Nadere regel basissubsidies amateurkunst gemeente Utrecht

Geldend van 06-07-2023 t/m heden

Intitulé

Nadere regel basissubsidies amateurkunst gemeente Utrecht

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidieverordening;

- gelet op de door de raad vastgestelde nota’s Open Ruimte, cultuurvisie 2012 – 2022 en ‘Cultuurvisie 2030 & Cultuurnota 2021-2024 Kunst kleurt de stad’;

- overwegende dat in maart 2020 het COVID-19 virus is uitgebroken;

- overwegende dat de regeling Basissubsidies Amateurkunst 2018 hierdoor mogelijk onvoldoende aansluit bij de omstandigheden waarin organisaties hun amateurkunstactiviteiten organiseren in 2021;

Besluit vast te stellen de volgende

Nadere regel basissubsidies amateurkunst gemeente Utrecht.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1 Definities

Artikel 1

In deze nadere regel wordt verstaan onder

  • 1.

    Amateurkunst: kunstactiviteiten die niet beroepsmatig worden beoefend. De regeling heeft betrekking op alle disciplines, waaronder muziek, dans, theater, beeldende kunst, audiovisueel, nieuwe media en literatuur, en mengvormen van deze disciplines.

  • 2.

    Groep: een groep amateurkunstenaars die in verenigings- of stichtingsverband amateurkunst beoefent en hiervoor subsidie aanvraagt.

  • 3.

    Artistieke leiding: leiding van een amateurkunstgezelschap die beschikt over de voor de betreffende discipline vereiste opleiding en/of ervaring.

  • 4.

    Eigen Vermogen: de optelsom van alle bestemmingsreserves en algemene reserves per 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin basissubsidies amateurkunst wordt aangevraagd.

Hoofdstuk 2 Regeling

Paragraaf 2 Doel

Artikel 2 Subsidiedoelstelling

De nadere regel basissubsidies amateurkunst valt onder de beleidsdoelstelling participatie en heeft als specifiek doel het stimuleren van actieve participatie aan amateurkunst door inwoners van de gemeente Utrecht.

Artikel 3 Wie kan er Basissubsidies Amateurkunst aanvragen

  • 1. Een Amateurkunstvereniging of -stichting in de gemeente Utrecht met volledige rechtsbevoegdheid en die geen andere jaarsubsidie binnen het programma Cultuur ontvangt voor het betreffende subsidiejaar.

  • Een aanvrager - met uitzondering van KOSMU - kan voor maximaal drie groepen subsidie aanvragen.

  • 2. Muziekgezelschappen van studenten.

  • Muziekgezelschappen van studenten kunnen uitsluitend subsidie aanvragen via het KOSMU (Koördinerend Orgaan Studenten Muziekgezelschappen Utrecht). Er kunnen maximaal 9 groepen een aanvraag via het KOSMU indienen.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het maximale budget vast voor de beleidsdoelstelling: bevorderen participatie.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het honorarium van de artistieke leiding voor maximaal 3 groepen van minimaal 10 actieve leden (KOSMU maximaal 9 groepen).

  • 2. De huur van een oefenruimte of, indien van huurkosten geen sprake is, de kosten van andere basisfaciliteiten, bijvoorbeeld online, om amateurkunstbeoefening mogelijk te maken voor maximaal 3 groepen van minimaal 10 actieve leden (KOSMU maximaal 9 groepen).

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor Basissubsidies Amateurkunst wordt alleen in behandeling genomen als deze:

    • tijdig is ingediend. De indientermijn voor deze subsidie is 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

    • met e-herkenning via het digitale loket op www.utrecht.nl/subsidie door middel van een volledig en naar waarheid ingevuld en ondertekend digitaal aanvraagformulier is ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      de meest recente jaarrekening van de aanvrager;

    • b.

      de exploitatiebegroting van de aanvrager voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. De aanvraag van de afzonderlijke muziekgezelschappen van studenten moet bij het KOSMU worden ingediend via het format in bijlage 1 bij deze nadere regel.

  • 4. Het KOSMU voegt bij de aanvraag voor de muziekgezelschappen van studenten een getekende verklaring conform bijlage 2 bij deze nadere regel.

  • 5. In de verklaring van het KOSMU staat aangegeven dat KOSMU:

    • penvoerder is voor studentenmuziekgezelschappen;

    • beschikt over volledig ingevulde aanvraagformulieren van studentenmuziekgezelschappen waaruit blijkt dat elk van die gezelschappen voldoet aan de subsidiecriteria uit de nadere regel Basissubsidies Amateurkunst.

Artikel 7 Vervallen

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1. Per groep maximaal 50% van de kosten voor de artistieke leiding tot een maximum van € 2.000,00 per jaar.

  • 2. Per groep maximaal 50% van de kosten voor de huur van een repetitieruimte of van andersoortige basisfaciliteiten, bijvoorbeeld online middelen, voor amateurkunstbeoefening tot een maximum van € 1.000,00 per jaar.

  • 3. Als het eigen vermogen van de aanvrager zoals dat uit de jaarrekening blijkt meer bedraagt dan 50% van de begrote exploitatiekosten, geldt het volgende. In dat geval wordt het subsidiebedrag dat op grond van het eerste en tweede lid aan de aanvrager kan worden verstrekt verminderd met het verschil tussen het eigen vermogen en 50% van de exploitatiekosten.

  • 4. Indien het totaalbedrag van de (volledige, juist en tijdig ingediende) subsidieaanvragen het beschikbare budget overschrijdt, worden alle te verlenen subsidies evenredig percentueel gekort.

Artikel 9 Vervallen

Artikel 10 Beoordelingscriteria

Om in aanmerking te komen voor de basissubsidies amateurkunst, dient een aanvrager te voldoen aan ALLE onderstaande criteria:

  • De groep waarvoor subsidie wordt aangevraagd heeft minimaal 10 actieve leden.

  • Minstens de helft van deze leden is woonachtig in de gemeente Utrecht.

  • Een aanvrager werkt onder leiding van gekwalificeerde artistieke leiding.

  • Indien van toepassing: een aanvrager oefent op een locatie in de gemeente Utrecht.

Artikel 11 Besluitvorming

De subsidie wordt verleend en direct vastgesteld. Dit wil zeggen, dat in principe geen verantwoording achteraf plaatsvindt. Wel kan de gemeente achteraf steekproefsgewijs een financiële en inhoudelijke controle uitvoeren op alle relevante bewijsstukken. In de verleningsbeschikking wordt hiervoor de uiterste termijn aangegeven.

Artikel 12 Evaluatie

Deze subsidieregeling draagt bij aan de beleidsdoelstelling Participatie Cultuur. Eens in de vier jaar wordt het cultuurbeleid van de gemeente geactualiseerd ter voorbereiding van de verdeling van de vierjarige subsidies. In deze door de raad vast te stellen beleidsnota wordt ook deze nadere regel geëvalueerd.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De beleidsregel Basissubsidies Amateurkunst 2018 wordt na bekendmaking van deze regeling ingetrokken;

  • 2. Deze regeling treedt in werking na bekendmaking;

  • 3. Deze nadere regel wordt aangehaald als ‘Nadere regel basissubsidies amateurkunst’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 2 juni 2020.

De secretaris, De burgemeester,

Mw. G. Haanen Mr. J. van Zanen