Toetsingscriteria voor verzoeken om ruimte in gemeentelijk maatschappelijk vastgoed

De volgende criteria zijn vastgesteld:

• 1.

  U kunt alleen een aanvraag bij de gemeente indienen, als medegebruik van andere accommodaties niet kan. Andere accommodaties zijn bijvoorbeeld Cultuurhuys De Kroon, de 4 wijkgebouwen, de scholen basis- en voortgezet onderwijs, accommodaties van sportverenigingen of andere instellingen of bedrijven.

• 2.

  De gemeente wil zover mogelijk tegemoet komen aan uw wensen, maar dat kan niet altijd.

• 3.

  De gemeente wil het aantal accommodaties “maatschappelijk vastgoed” niet uitbreiden. Een aanvraag kan daarom alleen gaan om gebouwen die door de gemeente zijn aangewezen voor de huisvesting van maatschappelijke instellingen. Nu zijn dat de gebouwen: Mauritslaan 55 en Kerkstraat 13.

• 4.

  Zo nodig kunnen gebouwen worden aangepast om gebruik mogelijk te maken. Bij beëindiging van het huurcontract moet de ruimte weer in “oude staat” worden teruggebracht. De huurder betaalt de kosten van de aanpassing en het weer in oude staat terugbrengen.

  Eventueel worden de kosten meegenomen bij het vaststellen van een kostendekkend tarief.

  Als het huurcontract eindigt, worden de gemaakte kosten niet aan de huurder vergoed.

• 5.

  Ruimte is alleen beschikbaar voor activiteiten die bijdragen aan maatschappelijke beleidsdoelstellingen van de gemeente Waddinxveen. In de aanvraag geeft u aan om welke beleidsdoelstellingen het gaat. U kunt daarbij verwijzen naar een beleidsplan, het coalitieakkoord of de programmabegroting.

• 6.

  Het gebruik levert geen hinder op voor de bestaande huurders en past bij de functie van de accommodatie, bijvoorbeeld geen sportactiviteiten, geen opslagruimte.

• 7.

  De activiteiten zijn toegankelijk voor alle inwoners van Waddinxveen, binnen de doelgroep waarvoor de activiteit bedoeld is.

• 8.

  De activiteiten worden vooral bezocht door inwoners van Waddinxveen.

• 9.

  Medegebruik is uitgangspunt.

• 10.

  De gemeente verhuurt geen ruimte aan commerciële instellingen.

  Uitzondering hierop zijn instellingen in de bedrijfstak kinderopvang en buitenschoolse opvang.

• 11.

  De betreffende instelling kan uit eigen middelen een kostendekkend tarief betalen.

  Subsidies worden ook onder “eigen middelen” gerekend. Een verzoek om ruimte wordt samen met een eventueel subsidieverzoek door de gemeente bekeken.

• 12.

  Het college van Burgemeester en wethouders kan afwijken van deze uitgangspunten.