Mandaatbesluit gemeente Losser 2020

Geldend van 05-11-2021 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Losser 2020

Het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van de gemeente Losser, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;

overwegende, dat:

  • -

    het uit het oogpunt van doelmatig bestuur en een betere en snellere dienstverlening door middel van vergroting van de efficiency en met behoud van voldoende bewaking van financiële-, juridische- en bestuurlijk-maatschappelijke risico’s en de mogelijkheid tot dienovereenkomstige sturing van besluitvorming aan de burgers wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden van het college respectievelijk van de burgemeester door medewerkers van de gemeente Losser, ondergeschikt aan de genoemde bestuursorganen, door specifiek aangewezen medewerkers van de gemeente Losser, of – in een enkel geval – aan anderen 1 kunnen worden uitgeoefend;

  • -

    daartoe in 2011 een mandaatbesluit is vastgesteld, dat nadien enkele malen is gewijzigd;

  • -

    de organisatiestructuur van de gemeente Losser per 1 juni 2020 wordt gewijzigd;

  • -

    daarom een nieuw mandaatbesluit dient te worden vastgesteld waarbij het bestaande mandaatbesluit dient te worden ingetrokken;

  • -

    uit oogpunt van doelmatigheid zoveel mogelijk bevoegdheden in mandaat worden uitgeoefend.

gelet op het daaromtrent bepaalde in Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet.

BESLUITEN:

  • 1.

    het bij hun gezamenlijk besluit van 22 februari 2011 vastgestelde “Mandaatbesluit 2011” en de op grond daarvan verleende onder- en submandaten, alsmede het “Besluit machtiging beslissing op bezwaar Losser 2019” van 18 juni 2019 in te trekken;

  • 2.

    vast te stellen het volgende “Mandaatbesluit Gemeente Losser 2020”, inhoudende:

    • -

      het in naam van het desbetreffende bestuursorgaan besluiten te nemen;

    • -

      het verstrekken van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • -

      het verstrekken van machtiging voor het verrichten van andere handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

    • -

      de door de burgemeester op te dragen vertegenwoordiging van de gemeente in en buiten rechte aan een door hem aan te wijzen persoon.

MANDAATBESLUIT GEMEENTE LOSSER 2020

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    mandaat, als verzamelnaam:

    • -

      de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen als bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • -

      het verlenen van volmacht aan een ander, werkzaam onder verantwoordelijkheid van het desbetreffende bestuursorgaan, tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht2 ;

    • -

      het verlenen van machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, als bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • -

      de opdracht tot het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte als bedoeld artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet3 ;

  • b.

    ondermanda(a)t(eren), als verzamelnaam als bedoeld onder a.: de door de gemandateerde aan hem verleende bevoegdheid mandateren aan een ander persoon (ondergemandateerde);

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser;

  • d.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Losser;

  • e.

    bestuursorgaan: het college en/of de burgemeester;

  • f.

    secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 100 van de Gemeentewet en algemeen directeur van de gemeente Losser;

  • g.

    adjunct-directeur: lid van het directieteam;

  • h.

    teamleider: leidinggevende van een team binnen de organisatie van de gemeente Losser;

  • i.

    teams en eenheid O&S: ambtelijke organisatie-eenheden van de gemeente Losser;

  • j.

    bestuursovereenkomst: een niet-privaatrechtelijk overeenkomst tussen een bestuursorgaan met één of meer privaatrechtelijke- dan wel publiekrechtelijke organisaties of personen over de wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met zijn bevoegdheden jegens die partij(en);

  • k.

    opdrachtnemer: de resultaatverantwoordelijke medewerker voor een opgave;

  • l.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat het mandaat verleent;

  • m.

    gemandateerde: degene die het mandaat verkrijgt;

  • n.

    portefeuille: pakket van taakvelden van een wethouder of de burgemeester (als collegelid) op basis het van kracht zijnde besluit portefeuilleverdeling binnen het college;

  • o.

    portefeuillehouder: een lid van het college die een bepaalde portefeuille onder zich heeft;

  • q.

    aanvaardingsbericht: schriftelijk document waaruit blijkt dat de gemandateerde als bedoeld in artikel 3, lid 1 van dit besluit instemt met het aan hem/haar verleende (onder)mandaat.

Artikel 2. Mandaat aan teamleider en opdrachtnemer; verlenen ondermandaat.

  • 1. Aan de teamleider en de opdrachtnemer wordt, met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6, 8 en 9 van dit besluit, mandaat verleend ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuursorgaan, elk ten aanzien van het eigen team respectievelijk binnen de grenzen van de toegekende opdracht.

  • 2. De in lid 1 genoemde teamleider is bevoegd al dan niet met beperkingen ondermandaat te verlenen van de aan hem/haar gemandateerde bevoegdheden als bedoeld in lid 1 aan door hem/haar aan te wijzen medewerker(s) van het eigen team.

Artikel 3. Mandaat aan niet-ondergeschikten.

  • 1. Het bepaalde in artikel 2, lid 1 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van:

    • a.

      één of meer medewerkers van een publiekrechtelijk- of privaatrechtelijk organisatie, die één of meer taken voor of namens het bestuursorgaan uitvoeren onder verantwoordelijkheid van doch niet ondergeschikt aan het bestuursorgaan;

    • b.

      één of meer natuurlijke personen, werkzaam onder verantwoordelijkheid van doch niet ondergeschikt aan het bestuursorgaan, gedetacheerd vanuit een andere organisatie dan (die van) de gemeente Losser dan wel als zelfstandige.

  • 2. Het bepaalde in artikel 2, de leden 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de managers en de teamleiders van de gemeente Enschede die, op grond van de op 1 maart 2011 vastgestelde centrumregeling tussen de gemeenten Losser en Enschede en de daarop gebaseerde dienstverleningsovereenkomsten, taken verrichten en uitvoeren in het kader van dienstverlening en bedrijfsvoering.

  • 3. Het in de leden 1 en 2 vermelde mandaat is pas van kracht nadat van de gemandateerde het aanvaardingsbericht is ontvangen, dan wel daadwerkelijk van het verleende mandaat gebruik is gemaakt.

  • 4. De gemandateerde als bedoeld in de leden 1 en 2 vermeld de ontvangstdatum van het in lid 3 bedoelde bericht op het mandaatbesluit.

Artikel 4. Mandaat aan de secretaris.

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikelen 2 en 6 en met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 8 en 9 worden de volgende bevoegdheden gemandateerd aan en zijn uitsluitend voorbehouden aan de secretaris:

    • a.

      aangaan van arbeidsovereenkomsten;

    • b.

      alle rechtshandelingen ten aanzien van de adjunct- directeuren en teamleiders, zoals het aangaan, wijzigen en beëindigen/opzeggen van de arbeidsovereenkomst, schorsing, het overeenkomen van salaris bij aanvang van de arbeidsovereenkomst, het geven van (flexibele) beloning, verlof, toelagen en vergoedingen etc.

    • c.

      uitvoering van de:

      • -

        wachtgeldregeling als bedoeld in bijlage 6b van de CAO; bovenwettelijke werkloosheidsuitkering als bedoeld in bijlage 6c van de CAO;

      • -

        regeling voorzieningen bij werkloosheid als bedoeld in het hoofdstuk Van werk naar werk in de CAO;

      • -

        uitkeringsregeling ontslag als bedoeld in bijlage 6c van de CAO;

      • -

        suppletieregeling als bedoeld in bijlage 6d van de CAO;

    • d.

      opzeggen arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669, lid 3 onderdelen b t/m i BW, juncto lid 1 van dat artikel en het indienen van een verzoek om toestemming daartoe bij de Cao Ontslagcommissie dan wel de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden;

    • e.

      ontslag op staande voet volgens artikel 7:677 van het Burgerlijke wetboek;

    • f.

      de uitvoering van bepalingen van het Sociaal Statuut, inclusief overplaatsingen;

    • g.

      vaststellen functies, functiebeschrijving en waardering, als bedoeld in artikel 3.2, leden 1 en 2 CAO Gemeenten;

    • h.

      toepassen hardheidsclausule als bedoeld in artikel 1.7 CAO Gemeenten;

    • i.

      vaststellen en ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst;

    • j.

      verlenen van een schadeloosstelling en vergoeding van kosten in niet elders voorziene gevallen;

    • k.

      vaststellen van de agenda voor en het voeren van het lokaal overleg met de vakbonden;

    • l.

      het uitsluiten van een inschrijver in een aanbestedingsprocedure;

    • m.

      het aanwijzen van verplichte kneldagen;

    • n.

      het vaststellen van wijzigingen in de aanvullende arbeidsvoorwaardenregeling.

    • o.

      beslissen op bevoegdheden van de eenheid O&S, die in het kader van een opgave niet aan een opdrachtnemer zijn gekoppeld.

  • 2. Ten aanzien van de in lid 1 gemandateerde bevoegdheden kan geen ondermandaat worden verleend.

Artikel 5 Mandaat aan secretaris en adjunct-directeur

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2 en 4 worden aan de secretaris en de adjunct-directeur alle bevoegdheden op personeel gebied met betrekking tot de teamleiders en de medewerkers van de Eenheid Ontwikkeling en Strategie gemandateerd.

  • 2. De secretaris en de adjunct-directeur maken ten aanzien de in lid 1 genoemde bevoegdheden werkafspraken.

Artikel 6. Machtigen leden van het college.

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2, 4 en 5 en met in achtneming van het bepaalde in de artikelen 8 en 9 wordt machtiging verleend aan uitsluitend de portefeuillehouder ten aanzien van de eigen portefeuille, of bij diens afwezigheid aan diens plaatsvervanger op basis van een daartoe schriftelijk vastgestelde regeling, ten aanzien van de volgende bevoegdheid:

  • -

    het beslissen op bezwaarschriften tegen een primair door of namens het college genomen besluit en ten aanzien waarvan de Commissie Bezwaarschriften heeft geadviseerd het bezwaarschrift (kennelijk) niet-ontvankelijk of ongegrond te verklaren en dat advies wordt gevolgd.

Artikel 7. Ondertekening stukken 4

Het is de burgemeester toegestaan de ondertekening van stukken die van het college uitgaan, op te dragen aan de in de artikelen 2 tot en met 6 genoemde functionarissen.

Artikel 8. Beperking omvang mandaat

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn de artikelen 2, 3, 4 en 5 niet van toepassing op de taken en bevoegdheden inzake:

    • a.

      artikel 160, lid 1, aanhef en onder b, e, f, g; artikel 160 lid 2 Gemeentewet; artikel 169 Gemeentewet en artikel 170 van de Gemeentewet;

    • b.

      besluiten tot vaststelling van besluiten van algemene strekking, waaronder algemeen verbindende voorschriften;

    • c.

      besluiten tot vaststelling van beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht of van andere beleidsstukken;

    • d.

      besluiten tot het aangaan bestuursovereenkomsten;

    • e.

      besluiten tot het verlenen van mandaat, met uitzondering van het bepaalde in artikel 2, lid 2

    • f.

      besluiten die aan de goedkeuring of instemming van een ander bestuursorgaan zijn onderworpen;

    • g.

      beslissen op een bezwaarschrift, tenzij hierin uitdrukkelijk anders is voorzien;

    • h.

      besluiten tot benoeming of tot het vaststellen van een voordracht tot benoeming voor functies bij externe instanties, voor zover het college daartoe bevoegd is;

    • i.

      besluiten die financiële verplichtingen voor de gemeente tot gevolg hebben waarbij die verplichtingen het bedrag van het door de raad bij begroting vastgestelde krediet overschrijden.

  • 2. Van het verleende mandaat mag geen gebruik worden gemaakt voor zover het gaat om het:

    • a.

      nemen van een besluit:

      • in afwijking van een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

      • in afwijking van een wettelijk verplicht advies;

      • dat niet past binnen het daarvoor bestemde budget of investeringskrediet;

      • met toepassing dan wel inachtneming van artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet;

      • waarbij de gemandateerde een persoonlijke betrokkenheid heeft;

      • voor individuele gevallen, die niet onder een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel vallen;

    • b.

      vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie; met uitzondering van de aan de secretaris voorbehouden bevoegdheden als bedoeld in artikel 4;

    • c.

      verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf, tenzij de desbetreffende portefeuillehouder of de burgemeester instemt met het gebruik van mandaat;

    • d.

      nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie;

    • f.

      oninbaar verklaren van publiekrechtelijke vorderingen;

    • g.

      het aan- en verkopen van onroerende zaken met uitzondering van:

      • -

        verkoop snippergroen;

      • -

        verkoop groenstroken tot een waarde van € 12.500, -;

      • -

        verkoop in exploitatie genomen gronden;

      • -

        vermarkten van gemeentelijk vastgoed, tenzij er sprake is van een lopende huur-, pacht- of opstalovereenkomst.

    • h.

      het afgeven van een intentieverklaring of het sluiten van een intentieovereenkomst;

    • i.

      het besluit tot het sluiten van een overeenkomst met een financiële waarde buiten de toegekende budgetten;

    • j.

      het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden, voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd;

    • k.

      besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen;

    • l.

      besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen;

    • m.

      aanvragen van surseance van betaling en faillissement;

    • n.

      het aanwijzen van, het sluiten van een arbeidsovereenkomst met en andere te nemen beslissingen ten aanzien van de functie van secretaris;

    • o.

      aanwijzen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Losser in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen;

    • p.

      instellen van en aanwijzen van personen in adviesorganen of in commissies als bedoeld in de artikelen 83 tot en met 85 van de Gemeentewet;

    • q.

      indien de secretaris dat in een concreet geval te kennen heeft gegeven.

Artikel 9. Grenzen aan mandaatverlening

  • 1. De gemandateerde legt een te nemen besluit voor aan het bestuursorgaan, indien:

    • a.

      het besluit (mede) wordt genomen uit een oogpunt van hardheid, al dan niet vastgelegd in een wettelijk voorschrift;

    • b.

      door een belanghebbende met betrekking tot het te nemen besluit een zienswijze is ingediend, hetgeen in de motivering van het besluit tot uitdrukking dient te worden gebracht;

  • 2. Bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid worden de voor dat mandaat geldende specifieke bepalingen in acht genomen.

Artikel 10. Reikwijdte mandaat; opdracht vertegenwoordiging gemeente.

  • 1. Een verleend mandaat heeft niet alleen betrekking op de daarbij verleende bevoegdheid in strikte zin, maar ook op alle andere handelingen die dienen te worden verricht in het kader van de uitoefening van die bevoegdheid. Hieronder wordt tevens verstaan de vertegenwoordiging van de gemeente in en buiten rechte door de burgemeester als bedoeld in artikel 171, lid 1 van de Gemeentewet.

  • 2. De in lid 1 genoemde vertegenwoordiging is op grond van artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet opgedragen aan de aangewezen functionarissen (gemandateerden) als bedoeld in artikel 2, 3, 4 en 5 van dit besluit.

  • 3. Daarnaast is de in lid 1 genoemde vertegenwoordiging opgedragen aan een wethouder, voor wat betreft de eigen portefeuille, indien deze de wens daartoe in een concrete situatie in de vergadering van het college te kennen heeft gegeven de gemeente te vertegenwoordigingen in de vorm van het ondertekenen van een overeenkomst naar privaatrecht

Artikel 11. Vervanging

In geval van afwezigheid van de functionaris, aan wie bij of krachtens dit besluit mandaatbevoegdheid is toegekend, wordt die bevoegdheid uitgeoefend door diens vervanger op grond van een daartoe vastgestelde en schriftelijk vastgelegde vervangingsregeling.

Artikel 12. Uitoefening mandaat

  • 1.

    De uitoefening van een in mandaat te nemen beslissing geschiedt schriftelijk met in acht-neming van het bepaalde in artikel 8:2, lid 1 onder a, 10 van de Algemene wet bestuursrecht5 .

  • 2.

    Degene aan wie de mandaatbevoegdheid is verleend is tevens bevoegd het daarbij behorende document daarvan te ondertekenen (beslismandaat is tevens ondertekeningsmandaat).

  • 3.

    Daar waar de bevoegdheid van het bestuursorgaan in mandaat wordt uitgeoefend worden de daarbij behorende documenten – niet zijnde een privaatrechtelijke document - door de betrokken gemandateerde als volgt ondertekend:

    • a.

      namens het college:

      “Het college van burgemeester en wethouders van Losser,

      namens deze, ” gevolgd door:

      • -

        functienaam gemandateerde;

      • -

        handtekening gemandateerde;

      • -

        naam gemandateerde;

    • b.

      namens de burgemeester:

      “De burgemeester van Losser,

      namens deze, ”gevolgd door:

      • -

        functienaam gemandateerde;

      • -

        handtekening gemandateerde;

      • -

        naam gemandateerde;

  • 4.

    Een privaatrechtelijk document – waarbij de publiekrechtelijke rechtspersoon “Gemeente Losser” de betrokken partij is – wordt als volgt afgesloten en ondertekend:

    “Losser, [dagtekening].”, gevolgd door:

    "Aldus besloten en ondertekend

    voor de gemeente Losser”, gevolgd door:

    “functienaam ondertekenaar;

    • -

      handtekening ondertekenaar;

    • -

      naam ondertekenaar”.

Artikel 13. Overgangsregeling.

  • 1. De bij en krachtens het Mandaatbesluit gemeente Losser 2011 verleende ondermandaten blijven van kracht tot het moment dat deze worden ingetrokken.

  • 2. De bevoegde verlener van ondermandaat op grond van het onderhavige besluit is bevoegd het op grond van het in lid 1 genoemde mandaatbesluit verleende (onder)mandaatbesluit in te trekken.

Artikel 14. Aanhaling en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als "Mandaatbesluit gemeente Losser 2020".

  • 2. Het besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 juni 2020.

Ondertekening

Losser, 2 juni 2020

Het college van burgemeester en wethouders van Losser;

De secretaris,

drs. J. van Dam

De burgemeester,

ir. C.A.M. Kroon

Losser, 2 juni 2020

De burgemeester van Losser;

Ir. C.A.M. Kroon


Noot
1

Zie artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht.

Noot
2

Op grond van artikel 160, lid 1, aanhef en onder 3 van de Gemeentewet (Gw) is het college bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten.

Noot
3

Op grond van artikel 160, lid 1, aanhef en onder 3 van de Gemeentewet (Gw) is het college bevoegd tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten.

Noot
4

Ter voldoening aan artikel 59a Gemeentewet. Zie bijlage 1.

Noot
5

Artikel 8:2. 1 Met een besluit wordt gelijkgesteld: a. een andere handeling van een bestuursorgaan waarbij de volgende personen, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden belanghebbende zijn: 1°. een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig (…).