Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR641971
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR641971/1
Regeling vervallen per 01-07-2024
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over kunst- en cultuuractiviteiten in wijken (Regeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024)
Geldend van 01-07-2020 t/m 30-06-2024
Intitulé
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over kunst- en cultuuractiviteiten in wijken (Regeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024)Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 160 eerste lid van de Gemeentewet, artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, en de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van een stadsdeel als bedoeld in de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam;
- b.
ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;
- c.
gebiedsgebonden activiteit: activiteit georganiseerd voor de bewoners van een of meer gebieden in een stadsdeel of een deel van een gebied (buurt);
- d.
gebiedsagenda: document waarin de bestuurscommissie eens in de vier jaar per gebied de ontwikkelingen, opgaven en kansen vertaalt naar maatschappelijke doelen;
- e.
gebiedsplan: jaarlijks uitvoeringsplan waarin de activiteiten, projecten en prestatieafspraken zijn beschreven ter uitvoering van de gebiedsagenda;
- f.
Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024: stedelijk beleidskader waarin de integrale visie van de gemeente Amsterdam op het gebied van kunst en cultuur is vastgelegd;
- g.
kunst- en cultuurinstelling: professionele instelling met rechtspersoonlijkheid gevestigd in Amsterdam die binnen de gemeente Amsterdam activiteiten uitvoert op het gebied van kunst en cultuur;
- h.
professionele kunstenaar: kunstenaar of ‘maker’ die een of meer kunstvormen actief en beroepsmatig beoefent;
- i.
stadsdeel: een van de 7 stadsdelen zoals genoemd in artikel 1 van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam;
- j.
Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur: het besluit van het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie waarin nader wordt bepaald hoe deze subsidieregeling het komende kalenderjaar zal worden toegepast in relatie tot de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is tweeledig:
- a.
het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving in buurten en gebieden door het ondersteunen van openbaar toegankelijke gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten van professionele kwaliteit;
- b.
het in stand houden, verbreden en vernieuwen van aanbod van gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten die zich onderscheiden vanwege de artistiek-inhoudelijke kwaliteit en waaraan door bewoners(groepen) actief en/of passief kan worden deelgenomen.
Artikel 4 Bevoegdheden en subsidiabele activiteiten
Het dagelijks bestuur is bevoegd om op grond van deze subsidieregeling binnen het kader van de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024 en het door hem vastgestelde Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur eenmalige en periodieke subsidies te verstrekken voor gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten. Het dagelijks bestuur bepaalt in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur welke activiteiten subsidiabel zijn.
Hoofdstuk 2 Uitwerkingsbesluit
Artikel 5 Uitwerkingsbesluit
-
1. Het dagelijks bestuur stelt uiterlijk op 1 juli een Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur vast, waarin nader wordt bepaald hoe zij deze subsidieregeling het komende kalenderjaar zal toepassen in relatie tot de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen.
-
2. Bij het opstellen van het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur gebruikt het dagelijks bestuur het hiervoor door het college vastgestelde format.
-
3. In het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur bepaalt het dagelijks bestuur voor zijn stadsdeel, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in deze subsidieregeling, de hoogte van het subsidieplafond en welke soort activiteiten subsidiabel zijn. Daarbij geeft het dagelijks bestuur tevens per soort activiteiten aan:
- a.
welke soort subsidie hij verstrekt en indien van toepassing het maximaal te verlenen bedrag per aanvraag;
- b.
de (groepen) bewoners waarop deze activiteit gericht dient te zijn, gekoppeld aan een of meer gebieden binnen het stadsdeel;
- c.
de vaststelling van het subsidieplafond en eventuele deelplafonds als genoemd in artikel 6 van deze subsidieregeling;
- d.
of bij de uitvoering van de activiteiten sprake moet zijn van samenwerking met een of meer partners;
- e.
of en bij welke soort subsidie sprake moet zijn van eigen inkomsten en/of bijdragen van derden;
- f.
of een adviescommissie wordt ingesteld;
- g.
of de verdeelsleutel als genoemd in artikel 7 van deze subsidieregeling bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt gehanteerd;
- h.
bij gebruik van de verdeelsleutel, of en op welke beoordelingscriteria als genoemd in artikel 7 derde lid van deze subsidieregeling een aanvraag minimaal 3 punten moet scoren om voor subsidieverlening in aanmerking te kunnen komen;
- i.
of in geval van een eenmalige subsidie de aanvraagtermijnen als genoemd in artikel 10 van deze subsidieregeling gelden;
- j.
of (een groep van samenwerkende) natuurlijke personen in aanmerking komen voor subsidie.
- a.
-
4. Het dagelijks bestuur kan slechts op de in het derde lid van dit artikel gegeven onderwerpen nadere invulling geven aan deze subsidieregeling.
Hoofdstuk 3 Subsidieplafond, verdeelsleutel en adviescommissie
Artikel 6 Subsidieplafond
-
1. Het dagelijks bestuur stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen per jaar een subsidieplafond vast.
-
2. Binnen dit subsidieplafond kan het dagelijks bestuur (gecombineerde) deelplafonds vaststellen:
- a.
per gebied of gebieden;
- b.
voor eenmalige en periodieke subsidies;
- c.
per activiteit of groep activiteiten;
- d.
voor een te onderscheiden periode binnen het jaar waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld.
- a.
Artikel 7 Verdeelsleutel en adviescommissie
-
1. Het dagelijks bestuur bepaalt in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur of en voor welke soort subsidies hij de wijze van verdelen zoals opgenomen in dit artikel hanteert.
-
2. Het dagelijks bestuur kan zich bij de beoordeling van de subsidieaanvragen aan de hand van de verdeelsleutel laten adviseren door een door hem in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur in te stellen adviescommissie.
-
3. Het dagelijks bestuur beoordeelt de aanvragen op de volgende criteria:
- a.
de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving in buurten en gebieden in het stadsdeel;
- b.
de mate waarin de activiteit gericht is op het in stand houden, verbreden en vernieuwen van aanbod van gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten waaraan zoveel mogelijk (groepen) bewoners actief en/of passief kunnen deelnemen;
- c.
de mate waarin de activiteit zich onderscheidt door de artistiek-inhoudelijke kwaliteit en professionaliteit;
- d.
de mate waarin de activiteit past binnen het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur van het stadsdeel;
- e.
de mate waarin de activiteit een positieve bijdrage levert aan het kunstklimaat in een of meer gebieden.
- f.
de zakelijke kwaliteit van de aanvrager en de uitvoerbaarheid van het plan.
- a.
-
4. Per criterium kan nul tot maximaal vijf punten worden gehaald.
-
5. Het dagelijks bestuur rangschikt de aanvragen op een prioriteitenlijst aan de hand van de behaalde punten op basis van de criteria zoals genoemd in het derde lid van dit artikel.
-
6. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.
-
7. Indien na toepassing van het zesde lid van dit artikel meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidie- of deelplafond wordt overschreden, komt het eerst in aanmerking die aanvraag die op dat moment het meest bijdraagt aan pluriformiteit op het gebied van doelgroep, locatie, discipline en organisatie binnen het totaal van de te honoreren aanvragen.
Hoofdstuk 4 Subsidieaanvraag, weigeringsgronden en beslistermijn
Artikel 8 De aanvrager
-
1. Subsidie kan worden aangevraagd door kunst- en cultuurinstellingen.
-
2. In aanvulling op het eerste lid kan - voor zover in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur door het dagelijks bestuur mogelijk gemaakt - een (groep van samenwerkende natuurlijke personen of een natuurlijk persoon een aanvraag indienen.
-
3. Als sprake is van een samenwerkingsverband dient een van de betrokkenen als penvoerder de aanvraag in namens het samenwerkingsverband en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.
Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
-
1. In aanvulling op artikel 5, tweede lid van de ASA 2013 dient de subsidieaanvrager in het bij de subsidieaanvraag te overleggen activiteitenplan - naast een omschrijving van de activiteiten – toe te lichten:
- a.
welke (groepen) bewoners (aantallen en omschrijving) de aanvrager wil bereiken;
- b.
de wijze waarop wordt voldaan aan de criteria als bedoeld in artikel 7, derde lid;
- c.
met welke (groepen) bewoners en/of organisaties de aanvrager samenwerkt;
- d.
of de aanvrager voor de uitvoering van dezelfde activiteiten bij een andere instantie een subsidie heeft aangevraagd en voor welk bedrag.
- a.
-
2. De eerste keer dat de aanvrager een subsidie aanvraagt, dient hij een kopie mee te sturen van de bankpas of een recent afschrift van de bankrekening waarop de gevraagde subsidie kan worden overgemaakt.
Artikel 10 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies
Het dagelijks bestuur kan in het Uitwerkingsplan kunst en cultuur bepalen dat voor eenmalige subsidies de volgende aanvraagtermijnen gelden:
- i.
vóór 1 april voorafgaand aan het subsidietijdvak lopende van 1 juli tot en 1 januari;
- ii.
vóór 1 oktober voorafgaand aan het subsidietijdvak lopende van 1 januari tot 1 juli.
Artikel 11 Weigeringsgrond
-
1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het dagelijks bestuur een subsidie als:
- a.
niet wordt voldaan aan een van de volgende in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur van het betreffende stadsdeel opgenomen voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie:
- i.
samenwerking met een of meer partners,
- ii
eigen inkomsten en/of bijdragen van derden bij de uitvoering van een activiteit
- i.
- b.
de activiteit ziet op brede talentontwikkeling voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar.
- a.
-
2. Als het dagelijks bestuur toepassing geeft aan de wijze van verdelen als bedoeld in artikel 7 van deze subsidieregeling, weigert hij, in aanvulling op artikel 9, tweede lid van de ASA, een subsidie als:
- a.
de aanvraag op basis van de beoordeling genoemd in artikel 7 derde lid in totaal minder dan 16 punten heeft behaald;
- b.
de aanvraag op een van de beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 7, derde lid van deze subsidieregeling minder scoort dan 3 punten, terwijl het dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur heeft bepaald dat op dit criterium ten minste 3 punten behaald moeten worden om voor subsidieverlening in aanmerking te komen.
- a.
-
3. Als het dagelijks bestuur geen toepassing heeft gegeven aan de wijze van verdelen als bedoeld in artikel 7 van deze subsidieregeling, kan hij in aanvulling op artikel 9, tweede lid van de ASA 2013 de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:
- a.
de activiteit onvoldoende bijdraagt aan het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving in buurten en gebieden in het stadsdeel;
- b.
de activiteit onvoldoende gericht is op het in stand houden, verbreden en vernieuwen van aanbod van gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten waaraan zoveel mogelijk groepen bewoners actief en/of passief kunnen deelnemen;
- c.
de activiteit zich onvoldoende onderscheidt door de artistiek-inhoudelijke kwaliteit en professionaliteit;
- d.
de activiteit onvoldoende past binnen het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur van het stadsdeel;
- e.
de activiteit onvoldoende voorziet in een positieve bijdrage aan het kunstklimaat in een of meer gebieden;
- f.
de zakelijke kwaliteit van de aanvrager en de uitvoerbaarheid van het plan onvoldoende is.
- g.
de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd niet in overwegende mate gericht is op bewoners(groepen) van een of meer gebieden of buurten van het stadsdeel;
- h.
als in de activiteit al op een andere wijze is voorzien in het gebied of stadsdeel.
- a.
-
4. Het dagelijks bestuur kan een subsidie weigeren als de aanvrager voor de uitvoering van dezelfde gebiedsgebonden activiteiten voor hetzelfde tijdvak in aanmerking komt voor een subsidie of financiële bijdrage van een ander bestuursorgaan of fonds.
Artikel 12 Beslistermijn
In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASA 2013, beslist het dagelijks bestuur op aanvragen om een eenmalige subsidie op grond van deze subsidieregeling binnen twaalf weken na sluiting van een aanvraagtermijn, zoals bedoeld in artikel 10.
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 13 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
- a.
de subsidieontvanger publiceert minimaal twee weken voorafgaand aan de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, waar en wanneer de activiteiten plaatsvinden via de voor de betreffende gebieden en het stadsdeel geëigende communicatiekanalen;
- b.
De subsidieontvanger draagt zorg voor de eventueel benodigde vergunningen/ontheffingen en overige toestemmingen;
- c.
De subsidieontvanger draagt zorg voor het afsluiten van verzekeringen als deze nodig zijn.
Hoofdstuk 6 Slotbepaling
Artikel 14. Inwerkingtreding en duur
Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 juli 2020.
Artikel 15. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten 2021-2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
TOELICHTING
Inleiding
Kunst- en cultuuractiviteiten in buurten en gebieden zijn van grote waarde voor het lokale culturele klimaat en voor het leefklimaat in het algemeen. Deze activiteiten bieden de gelegenheid aan buurtbewoners om kennis te maken met kunst en cultuur en dragen bij aan de versterking van sociale en maatschappelijke verbindingen.
De Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024, waarin het stadsbestuur een integrale stedelijke visie op kunst en cultuur heeft geformuleerd, vormt het beleidskader voor de uitvoering van de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2019).
De uitvoering van de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten is een verantwoordelijkheid van de bestuurscommissies op grond van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam.
Bij de uitvoering van deze regeling is de verbinding met de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen belangrijk. In het kader van het gebiedsgericht werken is Amsterdam opgedeeld in 22 gebieden, verdeeld over 7 stadsdelen. Daarom stellen de bestuurscommissies jaarlijks een Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur vast waarin nader wordt beschreven hoe binnen het betreffende stadsdeel de subsidieregeling gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten wordt toegepast. Dit betreft maatwerk waarbij zowel de ontwikkelingen, opgaven en kansen van een gebied een rol spelen, het profiel of eigen karakter van een gebied, en de algemene kenmerken zoals de bevolkingssamenstelling.
De subsidieregeling biedt de bestuurscommissies verschillende keuzemogelijkheden met betrekking tot het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur. Deze keuzemogelijkheden betreffen onder meer de nadere omschrijving van subsidiabele activiteiten, de aanvrager (alleen instellingen met rechtspersoonlijkheid of ook natuurlijke personen zoals zelfstandig kunstenaars), de aard van de subsidie (periodieke en/of eenmalige subsidies), de subsidieplafonds en deelplafonds en de instelling van een adviescommissie. Voor periodieke subsidies geldt dat dit zowel om jaarlijkse als meerjarige subsidieverleningen kan gaan.
Voor het opstellen van het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur is een format vastgesteld door het college. Voor dit format is gekozen met het oog op de uitvoerbaarheid van de regeling.
In het kader van deze regeling komen niet voor subsidie in aanmerking activiteiten die georganiseerd worden in het kader van de brede talentontwikkeling voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar. De gebiedsgebonden activiteiten voor deze doelgroep worden onder meer op basis van de subsidieregeling Basisvoorzieningen in de stadsdelen gesubsidieerd.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 3
Bij activiteiten op het gebied van kunst en cultuur ligt de nadruk op kunst waarbij de artistieke kwaliteit een belangrijke factor is. De activiteiten dienen aan te sluiten op bij de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en bij te dragen aan de realisatie van de daarin opgenomen doelstellingen en/of uitvoeringsplannen.
Artikel 4
In dit artikel wordt bepaald voor welke activiteiten een bestuurscommissie een subsidie kan verlenen.
Artikel 5
Dit artikel regelt het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur. In het derde lid wordt bepaald welke onderwerpen het dagelijks bestuur ten aanzien van een aantal onderwerpen dient te regelen in het Uitwerkingsbesluit. Dit betreft een limitatieve opsomming.
In het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur kan het dagelijks bestuur bepalen dat de aanvraag op een of meer beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 7 derde lid van deze regeling minimaal 3 punten moet scoren. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een dagelijks bestuur veel waarde hecht aan de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van activiteiten.
Als een dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit niet kiest voor de toepassing van de verdeelsleutel als genoemd in artikel 7 van de subsidieregeling, wordt de hoofdbepaling van de ASA gevolgd en worden de aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.
Artikel 6 en 7
Hier worden de voorschriften betreffende het subsidieplafond en de mogelijkheden voor het instellen van deelplafonds bepaald .
Indien het subsidieplafond of een deelplafond onvoldoende is om alle aanvragen te honoreren, kan een bestuurscommissie de beschikbare subsidiemiddelen verdelen op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen of op basis van de kwaliteit van de aanvragen. Kiest een bestuurscommissie voor de laatste methode, dan dient hij daarbij gebruik te maken van de verdeelsleutel als opgenomen in artikel 7. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de bestuurscommissie zich laten adviseren door een door hem ingestelde adviescommissie.
Artikel 8
Naast een kunst- en cultuurinstelling met rechtspersoonlijkheid kunnen tevens natuurlijke personen, bijvoorbeeld (een groep van) individuele kunstenaars, een aanvraag indienen als de bestuurscommissie dit in het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur mogelijk heeft gemaakt.
Artikel 9
Dit artikel regelt welke gegevens in aanvulling op de voorschriften van de ASA 2013 bij een aanvraag dienen te worden overlegd. Het gaat daarbij met name om informatie over de doelgroepen die men wil bereiken en de lokale partners (bewoners, organisaties en (creatieve) ondernemers) waarmee de aanvrager wil samenwerken. Bij de aanvraag dient uitgewerkt te worden op welke wijze aanvrager denkt te voldoen aan de criteria van artikel 7. Dit geldt ook voor aanvragers waarop de verdeelsleutel niet van toepassing is, maar die wel op basis van dezelfde criteria op grond van artikel 11 geweigerd kunnen worden.
Artikel 10
Voor de eenmalige subsidies kan een dagelijks bestuur kiezen voor de toepassing van twee aanvraagtermijnen, om het afhandelings- en beoordelingsproces in tijd te beperken en daarmee overzichtelijk te houden.
Artikel 11
Kunst- en cultuuractiviteiten kunnen een breed publiek trekken. De gebiedsgebonden activiteiten dienen op de eerste plaats georganiseerd te worden voor de bewoners van het betreffende gebied en eventueel aangrenzende gebieden. Als de beoogde activiteit onvoldoende gericht is op deze bewoners, wordt de subsidieaanvraag niet in behandeling genomen. Grootstedelijke activiteiten kunnen derhalve niet op grond van deze regeling worden gesubsidieerd. In het vierde lid is opgenomen dat het dagelijks bestuur een subsidieaanvraag kan weigeren als een aanvrager in aanmerking komt voor een financiële bijdrage of een subsidie voor dezelfde buurtgebonden activiteit voor hetzelfde tijdvak van een fonds of een ander bestuursorgaan. Ten aanzien van deze weigeringsgrond heeft het dagelijks bestuur beleidsvrijheid.
Artikel 12
In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASA 2013 geldt voor de afhandeling van de aanvraag van de eenmalige subsidies een termijn van 12 weken. Deze termijn is nodig als een stadsdeel een adviescommissie inschakelt voor het beoordelen van de aanvragen.
Artikel 13
Een belangrijke doelstelling van deze regeling is de actieve en/of passieve deelname van bewoners aan de kunst- en cultuuractiviteiten. Daarom dient de subsidieontvanger voorafgaand aan de uitvoering van de activiteiten) bewoners hiervan op de hoogte te stellen door publicatie via voor het gebied of stadsdeel geëigende communicatiekanalen.
Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur
Periode………………….
Datum vaststelling………………….
In dit Uitwerkingsbesluit is vastgelegd hoe de subsidieregeling ‘gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten’ wordt toegepast in relatie tot de Hoofdlijnen en het Kunstenplan 2021-2024, de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen. Het dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in bovengenoemde subsidieregeling, per soort activiteit de wijze waarop de subsidie wordt verleend (onderdeel IV).
Besluit van het dagelijks bestuur van stadsdeel [stadsdeel] van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuur [stadsdeel] [jaar].
Het dagelijks bestuur van [stadsdeel] besluit vast te stellen de volgende regeling:
I
Korte beschrijving van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen (maximaal 1 A4). …….. ……. |
II
Subsidieplafond (totaal) ……….. |
III
Subsidiabele activiteiten (eventueel met korte toelichting) A. ………………… B. ……………….. C. ………………. |
IV
ACTIVITEIT |
A. ………………………………….. |
|
………………………………………… (beschrijving) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ACTIVITEIT |
B. ………………………………….. |
|
………………………………………… (beschrijving) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ACTIVITEIT |
C. ………………………………….. |
|
………………………………………… (beschrijving) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aldus vastgesteld in de vergadering van [datum],
[Naam]
Stadsdeelsecretaris
[Naam]
Voorzitter
---------------
TOELICHTING
Het Uitwerkingsbesluit kunst en cultuurdient op grond van artikel 5, eerste lid van de de subsidieregeling Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten, voor 1 juli van elk jaar te worden vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit betekent dat voor elk stadsdeel een apart Uitwerkingsbesluit geldt. Een aantal variabele componenten van de stedelijke regeling Gebiedsgebonden kunst- en cultuuractiviteiten wordt per stadsdeel ingevuld of gedefinieerd.
In onderdeel I van het Uitwerkingsbesluit wordt een korte beschrijving opgenomen van het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel gerelateerd aan de gebiedsagenda’s en/of gebiedsplannen en binnen het kader van de Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024.
In onderdeel II neemt het dagelijks bestuur het subsidieplafond op. Het gaat daarbij om het bedrag dat in totaal beschikbaar is voor de uitvoering van deze subsidieregeling. Het subsidieplafond kan eventueel opgedeeld worden in deelplafonds. Hiermee krijgt het dagelijks bestuur instrumenten om per activiteit, soort subsidie of gebied een subsidie te weigeren, waardoor het beschikbare budget beter verdeeld kan worden over de gebieden en de activiteiten in het stadsdeel.
Gebaseerd op het kunst- en cultuurprofiel van het stadsdeel, volgt in onderdeel III een opsomming van de subsidiabele activiteiten (bijvoorbeeld (kleinschalige) festivals gericht op kunst en cultuur, atelierroutes, tijdelijk kunstproject, etc.). Een accurate omschrijving van de soort activiteiten geeft het stadsdeel handvatten om aanvragen die buiten de omschrijving vallen te weigeren op grond van de ASA 2013.
Van elke soort activiteit die voor subsidie in aanmerking komt, bepaalt het dagelijks bestuur in onderdeel IV van het uitwerkingsbesluit de kaders waarbinnen de subsidie wordt verleend. De onderdelen van de kaders die het dagelijks bestuur zelfstandig kan invullen dan wel definiëren zijn vastgelegd in artikel 5 lid 3 van de regeling. In het uitwerkingsbesluit is ruimte voor een uitgebreide toelichting.
Eenmalige en periodieke subsidies
Eenmalige subsidies worden afgegeven voor activiteiten die van bepaalde duur zijn en niet per se in één kalenderjaar gerealiseerd hoeven te worden. Periodieke subsidies worden afgegeven voor activiteiten van in beginsel onbepaalde duur, die per boekjaar of voor een aantal boekjaren aan een aanvrager worden verstrekt met een maximum van vier jaar.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl