(onder)=582

1.7.8 Sociale contacten meest relevant voor gevoel van verbondenheid

  • De meeste mensen voelen zich verbonden met hun woonplaats door de aanwezigheid van sociale contacten.

  • Relatief veel mensen in Zederik voelen zich verbonden met de locatie omdat ze er zijn opgegroeid.

  • In Leerdam speelt de nabijheid van voorzieningen relatief een grote rol.

Figuur 24: verbondenheid met de gemeente Vijfheernelanden en afzonderlijke gebieden

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=1.984

1.7.9 Vooral behoefte aan senioren- en starterswoningen

  • De komende jaren is grote behoefte aan seniorenwoningen. In lijn met de relatief grote vergrijzing in de kernen Leerdam en Vianen bestaat in deze gebieden volgens bewoners behoefte aan extra woningen voor ouderen.

  • Ruim een vijfde deel vindt dat het aanbod voor starters moet worden uitgebreid. Vooral in Zederik bestaat een relatief grote behoefte aan starterswoningen.

Figuur 25: voor welke groep moeten woningen worden gebouwd

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=2.098

1.7.10 Wonen in Vijfheerenlanden: rust, afwisseling en het dorpsgevoel

  • Bijna een kwart van de respondenten geeft aan dat het dorpsgevoel moet terugkomen in de gemeenschappelijke identiteit voor Vijfheerenlanden. Met name in Zederik hecht men veel waarde aan het dorpsgevoel.

  • Een vijfde deel vindt rust de belangrijkste component van een gemeenschappelijke identiteit.

  • Rust en afwisseling worden ook relatief vaak genoemd in het opbouwen van een gemeenschappelijke identiteit.

Figuur 26: wat in een gemeenschappelijke identiteit voor de gemeente moet terugkomen

afbeelding binnen de regeling

Bron: Enquête Het Grote Vijfheerenlanden Woononderzoek, bewerking Stec Groep (2019). N=1.967

A4 doelgroep profielen

1.7.11 Suburbaan/dorps

Vroeg Volwassen

afbeelding binnen de regeling

Veel voor weinig

Rust en ruimte zijn belangrijke kernwaarden. Men houdt van de reuring van de stad, maar hoeft daar niet zo nodig te wonen. Meer op bezit dan op beleving gesteld. Gemak boven karakter. Liefst dan ook een grondgebonden koopwoning, met voldoende ruimte om (huishoudelijke) gadgets een plek te bieden.

afbeelding binnen de regeling

Familie doorzon

Laag tot middeninkomen. Door hun beperkte bestedingsruimte en ruimtevraag vanwege kinderen, belanden zij vaak in een doorzon rijwoning.

afbeelding binnen de regeling

Ruimte en Gemak

afbeelding binnen de regeling

Jong geleerd, oud gedaan

afbeelding binnen de regeling

Woonerf Welgestelden

Veel bestedingsruimte, materialistisch ingesteld. Auto als statussymbool en vrijheid. Voldoende parkeerruimte en groen voor de deur. Sterk op privacy gesteld. Burgerlijk.

afbeelding binnen de regeling

Suburbane Senioren

Oudere huishoudens met een laag inkomen. Het zijn huishoudens die een grondgebonden woningen inruilen voor een gelijkvloers appartement. Door hun lage inkomen zijn zij vaak aangewezen op het sociale huursegment. Ze landen vaak in gelijkvloerse appartementen in kleinschalige complexen. Laagdrempelige voorzieningen zoals een buurthuis zijn voor hen belangrijke ontmoetingsplekken. Ze wonen graag in de nabijheid van zorgvoorzieningen, zoals de huisarts, een apotheek. Omdat de eigen vervoersmogelijkheden afnemen zijn zij vaker aangewezen op het openbaar vervoer.

afbeelding binnen de regeling

Ruim(t)egenieters

Stellen of alleenstaande ouderen die de koopwoning verkopen en willen interen op het hierdoor vrijgekomen vermogen. In toenemende mate kiest men voor een (vrijesector) huurwoning in plaats van een koopwoning. Ze ruilen de grondgebonden woning in voor een appartement. Door hun relatieve vermogendheid behoort ook een nultredenwoning (geschikt om gelijkvloers te wonen en met slaapplek voor op bezoek komende (klein)kinderen) tot de mogelijkheden.

Het zijn vitale ouderen die er op uit trekken met de (elektrische) fiets. Ze wonen graag in de buurt van medische voorzieningen, maar ook in de buurt van plekken waar ze kunnen sporten/ recreëren.

afbeelding binnen de regeling

1.7.12 Landelijk

JOLO (JOng LOkaalgebonden)

Alleenstaanden en stellen tot 35 jaar met een beperkt budget. Ze hebben een sterke binding met de gemeente door hun werk en hun sociale netwerk. Deze huishoudens wonen nu relatief vaker in sociale huurwoningen (grondgebonden), en zoeken een nieuwe woning bij voorkeur in het betaalbare koopsegment. Het zijn geen starters meer, maar doorstarters die met een snel toenemend inkomen de stap uit hun starterswoning zetten, en nu gaan voor meer ruimte, op een goede plek. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een grondgebonden woning. Door hun beperkte budget zal dit een bescheiden woning betreffen op een klein kavel. Belangrijk voor deze doelgroep is de nabijheid van kleinschalige voorzieningen waar men samen kan komen met dorpsgenoten.

afbeelding binnen de regeling

Blijvers en Terugkeerders

Alleenstaanden en stellen tot 35 jaar, relatief vermogende huishoudens (vaak tweeverdieners) met een of twee auto’s. Blijvers en Terugkeerders wonen nu relatief vaak in een grondgebonden koopwoning; een rijwoning of twee onder één kap. Dankzij het hoge inkomen kunnen ze de stap maken naar een vrijstaande koopwoning op een ruim kavel, voorsorterend op het krijgen van kinderen. Het gaat voor Hurdegaryp vooral om autogeoriënteerde, gemiddeld tot hoogopgeleide stellen die op zoek zijn naar een ruime woning in een rustige kindvriendelijke omgeving. Hoewel deze huishoudens bovengemiddeld vaak een auto bezitten is de nabijheid van bijvoorbeeld een supermarkt en sport- en recreatievoorzieningen voor hen van belang. U verhoogt de aantrekkelijkheid voor deze doelgroep door een ruime woning te creëren met relatief veel buitenruimte. Het toepassen van energiebesparende maatregelen sluiten aan bij hun wens om betaalbaar te wonen.

afbeelding binnen de regeling

Betaalbare ruimte gezin

Het betreft (één)-ouder gezinnen met een laag inkomen. Zij hebben een relatief sterke voorkeur voor een grondgebonden woning met voldoende ruimte voor hun kinderen. Een tuin, goede autobereikbaarheid en kindvriendelijke omgeving zijn voor deze huishoudens een must. Hoewel ze een sterke voorkeur hebben voor een koopwoning, landen ze vanwege het beperkte budget ook vaak in een (sociale) huurwoning.

afbeelding binnen de regeling

Gegoed ruraal gezin

Goed te combineren met hobby’s die veel ruimte vragen, zoals paardrijden.

afbeelding binnen de regeling

Honkvast

Honkvasten zijn doorgaans geboren en getogen in de omgeving waar zij nu nog steeds geboren en getogen zijn. Qua werk, vrienden en familie zijn zij er diepgeworteld.

afbeelding binnen de regeling

Stadsontwijkers

Deze groep heeft qua werk en voorzieningen een sterke binding met de stad, maar kiest er bewust voor daar niet te wonen, vanwege de wens om ruim en rustig te wonen. Men is kritisch op de omgeving. Geen intensieve landbouw, maar een fraai natuur- of cultuurland. Vanwege de oriëntatie op de stad, zijn goede verbindingen daarmee onmisbaar. Een oprit waar in ieder geval 2 auto’s passen. Een goede autobereikbaarheid. Ook de e-bike wint aan populariteit onder deze doelgroep. Hierdoor zijn gebieden in een straal van pakweg 25 kilometer rond. Boodschappen doen zij in de stad, vaak een eigen moestuin. Daardoor wordt een beperkt voorzieningenaanbod niet snel als probleem ervaren. Hebben de kennis en middelen om een onafhankelijk leven te leiden.

afbeelding binnen de regeling

Landelijke eenvoud

Opgegroeid op het platteland. Vanwege binding daarmee, en inkomen, vaak daar blijven wonen. Beperkt voorzieningenaanbod wordt gecompenseerd doordat men nog naar elkaar omkijkt (nabuurschap). Afnemende mobiliteit in combinatie met een beperkt voorzieningenaanbod is vaak reden voor een verhuizing. Liefst ook weer in een rustige, landelijke setting.

afbeelding binnen de regeling

Landelijke luxe

Vermogende oudere huishoudens vanaf 65 jaar. Zij wonen buitenaf, veelal in een grote vrijstaande woning met ruime tuin. die minder geschikt is als levensloopbestendige woning. Het onderhoud van een grote tuin wordt meer een verplichting dan een plezier. Deze oudere huishoudens hebben in toenemende mate de voorkeur voor een appartement of gelijkvloerse woning in het huursegment. Dit is al dan niet het resultaat van een afnemende vitaliteit en het feit dat men zorgeloos wil wonen zonder het onderhoud aan een koopwoning. Ze kiezen voor een nultredenwoning met een luxe uitstraling in een beschutte groene omgeving. De ligging van de toekomstige woning is van groot belang. Men woont graag in een landelijke omgeving vanwege de rust, ruimte en de groene omgeving. Nabijheid van en liefst ook uitzicht op natuur is dan ook een pré. Voor recreatie zijn zij sterk georiënteerd op het buitengebied, bijvoorbeeld door te golfen. Aan een hofje of park gelegen patiowoningen of een appartementencomplex op een landgoed sluiten goed aan bij de woonwens. Deze huishoudens zijn vaak nog erg mobiel. Vaak bezitten ze een eigen auto, of laten zich per taxi verplaatsen.

afbeelding binnen de regeling

A5: verdieping kernen

Figuur 27: doelgroepenontwikkeling per kern Vijfheerenlanden (boven stand, onder ontwikkeling)

1.7.13 Ameide

Het aantal alleenstaanden en stellen tot 35 jaar en alleenstaanden en stellen van 35 tot 65 jaar zal in de periode 2020-2040 afnemen, het aantal alleenstaanden en stellen van 65+ jaar en het aantal gezinnen zal toenemen in deze periode.

afbeelding binnen de regeling

1.7.14 Everdingen

Het aantal alleenstaanden en stellen tot 35 jaar zal in de periode 2020-2040 afnemen, met name in de eerste 10 jaar. Dit geldt ook voor het aantal gezinnen. Het aantal alleenstaanden en stellen van 35-65 jaar zal in de periode 2020-2030 toenemen, maar neemt in de periode 2030-2040 af. Deze daling is kleiner dan de stijging in de jaren daarvoor. Het aantal alleenstaanden en stellen neemt in de gehele periode 2020-2040 toe. De toename van de overige categorie is minimaal.

afbeelding binnen de regeling

1.7.15 Hagestein

Alle doelgroepen kennen een toename in de periode 2020-2040, waarvan de categorie gezinnen het sterkste groeit.

afbeelding binnen de regeling

1.7.16 Hei- en Boeicop

De overige categorie verandert de komende 20 jaar niet. In de andere doelgroepen wordt in de jaren 2020-2030 groei doorgemaakt, waarbij de groei van de alleenstaanden en stellen tot 35 jaar beduidend kleiner is dan de groei van de andere doelgroepen. In de jaren 2030-2040 nemen de doelgroep gezinnen en de doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar in aantal af. De doelgroepen alleenstaanden en stellen 35-65 jaar en alleenstaanden en stellen 65+ zullen wel toenemen, maar minder dan in voorgaande jaren.

afbeelding binnen de regeling

1.17.17 Kedichem

In de periode 2030-2040 zal elke doelgroep groei doormaken. In de periode 2020-2030 kent alleen de doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ een toename. De doelgroep gezinnen kent de grootste afname.

afbeelding binnen de regeling

1.7.18 Leerbroek

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar zal in de periode 2020-2030 sterk afnemen, in de periode 2030-2040 zal een lichte toename optreden. De doelgroep gezinnen kent over de gehele periode 2020-2040 een afname, de doelgroepen alleenstaanden en stellen 35-65 en 65+ nemen over de gehele periode toe, met name van 2020-2030. De overige categorie verandert de komende 20 jaar niet.

afbeelding binnen de regeling

1.7.19 Leerdam

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt in de periode 2020-2040 af, met name de eerste 10 jaar. De doelgroep gezinnen zal de eerste 10 jaar licht toenemen om vervolgens tussen 2030 en 2040 licht af te nemen. De doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar neemt af tussen 2020 en 2040, met name in de laatste 10 jaar. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ kent zowel in de periode 2020-2030 als 2030-2040 een flinke toename, met name in de eerste 10 jaar. De categorie overig verandert nauwelijks.

afbeelding binnen de regeling

1.7.20 Lexmond

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt in de periode 2020-2030 af. In de periode 2030-2040 is sprake van een toename, maar deze is kleiner dan de afname van de 10 jaren daarvoor. De doelgroep gezinnen zal toenemen in de periode 2020-2040, met name in de eerste 10 jaar. De doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar zal in de periode 2020-2030 even veel afnemen als in de periode 2030-2040. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ maakt in de periode 2020-2030 een flinke groei door, ook in de periode 2030-2040 groeit deze groep, maar dit is beduidend minder dan de voorgaande jaren. De groep overig zal licht toenemen in de jaren 2020-2040.

afbeelding binnen de regeling

1.7.21 Meerkerk

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar zal in de periode 2020-2040 licht afnemen, vooral in de eerste 10 jaar. De doelgroep gezinnen neemt toe in de periode 2020-2030, maar kent vervolgens een lichte afname in de periode 2030-2040. De doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar neemt licht toe in de periode 2020-2030, maar neemt vervolgens in 2030-2040 flink af. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ neemt flink toe tussen 2020 en 2040, met name in de laatste 10 jaar. De groep overig neemt de periode 2020-2030 licht af, en verandert in 2030-2040 niet.

afbeelding binnen de regeling

1.7.22 Nieuwland

De doelgroepen alleenstaanden en stellen tot 35 jaar, gezinnen en alleenstaanden en stellen 35-65 jaar kennen in de periode 2020-2040 een afname, met name in de eerste 10 jaar. Daarbij is de afname van de doelgroep gezinnen het grootst. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ neemt sterk toe in de jaren 2020-2040, met name in de eerste 10 jaar. De groep overig verandert niet.

afbeelding binnen de regeling

1.7.23 Schoonrewoerd

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt in de periode 2020-2040 af. In de laatste 10 jaar is deze afname minimaal. De doelgroep gezinnen neemt flink af in de periode 2020-2040, met name in de eerste 10 jaar. De doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar neemt toe in de periode 2020-2030, maar neemt in de 10 jaar daarna met meer af dan de toename de jaren daarvoor. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ neemt in de periode 2020-2040 flink toe, met name in de laatste 10 jaar. De groep overig neemt de eerste 10 jaar licht af en verandert daarna niet meer.

afbeelding binnen de regeling

Tienhoven

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt in de periode 2020-2030 licht toe en verandert de jaren daarna niet. De doelgroep gezinnen neemt tussen 2020 en 2030 flink toe, tussen 2030 en 2040 is er ook nog sprake van een toename, maar deze is heel licht. Zowel de doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar als de doelgroep 65+ neemt in de periode 2020-2040 flink toe, met name in de eerste 10 jaar. De groep overig verandert niet.

afbeelding binnen de regeling

Vianen

De doelgroep alleenstaanden en stellen tot 35 jaar neemt in de periode 2020-2040 af, met name in de eerste 10 jaar. De doelgroep gezinnen neemt de eerste 10 jaar minimaal af, in de periode 2030-2040 is er sprake van groei. De doelgroep alleenstaanden en stellen 35-65 jaar neemt licht toe tussen 2020 en 2030, maar neemt vervolgens af in 2030-2040. De doelgroep alleenstaanden en stellen 65+ groeit flink tussen 2020 en 2040, met name in de eerste 10 jaar. De groep overig kent in de periode 2020-2040 een lichte toename.

afbeelding binnen de regeling

Bron: ABF Research, Primos (2019), bewerking Stec Groep (2019).