Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Maasdriel 2019

Geldend van 27-06-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Maasdriel 2019

De raad van de gemeente Maasdriel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel, gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3 eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers:

Besluit vast te stellen de ‘Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Maasdriel 2019’.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Commissielid:

lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

Griffier:

de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Raadslid:

lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van Raadsleden

Van de vergoeding, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtpositiebesluit raads- en commissieleden, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen, ingaande vanaf meer dan 2 afwezige vergaderingen per kalender jaar, afgezet tegen het aantal geplande reguliere raadsvergaderingen.

Artikel 3 Toelage raadslid onderzoekscommissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeenten een toelage toegekend van € 120,= per maand.

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 120,= per maand.

Artikel 4 Reis- en verblijfskosten voor reizen buiten de gemeente

  • 1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet worden vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van eigen auto een bedrag van € 0,19 per kilometer.

  • 2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4. Als een raadslid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfskosten in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De raad beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken.

Artikel 6 Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

Een commissielid wordt een vergoeding toegekend van 110% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers aanspraak maakt als:

  • a.

    het commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken en/of

  • b.

    het commissielid een vergoeding ontvangt die niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 9 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 10 Betaling en declaratie van kosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Raadsleden kunnen de kosten declareren via het salarissysteem Youforce, vergezeld van de betreffende bewijsstukken.

  • 3. Commissieleden kunnen de kosten declareren middels een declaratieformulier dat bij de griffier wordt ingediend.

  • 4. De declaratie en de bewijsstukken worden binnen twee maanden door het raads- of commissielid ingediend.

  • 5. De gemeente draagt er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de declaratie wordt overgemaakt.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Maasdriel 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Maasdriel 2019.'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering op 11 juni 2020.’

De burgemeester

H. van Kooten

De griffier

mw. drs. H.P. van Ommeren