Regeling vervallen per 15-07-2020

Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 1 juli 2020)

Geldend van 01-07-2020 t/m 14-07-2020

Intitulé

Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 1 juli 2020)

Zaaknummer: Z20-046461

De voorzitter van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland,

gelet op artikel 176 van de Gemeentewet en artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s,

gelet op de aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, van 26 juni 2020 nr. 1712697-207530-PG;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die behoren tot de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, te weten Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn.

Artikel 1.2 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • buitenterras: in de open lucht gelegen terras dat aan de bovenzijde of aan drie zijden open is;

  • eet- en drinkgelegenheden: inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd, met uitzondering van inrichtingen in bedrijven, instellingen en andere organisaties die niet voor het publiek toegankelijk zijn (bedrijfskantines en bedrijfscatering);

  • gezamenlijk huishouden: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en ouders, grootouders en kinderen, voor zover zij volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woonachtig zijn;

  • kuchscherm: een voorziening geplaatst tussen tafels, zoals bedoeld in de ‘Instructie kuchschermen op terrassen in de horeca’, van 29 juni 2020;

  • mondkapje: voorwerp dat op grond van zijn ontwerp bestemd is om in ieder geval de mond en de neus volledig te bedekken, zodat de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen zoveel mogelijk wordt tegengegaan;

  • openbaar vervoer: openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet Personenvervoer 2000;

  • onderwijsinstelling: school, instelling of exameninstelling in de zin van een onderwijswet als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 1, van de Wet op het onderwijstoezicht, daaronder begrepen een niet bekostigde instelling;

  • overig bedrijfsmatig personenvervoer: besloten busvervoer en taxivervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000, alsmede bedrijfsmatig vervoer van personen op andere wijze dan met een bus of taxi;

  • placeren: toewijzen van een zitplaats of in het geval van wellness-, sauna-, sport-, spel-, theater-, of dansactiviteiten het toewijzen van een afgebakende locatie waar de activiteit kan plaatsvinden;

  • publieke ruimte: openbare ruimte en voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, alsmede zich daar bevindende vaartuigen en voertuigen, met uitzondering van de zich daarin bevindende woongedeelten;

  • verifiëren van de gezondheid: vragen naar ziekteverschijnselen van COVID-19;

  • vitale processen: vitale processen bedoeld op https://www.nctv.nl/ onderwerpen/ vitale-infrastructuur/overzicht-vitale-processen;

  • voorzitter: voorzitter van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.

  • 2.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder gebouw mede verstaan een tent, container of andere constructie die bedoeld is om ter plaatse als binnenruimte te dienen.

Paragraaf 2 Maatregelen

Artikel 2.1 Verboden samenkomsten

  • 1.

    Het is verboden een samenkomst in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behoren erf, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder:

    • a.

      maatregelen te treffen waarmee de stromen van de personen die samenkomen worden gescheiden, ook voor zover het gebruik van sanitaire voorzieningen betreft;

    • b.

      hygiënemaatregelen te treffen waarmee de verspreiding van COVID-19 wordt tegengegaan;

    • c.

      maatregelen te treffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden;

    • d.

      ervoor te zorgen dat de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand houden tot de dichtstbijzijnde persoon, tenzij de aanwezigen op grond van artikel 2.2, tweede lid, niet verplicht zijn 1,5 meter afstand tot elkaar te houden; en

    • e.

      ervoor te zorgen dat de aanwezigen aan wie een zitplaats is toegewezen daarvan gebruik maken.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden een samenkomst in een gebouw, voertuig of vaartuig, niet zijnde een woning, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder de aanwezigen te placeren en, indien de samenkomst uit meer dan 100 personen (exclusief personeel) per zelfstandige ruimte bestaat, zonder de gezondheid van de aanwezigen te verifiëren en zonder te werken met reservering.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden een samenkomst van meer dan 250 personen (exclusief personeel) in de open lucht, te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder de aanwezigen te placeren, zonder de gezondheid van de aanwezigen te verifiëren en zonder te werken met reservering. Dit verbod geldt niet voor samenkomsten op een bij een woning behorend erf.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste en derde lid is het verboden een samenkomst op een buitenterras bij een eet- en drinkgelegenheid of een buitenterras op een evenemententerrein te organiseren, te laten organiseren, te laten plaatsvinden of te laten ontstaan zonder de aanwezigen te placeren.

  • 5.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op:

    • a.

      samenkomsten in detailhandel, markten, bibliotheken, musea, monumenten, presentatie-instellingen, dierentuinen, pretparken, kermissen en daarmee vergelijkbare samenkomsten waarbij sprake is van doorstroom van bezoekers;

    • b.

      samenkomsten in een gebouw die noodzakelijk zijn voor de continuering van de dagelijkse werkzaamheden van instellingen, bedrijven en andere organisaties met ten hoogste 100 personen per zelfstandige ruimte;

    • c.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen op grond van de WOM.

  • 6.

    Diegene die deelneemt aan een samenkomst waarbij placering plaatsvindt, is verplicht gebruik te maken van de toegewezen zitplaats.

Artikel 2.2 Verbod niet houden veilige afstand

  • 1.

    Het is verboden zich in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning of een daarbij behorend erf, op te houden zonder tot de dichtstbijzijnde persoon een afstand te houden van ten minste 1,5 meter.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op personen die een gezamenlijk huishouden vormen onderling;

    • b.

      als het de afstand tot kinderen tot en met 12 jaar betreft;

    • c.

      op personen in de leeftijd tot en met 17 jaar onderling;

    • d.

      op leerlingen in het voortgezet onderwijs en het voorgezet speciaal onderwijs onderling op school;

    • e.

      op personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover de werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van 1,5 meter afstand van degene jegens of met wie de werkzaamheden worden uitgevoerd;

    • f.

      op personen met een handicap, voor zover zij zich niet met inachtneming van een afstand van 1,5 meter jegens hun begeleiders kunnen ophouden en hun begeleiders;

    • g.

      op personen die sport, theater of dans in de vorm van sport of culturele uiting beoefenen, voor zover dat voor het beoefenen van sport, dans en theater noodzakelijk is;

    • h.

      in het openbaar vervoer, overig bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privé-doeleinden, voor zover dit vervoer primair de verplaatsing van de ene naar de andere locatie behelst en niet strekt tot het mogelijk maken van recreatie in dat voer- of vaartuig;

    • i.

      op personen die op een buitenterras bij een eet- en drinkgelegenheid onderling die aan weerszijden van een tussen tafels geplaatst kuchscherm zitten.

Artikel 2.3 Verbod openstelling dansvoorziening

Het is verboden een in een eet- en drinkgelegenheid aanwezige dansvoorziening geopend te houden voor publiek.

Artikel 2.4 Verbod gezamenlijk zingen of schreeuwen

Het is verboden in de publieke ruimte of in een besloten plaats, niet zijnde een woning en een daarbij behorend erf, in groepsverband te zingen of te schreeuwen. Dit verbod geldt niet voor zangers, zangkoren, zanggroepen en voor zang als onderdeel van belijdenis van godsdienst of levensovertuiging.

Artikel 2.5 Verboden gebieden en locaties

  • 1.

    Het is verboden zich te bevinden in door de voorzitter aangewezen gebieden en locaties. De voorzitter kan het verbod beperken tot bepaalde tijdvakken.

  • 2.

    Dit verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      bewoners van woningen die zijn gelegen in het gebied of de locatie;

    • b.

      personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten.

Artikel 2.6 Verboden onderwijsactiviteiten

Het is tot het studiejaar 2020-2021 verboden onderwijsactiviteiten in onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs, het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderwijs te bieden. Dit verbod geldt niet voor het houden van examens, tentamens, toetsen, praktijk(gericht)onderwijs en begeleiding van kwetsbare studenten op de onderwijsinstelling, voor zover dit online niet afdoende kan.

Artikel 2.7 Inrichting en beëindiging voorziening personenvervoer

  • 1.

    Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen, zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en reizigers van 13 jaar en ouder een niet-medisch mondkapje dragen in voertuigen en vaartuigen.

  • 2.

    De voorzitter kan na overleg met de vervoerder voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer beëindigen of beperken, indien:

    • a.

      de inrichting van deze voorzieningen en de daarmee samenhangende maatregelen reizigers niet of onvoldoende in staat stelt zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen of het dragen van een mondkapje door reizigers van 13 jaar en ouder niet in acht wordt genomen; en

    • b.

      de beëindiging van deze voorziening het transport van personen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

Artikel 2.8 Overig personenvervoer

  • 1.

    Reizigers van 13 jaar en ouder zijn in het overig bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde openbaar vervoer, verplicht een niet-medisch mondkapje te dragen.

  • 2.

    De aanbieder van overig bedrijfsmatig personenvervoer, niet zijnde de aanbieder van openbaar vervoer of veerdiensten, verifieert voorafgaand aan het vervoer de gezondheid van de reiziger en werkt uitsluitend op basis van reservering.

Artikel 2.9 Verboden toegang verpleeghuizen en woonvormen ouderenzorg

  • 1.

    Het is verboden:

    • a.

      een instelling die zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet langdurige zorg verleent aan personen die daarop recht hebben vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking; of

    • b.

      een woonsituatie waarin minimaal drie bewoners verblijven vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking en zorg ontvangen als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg;

    • c.

      te bezoeken indien zich in die instelling of woonsituatie een of meer COVID-19 besmettingen voordoen.

  • 2.

    De beheerder kan toestemming verlenen voor dit bezoek:

    • a.

      indien een bewoner verkeert in de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden;

    • b.

      aan structurele vrijwilligers; en

    • c.

      voor het horen en beoordelen van een cliënt in het kader van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Paragraaf 3 Uitzonderingen

Artikel 3.1 Uitzonderingen

  • 1.

    De verboden in deze verordening zijn niet van toepassing op:

    • a.

      de betrokken hulpdiensten en toezichthouders;

    • b.

      activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen;

    • c.

      door de voorzitter te bepalen (categorieën van) gevallen.

  • 2.

    De voorzitter kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een vrijstelling of ontheffing op basis van het eerste lid, onderdeel c. Het is verboden om in strijd met dergelijke voorschriften en beperkingen te handelen.

Paragraaf 4 Toezicht en handhaving

Artikel 4.1 Opvolgen aanwijzingen

Alle ambtenaren van de politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid en militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c van het Wetboek van Strafvordering zijn bevoegd aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening te geven. Alle aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van deze verordening gegeven door daartoe bevoegde functionarissen dienen stipt en onmiddellijk opgevolgd te worden.

Artikel 4.2 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast:

  • a.

    ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 141, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;

  • b.

    door de voorzitter aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • c.

    door de voorzitter aangewezen toezichthouders;

  • d.

    militairen van de Koninklijke marechaussee als bedoeld in artikel 141, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt op http:www.amsterdam.nl/coronavirus en treedt in werking met ingang 1 juli 2020.

Artikel 5.2 Intrekking vorige noodverordening

De Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 15 juni 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 5.3 Overgangsrecht

Besluiten op basis van de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 26 maart 2020, de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 2 april 2020, de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 29 april 2020, de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 8 mei 2020, de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 1 juni 2020 en de Noodverordening Covid-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 15 juni 2020 worden geacht te berusten op deze noodverordening.

Artikel 5.4 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Noodverordening COVID-19 veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland van 1 juli 2020.

Ondertekening

Vastgesteld op 30 juni 2020 te Amsterdam

De voorzitter van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Femke Halsema