Nadere regel subsidie huurdersparticipatie

Geldend van 17-07-2020 t/m heden

Intitulé

Nadere regel subsidie huurdersparticipatie

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, gelet op:

De vigerende Algemene Subsidieverordening (ASV)

Het vigerende Coalitieakkoord gemeente Utrecht

De vigerende (actualisering van de) Woonvisie Utrecht

De vigerende prestatieafspraken met corporaties

De herziene Woningwet (inwerkingtreding 1 juli 2015) waarin huurdersorganisaties meer zeggenschap hebben gekregen

De Wet op het overleg huurders verhuurder (inwerkingtreding 1 juli 2015)

Besluit vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie huurdersparticipatie.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Nadere regel wordt verstaan onder

  • College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

  • Huurder(s): mensen die in een huurwoning in de gemeente Utrecht wonen.

  • Draagvlak: steun van huurders en/of andere direct betrokkenen voor de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • Activiteiten: werkzaamheden verricht door huurders, huurdersorganisaties en mensen die een huurwoning zoeken, die zijn gericht op wonen en ruimtelijke ontwikkelingen in Utrecht, dan wel op het verhogen van de organisatiegraad van de Utrechtse huurders.

  • Huurdersparticipatie: activiteiten van en voor huurders zoals omschreven in artikel 5.

  • Huurdersbelang: belang van huurders op het terrein van de woning, de sociale leefomgeving en de fysieke leefomgeving.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

De gemeente Utrecht wil de participatie van huurders bij wonen en ruimtelijke ontwikkelingen versterken.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager

Ondersteuning kan worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen die een bijdrage leveren aan het versterken van huurdersparticipatie.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast via de subsidiestaat. De subsidiestaat wordt bekendgemaakt en is te vinden op de gemeentelijke subsidiepagina op internet.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de beleidsregel huurdersparticipatie subsidieert de gemeente Utrecht de volgende activiteiten en thema’s. De activiteit moet minimaal in een van de volgende categorieën passen:

  • Activiteiten die gericht zijn op het versterken van de belangenbehartiging en participatie van huurders;

  • Activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de organisatiegraad van huurders;

  • Activiteiten die gericht zijn op communicatie en kennisontwikkeling in het kader van huurdersparticipatie en huurdersbelangen, zoals het zichtbaar maken van behaalde resultaten, het delen van goede voorbeelden en het organiseren van debat.

Uitgezonderd zijn:

Initiatieven en activiteiten die vallen onder de verantwoordelijkheid van de individuele corporaties zoals omschreven in de Wet op het overleg huurders verhuurders (Overlegwet), http://wetten.overheid.nl/BWBR0009810/2015-07-01.

Initiatieven en activiteiten die vallen onder een andere regeling (zoals het initiatievenfonds) en/of die niet gericht zijn op huurdersparticipatie en/of huurdersbelangen.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

Een activiteitenplan met:

  • een concrete omschrijving van de voorgenomen activiteit(en);

  • aandacht voor de doelstelling (art. 2) en de criteria (art. 10);

  • een sluitende begroting;

  • informatie over het draagvlak;

  • informatie over met wie of welke organisaties wordt samengewerkt;

  • wanneer een aanvrager voor het eerst een subsidie aanvraagt dient deze extra gegevens te overleggen, zie hiervoor de vigerende ASV.

Artikel 7 Eindverantwoording

Inhoudelijke eindverantwoording

De inhoudelijke verantwoording wordt uiterlijk drie maanden na afloop van de periode waarvoor subsidie is verleend ingediend. Inhoudelijke verantwoording kan ook plaatsvinden in de vorm van een presentatie, publicatie, bijeenkomst enzovoort. De aanvrager kan hiervoor in de aanvraag voorstellen doen. Indien hier kosten aan verbonden zijn, mogen deze in de aanvraag worden opgenomen. Uit de verantwoording moet duidelijk blijken welke activiteiten zijn uitgevoerd en hoe deze hebben bijgedragen aan de doelstellingen.

In de verleningsbeschikking wordt de definitieve vorm van verantwoording opgenomen.

Financiële eindverantwoording

De financiële verantwoording dient tegelijkertijd met de inhoudelijke verantwoording plaats te vinden of bij de jaarverantwoording. Hiervoor wordt verwezen naar de vigerende ASV en het vigerende controleprotocol.

Artikel 8 Indiening van de aanvraag

  • Aanvragen moeten voor 1 oktober ingediend worden voor activiteiten die per 1 januari van het volgende jaar plaatsvinden. Hiervoor is de helft van het totale subsidiebudget beschikbaar.

  • Per 1 juli is de andere helft van het totale subsidiebudget beschikbaar, plus het eventuele resterende budget uit de eerste termijn. Aanvragen voor de andere helft van het budget moeten voor 1 april van dat jaar worden ingediend. Aanvragen die in de eerste ronde niet gehonoreerd zijn vanwege het bereiken van de helft van het subsidieplafond, mogen dan opnieuw worden ingediend.

  • Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het college van B en W, gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitale aanvraagformulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie

Artikel 9 Vorm en hoogte subsidie

Het bedrag van de subsidie op grond van deze beleidsregel bedraagt maximaal het bedrag van de door de aanvrager begrote kosten. De hoogte van de subsidie kan niet meer zijn dan maximaal 20.000 euro per aanvraag.

Artikel 10 Criteria bij de beoordeling

Om te bepalen of een aanvraag wordt gehonoreerd en om de hoogte van de ondersteuning te bepalen, worden de volgende criteria per aanvraag gehanteerd. De activiteit(en) moet in ieder geval bijdragen aan de doelstelling uit artikel 2.

De volgende criteria worden kwalitatief meegewogen.

  • De activiteit heeft een experimenteel karakter, onderzoekt nieuwe vormen van huurdersparticipatie en is gericht op het versterken van sociale samenhang.

  • De activiteit komt tegemoet aan een wens of vraagstuk vanuit (potentiële) huurders en er is bij huurders aantoonbaar draagvlak voor de uitvoering van de wens of de oplossing van het vraagstuk.

  • De activiteit sluit aan bij en biedt meerwaarde aan wat er al gebeurt.

  • Uit de aanvraag blijkt hoe huurders worden betrokken bij de ontwikkeling, implementatie en/of evaluatie van de activiteit.

  • De omvang van de subsidie staat in redelijke verhouding tot het aantal huurders dat wordt bereikt.

Het beschikbare budget wordt toegekend aan activiteiten die naar het oordeel van de gemeente Utrecht het beste aan de bovenstaande criteria voldoen.

Artikel 11 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

  • De aanvragen worden door de gemeente beoordeeld op basis van de criteria.

  • Bij de beoordeling van de aanvraag wordt bekeken in welke mate de aanvraag voldoet aan de in deze beleidsregel genoemde eisen en criteria.

  • Uiterlijk binnen 13 weken neemt de gemeente Utrecht een besluit over de aanvraag.

Artikel 12 Evaluatie

Vanaf de inwerkingtreding van de Nadere regel vindt evaluatie en zo nodig bijstelling van de Nadere regel plaats.

Artikel 13 Looptijd van de regeling

Deze Nadere regel treedt op de dag van bekendmaking in werking. De beleidsregel subsidieregeling huurdersparticipatie wordt dan ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Er kan naar deze Nadere regel worden verwezen als: Nadere regel subsidie huurdersparticipatie.

Ondertekening

Aldus is vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 14 juli 2020.

De gemeentesecretaris, De Burgemeester,

drs. G.G.H.M. Haanen. P.E.J. den Oudsten