Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort houdende regels omtrent uitvoering afvalstoffenverordening (Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zandvoort 2020)

Geldend van 25-05-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort houdende regels omtrent uitvoering afvalstoffenverordening (Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zandvoort 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort:

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering, gericht op recycling en materiaalhergebruik van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Zandvoort 2020;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening gemeente Zandvoort 2020;

BESLUIT:

  • 1.

    Vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Zandvoort 2020 en gelijktijdig in te trekken het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Zandvoort 2011.

  • 2.

    Aan N.V. HVC te Alkmaar een uitsluitend recht te verlenen als bedoeld in artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012 voor de op- en overslag, het transport en de verdere be- en verwerking van binnen de gemeente vrijkomend groente- fruit- en tuinafval (GFT afval) met ingang van 1 januari 2020 en wijzigt daartoe het Uitvoeringsbesluit behorend bij de Afvalstoffenverordening.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 4 van de Afvalstoffenverordening aangewezen personen of instanties, belast met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • b.

    gebruiker van een perceel: degene die gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • c.

    inzameldienst: de krachtens artikel 3 van de Afvalstoffenverordening aangewezen dienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • d.

    inzamelen: activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan.

  • e.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een afvalemmer, rolcontainer of duocontainer. Een duocontainer is een rolcontainer met daarin een tussenschot aangebracht, waardoor tenminste 2 afvalstromen gescheiden aangeboden kunnen worden.

  • f.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of – plaats, bijvoorbeeld een ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainer, rolcontainer op standaard of milieuplein, ten behoeve van meerdere huishoudens.

  • g.

    milieustraten: het milieuplein gelegen aan de Ir. Lelyweg in Haarlem en de milieustraten aan de Brouwerskolkweg in Overveen en aan de Cruquiusweg in Heemstede.

  • h.

    perceel: huis- en of verblijfplek waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

  • i.

    rolcontainer-geschikte woning: een perceel met voortuin en/of achtertuin met achterom en daardoor voor de gebruiker van een perceel geschikt om met een individueel inzamelmiddel aan te bieden.

  • j.

    ter inzameling aanbieden: wijze van overdragen van afvalstoffen aan een aangewezen inzamelaar, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe aangewezen inzamelmiddelen of – voorzieningen, of op een daartoe aangewezen plaats.

  • k.

    verordening: Afvalstoffenverordening gemeente Zandvoort 2020.

  • l.

    wet: Wet milieubeheer.

  • m.

    zwerfafval: huishoudelijke afval van zeer beperkte omvang en gewicht, , dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet bestemd voor zijn, of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terechtgekomen.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties en alleenrecht verwerkende instanties

  • 1. Als inzameldienst op grond van artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen: Spaarnelanden N.V., gevestigd te Haarlem.

  • 2. Het college verleent per 1 januari 2023 een alleenrecht als bedoeld in artikel 2.24 aanhef en onder a van de Aanbestedingswet 2012 voor de verwerking van binnen de gemeente vrijkomend huishoudelijk restafval aan N.V. HVC, gevestigd te Alkmaar.

  • 3. Het college verleent per 1 januari 2020 een alleenrecht als bedoeld in artikel 2.24 aanhef en onder a van de Aanbestedingswet 2012 voor de op- en overslag, het transport en de verdere be- en verwerking van binnen de gemeente vrijkomend groente-, fruit- en tuinafval (GFT afval) aan N.V. HVC, gevestigd te Alkmaar.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 7, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

  • a.

    Groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • b.

    Papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties. Schoon en droog aanbieden;

  • c.

    Verpakkingsglas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen;

  • d.

    Textiel: alle kleding of producten van textiel die niet nat of vervuild zijn. Schoon en droog in een gesloten plastic zak aanbieden;

  • e.

    Plastic verpakkingen, blik en drinkpakken (PBD): verpakkingen van plastic, metalen en drinkpakken (zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen);

  • f.

    Elektrische of elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur. Koel- en vrieskasten moeten van binnen en buiten schoon, leeg en ontgrendeld zijn;

  • g.

    Klein chemisch afval: afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. In afgesloten – liefst originele – verpakking, met daarop duidelijke vermelding van de inhoud;

  • h.

    Grof huishoudelijke afvalstromen: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting, gewicht of samenstelling niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden. Onder grof huishoudelijke afvalstromen vallen afvalstromen zoals beschreven in de acceptatieregels van de milieustraten;

  • i.

    Herbruikbare afvalstromen: afvalstromen zoals beschreven in de acceptatieregels van de milieustraten, met uitzondering van (grof) restafval. Om hergebruik en recycling van deze afvalstromen mogelijk te maken, dienen deze stromen gescheiden te worden aangeboden in de hiervoor bedoelde inzamelvoorzieningen of op de milieustraten;

  • j.

    (Grof) Restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen, zoals beschreven in artikel 7 van de Afvalstoffenverordening en in de acceptatieregels van de milieustraten.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling van afvalstoffen geschiedt via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een rolcontainer-geschikte woning, via een inzamelvoorziening voor de gebruikers van niet-rolcontainer-geschikte woningen of via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 2. Op grond van artikel 10, derde lid, van de verordening worden voor de inzameling van de onderstaande afvalstoffen de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorziening aangewezen:

    • 1.

      Voor restafval van huishoudens:

      • a.

        een (ondergrondse) verzamelcontainer;

      • b.

        een namens de inzameldienst verstrekte rolcontainer.

    • 2.

      Voor GFT-afval van huishoudens:

      • a.

        een namens de inzameldienst verstrekte rolcontainer of afvalemmer voor de gebruiker van één perceel van een rolcontainer-geschikte woning;

      • b.

        een verzamelcontainer of rolcontainer op standaard voor de gebruikers van een niet-rolcontainer-geschikte woningen.

    • 3.

      Voor oud papier en karton:

      • a.

        een namens de inzameldienst verstrekte duo-container voor de inzameling van zowel oud papier en karton als PBD voor de gebruikers van een rolcontainer-geschikte woning;

      • b.

        een (ondergrondse) verzamelcontainer of een duocontainer op standaard;

      • c.

        de papiercontainer van Scouting Stella Maris-St. Willibrordus te Zandvoort.

    • 4.

      Voor verpakkingsglas:

      • a.

        een (ondergrondse) verzamelcontainer voor glas op wijkniveau.

    • 5.

      Voor textiel :

      • a.

        een (ondergrondse) verzamelcontainer voor textiel op wijkniveau.

    • 6.

      Voor PBD:

      • a.

        een namens de inzameldienst verstrekte duo container voor de inzameling van zowel oud papier en karton als PBD voor de gebruikers van een rolcontainer-geschikte woning;

      • b.

        een (ondergrondse) verzamelcontainer voor PBD of een duocontainer op standaard.

  • 3. De in artikel 3 genoemde categorieën huishoudelijke afvalstoffen zijn ook in te leveren op de drie milieustraten.

  • 4. De loopafstand tot een verzamelcontainer voor gebruikers van een aantal percelen bedraagt maximaal 250 meter.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

Op grond van artikel 7, eerste lid, van de verordening stelt het college de volgende frequenties vast van huishoudelijke afvalstoffen die, voor een deel van de huishoudens, bij elk perceel worden ingezameld:

  • a.

    de inzameldienst zamelt huishoudelijk restafval ten minste eenmaal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel in;

  • b.

    de inzameldienst zamelt groente- fruit- en tuinafval ten minste eenmaal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel in;

  • c.

    de inzameldienst zamelt PBD ten minste eenmaal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel in;

  • d.

    de inzameldienst zamelt oud papier en karton ten minste eenmaal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel in;

  • e.

    de inzameldienst zamelt op afroep eenmaal per maand grof huishoudelijk afval en afval van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) die per stuk een gewicht hebben van 10 kg of meer afzonderlijk bij elk perceel in.

Artikel 6. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 8, tweede lid, van de verordening, worden huishoudens die geen individueel of gemeenschappelijk inzamelmiddel voor GFT, zoals genoemd in artikel 4, lid 2, ter beschikking gesteld hebben gekregen, vrijgesteld van het gescheiden aanbieden van GFT.

Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Het college stelt op grond van artikel 9 van de verordening de volgende regels vast:

  • a.

    inzamelmiddelen dienen uitsluitend te worden aangeboden vanaf 7:00 uur op de vastgestelde inzameldag;

  • b.

    een inzamelmiddel moet zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, maar uiterlijk voor 20:00 uur op de inzameldag door de aanbieder uit de openbare ruimte zijn verwijderd;

  • c.

    grof huishoudelijk afval wordt op afroep ingezameld en mag uitsluitend vanaf 20:00 uur voorafgaand aan de afgesproken ophaaldag tot 7:30 uur op de afgesproken inzameldag in de openbare ruimte worden aangeboden;

  • d.

    afvalstoffen die om 20:00 uur op de avond van de afgesproken inzameldag niet zijn ingezameld, dienen door de aanbieder uit de openbare ruimte te worden verwijderd;

  • e.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 8:00 en 22:00 uur worden gebruikt;

  • f.

    in verband met geluidhinder mogen ondergrondse containers uitsluitend tussen 7:00 uur en 23:00 uur worden gebruikt.

Artikel 8. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Krachtens artikel 10 van de verordening stelt het college de volgende regels vast voor het gebruik van de verstrekte inzamelmiddelen:

  • 1.

    Regels over het gebruik van inzamelvoorzieningen op wijkniveau (verzamelcontainers PBD, oud papier en karton, verpakkingsglas en textiel):

    • a.

      De inzamelvoorziening op wijkniveau dient te worden gebruikt voor het daartoe bestemde doel (verzamelen en bewaren van PBD, oud papier en karton, textiel en verpakkingsglas).

    • b.

      Het is verboden gevaarlijke stoffen in de inzamelvoorzieningen aan te bieden.

    • c.

      De categorieën afvalstoffen waar de inzamelvoorzieningen op wijkniveau voor zijn bedoeld, mogen niet anders dan in deze inzamelvoorzieningen worden aangeboden aan de inzameldienst.

    • d.

      De gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en/of inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt.

    • e.

      De inworpopening dient na gebruik goed te worden gesloten, er mag niets uit de inworpopening steken.

    • f.

      Het is verboden om afvalstoffen op, om of naast de inzamelvoorziening te plaatsen.

    • g.

      Een defect aan een inzamelingvoorziening dient te worden gemeld bij de inzameldienst.

    • h.

      Bij het aanbieden gemorste afvalstoffen dienen door de aanbieder te worden opgeruimd.

  • 2.

    Regels over het gebruik van inzamelvoorzieningen voor een aantal percelen (verzamelcontainer restafval, en verzamelcontainer en rolcontainer op standaard GFT, PBD en oud papier en karton):

    • a.

      De inzamelvoorziening voor een aantal percelen dient te worden gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd (verzamelen en bewaren van restafval, GFT, PBD en oud papier en karton).

    • b.

      Het is verboden gevaarlijke stoffen in de inzamelvoorzieningen aan te bieden.

    • c.

      De categorieën afvalstoffen waar de inzamelvoorzieningen voor een aantal percelen voor zijn bedoeld, mogen niet anders dan in deze inzamelvoorzieningen worden aangeboden aan de inzameldienst.

    • d.

      De gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt.

    • e.

      De inworpopening dient na gebruik goed te worden gesloten, er mag niets uit de inworpopening steken.

    • f.

      Het is verboden om afvalstoffen op, om of naast de inzamelvoorziening te plaatsen.

    • g.

      Bij het aanbieden gemorste afvalstoffen dienen door de aanbieder te worden opgeruimd.

  • 3.

    Regels over het gebruik van inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel (rolcontainer):

    • a.

      De inzameldienst is bevoegd om de rolcontainer te voorzien van een chip met een uniek nummer en een sticker waarop staat vermeld: een straatnaam, huisnummer, postcode, plaats, afvalstroom waar de container voor is bestemd, volume van de container en een barcode.

    • b.

      De gebruiker van een perceel dient zich tot de inzameldienst te wenden, indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot inzamelmiddel en/of afvalpas wordt aangetroffen.

    • c.

      De inzamelmiddelen blijven eigendom van de inzameldienst en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden.

    • d.

      Een door het college verstrekt inzamelmiddel is gebonden aan het perceel.

    • e.

      Vlees of vis mag zowel in de restafvalrolemmer als GFT-rolemmer worden aangeboden. In verband met stankoverlast mag men dit afval in het eerst aan te bieden inzamelmiddel plaatsen. Vlees of vis mag niet in een inzamelmiddel bedoeld voor andere afvalstromen dan restafval of GFT worden aangeboden.

    • f.

      De verstrekte inzamelmiddelen mogen uitsluitend worden gereinigd met water.

    • g.

      De gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen en afvalpas. Het is niet toegestaan het identificatiemiddel te verwijderen, te beschadigen of op enig andere wijze onleesbaar of onbruikbaar te maken.

    • h.

      De gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen zodanig te gebruiken en aan te bieden dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt.

    • i.

      Het deksel van de rolcontainer dient gesloten te zijn op het moment van aanbieden.

    • j.

      De rolcontainer dient met de handvaten richting de weg te worden aangeboden.

    • k.

      Indien een rolcontainer geheel of gedeeltelijk niet geleegd kan worden door toedoen van de gebruiker of door omstandigheden buiten de schuld van de inzameldienst is dit voor risico van de gebruiker.

    • l.

      Indien de inzameldienst in het inzamelmiddel afvalstoffen aantreft die hierin niet aangeboden mogen worden, is het de inzameldienst toegestaan om het inzamelmiddel niet te legen. De gebruiker van een perceel kan het inzamelmiddel bij een volgende inzamelronde aanbieden, mits het verkeerd aangeboden afval is verwijderd.

    • m.

      Gebruikers kunnen extra rolcontainers bij de inzameldienst aanvragen. De kosten voor extra rolcontainers voor restafval zijn voor rekening van de aanvrager en worden jaarlijks vastgesteld door de inzameldienst en gepubliceerd op de website van de inzameldienst. Voor extra GFT rolcontainers of extra duo-containers worden geen kosten in rekening gebracht.

    • n.

      Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in rolcontainers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de rolcontainer op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd.

    • o.

      Uit de inzamelmiddelen mag geen afval steken.

    • p.

      Indien de inzameldienst het inzamelmiddel niet op de juiste wijze aangeboden, of niet op de juiste locatie bedoeld in artikel 8, derde lid onder n, aantreft, is het de inzameldienst toegestaan om deze niet te legen. De gebruiker van een perceel kan het inzamelmiddel bij een volgende inzamelronde aanbieden, mits dat op de juiste wijze en op de juiste aanbiedlocatie geschiedt.

    • q.

      Rolcontainers dienen op het eigen terrein van de beheerder van een perceel te worden gestald, behoudens de dagen en tijden genoemd in artikel 7 sub a. tot en met c.

    • r.

      Het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden rolcontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 60 kilogram.

    • s.

      De inzamelvoorziening voor één perceel dient te worden gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd. Het is verboden om het voor een andere afvalstroom te gebruiken.

    • t.

      Het is verboden om afval anders dan in het daarvoor aangewezen inzamelmiddel aan te bieden. Afval dat ernaast is geplaatst wordt door de inzameldienst niet meegenomen en dient door de aanbieder te worden verwijderd.

    • u.

      Per inzamelronde mag een rolcontainer één keer worden aangeboden.

    • v.

      Inzamelmiddelen die niet namens de inzameldienst zijn verstrekt en voor lediging worden aangeboden of in de openbare ruimte zijn geplaatst, worden zonder nadere aanzegging in beslag genomen.

  • 4.

    Regels over het aanbieden van afvalstoffen zonder inzamelmiddel:

    • a.

      De volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen mogen zonder inzamelmiddel worden aangeboden:

      • 1.

        Grof huishoudelijk afval

      • 2.

        Wit- en bruingoed

      • 3.

        Grof tuinafval

      • 4.

        Hout

      • 5.

        Grotere stukken metaal

    • b.

      Het aanbieden van de onder sub a. genoemde categorieën afvalstoffen dient op afroep plaats te vinden; de aanbieder dient voor de inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst.

    • c.

      De afvalstoffen bedoeld onder sub a. dient op de afgesproken dag op een voor het inzamelmaterieel bereikbare (zo dicht mogelijk bij de rijbaan) en aangewezen aanbiedplaats in de directe nabijheid van de woning klaar te staan. Grof huishoudelijk afval dient op de begane grond te worden aangeboden.

    • d.

      Per afspraak mag maximaal 2m3 grofvuil worden aangeboden.

    • e.

      Kleinere stukken grof huishoudelijk afval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en -gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 m en niet zwaarder dan 25 kilogram. Banken, matrassen, bedden, etc. hoeven niet aan deze lengte- en gewichtregels te voldoen. Grof huishoudelijk afval dat niet op de juiste wijze is aangeboden, wordt niet door de inzameldienst meegenomen en dient door de aanbieder direct te worden verwijderd.

    • f.

      Het aangeboden afval mag geen scherpe delen en spijkers bevatten.

    • g.

      De volgende soorten bouw- en sloopafval mogen niet op afroep worden aangeboden: steenachtig bouw- en sloopafval, gips, spiegel- en of glashoudend afval, zand, puin, cellenbeton, bitumineus dakafval, teermastiek en dakgrind. Deze stromen mogen wel op de milieustraten worden aangeboden, met uitzondering van zand, dat uitsluitend met een schoongrondverklaring bij een gecertificeerd grondbedrijf moet worden aangeboden.

    • h.

      Bij de afgifte op de milieustraten van de afvalstoffen onder sub a. zijn de acceptatieregels van de milieustraten van toepassing.

    • i.

      De ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op de milieustraten kunnen legitimeren als inwoner van de gemeente Zandvoort.

  • 5.

    Regels over het gebruik van de afvalpas:

    • a.

      Per perceel waaraan als inzamelvoorziening een (ondergrondse) verzamelcontainer is toegewezen wordt maximaal één afvalpas voor (ondergrondse) inzamelvoorzieningen verstrekt.

    • b.

      De door de inzameldienst verstrekte afvalpas behoort bij het perceel.

    • c.

      Het beheer van de inzamelvoorziening en afvalpas die in bruikleen zijn verstrekt, berust bij de inzameldienst.

    • d.

      De gebruiker van een perceel dient zich tot de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen afvalpas wordt aangetroffen. Bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een afvalpas dient een gebruiker zich eveneens tot de inzameldienst te wenden.

    • e.

      De gebruiker is te allen tijde verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen afvalpas als ware deze zijn eigendom.

    • f.

      Bij verlies of beschadiging van de afvalpas, waardoor deze niet meer bruikbaar is, kan tegen een vergoeding een nieuwe pas bij de inzameldienst worden aangevraagd. De kosten hiervoor worden jaarlijks vastgesteld door de inzameldienst en gepubliceerd op de website van inzameldienst. Een onbeschadigde pas die het niet doet, wordt kosteloos vervangen.

  • 6.

    De inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, eerste lid van de Afvalstoffenverordening en op grond van artikel 2, eerste lid, van dit Uitvoeringsbesluit is bevoegd om de afvalpassen voor (ondergrondse) inzamelvoorzieningen en de chips/stickers van rolcontainers te koppelen aan adresgegevens en deze te registreren. Deze koppeling van adresgegevens aan inzamelvoorzieningen en afvalpassen is noodzakelijk om:

    • a.

      de afvalinzameling uit te kunnen voeren, waaronder adresgebonden inzameling;

    • b.

      toezicht en handhaving mogelijk te maken in geval van overtreding van de regels van de verordening en het Uitvoeringsbesluit die toezien op het gebruik van het inzamelmiddel en/of voorziening en de wijze van aanbieden van afval. Dit betreft onder andere het voorkomen van afvaltoerisme en het dumpen van (bedrijfs)afval;

    • c.

      doelmatig afvalbeheer conform artikel 10.21 t/m 10.29 van de Wet milieubeheer uit te kunnen voeren wat betreft het gescheiden inzamelen van afvalstromen, het waarborgen van de kwaliteit van de afzonderlijke afvalstromen en het monitoren van het gebruik van de gemeentelijke inzamelvoorzieningen;

    • d.

      vragen van bewoners te beantwoorden en mededelingen te doen;

    • e.

      de efficiency van de afvalinzameling te verbeteren, waaronder routeoptimalisatie.

Artikel 9. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden of anderszins niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen het college en/of inzameldienst tijdelijke inzamelplaatsen voor inzamelmiddelen aanwijzen.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 13, tweede lid, van de verordening andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.

Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college stelt op grond van artikel 13, eerste lid, van de verordening de volgende regels over het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan anderen dan de inzameldienst:

  • 1.

    Het bedrijfsafval moet uitsluitend via een inzamelmiddel of -voorziening worden aangeboden aan de inzamelaar. Uitzondering is papier en karton en grofvuil, die mits gebundeld zonder inzamelmiddel mogen worden aangeboden.

  • 2.

    In wijken waar nog geen ondergrondse containers zijn geplaatst kan bij uitzondering het bedrijfsafval worden aangeboden via speciaal daarvoor bestemde en herkenbare bedrijfsafvalzakken. Bedrijven zullen moeten aantonen dat zij geen mogelijkheid hebben om inpandig een rolcontainer te plaatsen. Op het moment dat ondergrondse containers zijn geplaatst in de betreffende wijk vervalt deze uitzondering.

  • 3.

    Het bedrijfsafval mag uitsluitend op de met de inzamelaar contractueel afgesproken dag(en) en tijd(en) op/aan de weg worden aangeboden. Het inzamelmiddel dient na lediging zo snel mogelijk weer op het eigen terrein te worden geplaatst.

  • 4.

    Het aanbieden dient ordelijk te gebeuren. De plaatsing van het inzamelmiddel dient zodanig te gebeuren dat het verkeer – voetgangers daaronder begrepen – daar zo min mogelijk hinder van ondervindt. Het inzamelmiddel dient gesloten te zijn; er mogen geen losse afvalstoffen naast of op worden aangeboden.

  • 5.

    Het is met uitzondering van de onder lid 6 bedoelde dag(en) en tijd(en) verboden inzamelmiddelen voor bedrijfsafval buiten het eigen terrein aanwezig te hebben.

  • 6.

    Het bedrijfsafval mag maximaal twee uren voor de afgesproken inzameltijd aan de inzameldienst of andere contractueel vastgelegde inzamelaars worden aangeboden. Hierbij geldt tevens dat het afval niet voor zes uur in de ochtend (06.00u) ter inzameling op of aan de weg mag worden geplaatst.

  • 7.

    Kleppen/deksels van rolemmers en containers dienen gesloten te zijn, er mag niets naast de containers worden aangeboden, met als enige uitzondering dat karton mits in een bundel samengebonden en geplet, wél naast de rolemmer of container mag worden aangeboden.

  • 8.

    Het bedrijfsafval mag uitsluitend vóór het eigen perceel, of vóór het eigen terrein ter inzameling op de afgesproken inzameldag worden geplaatst.

  • 9.

    Het aanbieden/plaatsen van bedrijfsafval mag in geen geval overlast veroorzaken voor het verkeer, de omwonenden en de directe omgeving.

  • 10.

    Ondernemers in voetgangersgebied die voor het aanbieden van hun bedrijfsafval gebruik maken van een rolcontainer mogen deze aanbieden voor het eigen perceel tussen 07.00u en 11.00u.

  • 11.

    Ondernemers gevestigd in voetgangersgebied dat onbereikbaar is voor het inzamelvoertuig kunnen het inzamelmiddel of gebundeld los papier en karton of gebundeld los grofvuil aanbieden in de dichtstbijzijnde straat waar het inzamelvoertuig passeert.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 13. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zandvoort 2020.

Ondertekening

Aldus door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 7 januari en op 31 maart 2020.

de burgemeester,

de secretaris,

TOELICHTING

behorende bij het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zandvoort 2020

Algemene toelichting

In de Afvalstoffenverordening is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in Uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Het onderhavig Uitvoeringsbesluit voorziet hierin.

Artikel 1b

Op het brengdepot kunnen (grof) huishoudelijke afvalstoffen worden aangeboden conform de acceptatieregels van de milieustraten.

Artikel 1m

Zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal en etenswaren

Artikel 3

Met uitzondering van de stromen die wettelijk gescheiden ingezameld moeten worden is de gemeente vrij om te bepalen welke afvalstromen gescheiden worden ingezameld. De genoemde zijn de meest voorkomende.

Groente-, fruit- en tuinafval:

botjes, visgraten, brood, doppen van pinda’s/noten, eierschalen, etensresten, kaaskorsten, koffiefilters/koffiedik, jus/vet, loof, schillen, mest van kleine huisdieren, noten/pitten, theebladeren en –zakjes, plantenmateriaal, klein snoeiafval, bladeren, gemaaid gras, stro, (kleine) kamerplanten.

Papier en karton:

papier, kranten, tijdschriften, boeken, reclamedrukwerk, faxpapier, cadeaupapier, eierdozen, golfkarton, kartonnen dozen, papieren/kartonnen verpakkingen.

Verpakkingsglas:

lege, eenmalige glasverpakkingen, waaronder flessen (met kurk/dop e.d. toegestaan), en potten (met deksel toegestaan), waarin dranken, eten, cosmetica e.d. hebben gezeten.

Textiel:

kleding, handdoeken, theedoeken, lakens, dekens, lappen stof, gordijnen (schoon), schoenen (per paar).

PBD:

verpakkingen van plastic of metaal of metaallegering en drinkpakken (met kunststof en/of aluminium gelamineerde kartonnen verpakkingen van vruchtensap, fris of zuivelproducten etc.)

Elektrische of elektronische apparatuur:

koel-/vriesapparatuur, verwarmingsapparatuur, warmwaterapparatuur, was- en droogapparatuur, apparatuur voor koken/bakken/braden, geluidsapparatuur, computers, beeldontvangstapparatuur, papierbedrukkende apparatuur, telecommunicatie-apparatuur, verlichtingsapparatuur, elektr(on)ische oplaadapparatuur, elektr(on)ische keukenapparatuur, elektr(on)isch gereedschap, andere elektronische huishoudelijke apparatuur.

Klein chemisch afval:

batterijen, accu’s, spaarlampen, TL-buizen, oliefilters, motorolie, rijwiel-/remolie, lampenolie, (was)benzine, petroleum, fotofixeer, foto-ontwikkelaar, zoutzuur, accuzuur, etsvloeistoffen, vloeibare gootsteenontstopper, verf, vernis, latex, lak, beits, terpentine, thinner, verfverdunner, kwastreiniger, kwastontharder, afbijtmiddel, medicijnen, kwikhoudende thermometers, kwikschakerlaars. nagellakremover, kitten, lijmen, plamuur, vlooienbanden, halogeenlampen, viltstiften, lege spuitbussen verzorgingsproducten.

Artikel 8.2f

Ook indien de inworpopening in storing is of de container om een andere reden niet bruikbaar is, is het verboden om afvalstoffen op, om of naast de inzamelvoorziening te plaatsen. Een defect dient te worden gemeld bij de inzameldienst.