Regeling vervallen per 07-07-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent de subsidiëring van de ontwikkeling van de jeugd (Subsidieregeling Jeugd 2020)

Geldend van 10-04-2021 t/m 06-07-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent de subsidiëring van de ontwikkeling van de jeugd (Subsidieregeling Jeugd 2020)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

overwegende dat het gewenst is dat

  • -

    kinderen en jongeren de kans krijgen vaardigheden aan te leren om zich te ontwikkelen tot gezonde, zelfstandige, zelfverzekerde en sociale mensen;

  • -

    kinderen en jongeren die om wat voor reden dan ook niet mee kunnen komen of dreigen af te haken, extra aandacht en zorg behoeven;

  • -

    die zorg niet versnipperd maar op basis van samenwerking wordt aangeboden;

  • -

    jongeren betrokken worden bij de het tot stand komen of uitvoeren van activiteiten die (mede) voor hen bedoeld zijn;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling Jeugd 2020.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014

  • b.

    Kinderen: de leeftijd van 0 t/m 12 jaar betreffende

  • c.

    Jeugd: de leeftijd 0 tot 23 jaar betreffende

  • d.

    Brede school: een samenwerking tussen organisaties ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen. Het betreft minimaal één basisschool en tenminste een peuterspeelzaal of kinderopvang die werken met een ononderbroken ontwikkelingslijn plus nog een derde partner uit het sociaal-culturele domein.

  • e.

    (Integraal) kindcentrum: een brede school, waarbij opvang en onderwijs onderdeel uitmaken van één en dezelfde bedrijfsvorm/organisatie, en sprake is van gezamenlijke huisvesting.

  • f.

    Bidbook: een creatief en inspirerend overzicht van de activiteiten plus financiële onderbouwing

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

  • a.

    een breed aanbod van laagdrempelige jeugdactiviteiten in de vrije tijd (sociaal culturele jeugdactiviteiten) die bijdragen aan ontwikkeling van sociaal-emotionele, communicatieve of cognitieve vaardigheden;

  • b.

    de ontwikkeling van kinderen en ontplooiing van de bredere talenten van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar binnen een brede school danwel kindcentrum, alsmede de stimulering van één integraal kindcentrum (brede schoolbeleid).

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening moet de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien:

  • a.

    het een subsidieaanvraag betreft die gericht is op de instandhouding van de eigen organisatie;

  • b.

    niet is aangetoond dat er behoefte is aan de geplande activiteiten;

  • c.

    niet is aangetoond dat de activiteiten meerwaarde opleveren bovenop het reeds bestaande aanbod in Heerhugowaard;

  • d.

    dezelfde activiteit al via een ander gemeentelijk budget wordt gefinancierd;

  • e.

    de activiteiten zijn gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • f.

    de activiteit niet voldoet aan wettelijke eisen die daaraan zijn gesteld;

  • g.

    De activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid.

Artikel 4 Doelgroepen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1. Op grond van artikel 7, lid 4, van de Algemene Subsidieverordening dient een aanvraag bij voorkeur te worden ingediend tussen 1 juli en 1 okotber van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de activiteiten gaan plaats vinden.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend vóór de indieningstermijn worden gedateerd op 1 juli.

  • 3. In afwijking van het bepaalde onder a. van dit artikel kunnen aanvragen om subsidie voor activiteiten zoals omschreven in artikel 2a lopende het jaar worden ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie binnen 20 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 6 Subsidiecriteria en de berekening van de subsidie

  • 1. Sociaal culturele activiteiten door organisaties met jeugdleden

    • Criteria:

      • -

        een activiteitenplan waarin in ieder geval wekelijkse bijeenkomsten zijn opgenomen;

      • -

        minimaal 10 leden cq deelnemers jonger dan 23 jaar;

      • -

        inkomsten uit contributie of deelnemers dekken minimaal 20% van de jaarlijkse uitgaven;

      • -

        een beschrijving van de wijze waarop jeugdleden worden betrokken bij beleidsvorming en/of het activiteitenprogramma

    • Normen:

      • -

        € 1.000 per jaar,

      • -

        plus € 100 per jaar per betalend jeugdlid tot en met 18 jaar, tot een maximum van 25 leden. Ingeval minder dan 25 leden tot en met 18 jaar: ook nog plus € 50 per jaar per betalend jeugdlid van 19 tot 23 jaar, tot het maximum van 25 leden is bereikt.

      • -

        plus € 1.000 per jaar voor organisaties met een ‘clubhuis’ in eigendom, ten gunste van een bestemmingsreserve ‘groot onderhoud en vervanging’.

  • 2. Brede schoolbeleid

    • Criteria:

      • 1.

        Het betreft altijd een gezamenlijke aanvraag van een basisschool en tenminste een peuterspeelzaal of kinderopvang die werken met een ononderbroken ontwikkelingslijn plus nog een derde partner uit het sociaal-culturele domein;

      • 2.

        De drie partners verbinden zich voor twee jaar;

      • 3.

        De aanvraag bestaat uit het aanbieden van bidbooks voorzien van projecten, waarbij de doelstelling meetbaar wordt gemaakt door middel van indicatoren;

      • 4.

        Van hierna genoemde selectiegronden moeten er minimaal twee als doelstelling worden gekozen:

        • -

          Voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden

        • -

          Intensief samenwerkingsverband met een ononderbroken ontwikkelingslijn.

        • -

          Stimuleren van sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

        • -

          Een passend aanbod van ondersteuning in samenhang met het gemeentelijk jeugdzorg domein.

        • -

          Breed activiteitenaanbod in en na school voor kinderen van brede school danwel kindcentrum en uit de wijk.

        • -

          Stimuleren educatief partnerschap (betrokkenheid van ouders bij leerprestaties kinderen).

    • Normen:

      • 1.

        De samenwerkende partners investeren minimaal een bedrag gelijk aan de gemeentelijke bijdrage in uren of financiële middelen (co-financiering).

      • 2.

        Het totale subsidiebedrag op jaarbasis voor scholen die onder een schoolbestuur vallen bedraagt niet meer dan het jaarlijkse deelsubsubsidieplafond vermenigvuldigd met de ratio van het aantal scholen in Heerhugowaard dat onder het schoolbestuur valt tot het totale aantal basisscholen in Heerhugowaard. De peildatum is 1 januari van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Algemene bepaling

    Subsidiabele kosten in het kader van brede schoolbeleid betreffen kosten die rechtstreeks verband houden met coördinatie en uitvoering van activiteiten zoals genoemd in artikel 2a. Kosten voor materiele zaken komen niet in aanmerking voor subsidie.

  • 2. Reserveringen

    • a.

      Reserveringen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld;

    • b.

      De volgende reserves worden onderscheiden:

      • -

        egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie. De egalisatiereserve is maximaal 10% van de totale gemiddelde inkomsten over de afgelopen vier jaar.

      • -

        bestemmingsreserve: voor noodzakelijke periodieke investeringen op basis van een meerjarenplan.

      • -

        Voorzieningen: voor redelijkerwijs te verwachten betalingsverplichtingen. Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve;

    • c.

      De hoogte van bestemmingsreserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten.

Artikel 8 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen in het kader van artikel 2a, het deelsubsidieplafond voor deze activiteiten overtreft, gelden de onderstaande verdeelregels: 

    • a.

      Instellingen die in de periode genoemd in artikel 5 lid 1 hun aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die na die periode hun aanvraag hebben ingediend (groep B);

    • b.

      Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de subsidieaanvragen van groep A. In dat geval ontvangt groep B geen subsidie;

    • c.

      Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep B ontoereikend is om alle aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen verdeeld.

    • d.

      Indien bij toepassing van c blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende subsidieaanvragen.

  • 2. Wanneer de aanvrager krachtens art 4:5 van de Algemene Wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 9 Verplichtingen

Het College van Burgemeester en wethouders kan aan de verlening van subsidie verplichtingen opleggen die niet in deze verordening zijn vermeld, voor zover dit naar verwachting de kwaliteit verbetert of de resultaten beter zichtbaar en verantwoord kunnen worden.

Artikel 10 Eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000

Bij subsidies tot en met € 5.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 13 lid 3van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de subsidieontvanger uiterlijk binnen 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling indient.

Artikel 11 Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000 en € 50.000

Bij subsidies van meer dan € 5.000 doch minder dan € 50.000 kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 14 lid 2 van de Algemene subsidieverordening bepalen dat de aanvraag tot vaststelling ook een overzicht van de gesubsidieerdeactiviteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) bevat;

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. De Deelsubsidieverordening Jeugd wordt ingetrokken.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2020 en is van kracht tot 1 januari 2024.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugd 2020.

Ondertekening