Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR641699
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR641699/1
Regeling vervallen per 01-01-2021
1e GEWIJZIGDE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES GEMEENTE NIJMEGEN 2020
Geldend van 01-07-2020 t/m 31-12-2020
Intitulé
1e GEWIJZIGDE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES GEMEENTE NIJMEGEN 2020De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 1 april 2020
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 maart 2020;
Gelet op:
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
1e gewijzigde verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Nijmegen 2020 (1e gewijzigde Legesverordening 2020).
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
-
c. 'maand': het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;
-
d. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar;
-
e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;
-
f. leges: het recht als bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;
-
g. APV: Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
-
h. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
i. bouwkosten: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen, als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgaven 2017, of zoals de UAV of het normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze verordening onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
-
j. aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze verordening onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
-
k. sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de UAV 2012, voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze verordening onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft (exclusief omzetbelasting);
-
l. De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld;
-
m. De in titel 2 van de tarieventabel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
-
n. Bruto-vloeroppervlakte (BVO): bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in de Nederlandse Norm NEN2580 “Oppervlakten en inhouden van gebouwen – termen, definities en bepalingsmethoden ‘(uitgave van het NNI d.d. mei 2007).
-
o. Terreinoppervlakte: oppervlakte in m2 van een door kadastrale of andere grenzen bepaald perceel waarop in mindering wordt gebracht de verticale projectie op het horizontale vlak van op dat terrein eventueel aanwezige bebouwing.
-
p. TAG-initiatief: initiatief dat voldoet aan de randvoorwaarden voor Tijdelijk Anders Gebruiken als bedoeld in de notitie ‘Tijdelijk Anders Gebruiken en bestemmen’.
-
q. Bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.
-
r. Woning: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen. Een bedrijfswoning, woonwagen of begeleid wonen, is geen woning in de zin van de Legesverordening.
-
s. Woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
-
t. Begeleid wonen: een woning in een (gedeelte van een) gebouw, waarbij uitsluitend met behulp van permanent aanwezige zorg/ondersteuning (24-uurszorg) kan worden gewoond.
Artikel 1A Terinzagelegging bijlagen
De NEN-normen en de UAV2012 waarnaar in deze verordening wordt verwezen, worden bekendgemaakt door terinzagelegging.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
-
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
-
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet: een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij horende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
-
a. afgifte van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;
-
b. afgifte van attestaties de vita of het legaliseren van handtekeningen, nodig voor de ontvangst van pensioen, lijfrente, wachtgeld of uitkeringen verbonden aan Nederlandse ridderorden diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
-
c. het legaliseren van handtekeningen van de tot tekenen bevoegde personen van voogdijverenigingen, benodigd voor de uitreiking van reispapieren aan onder het toezicht van die verenigingen geplaatste personen;
-
d. aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;
-
e. afgifte van stukken, afschriften en uittreksels, als bedoeld in de onderdelen Algemeen en Directie Bestuur en Organisatie van de tarieventabel ten behoeve van gemeenteambtenaren, ambtenaren van de provincie en van het Rijk, raadsleden, commissieleden, alsmede voor personen en instanties, die de gevraagde stukken c.a. nodig hebben voor de uitoefening van hun publieke taken;
-
f. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen op, aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2.1.5.1 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
g. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod op geluidhinder als bedoeld in artikel 4.1.1.van de APV, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
h. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
i. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5.2.3 van de APV, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
j. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3 Verordening Winkeltijden Nijmegen, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
k. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 35 Drank- en Horecawet, indien de ontheffing wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel;
-
l. het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van een jaar :
-
• van het verbod op het rijden op de busbaan, als bedoeld in artikel 87 juncto 81 van het RVV 1990,
-
• voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders),
-
• van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad;
-
m. indien deze ontheffing wordt aangevraagd door verloskundigen, de dierenambulance of huisartsen. Deze ontheffing wordt uitsluitend verleend in combinatie met de hulpverlenersvergunning;
-
n. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een Organisatievergunning op grond van artikel 5 van de Marktverordening, indien de vergunning wordt aangevraagd voor een activiteit waarbij de organisator geen winstoogmerk nastreeft en die ofwel uitsluitend tot doel heeft een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie op buurt- of wijkniveau, ofwel uitsluitend wordt georganiseerd ten behoeve van een goed doel.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
-
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
-
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
-
1. Bij de invordering van de in deze verordening vermelde leges wordt geen kwijtschelding verleend, met uitzondering van de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicapten-parkeerplaats.
-
2. Een verzoek om kwijtschelding, zoals in het eerste lid genoemd, wordt getoetst aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, met dien verstande dat het in artikel 16 lid 1 van de regeling genoemde percentage voor de kosten van bestaan wordt vervangen door 100.
-
3. Als het volledige belastingbedrag al is betaald, kan binnen drie maanden na die betaling alsnog een verzoek om kwijtschelding worden ingediend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Indien na het in behandeling nemen van een dienst als bedoeld in artikel 2 van deze verordening een negatieve beslissing volgt, dan vindt, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig het in de tarieventabel bepaalde bedrag een teruggaaf plaats van 75%, met dien verstande dat in ieder geval een bedrag van € 12,49 verschuldigd blijft, tenzij in een bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van B&W
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
De “Legesverordening 2020” zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2019 en gepubliceerd onder nummer Gmb 2019-315404, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2020.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘1e gewijzigde Legesverordening 2020’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 april 2020
De raadsgriffier,
Drs. S.J. Ruta
De voorzitter,
Drs. H.M.F. Bruls
TOELICHTING LEGESVERORDENING
I. Algemene toelichting
1.Wettelijke basis
De leges worden geheven op basis van artikel 229 van de Gemeentewet. De legesheffing voor reisdocumenten en de Nederlandse identiteitskaart berust niet op artikel 229 van de Gemeentewet, maar op artikel 7 van de Paspoortwet in samenhang met artikel 2, tweede lid, van die wet.
Het begrip 'leges' komt niet meer voor in de Gemeentewet. Het in artikel 229 vermelde begrip "rechten" omvat mede de leges. In de verordening is ervoor gekozen de rechten "leges" te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
2. Opzet
De verordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten en de daarop van toepassing zijnde tarieven.
3. Het begrip ‘dienst’
Ingevolge artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet kunnen gemeenten onder andere rechten heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Hieruit blijkt dat voor de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend is of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij deze dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.
Ten slotte zij opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de modelverordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is derhalve sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
Hieronder wordt een – chronologisch aflopend – overzicht gegeven van de jurisprudentie, dat meer inzicht geeft of in een concreet geval sprake is van verlening van diensten bedoeld in artikel 229b, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.
- HR 23 maart 2007, nr. 40664, LJN: BA1262 (Velsen)
Bij een bouwaanvraag die incompleet is en door de gemeente op grond van artikel 4:5 van de AWB ‘verder buiten behandeling is gelaten’ is voldaan aan het belastbaar feit voor heffing van leges ‘het in behandeling nemen van een aanvraag’. Deze uitspraak is het vervolg op Gerechtshof Amsterdam 23 januari 2004, nr. 02/06849, LJN: AO3409, dat anders oordeelde, ook in: Gerechtshof Amsterdam 26 september 2003, nr. 03/01041, LJN: AN7885 (Haarlemmermeer)
- HR 13 augustus 2004, nr. 37863, LJN: AI0408
Bij de behandeling van aanvragen voor planschade is sprake van een publieke taakuitoefening door de gemeente en niet van een individualiseerbaar belang, zodat geen sprake is van verlening van een dienst in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet (zie voor planschadevergoeding ook verderop in deze toelichting).
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Definities
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2 Belastbaar feit
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen.
De omschrijving van het belastbare feit is van belang voor de vraag of de materiële belastingschuld ontstaat en het tijdstip waarop die belastingschuld ontstaat. In de verordening is gekozen voor "het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning". Dit heeft als voordeel dat leges reeds verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag en dat niet bepalend is het moment waarop de vergunning wordt verleend. Overigens kan op grond van wettelijke bepalingen niet in alle gevallen het belastbare feit worden omschreven als "het in behandeling nemen van een aanvraag" (bijv het voltrekken van een huwelijk). Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Nederlandse identiteitskaart is geen dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet. In artikel 7 lid 2 van de Paspoortwet is een aparte grondslag voor het heffen van leges voor Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten opgenomen.
Onder de werking van de wet op de uitgebreide identificatieplicht kan niet worden aangenomen dat de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart, het meest eenvoudig verkrijgbare en minst specifieke identificatiebewijs, naar zijn aard in overheersende mate verband houdt met een individualiseerbaar belang. Belastbaar feit is uitgebreid met handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Deze uitbreiding van de omschrijving van het belastbaar feit houdt direct verband met de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb 2011,440) een reparatiewet. Artikel 2, eerste lid, van deze reparatiewet bewerkstelligt dat de bestaande gemeentelijke verordeningen inzake het heffen van rechten voorde identiteitkaart, komen te berusten op artikel 1 van die wet. Dat wil zeggen dat als in die verordening het begrip "dienst" voorkomt, dit begrip waar het de aanvraag van een identiteitskaart betreft niet meer moet worden uitgelegd op basis van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, maar op de voet van artikel 1 van de reparatiewet. Dus als het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een identiteitskaart, waarbij het individualiseerbaar belang niet meer ter zake doet. Kortom, onder de reparatiewet kunnen rechten geheven worden op basis van de bestaande verordeningen.
Artikel 3 Belastingplicht
Vanwege het uiteenlopende karakter van de diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. Het gebruik van de woorden "dan wel" is bedoeld om te voorkomen dat ter zake van dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, te weten de aanvrager en degene te wiens behoeve de dienst wordt verricht, leges zullen worden geheven.
In verband met de uitbreiding van het belastbaar feit, is ook de omschrijving van de belastingplicht gewijzigd.
Artikel 4 Vrijstellingen
In dit artikel zijn niet vermeld de vrijstellingen die in hogere wettelijke regelingen voorkomen.
Artikel 5 Tarieven
De beleidsvrijheid van gemeenten bij de keuze van heffingsmaatstaven is groot.
Artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet stelt als belangrijkste beperking dat niet alleen de heffingsmaatstaf maar ook het tarief of de vrijstellingen niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen.
Als algemeen uitgangspunt geldt, dat de leges worden geheven naar een kostendekkend tarief, met dien verstande dat de afzonderlijke titels (titels 1 en 2) van de tarieventabel behorende bij de legesverordening op kostendekkendheid moeten worden beoordeeld, waarbij geldt dat binnen titel 3 de afzonderlijke hoofdstukken kostendekkend moeten zijn.
Artikel 6 Wijze van heffing
Er is gekozen voor heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Artikel 251, tweede lid, van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor de op andere wijze geheven belastingen afwijkende voorschriften te geven betreffende de wijze waarop van het verschuldigde bedrag kennis wordt gegeven aan de belastingschuldige en betreffende de termijn van betaling. Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Wordt de kennisgeving uitgereikt dan dient er betaald te worden op het moment van het uitreiken van de kennisgeving. Wordt de kennisgeving toegezonden, dan bepaalt artikel 7, onderdeel b, dat binnen 30 dagen betaald moet worden.
Artikel 8 Kwijtschelding
Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend voor de leges voor een gehandicaptenparkeerkaart
en -parkeerplaats.
Artikel 9 Teruggaaf
Artikel 242 van de Gemeentewet regelt de termijn waarbinnen en de wijze waarop een in de verordening voorziene teruggaaf, vrijstelling, vermindering of ontheffing dient te worden aangevraagd. Op grond van het gestelde in het tweede lid van dit artikel vindt een gedeeltelijke teruggaaf van 75% plaats in het geval het in behandeling nemen van een aanvraag leidt tot een negatieve beslissing, tenzij in de bepaling van de tarieventabel een andere regeling is opgenomen.
Artikel 10 Regeling gemeentelijke belastingen
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 18 maart 2008 in een regeling gemeentelijke belastingen (GB08-054) de formele bepalingen over de heffing en invordering vastgesteld.
Artikel 11 Overgangsbepaling
Artikel 11 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Artikel 11a Overgangsbepaling gefaseerde bouwvergunning
Artikel 11a bewerkstelligt dat de oude legestarieven (leges die golden voor invoering van de Wabo) nog gelden in gevallen van gefaseerde bouwvergunningen; dit zijn gevallen waarbij de aanvraag voor de bouwvergunning fase 1 is ingediend voor de invoering van de Wabo (1 oktober 2010 ) en die van fase 2 erna. Op grond van een artikel in de Invoeringswet Wabo is het namelijk zo dat voor deze gevallen niet de Wabo geldt maar de oude regelgeving en daarmee de oude tarieven.
Artikel 12 Inwerkingtreding en ingang van heffing
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. Dit gebeurt digitaal op www.Overheid.nl. De dag van bekendmaking is die van publicatie op www.Overheid.nl. Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van ingang van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 12.
Artikel 13 Citeertitel
In artikel 13 is in de citeertitel een jaartal genoemd
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||||||||||
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
||||||||||||||||||
1.1.1 |
HUWELIJKSVOLTREKKINGEN EN PARTNERSCHAPREGISTRATIES |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis van Nijmegen, of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere tijd en wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking is bepaald: Eenvoudige ceremonie in de Stadswinkel, huwelijksvoltrekking duurt niet langer dan 10 minuten: |
|||||||||||||||||||
a |
op maandag: tussen 9.00 uur en 09.30 uur, de kosteloze ceremonie. |
NIHIL |
NIHIL |
||||||||||||||||
b |
op maandag tot en met woensdag: tussen 9.00 uur en 12.00 uur, waarbij de voltrekking niet langer duurt dan 10 minuten op locatie Stadhuis op locatie Stadswinkel* * m.u.v. maandag van 9.00-9.30 uur |
€ 232,25 € 187,95 |
vervalt € 235,00 |
||||||||||||||||
c |
Uitgebreide ceremonie huwelijksvoltrekking duurt 30-45 minuten: op maandag tot en met woensdag: tussen 9.00* uur en 17.00 uur * m.u.v. maandag van 9.00-9.30 uur Stadswinkel |
€ 331,65 |
€ 350,00 |
||||||||||||||||
d |
op donderdag: tussen 09.00 uur en 12.00 uur |
€ 331,65 |
€ 350,00 |
||||||||||||||||
tussen 12.00 uur en 17.00 uur |
€ 399,35 |
€ 440,00 |
|||||||||||||||||
e |
op vrijdag: tussen 09.00 uur en 17.00 uur |
€ 399,35 |
€ 440,00 |
||||||||||||||||
f |
op vrijdag en zaterdag: tussen 17.00 uur en 22.00 uur |
€ 1.060,25 |
€1.084,65 |
||||||||||||||||
g |
op zaterdag: tussen 09.00 uur en 17.00 uur en op maandag tot en met donderdag: tussen 17.00 uur en 22.00 uur |
€ 721,45 |
€ 738,05 |
||||||||||||||||
h |
op de niet onder a tot en met g genoemde uren en op zon- en feestdagen of op de door het gemeentebestuur vastgestelde collectieve sluitingsdagen: |
€ 1.381,20 |
€1.412,95 |
||||||||||||||||
1.1.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk (zonder ceremonie): |
€ 145,60 |
€ 148,95 |
||||||||||||||||
1.1.3 |
Ter zake van de voltrekking van een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek bedraagt het tarief: |
€ 411,35 |
€ 420,80 |
||||||||||||||||
1.1.4 |
Aanvullende mogelijkheden: Indien de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats vindt op een andere locatie dan het Stadhuis of de Stadswinkel of een bijzonder huis als bedoeld in 1.1.3, vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats van: *Locatietoeslag wordt niet in rekening gebracht indien het huwelijk of de registratie van het partnerschap plaats vindt op een van de genoemde tijdstippen onder 1.1.1 f. g en h. |
€ 145,60 |
€148,95 |
||||||||||||||||
1.1.5 |
Indien voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, beëdiging en benoeming plaats vindt van een persoon naar eigen keuze tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag, vindt er een toeslag op bovengenoemde tarieven plaats: |
||||||||||||||||||
a |
Indien de buitengewoon ambtenaar reeds beëdigd is en in Nijmegen wordt benoemd, geldt het tarief: |
€139,05 |
€142,25 |
||||||||||||||||
b |
Indien de buitengewoon ambtenaar beëdigd en benoemd moet worden, geldt het tarief: |
€ 278,10 |
€284,50 |
||||||||||||||||
1.1.6 |
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak, wordt geannuleerd: |
||||||||||||||||||
a |
tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft |
€ 60,30 |
€ 61,70 |
||||||||||||||||
b |
binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt de restitutie een zodanig bedrag dat aan leges nog verschuldigd blijft |
€ 178,75 |
€ 182,85 |
||||||||||||||||
c |
indien er leges zijn betaald voor het benoemingsverzoek en / of beëdigingsverzoek worden de onder 1.1.5 genoemde leges niet gerestitueerd bij een annulering, zodra de benoeming is verzonden respectievelijk het beëdigingsverzoek aan de rechtbank is verzonden. |
||||||||||||||||||
1.1.7 |
a |
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak wordt verzet: tot 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief: |
€ 30,90 |
€ 31,60 |
|||||||||||||||
b |
binnen 14 dagen voor de huwelijksdatum of registratiedatum bedraagt het tarief: |
€ 91,60 |
€ 93,70 |
||||||||||||||||
1.1.8 |
TROUWBOEKJE / PARTNERSCHAPSBOEKJE Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: |
||||||||||||||||||
a |
een trouwboekje / partnerschapsboekje in een normale uitvoering: |
€ 18,50 |
€ 18,95 |
||||||||||||||||
b |
een trouwboekje / partnerschapsboekje in een luxe uitvoering: |
€ 35,05 |
€ 35,85 |
||||||||||||||||
1.1.9 |
GETUIGEN |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige: |
€ 35,05 |
€ 35,85 |
|||||||||||||||||
1.1.10 |
PERIODIEKE OPGAVEN BURGERLIJKE STAND |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het periodiek verstrekken van opgaven van geboortenhuwelijksaangiften, huwelijken en overlijden, bij wijze van abonnement, met een geldigheidsduur van één jaar: voor elke categorie afzonderlijk |
€ 291,85 |
€ 298,55 |
|||||||||||||||||
1.1.11 |
TOESTEMMING UITSTEL BEGRAVING/CREMATIE |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van toestemming voor uitstel van begraving of crematie als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Lijkbezorging |
€ 20,75 |
€ 21,20 |
|||||||||||||||||
1.1.12 |
LAISSER-PASSER VOOR LIJKEN |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een laisser-passer voor lijken |
€ 20,75 |
€ 21,20 |
|||||||||||||||||
1.1.13 |
WET RECHTEN BURGERLIJKE STAND |
||||||||||||||||||
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|||||||||||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||||||||||
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten |
|||||||||||||||||||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||||||||||||
a |
een nationaal paspoort, zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort (met een geldigheidsduur van 10 jaar) voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. |
€ 71,35 |
€ 73,20 |
||||||||||||||||
b |
een nationaal paspoort, zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort (met een geldigheidsduur van 5 jaar) voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 53,95 |
€ 55,35 |
||||||||||||||||
c |
een vreemdelingenpaspoort of vluchtelingenpaspoort. |
€ 53,95 |
€ 55,35 |
||||||||||||||||
d |
een Nederlandse identiteitskaart (met een geldigheidsduur van 10 jaar) voor een persoon, die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is. |
€ 56,80 |
€ 58,30 |
||||||||||||||||
e |
een Nederlandse identiteitskaart (met een geldigheidsduur van 5 jaar) voor een persoon, die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. |
€ 29,95 |
€ 30,70 |
||||||||||||||||
f |
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod. |
€ 29,95 |
€ 30,70 |
||||||||||||||||
g |
voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen a tot en met f genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen: |
€ 48,60 |
€ 49,86 |
||||||||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||||||||||
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|||||||||||||||||||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||||||||||||||||||
a |
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 39,75 |
€ 40,65 |
||||||||||||||||
b |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 onder a wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
€ 34,10 |
||||||||||||||||
Bij een spoedaanvraag zoals genoemd onder 1.3.1 b, wordt dat tarief verhoogd met de gemeentelijke leges bijzondere dienstverlening van: |
€ 10,60 |
€ 10,85 |
|||||||||||||||||
c |
Vanaf invoering Wet digitale overheid wordt het rijbewijs tarief onder a verhoogd met |
€ 3,30 |
€ 3,30 |
||||||||||||||||
De tarieven zijn in concept. Het maximale tarief, zoals dat vastgesteld wordt door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, zal gelden afgerond op € 0,05 naar beneden. |
|||||||||||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||||||||||
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|||||||||||||||||||
1.4.1 |
1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een ingezetene, per verstrekking: |
€ 12,45 |
€ 14,00 |
|||||||||||||||
2 |
het verstrekken van gegevens van een niet ingezetene, per verstrekking: |
€ 16,40 |
€ 20,45 |
||||||||||||||||
3 |
voor elk meertalig modelformulier BRP-uittreksel uit de basisregistratie personen, bedraagt het tarief |
n.v.t. |
€ 18,40 |
||||||||||||||||
4 |
Indien terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens de schriftelijke instemming van de geregistreerde noodzakelijk is, bedraagt het tarief |
€ 40,95 |
€ 41,90 |
||||||||||||||||
5 |
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van genealogisch onderzoek bij Burgerzaken bedraagt, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier |
€ 11,55 |
€ 11,80 |
||||||||||||||||
6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement met de geldigheidsduur van één jaar op het periodiek verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente: voor elke categorie afzonderlijk |
€ 291,85 |
€ 298,55 |
||||||||||||||||
7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent één persoon die niet is opgenomen in de basisregistratie personen, per verstrekking |
€ 31,25 |
€ 31,95 |
||||||||||||||||
8 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van papieren verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.1.4 van de wet basisregistratie personen geldt het tarief zoals dat door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
||||||||||||||||||
1.4.2 |
INLICHTINGEN UIT DE GEAUTOMATISEERDE BASISREGISTRATIE PERSONEN |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de geautomatiseerde basisregistratie personen |
€ 355,70 |
€ 363,90 |
|||||||||||||||||
Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met: een bedrag per 1000 inlichtingen van: |
€ 6,55 |
€ 6,70 |
|||||||||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||||||||||
Hoofdstuk 5 Overige Publiekszaken |
|||||||||||||||||||
1.5.1 |
VERKLARING OMTRENT HET GEDRAG |
||||||||||||||||||
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag geldt het tarief zoals dat in artikel 39 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor dit document is vastgesteld |
€ 41,35 |
|
|||||||||||||||||
1.5.2 |
LEGALISATIE HANDTEKENING |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening: |
€ 12,45 |
€ 14,00 |
|||||||||||||||||
1.5.3 |
KOPIE CONFORM ORIGINEEL |
||||||||||||||||||
Het tarief bedraagt ter zaken van het waarmerken van kopieën van originele documenten |
€ 12,45 |
€ 14,00 |
Activiteit |
|
||||||||||
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Met ingang van 1 januari 2019 vervallen |
|||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|||||||||||
1.7.1 |
WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR |
||||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van schriftelijke stukken: - voor minder dan 6 kopieën: |
NIHIL |
NIHIL |
|||||||||
- voor 6 tot 13 kopieën: |
€ 5,34 |
€ 5,46 |
|||||||||
- voor 14 of meer kopieën, per kopie: |
€ 0,42 |
€ 0,43 |
|||||||||
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een uittreksel van een document of een samenvat- ting van de inhoud van een document, per pagina van het uittreksel of de samenvatting |
€ 2,67 |
€ 2,73 |
||||||||
1.7.3 |
BEGROTING |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van de Stadsbegroting, een bijlage bij de begroting, deelnota's, Stadsrekening, beleidsplan of beleidsprogramma, de Zomernota, de Nota Slotwijzigingen, een (concern-) MARAP, voor een exemplaar met: 1 tot 25 bladzijden |
€ 7,96 |
€ 8,14 |
|||||||||
25 tot 50 bladzijden |
€ 12,79 |
€ 13,08 |
|||||||||
50 tot 75 bladzijden |
€ 17,43 |
€ 17,83 |
|||||||||
75 tot 100 bladzijden |
€ 21,34 |
€ 21,83 |
|||||||||
100 tot 150 bladzijden |
€ 29,55 |
€ 30,23 |
|||||||||
150 tot 200 bladzijden |
€ 38,43 |
€ 39,31 |
|||||||||
200 tot 300 bladzijden |
€ 51,59 |
€ 52,78 |
|||||||||
300 tot meer bladzijden |
€ 63,05 |
€ 64,50 |
|||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 8 Regionaal Archief Nijmegen |
|||||||||||
1.8.1 |
FOTOKOPIEEN EN PRINTAFDRUKKEN |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van fotokopieën en printafdrukken: |
|||||||||||
a |
-zwart-wit, formaat A4, per afdruk |
€ 0,33 |
€ 0,35 |
||||||||
-zwart-wit, formaat A3, per afdruk |
€ 0,38 |
€ 0,40 |
|||||||||
-kleur, formaat A4, per afdruk |
€ 1,10 |
€ 1,15 |
|||||||||
-kleur, formaat A3, per afdruk |
€ 1,38 |
€ 1,40 |
|||||||||
1.8.2 |
ONDERZOEKSKOSTEN |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van onderzoek in het Regionaal Archief Nijmegen, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier: |
€ 17,98 |
€ 18,40 |
|||||||||
1.8.3 |
SCANNEN VAN FOTO’S |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het scannen van foto’s, afgedrukt tot het formaat maximaal 21 bij 29,7 cm: -een scan standaardresolutie 300 dpi op eigen USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan |
€ 5,13 |
€ 5,25 |
|||||||||
-een scan, gescand op hogere resolutie of nabewerkt, op eigen USB-stick of te verzenden per e-mail, per scan |
€ 8,53 |
€ 8,75 |
|||||||||
1.8.4 |
KOPIEËN VAN GELUIDMATERIAAL |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een reproductie van geluidmateriaal, per band, zo nodig vermeerderd met onderzoekskosten |
€ 20,25 |
€ 20,70 |
|||||||||
1.8.5 |
ADMINISTRATIEKOSTEN BIJ VERZENDING VAN MATERIAAL |
||||||||||
De tarieven genoemd in dit hoofdstuk, onderdelen 1.8.1 tot en met 1.8.5 worden in geval van verzending per post of per e-mail van het materiaal vermeerderd met een bedrag van |
€ 8,46 |
€ 8,65 |
|||||||||
1.8.6 |
RONDLEIDINGEN (duur ca. 1 uur) |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geven van een rondleiding voor minimaal 10 personen, per persoon per uur |
€ 7,22 |
€ 7,40 |
|||||||||
Maximum kosten per groep (max. 15 personen per rondleider) |
€ 72,05 |
€ 73,70 |
|||||||||
1.8.7 |
AFRONDING |
||||||||||
De onder 1.8.1 t/m 1.8.6 genoemde tarieven worden afgerond op € 0,05. |
|||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 9 Verkeer en vervoer |
|||||||||||
1.9.1 |
ONTHEFFING WEGENVERKEERSREGLEMENT EN REGLEMENT VERKEERSREGELS EN VERKEERSTEKENS 1990 (RVV): |
||||||||||
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing, zoals bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 bedraagt |
|||||||||||
a |
de ontheffing op kenteken voor het rijden op de busbaan; (artikel 87 juncto 81 van het RVV (busbaan)) per kenteken: |
€ 51,23 |
€ 52,41 |
||||||||
met een maximum van: |
€ 511,22 |
€ 522,98 |
|||||||||
b |
een ontheffing op kenteken voor drie maanden van het verbod een voertuig te parkeren voor een inrit of een uitrit (artikel 87 juncto artikel 24, eerste lid onder b van het RVV), voor zover het betreft een locatie betreft, waar krachtens de vigerende Verordening Parkeerbelastingen parkeerbelasting wordt geheven: |
€ 51,60 |
€ 52,79 |
||||||||
c |
een parkeerontheffing op kenteken, voor het parkeren bij het (zonale) bord E9, Bijlage 1 RVV 1990 (parkeergelegenheid, uitsluitend bestemd voor vergunninghouders) per kenteken: |
||||||||||
1 |
voor één dag |
€ 9,47 |
€ 9,69 |
||||||||
2 |
voor een periode van minimaal twee tot maximaal zeven dagen |
€ 51,35 |
€ 52,53 |
||||||||
3 |
voor langer dan zeven dagen met een maximale geldigheidsduur van een maand |
€ 102,71 |
€ 105,07 |
||||||||
4 |
voor één jaar |
€ 205,38 |
€ 210,10 |
||||||||
d |
een ontheffing op kenteken van het verbod om het voetgangersgebied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad voor de periode van maximaal één jaar bedraagt per kenteken: |
||||||||||
1 |
voor maximaal 24 uur per kenteken; |
€ 9,51 |
€ 9,73 |
||||||||
met een maximum van; |
€ 95,09 |
€ 97,28 |
|||||||||
2 |
voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van zeven dagen per kenteken; |
€ 19,06 |
€ 19,50 |
||||||||
met een maximum van; |
€ 190,52 |
€ 194,90 |
|||||||||
3 |
voor langer dan zeven dagen met een maximale geldingsduur van een maand of gedeelte daarvan, doch meer dan twee kalenderweken per kenteken; |
€ 28,58 |
€ 29,24 |
||||||||
met een maximum van; |
€ 285,85 |
€ 292,42 |
|||||||||
4 |
voor langer dan een maand met een maximale geldingsduur van één jaar of gedeelte daarvan per kenteken; |
€ 76,42 |
€ 78,18 |
||||||||
met een maximum van; |
€ 764,14 |
€ 781,72 |
|||||||||
e |
e. een ontheffing op kenteken van het verbod om het voetgangersbied te berijden in het afgesloten gedeelte van de binnenstad ten einde te kunnen parkeren in een eigen parkeervoorziening gelegen in het afgesloten gedeelte van de binnenstad voor de periode van maximaal één jaar bedraagt per kenteken: |
€ 10,00 |
€ 10,23 |
||||||||
f |
een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag geen betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad; |
||||||||||
1 |
voor maximaal 24 uur per kenteken |
€ 9,51 |
€ 9,73 |
||||||||
met een maximum van |
€ 94,77 |
€ 96,95 |
|||||||||
2 |
voor langer dan 24 uur met een maximale geldingsduur van drie maanden per kenteken |
€ 51,16 |
€ 52,34 |
||||||||
met een maximum van |
€ 515,99 |
€ 527,86 |
|||||||||
3 |
voor langer dan drie maanden met een maximale geldingsduur van een half jaar per kenteken |
€ 103,20 |
€ 105,57 |
||||||||
met een maximum van |
€ 1.032,02 |
€ 1.055,76 |
|||||||||
4 |
voor langer dan een half jaar met een maximale geldingsduur van één jaar per kenteken |
€ 206,37 |
€ 211,12 |
||||||||
met een maximum van |
€ 2.063,76 |
€ 2.111,23 |
|||||||||
g |
een ontheffing op kenteken van het verbod tot inrijden van de geslotenverklaring in de Griftdijk voor de periode van maximaal één jaar bedraagt per twee kentekens: |
€ 10,00 |
€ 10,23 |
||||||||
h |
een ontheffing op kenteken voor zover deze aanvraag betrekking heeft op het parkeren op het marktterrein Kelfkensbos voor één of twee dagen per week met een maximale geldigheidsduur van één jaar |
€ 109,77 |
€ 112,29 |
||||||||
1.9.2 |
GEHANDICAPTENVOORZIENINGEN |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||||||||||
1 |
het verkrijgen van een gehandicaptenparkeer- kaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
€ 27,30 |
€ 27,93 |
||||||||
2 |
het verkrijgen van een gemeentelijke parkeerontheffing |
€ 12,44 |
€ 12,73 |
||||||||
3 |
het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats, niet zijnde de feitelijke aanlegkosten: |
€ 91,00 |
€ 93,09 |
||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 10 Huisvestingswet |
|||||||||||
1.10.1 |
ONTTREKKEN/OMZETTEN VAN WOONRUIMTE |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 21 van de Huisvestingswet 2014 |
€ 849,05 |
€ 1.119,15 |
|||||||||
1.10.2 |
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.10.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als besloten wordt dat er geen vergunning vereist is, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft van de op grond van onderdeel 1.10.1 verschuldigde leges: |
25% |
25% |
||||||||
1.10.3 |
MANTELZORGURGENTIE |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge de mantelzorgurgentie: |
€ 58,37 |
€ 59,71 |
|||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 11 Leegstandwet |
|||||||||||
1.11.1 |
VERGUNNING TIJDELIJKE VERHUUR |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||||||||||
a |
het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 15 lid 1 van de leegstandwet i.v.m. het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst |
€ 216,41 |
€ 221,39 |
||||||||
b |
verlenging als bedoeld in artikel 15 lid 5 van de Leegstandswet van de onder a genoemde vergunning |
€ 86,85 |
€ 88,85 |
||||||||
1.11.2 |
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 1.11.1 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal van de op grond van onderdeel 1.11.1 verschuldigde leges verschuldigd blijft: |
25 % |
25 % |
||||||||
Voor een besluit dat geen vergunning of geen verlengingsbesluit vereist is, is geen leges verschuldigd. |
|||||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 12 Kansspelen |
|||||||||||
1.12.1 |
VERGUNNING TOT VESTIGEN / EXPLOITEREN VAN EEN SPEELAUTOMATENHAL |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||||||||||
a |
het verkrijgen van een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV |
€ 885,71 |
€ 906,08 |
||||||||
b |
het wijzigen van een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV |
€ 157,43 |
€ 161,05 |
||||||||
1.12.2 |
AANWEZIGHEIDSVERGUNNING |
||||||||||
1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt het maximale tarief zoals dat is opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000 |
||||||||||
2 |
Deze tarieven zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden, resp. langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de geldende tarieven naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning worden verlaagd resp. verhoogd. |
||||||||||
1.12.3 |
VERGUNNING VOOR KANSSPELEN |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het houden van: |
|||||||||||
a |
een kansspel per keer |
€ 119,58 |
€ 122,33 |
||||||||
b |
een fancy fair |
€ 119,58 |
€ 122,33 |
||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 13 Winkeltijdenwet |
|||||||||||
1.13.1 |
ONTHEFFING WINKELTIJDENWET |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een ontheffing van de verboden van de Winkeltijdenwet, het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en de "Verordening Winkeltijden voor de gemeente Nijmegen" |
€ 119,58 |
€ 122,33 |
|||||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
|||||||||
Hoofdstuk 14 Standplaatsen |
|||||||||||
1.14.1 |
VERGUNNING VOOR HET INNEMEN VAN EEN STANDPLAATS |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: |
|||||||||||
a |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een vaste solitaire standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV |
€ 308,42 |
€ 315,51 |
||||||||
b |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een tijdelijke solitaire standplaats ex artikel 5.2.3. van de APV en het verlengen van de onder a genoemde vergunning |
€ 94,70 |
€ 96,88 |
||||||||
c |
Indien de aanvraag van de standplaats betrekking heeft op de Vierdaagsefeesten bedraagt het tarief, in afwijking van het bovenstaande |
€ 265,15 |
€ 271,25 |
||||||||
1.14.2 |
DUPLICAAT STANDPLAATSVERGUNNING |
||||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een duplicaat van een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening Nijmegen: |
€ 13,61 |
€ 13,92 |
1.14.3 Wijzigingsbesluit
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag die ziet op een wijziging van een eerder genomen besluit op een aanvraag voor een standplaatsvergunning: 25 % van de op grond van dat eerder genomen besluit verschuldigde leges.
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
||||||
Hoofdstuk 15 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur |
||||||||
1.15.1 |
INSTEMMINGSBESLUIT OP GROND VAN DE ALGEMENE VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR |
|||||||
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen van een instemmingsbesluit ingevolge artikel 5 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur |
€ 283,72 |
€ 290,25 |
||||||
Het bovenstaande tarief wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte: |
||||||||
a |
Over de eerste 1.000 m1 |
€ 3,71 |
€ 3,80 |
|||||
b |
Over de lengte > 1.000 m1 en < 2.500 m1 |
€ 1,86 |
€ 1,90 |
|||||
c |
Over de resterende totale lengte |
€ 0,93 |
€ 0,95 |
|||||
1.15.2 |
MELDING OP GROND VAN DE ALGEMENE VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR |
|||||||
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een melding ingevolge de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur: |
€ 46,43 |
€ 47,50 |
||||||
Activiteit |
Tarief oud 2019 |
Tarief nieuw 2020 |
||||||
Hoofdstuk 16 Diversen |
||||||||
1.16.1 |
BESCHIKKINGEN, STUKKEN, AFSCHRIFTEN, UITTREKSELS E.D. |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
a |
een beschikking op een aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 8,15 |
€ 8,34 |
|||||
b |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 0,05 |
€ 0,05 |
|||||
1.16.2 |
FOTOKOPIEEN |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze verordening of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina - eenheidsformaat A0 |
€ 8,85 |
€ 9,05 |
||||||
- eenheidsformaat A1 |
€ 5,27 |
€ 5,39 |
||||||
- eenheidsformaat A2 |
€ 4,25 |
€ 4,35 |
||||||
- eenheidsformaat A3 |
€ 0,12 |
€ 0,12 |
||||||
- eenheidsformaat A4 |
€ 0,05 |
€ 0,05 |
||||||
- L. 30 bij B. 60 |
€ 3,85 |
€ 3,94 |
||||||
- L. 30 bij B. 90 |
€ 5,28 |
€ 5,40 |
||||||
- L. 40 bij B. 60 |
€ 4,04 |
€ 4,13 |
||||||
- L. 40 bij B. 90 |
€ 5,31 |
€ 5,43 |
||||||
- L. 50 bij B. 60 |
€ 4,33 |
€ 4,43 |
||||||
- L. 50 bij B. 90 |
€ 5,31 |
€ 5,43 |
||||||
- L. 60 bij B. 60 |
€ 4,52 |
€ 4,62 |
||||||
- L. 60 bij B. 90 |
€ 5,31 |
€ 5,43 |
||||||
- L. 70 bij B. 60 |
€ 4,83 |
€ 4,94 |
||||||
- L. 70 bij B. 90 |
€ 7,16 |
€ 7,32 |
||||||
- L. 80 bij B. 60 |
€ 5,09 |
€ 5,21 |
||||||
- L. 80 bij B. 90 |
€ 7,55 |
€ 7,72 |
||||||
- L. 90 bij B. 60 |
€ 5,31 |
€ 5,43 |
||||||
- L. 90 bij B. 90 |
€ 7,75 |
€ 7,93 |
||||||
- L. 100 bij B. 60 |
€ 5,52 |
€ 5,65 |
||||||
- L. 100 bij B. 90 |
€ 8,22 |
€ 8,41 |
||||||
- L. 110 bij B. 60 |
€ 5,85 |
€ 5,98 |
||||||
- L. 110 bij B. 90 |
€ 8,58 |
€ 8,77 |
||||||
- L. 120 bij B. 60 |
€ 6,11 |
€ 6,25 |
||||||
- L. 120 bij B. 90 |
€ 9,00 |
€ 9,21 |
||||||
- L. 130 bij B. 60 |
€ 6,40 |
€ 6,55 |
||||||
- L. 130 bij B. 90 |
€ 9,40 |
€ 9,62 |
||||||
- L. 140 bij B. 60 |
€ 6,71 |
€ 6,86 |
||||||
- L. 140 bij B. 90 |
€ 9,79 |
€ 10,02 |
||||||
- L. 150 bij B. 60 |
€ 6,98 |
€ 7,14 |
||||||
- L. 150 bij B. 90 |
€ 10,17 |
€ 10,40 |
||||||
1.16.3 |
TOEZENDING VAN STUKKEN |
|||||||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek toezenden van stukken, uittreksels, afschriften, doorslagen of fotokopieën voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,05 |
€ 0,05 |
||||||
met een minimum van |
€ 14,13 |
€ 14,45 |
||||||
1.16.4 |
AFSCHRIFTEN EN KAARTEN |
|||||||
Het tarief voor het verstrekken van een afschrift van een voorontwerpbestemmingsplan, ontwerpbestemmingsplan, vastgesteld bestemmingsplan, of voor een kaart, behorende bij een (ontwerp-)bestemmingsplan bedraagt: |
||||||||
a |
voor bestemmingsplan voorschriften (zwart/wit tot 50 bladzijden) met kaart A4-formaat |
€ 21,18 |
€ 21,67 |
|||||
b |
voor bestemmingsplan voorschriften (vanaf 50 blz) |
€ 49,44 |
€ 50,58 |
|||||
c |
voor een kaart, formaat A0, per stuk |
€ 8,84 |
€ 9,04 |
|||||
d |
voor een kaart, formaat A1, per stuk |
€ 5,27 |
€ 5,39 |
|||||
e |
voor een kaart, formaat A3, per stuk |
€ 0,17 |
€ 0,17 |
|||||
1.16.5 |
VERGUNNING INNEMEN LIGPLAATS |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van |
||||||||
a |
een vergunning ex artikel 2.1,lid 2 van de Haven- en kadeverordening |
€ 66,79 |
€ 68,33 |
|||||
b |
een vergunning ex artikel 2.3.3.2. van de APV |
€ 67,95 |
€ 69,51 |
|||||
c |
van een vergunning ex artikel 2.7. van de Haven- en Kadeverordening |
€ 67,95 |
€ 69,51 |
|||||
1.16.6 |
VERGUNNING ROLCONTAINER |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.1. van de APV, ten behoeve van het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen vermeerderd met: |
€ 43,17 |
€ 44,16 |
||||||
van 1 tot 5 containers, per container |
€ 40,56 |
€ 41,49 |
||||||
voor de volgende 5 containers, per container |
€ 35,58 |
€ 36,40 |
||||||
voor de volgende 15 containers, per container |
€ 31,69 |
€ 32,42 |
||||||
voor de volgende 25 containers, per container |
€ 27,37 |
€ 28,00 |
||||||
voor de volgende 50 containers, per container |
€ 22,75 |
€ 23,27 |
||||||
voor elke volgende container, per container |
€ 15,30 |
€ 15,65 |
||||||
1.16.7 |
ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN HERSTELLEN |
|||||||
VAN VOERTUIGEN OP DE WEG |
||||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.6, 5.1.7, 5.1.8. en 5.1.9. van de APV, voor zover deze aanvraag betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad: |
€ 60,47 |
€ 61,86 |
||||||
1.16.8 |
VERGUNNING VOOR WERKEN OF VOORWERPEN T.B.V. DERDEN IN, OP OF LANGS WEGEN |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.1.5.1. en 2.1.5.2. van de APV, tenzij de aanvraag betrekking heeft op bouwobjecten, voorwerpen of stoffen ten behoeve van bouw- en sloopwerkzaamheden: |
€ 167,70 |
€ 171,56 |
||||||
1.16.9 |
ONTHEFFING VOOR PARKEREN IN PARK OF PLANTSOEN |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren in een park of plantsoen ingevolge artikel 5.1.11 van de APV: |
€ 9,61 |
€ 9,83 |
||||||
1.16.10 |
BESCHIKKING INGEVOLGE DE ZONDAGSWET |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 3, 4 of 5 van de Zondagswet: |
€ 51,27 |
€ 52,45 |
||||||
1.16.11 |
VOETBALVERGUNNING |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.7. van de APV: |
||||||||
a |
indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere wedstrijden |
€ 397,71 |
€ 406,86 |
|||||
b |
indien de aanvraag betrekking heeft op één wedstrijd |
€ 132,56 |
€ 135,61 |
|||||
1.16.12.1 |
PROCEDURE HOGERE GRENSWAARDE |
|||||||
Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een aanvraag tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder en de gemeente tevens het hiervoor benodigde akoestisch onderzoek uitvoert, bedraagt het tarief: |
€ 4.612,35 |
€ 4.718,43 |
||||||
1.16.12.2 |
PROCEDURE HOGERE GRENSWAARDE Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning mede betrekking heeft op een aanvraag tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder zonder dat de gemeente het hiervoor benodigde akoestisch onderzoek uitvoert, bedraagt het tarief: |
€ 1.970,65 |
€ 2.015,97 |
|||||
1.16.13 |
ONTHEFFING VERBOD GELUIDHINDER |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1.1.1. van de APV, ten behoeve van: |
||||||||
a |
een wijkfeest, een niet commercieel evenement |
€ 49,69 |
€ 50,83 |
|||||
b |
een commercieel evenement |
€ 149,76 |
€ 153,20 |
|||||
c |
een evenement voor meer dan 30.000 bezoekers |
€ 397,46 |
€ 406,60 |
|||||
(vierdaagsefeesten uitgezonderd) |
||||||||
d |
de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor één dag ontheffing |
€ 447,16 |
€ 457,44 |
|||||
e |
de beoordeling van bouwlawaai, aanvraag voor twee of meer dagen ontheffing |
€ 447,16 |
€ 457,44 |
|||||
1.16.14 |
BODEMGESTELDHEIDONDERZOEK |
|||||||
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van bodeminformatie uit het archief van Bureau Bodem en het gemeentelijk bodeminformatiesysteem betreffende de milieuhygiënische bodemgesteldheid, per adres |
€ 42,88 |
€ 43,87 |
||||||
1.16.15 |
INZAMELVERGUNNING |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.2.4.1.van de APV: |
||||||||
a |
een incidentele vergunning |
€ 71,27 |
€ 72,91 |
|||||
b |
een doorlopende vergunning |
€ 119,58 |
€ 122,33 |
|||||
1.16.16 |
ONTHEFFING VOOR PARKEREN, STALLEN EN HERSTELLEN VAN VOERTUIGEN OP DE WEG |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing ingevolge artikel 5.1.2, 5.1.6, 5.1.7, en 5.1.8 van de APV, voor zover deze aanvraag geen betrekking heeft op het afgesloten gedeelte van de binnenstad: |
€ 51,72 |
€ 52,91 |
||||||
1.16.17 |
TOESTEMMING INGEVOLGE WET OP DE LIJKBEZORGING |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 29 van de Wet op de Lijkbezorging: |
€ 172,14 |
€ 176,10 |
||||||
1.16.18 |
AANLEGVERGUNNING MET VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om een aanlegvergunning als bedoeld in Titel 2 waarbij tevens sprake is van toepassing van artikel 16 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanvragen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten): |
€ 2.151,67 |
€ 2.201,16 |
||||||
1.16.19 |
VERGUNNING VOOR HET HEBBEN VAN VOORWERPEN OP, AAN OF BOVEN DE WEG |
|||||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van voorwerpen ingevolge artikel 2.1.5.1 APV, tenzij de aanvraag betrekking heeft op bouwobjecten, voorwerpen of stoffen ten behoeve van bouw- en sloopwerkzaamheden: |
€ 94,70 |
€ 96,88 |
||||||
1.16.20 |
indien de aanvraag van de vergunning betrekking heeft op de Vierdaagse-feesten bedraagt het tarief, in afwijking van bovenstaande: |
€ 265,15 |
€ 271,25 |
|||||
1.16.21 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een |
|||||||
vergunning als bedoeld in artikel 10, eerste lid onder a van de Wet explosieven |
||||||||
voor civiel gebruik: |
€ 4.000 |
|||||||
1.16.22 |
Wijzigingsbesluit Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag die ziet op een wijziging van een eerder genomen besluit op een aanvraag voor een objectenvergunning: 25 % van de op grond van dat eerder genomen besluit verschuldigde leges. VERKLARING VAN GEEN BEZWAAR OP GROND VAN LUCHTVAARTWETGEVING |
|||||||
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor het opstijgen caso quo landen van een luchtvaartuig: |
€ 119,58 |
€ 122,33 |
||||||
1.16.23 |
TERUGGAAF EN ANDERE ACTIVITEITEN |
|||||||
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld in Titel 1hoofdstuk 12, 13 en 14, 1.16.10, 1.16.11, 1.16.19 en 1.16.20 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de aanvraag (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft 25% van de op grond van dat desbetreffende onderdeel verschuldigde leges. |
||||||||
Hoofdstuk 17 Marktverordening Nijmegen
1.17.1 Organisatievergunning
Organisatievergunning op grond van artikel 5 - Hoofdstuk 2 van de Marktverordening
Nijmegen
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag
tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een markt bedraagt:
€ 332,55
1.17.2 Wijzigingsbesluit
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag die ziet op een wijziging van een eerder genomen besluit op een aanvraag voor een organisatievergunning: 25% van de op grond van dat eerder genomen besluit verschuldigde leges.
1.17.3 Marktplaatsvergunning
Marktplaatsvergunning op grond van artikel 8 - Hoofdstuk 3 van de Marktverordening
Nijmegen
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een marktplaatsvergunning bedraagt:
€ 315,51
1.17.4 Duplicaat Marktplaatsvergunning |
||
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een duplicaat van een marktplaats vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Marktverordening Nijmegen bedraagt: € 13,92 |
||
1.17.5 Wijzigingsbesluit
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag die ziet op een wijziging van een eerder genomen besluit op een aanvraag voor een marktplaatsvergunning met betrekking tot de afmetingen van een kraam, de tenaamstelling, de op de vergunning vermelde vaste vervangers, hetzij een wijziging van andere aard: 25 % van de op grond van dat eerder genomen besluit verschuldigde leges.
2019 |
2020 |
||||
Activiteit |
Tarief oud |
Tarief nieuw |
|||
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
||||
Hoofdstuk 1 Vooroverleg /conceptaanvraag / stedenbouwkundige beoordeling |
|||||
Vooroverleg: uitleg planologische voorschriften |
|||||
2.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor uitleg van planologische voorschriften: |
€ 76,30 |
€ 78,05 |
||
Concept-aanvraag: planologische toets |
|||||
2.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan planologische voorschriften: |
€ 76,30 |
€ 78,05 |
||
Deze beoordeling betreft niet een beoordeling op stedenbouwkundige haalbaarheid van de aanvraag. |
|||||
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan: |
€ 38,15 |
€ 39,03 |
|||
Concept-aanvraag: welstandstoets/cultuurhistorietoets |
|||||
2.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan welstandsvoorschriften en/of cultuurhistorievoorschriften: |
€ 76,30 |
€ 78,05 |
||
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges |
€ 38,15 |
€ 39,03 |
|||
mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan: |
|||||
Concept-aanvraag: uitgebreide bouwplantoets |
|||||
2.1.4. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-bouwaanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing aan andere aspecten en activiteiten (niet zijnde stedenbouwkundige haalbaarheid) van het plan dan genoemd in 2.1.2 en 2.1.3 : |
€ 174,53 |
€ 178,54 |
||
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges mits er geen sprake is van een wezenlijk ander bouwplan: |
€ 76,30 |
€ 78,05 |
|||
Concept-aanvraag: beperkte stedenbouwkundige beoordeling |
|||||
2.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige: |
€ 288,28 |
€ 294,91 |
||
Concept-aanvraag: uitgebreide stedenbouwkundige beoordeling |
|||||
2.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op stedenbouwkundige haalbaarheid van het plan als de beoordeling plaatsvindt door een stedenbouwkundige waarbij tevens andere adviseurs moeten worden geraadpleegd: |
€ 576,53 |
€ 589,79 |
||
Concept-aanvraag: toets aan andere Wabo-activiteiten/aspecten |
|||||
2.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een concept-aanvraag voor een omgevingsvergunning voor zover het betreft een toetsing op haalbaarheid aan andere Wabo-activiteiten en/of Wabo-aspecten als bedoeld in 2.1.2 t/m 2.1.6: |
€ 76,30 |
€ 78,05 |
||
Als naar aanleiding van de toetsing van de aanvraag er een aangepast plan ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt de leges |
€ 38,15 |
€ 39,03 |
|||
mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan: |
|||||
Concept-aanvraag: geen omgevingsvergunning vereist |
|||||
2.1.8 |
Als toetsing van de aanvraag als bedoeld in de onderdelen 2.1.1 t/m 2.1.7 tot de conclusie leidt dat er geen omgevingsvergunning is vereist, is geen leges verschuldigd. |
||||
Verkennend stedenbouwkundig vooroverleg |
|||||
2.1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling of een afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening haalbaar is: |
€ 576,53 |
€ 589,79 |
||
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning |
|||||
2.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||
2.2.2 |
Bouwactiviteiten |
||||
2.2.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||||
- voor het deel van de bouwkosten tot en met |
|||||
€ 12.400.000,00: |
2,60% |
2,70% |
|||
- voor het deel van de bouwkosten vanaf € 12.400.000,00 tot en met € 20.833.333,00: |
1,80% |
1,80% |
|||
- voor het deel van de bouwkosten boven € 20.833.333,00: |
0,60% |
0,60% |
|||
van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00, met een minimum van: |
€ 147,16 |
€ 150,54 |
|||
beoordeling bodemrapport |
|||||
2.2.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
||||
a |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 308,76 |
€ 315,86 |
||
b |
indien beschikbare onderzoeksresultaten worden beoordeeld: |
€ 308,76 |
€ 315,86 |
||
c |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 415,22 |
€ 424,77 |
||
Achteraf ingediende aanvraag |
|||||
2.2.2.3 |
Onverminderd het bepaalde in 2.2.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na, door de gemeente geconstateerde en schriftelijk bevestigde, aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit en de vergunning tevens wordt verleend: |
0,24% |
0,24% |
||
van de bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 |
|||||
met een minimum van: |
€ 147,16 |
€ 150,54 |
|||
2.2.3 |
Aanlegactiviteiten |
||||
2.2.3.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 636,79 |
€ 651,44 |
||
Met dien verstande dat als de aanvraag betrekking heeft op: |
|||||
a |
Een of meer bomen tot en met negen bomen een startbedrag van: |
€ 48,30 |
€ 49,41 |
||
Vermeerderd met een opslag per boom |
€ 12,01 |
€ 12,29 |
|||
voor boom 2 tot en met 9 van: |
|||||
b |
Tien of meer bomen: |
€ 180,32 |
€ 184,47 |
||
2.2.3.2 |
Onverminderd het bepaalde in 2.2.3.1 bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 415,22 |
€ 424,77 |
||
2.2.4 |
Planologisch strijdig gebruik: binnenplanse en kleine buitenplanse afwijkingen |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde onder 2.2.2 en 2.2.3, |
|||||
2.2.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 en/of onder 2 van de Wabo jo. artikel 4, onderdelen 1 t/m 7 Bijlage II Bor (binnenplanse en kleine buitenplanse afwijking) wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt: |
€ 212,26 |
€ 217,14 |
||
NB Als door deze toepassing een gezinswoning wordt gebruikt als kamergewijs bewoond pand, geldt dit niet als toename van een woning. |
|||||
2.2.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 8 Bijlage II Bor wordt toegepast: |
€ 664,65 |
€ 679,94 |
||
2.2.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo jo. artikel 4, onderdelen 9 en 10 Bijlage II Bor (kleine buitenplanse afwijking) wordt toegepast, mits het aantal woningen niet toeneemt: |
||||
a |
een startbedrag van: |
€ 742,92 |
€ 760,01 |
||
b |
vermeerderd met een bedrag van: |
€ 4,24 |
€ 4,34 |
||
per vierkante meter bruto-vloeroppervlak-te over de vierkante meters boven 250 m2 bruto-vloeroppervlakte , |
|||||
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is: |
€ 17.291,70 |
€ 17.689,41 |
|||
2.2.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid , onder a, onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 9 en 10 Bijlage II Bor wordt toegepast , waarbij sprake is van een toename van het aantal woningen: |
||||
a |
een startbedrag van : |
€ 4.322,93 |
€ 4.422,36 |
||
als de aanvraag betrekking heeft op een toename met 1 woning, |
|||||
NB Als door deze toepassing een gezinswoning wordt gebruikt als kamergewijs bewoond pand, geldt dit niet als toename van een woning. |
|||||
b |
vermeerderd met een opslag per woning van: voor de woningen 2 t/m 9 |
€ 1.621,10 |
€ 1.658,39 |
||
2.2.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 Wabo jo. artikel 4, onderdeel 11 Bijlage II Bor (tijdelijke afwijking) wordt toegepast met betrekking tot bouwwerken, geldt het tarief als bedoeld onder 2.2.4.3 en/of 2.2.4.4, |
€ 1.621,10 |
€ 1.658,39 |
||
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is: |
|||||
2.2.4.6 |
indien sprake is van een initiatief Tijdelijk Anders Gebruiken (TAG), geldt 50% van het tarief als bedoeld onder 2.2.4.3, 2.2.4.4 en/of 2.2.4.5 , |
€ 1.621,10 |
€ 1.658,39 |
||
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is: |
|||||
2.2.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 jo. artikel 4, onderdeel 11 Bijlage II Bor met betrekking tot terreinen wordt toegepast, waarop 2.2.4.1 t/m 2.2.4.6 niet van toepassing is: |
||||
a |
een startbedrag van: |
€ 540,36 |
€ 552,79 |
||
b |
vermeerderd met een bedrag van: |
€ 1,08 |
€ 1,10 |
||
per vierkante meter over de vierkante meters boven 250 m2 terreinoppervlakte |
|||||
met dien verstande dat maximaal verschuldigd is: |
€ 1.621,10 |
€ 1.658,39 |
|||
2.2.5 |
Planologisch strijdig gebruik: grote buitenplanse afwijking |
||||
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c jo. 2.12, eerste lid, onder a onder 3 van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde onder 2.2.2 en 2.2.3: |
€ 17.291,70 |
€ 17.689,41 |
|||
2.2.5.A |
Planologisch strijdig gebruik en exploitatieplan |
||||
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c jo. artikel 2.12, eerste lid, onder b Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 490,58 |
€ 501,86 |
|||
2.2.5.B |
De bepalingen van dit hoofdstuk en hoofdstuk 7 zijn niet van toepassing voor zover de kosten zijn opgenomen in een overeenkomst of een exploitatieplan. |
||||
2.2.6 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||||
2.2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo: |
||||
- voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen (kamerverhuur uitgezonderd: deze categorie is meldingsplichtig); |
|||||
- voor zover daarin dagverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen: |
|||||
a |
een startbedrag van: |
€ 1.426,36 |
€ 1.459,17 |
||
b |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,55 |
€ 0,56 |
||
per vierkante meter over de vierkante |
|||||
meters tussen 500 m² en 1500 m², en |
|||||
c |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,47 |
€ 0,48 |
||
per vierkante meter over de vierkante |
|||||
meters tussen 1500 m² en 5000 m², en |
|||||
d |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,32 |
€ 0,33 |
||
per vierkante meter over de vierkante |
|||||
meters boven 5000 m² |
|||||
met een maximum van |
€ 1.589,35 |
€ 1.625,91 |
|||
2.2.6.2 |
Wanneer de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 2.2.6.1 betrekking heeft op een tijdelijk (maximaal 31 aaneengesloten dagen) bouwwerk, bedraagt het tarief: |
||||
a |
een startbedrag van: |
€ 364,17 |
€ 372,55 |
||
b |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,15 |
€ 0,15 |
||
per vierkante meter over de vierkante meters |
|||||
tussen 500 m² en 1500 m², en |
|||||
c |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,07 |
€ 0,07 |
||
per vierkante meter over de vierkante meters |
|||||
tussen 1500 m² en 5000 m², en |
|||||
d |
vermeerderd met een bedrag van |
€ 0,05 |
€ 0,05 |
||
per vierkante meter over de vierkante meters |
|||||
boven 5000 m² |
|||||
met een maximum van |
€ 294,33 |
€ 301,10 |
|||
2.2.6.3 |
Indien het tijdelijk bouwwerk zich bevindt binnen een inrichting waarvoor een gebruiksvergunning op grond van artikel 2 van de Brandbeveiligingverordening is afgegeven bedraagt het tarief: |
€ 99,40 |
€ 101,69 |
||
2.2.7 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||||
2.2.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, of artikel 2.2, tweede lid van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen monument, bouwhistoriemonument, stadsbeeldobject of identiteitsbepalend object waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
0,24% |
0,24% |
||
van de kosten (exclusief omzetbelasting) berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met |
|||||
een minimum van: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
en een maximum van: |
€ 6.672,41 |
€ 6.825,88 |
|||
2.2.7.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, of op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht (beschermd stadsbeeld), bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c van de Wabo, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
1,20% |
1,20% |
||
van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
en een maximum van |
€ 6.794,38 |
€ 6.950,65 |
|||
2.2.8 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||||
2.2.8.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
1,20% |
1,20% |
||
van de sloopkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 , met een minimum van |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
en een maximum van |
€ 6.794,38 |
€ 6.950,65 |
|||
Beoordeling archeologisch bodemrapport |
|||||
2.2.8.2 |
Onverminderd het bepaalde in 2.2.8.1 bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 415,22 |
€ 424,77 |
||
2.2.9 |
Uitweg |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen van een uitweg of het gebruik daarvan waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.3 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e van de Wabo, bedraagt het tarief per uitweg: |
€ 501,92 |
€ 513,46 |
|||
2.2.10 |
Houtopstand |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen, of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.4.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||||
a |
voor een aanvraag voor één of meer bomen tot en met negen bomen, een startbedrag van: |
€ 48,30 |
€ 49,41 |
||
vermeerderd met een opslag per boom voor boom 2 tot en met 9, van: |
€ 12,01 |
€ 12,29 |
|||
b |
voor een aanvraag voor tien of meer bomen: |
€ 180,31 |
€ 184,46 |
||
2.2.11 |
Handelsreclame |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.6.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 159,20 |
€ 162,86 |
|||
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame op of aan een onroerende zaak, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder h, of uit het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder i van de Wabo. |
|||||
2.2.12 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||||
2.2.12.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||||
2.2.12.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||||
2.2.13 |
Welstandsadvies |
||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de welstandscommissie (i.c. de commissie Beeldkwaliteit) advies uitbrengt over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, voor zover deze (mede) betrekking heeft op een bouwactiviteit: |
0,36% |
0,36% |
|||
van de bouwkosten berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
en een maximum van: |
€ 8.872,15 |
€ 9.076,21 |
|||
2.2.14 |
Bezwaar en Beroep |
||||
2.2.14.1 |
Indien een buiten behandeling gelaten of geweigerde omgevingsvergunning als gevolg van een bezwaar of (hoger) beroepsprocedure alsnog in behandeling wordt genomen of wordt verleend, is het gestelde in dit hoofdstuk van toepassing met dien verstande dat de reeds verschuldigde leges in mindering wordt gebracht. |
||||
Hoofdstuk 3 Vermindering |
|||||
2.3.1 |
Vermindering bij nieuwe aanvraag binnen zes maanden |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2 en is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsvergunning voor, naar de omstandigheden beoordeeld, hetzelfde project, waarbij laatstgenoemde aanvraag is ingetrokken of door het bevoegde gezag buiten behandeling is gelaten of is geweigerd, wordt op verzoek van de aanvrager 50% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van 2.2.2.1 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen zes maanden na de intrekking of beslissing op de eerdere aanvraag is ingediend. De leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag zullen nimmer minder bedragen dan |
€ 147,16 |
€ 150,54 |
|||
2.3.2 |
Vermindering in verband met grote planologische afwijking |
||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo waarvoor een eerdere aanvraag, die tevens een verzoek was om een projectbesluit te nemen of om afwijking als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo, door de aanvrager is ingetrokken en er daarna een vastgesteld, uitgewerkt of gewijzigd bestemmingsplan in werking is getreden waarmee de nieuwe aanvraag in overeenstemming is, wordt op verzoek van de aanvrager 100% van de ter zake van de eerdere aanvraag op grond van Titel 2 , hoofdstuk 2 geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de nieuwe aanvraag om omgevingsvergunning bedoeld in Titel 2, hoofdstuk 2, mits de nieuwe aanvraag binnen één jaar na de inwerkingtreding van het vastgestelde, uitgewerkte of gewijzigde bestemmingsplan is ingediend en mits het nieuwe plan niet zodanig is dat in feite van een nieuw plan dient te worden gesproken. |
|||||
Hoofdstuk 4 Teruggaaf |
|||||
2.4.1 |
Teruggaaf en bouwactiviteiten |
||||
Teruggaaf als er sprake is van vergunningsvrije activiteiten als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. |
|||||
2.4.1.1. |
Als het bevoegde gezag besluit dat voor de bouwactiviteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije bouwactiviteit minimaal verschuldigd blijft: |
€ 144,14 |
€ 147,46 |
||
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag en buiten behandeling laten van de aanvraag voor bouwactiviteiten |
|||||
2.4.1.2 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.2.2, intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten door het bevoegde gezag, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
50,00% |
||
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: |
€ 81,70 |
€ 83,58 |
|||
en maximaal verschuldigd blijft bij buiten behandeling laten van de aanvraag: |
€ 14.742,57 |
€ 15.081,65 |
|||
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|||||
2.4.1.3 |
Als het bevoegde gezag een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2, (gedeeltelijk) intrekt op verzoek van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt en mits het verzoek binnen 1 jaar na verlening van de omgevingsvergunning wordt ingediend. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
25,00% |
||
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat een bedrag minder dan : |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
niet wordt teruggeven |
|||||
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten |
|||||
2.4.1.4 |
Als het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.2.2.weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
25,00% |
||
van de op grond van onderdeel 2.2.2.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft: |
€ 147,16 |
€ 150,54 |
|||
Teruggaaf leges bij wijziging bouwkosten |
|||||
2.4.1.5 |
Als achteraf bij gereedmelding van het bouwwerk blijkt dat de werkelijke bouwkosten lager zijn, vindt op aanvraag van de vergunninghouder teruggaaf van teveel betaalde leges plaats. Teruggaaf vindt niet plaats als de verleende vergunning betrekking heeft op legalisatie achteraf van een zonder vergunning gebouwd bouwwerk. In dat geval gelden als bouwkosten de geraamde bouwkosten naar het prijspeil ten tijde van indiening van de aanvraag. |
||||
2.4.2 |
Teruggaaf en andere activiteiten |
||||
2.4.2.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit aanleg-, monument-, sloop- of reclameactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.3, 2.2.7.1, 2.2.7.2 , 2.2.8.1, 2.2.11 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als het bevoegd gezag besluit dat voor de activiteit geen vergunning is vereist, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op de betrokken activiteiten betrekking hebbende leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft: |
€ 47,31 |
€ 48,21 |
||
2.4.2.2. |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit handelen in strijd met een planologische regeling, brandveiligheid-, uitweg/inrit-, en houtopstandactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.2.4, 2.2.5A, 2.2.6.1, 2.2.6.2, 2.2.6.3, 2.2.9 of 2.2.10 (gedeeltelijk) intrekt of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de vergunning (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
75,00 % |
75,00 % |
||
van de op grond van dat onderdeel voor de betrokken activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
Als de gemeente besluit dat voor vorenbedoelde activiteiten geen vergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, met dien verstande dat per vergunningsvrije activiteit minimaal verschuldigd blijft: |
€ 47,31 |
€ 48,21 |
|||
2.4.2.3 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project, |
75,00 % |
75,00% |
||
zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5 voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt of de aanvraag door het bevoegd gezag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|||||
De teruggaaf bedraagt: |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges |
|||||
2.4.2.4 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door het bevoegd gezag wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50,00% |
50,00 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges |
|||||
2.4.2.5 |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project zoals bedoeld in de onderdeel 2.2.5, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
25,00 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken activiteit verschuldigde leges |
|||||
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|||||
2.4.2.6 |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.2.3, 2.2.3.2, 2.2.8.2, 2.2.13 wordt geen teruggaaf verleend |
||||
2.4.3 |
Teruggaaf en bestemmingsplan, uitwerkings- of wijzigingsplan. |
||||
2.4.3.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan |
75,00% |
75,00 % |
||
zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat hierover bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden, intrekt, of de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. |
|||||
De teruggaaf bedraagt: |
|||||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges |
|||||
2.4.3.2 |
Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, voordat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door het bevoegd gezag wordt afgewezen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50,00% |
50,00% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges |
|||||
2.4.3.3 |
Als de aanvraag om herziening, uitwerking of wijziging van een bestemmingsplan zoals bedoeld in de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2, nadat de formele voorbereidingsprocedure voor besluitvorming is gestart, door de aanvrager wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
25,00% |
25,00% |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betrokken aanvraag verschuldigde leges |
|||||
2.4.4 |
Teruggaaf na bewaar en beroep |
||||
2.4.4.1. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.1.4. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak of herroeping in het kader van een beslissing op bezwaar |
||||
2.4.5 |
Minimum voor teruggaaf |
||||
2.4.5.1 |
Een bedrag minder dan: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
||
wordt niet teruggegeven. |
|||||
2.4.6 |
Afwijking van artikel 9 Legesverordening |
||||
2.4.6.1 |
In afwijking van artikel 9 lid 1 en lid 2 van de verordening geldt de teruggaafbepaling zoals in dit hoofdstuk vastgelegd |
||||
Hoofdstuk 5 Intrekking omgevingsvergunning |
|||||
2.5.1 |
Als een verleende omgevingsvergunning voor een project op verzoek van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid onder b van de Wabo - geheel dan wel gedeeltelijk - wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, tenzij onderdeel 2.4.1.2 van toepassing is, mits van de vergunning geen gebruik is gemaakt en mits het verzoek binnen 1 jaar na verlening van de omgevingsvergunning wordt ingediend. |
75,00% |
75,00% |
||
De teruggaaf bedraagt: |
|||||
van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met dien verstande dat per activiteit minimaal verschuldigd blijft: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.2.2, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.5A en 2.2.13 wordt geen teruggaaf verleend. |
|||||
Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||||
2.6.1 |
Wijziging omgevingsvergunning |
||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
|||||
2.6.1.1 |
indien het betreft de activiteit bouwen: |
2,60% |
2,70% |
||
van de meerdere bouwkosten, berekend over elk geheel bedrag van € 100,00 met een minimum van: |
€ 147,16 |
€ 150,54 |
|||
2.6.1.2 |
indien het andere activiteiten betreft: |
20,00% |
20,00% |
||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges |
|||||
met een minimum van: |
€ 47,31 |
€ 48,40 |
|||
2.6.1.3 |
indien de wijziging plaatsvindt in verband met (pre)mediation op initiatief van het bevoegd gezag van de voor die activiteiten verschuldigde leges: |
- |
- |
||
Hoofdstuk 7 bestemmingsplanherziening |
|||||
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 17.291,70 |
€ 17.689,41 |
||
2.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een uitwerking of wijziging als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen: |
€ 17.291,70 |
€ 17.689,41 |
||
2.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen: |
€ 2.121,16 |
€ 2.169,95 |
||
2.7.4.1 |
Indien tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, en de gemeente tevens het hiervoor benodigde akoestisch onderzoek uitvoert, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2 berekende bedrag verhoogd met:. |
€ 4.612,35 |
€ 4.718,43 |
||
2.7.4.2 |
Indien tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, zonder dat de gemeente het hiervoor benodigde akoestisch onderzoek uitvoert, wordt het overeenkomstig de onderdelen 2.7.1 en 2.7.2 berekende bedrag verhoogd met:. |
€ 1.970,65 |
€ 2.015,97 |
2019 |
2020 |
||||
Activiteit |
Tarief oud |
Tarief nieuw |
|||
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn |
||||
Hoofdstuk 1 Horeca |
|||||
3.1.1 |
TERRASVERGUNNING |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een terras ingevolge artikel 2.3.1.5. van de APV |
|||||
a |
regulier |
€ 1.018,15 |
€ 1.041,57 |
||
b |
wijziging tenaamstelling bij overname terras |
€ 422,14 |
€ 431,85 |
||
c |
wijziging in oppervlakte en/of situering bestaand terras |
€ 783,91 |
€ 801,94 |
||
d |
vierdaagse feesten bestaand terras |
€ 147,51 |
€ 150,90 |
||
3.1.2 |
EXPLOITATIEVERGUNNING ALCOHOLVRIJE INRICHTING |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van |
|||||
a |
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.6 van de APV: |
€ 394,07 |
€ 403,13 |
||
b |
een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 2.3.1.6. zesde lid van de APV) |
€ 115,45 |
€ 118,11 |
||
3.1.3 |
VERGUNNING/ ONTHEFFING DRANK-,HORECAWET |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|||||
a |
een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 646,37 |
€ 661,24 |
||
b |
een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met een “melding” tot het bijschrijven van een leidinggevende als bedoeld in artikel 30a Drank- en horecawet. |
€ 115,45 |
€ 118,11 |
||
c |
een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend verandering van de inrichting qua situering en oppervlakten |
€ 115,48 |
€ 118,14 |
||
d |
een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 149,12 |
€ 152,55 |
||
Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen |
|||||
VERGUNNING EVENEMENT |
|||||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2.2.2. van de APV |
||||
a |
basistarief |
€ 232,43 |
€ 237,78 |
||
b |
voor een adviesaanvraag openbare orde in geval van een |
€ 102,94 |
€ 105,31 |
||
A-evenement |
|||||
c |
voor een adviesaanvraag openbare orde in geval van een B- of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
d |
voor een adviesaanvraag openbare veiligheid in geval van een A-evenement |
€ 102,94 |
€ 105,31 |
||
e |
voor een adviesaanvraag openbare veiligheid in geval van een B of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
f |
voor een adviesaanvraag milieu in geval van een A-evenement |
€ 102,94 |
€ 105,31 |
||
g |
voor een adviesaanvraag milieu in geval van een B- of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
h |
voor een adviesaanvraag verkeer in geval van een A-evenement |
€ 102,94 |
€ 105,31 |
||
i |
voor een adviesaanvraag verkeer in geval van een B of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
j |
voor een adviesaanvraag volksgezondheid in geval van een A-evenement |
€ 102,94 |
€ 105,31 |
||
k |
voor een adviesaanvraag volksgezondheid in geval van een B- of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
l |
voor een adviesaanvraag woon- en leefklimaat in geval van een A-evenement |
€ 102,94 |
€ 105,32 |
||
m |
voor een adviesaanvraag woon- en leefklimaat in geval van een B- of een C-evenement |
€ 205,90 |
€ 210,64 |
||
n |
voor een integrale controle van de locatie voorafgaand aan en in geval van een B-evenement (schouw) |
€ 1.029,47 |
€ 1.053,15 |
||
o |
voor een integrale controle van de locatie voorafgaand aan en in geval van een C-evenement (schouw) |
€ 2.058,94 |
€ 2.106,30 |
||
p |
voor een controle door toezichthouders van de locatie voorafgaand aan en in geval van een A- of B- evenement (schouw) |
€ 386,05 |
€ 394,93 |
||
q |
voor evenementen die geclassificeerd worden als "A-evenement" en waarbij er geen sprake is van een winstoogmerk |
€ 45,33 |
€ 46,37 |
||
Wijzigingsbesluit |
|||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag die ziet op een wijziging van een eerder genomen besluit op een aanvraag voor een evenementenvergunning: 25 % van de op grond van dat eerder genomen besluit verschuldigde leges. |
|||||
Bovenstaande tarieven zijn inclusief – voorzover van toepassing – het tarief voor de produkten opgenomen in titel 1 onder 1.13.1, 1.16.10, 1.16.13, 1.16.19. |
|||||
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|||||
VERGUNNING SEKSINRICHTING OF ESCORTBEDRIJVEN |
|||||
3.3.1 |
1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. lid 1 van de APV: |
|||
a |
voor een escortbedrijf |
€ 532,16 |
€ 544,40 |
||
b |
voor een seksinrichting met: |
€ 1.110,63 |
€ 1.136,17 |
||
niet meer dan één werkruimte |
|||||
meer dan één werkruimte |
€ 1.324,11 |
€ 1.354,56 |
|||
2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als hiervoor bedoeld, in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de beheerder (artikel 3.4.2, tweede lid van de APV) |
€ 213,56 |
€ 218,47 |
||
Verwijderd: 3.3.2 Geschiktheidsverklaring seksinrichtingen |
|||||
Verwijderd: 3.4.1 Brandbeveiligingsverordening |
|||||
Hoofdstuk 4 Routeringsverordening |
|||||
3.4.2 |
ONTHEFFING INGEVOLGE ROUTERINGSVERORDENING |
||||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een |
€ 250,09 |
€ 255,84 |
|||
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel |
|||||
22 jo. artikel 21 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
|||||
Hoofdstuk 5 Teruggaaf en andere activiteiten |
|||||
Als de aanvrager zijn aanvraag om vergunning of ontheffing als bedoeld Titel 3, hoofdstuk 1 t/m 3 en hoofdstuk 5 (gedeeltelijk) intrekt, of als de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, of als de aanvraag (gedeeltelijk) wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van leges, met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft 25% van de op grond van dat desbetreffende onderdeel verschuldigde leges. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl