Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen (BRP) Maasdriel 2020

Geldend van 19-05-2020 t/m heden

Intitulé

Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen (BRP) Maasdriel 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel,

Gelet op:

  • -

    Wet Basisregistratie personen

  • -

    Algemene verordening gegevensbescherming

BESLUITEN:

Vast te stellen de navolgende regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen (BRP) Maasdriel 2020.

HOOFDSTUK 1 – AANWIJZEN FUNCTIONARISSEN

Artikel 1

Het college van burgemeester en wethouder wijst de informatiebeheerder aan.

Artikel 2

De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

  • a.

    het beveiligingsbeheer BRP;

  • b.

    het privacybeheer BRP;

  • c.

    het toezichtsbeheer BRP;

  • d.

    het gegevensbeheer BRP;

  • e.

    het applicatiebeheer BRP;

  • f.

    de gegevensverwerking BRP;

  • g.

    het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring.

HOOFDSTUK 2 – HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 3

De informatiebeheerder beheert de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en de autorisatiebesluiten.

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 31 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    het administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    het periodieke overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangegeven beheerders;

  • f.

    de richtlijnen voor de bijhouding van de Basisregistratie personen.

Artikel 5

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • b.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 6

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    gegevenskwaliteit;

  • d.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 7

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

  • b.

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • c.

    op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de wet en als genoemd in de bij Verordening Basisregistratie personen (BRP) genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de Basisregistratie personen;

  • d.

    over de wijze van de verstrekking van gegevens1 met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b. en c.

Artikel 8

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 7 geschiedt volgens de bepalingen uit de Wbrp, de Verordening BRP en de AVG;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    dat alle in artikel 2, sub a. genoemde functionarissen alsmede de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 9

De informatiebeheerder, of een op grond van de artikelen 1 en 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen aangaan.

¹ Verstrekkingsmogelijkheden zijn: van ad hoc vragen op persoon of adres, mutatieberichten op papier of via het gegevensmagazijn en selectieverstrekkingen.

HOOFDSTUK 3 – HET BEVEILIGINGSBEHEER

Artikel 10

  • 1. De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • 2. De beveiligingsbeheerder is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiliging voor de gemeentelijke voorzieningen waarmee de gemeente Maasdriel uitvoering geeft aan de Wbrp en voor het gegevensmagazijn.

Artikel 11

  • 1. De beveiligingsbeheerder ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiliging op zodanige wijze, dat de informatiebeheerder diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 4 en 5 van dit reglement op deugdelijke wijze kan worden invullen.

  • 2. De beveiligingsbeheerder coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 12

De beveiligingsbeheerder is bevoegd:

  • a.

    uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 10, alle gebruikers van gegevens uit de BRP aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 13

De beveiligingsbeheerder:

  • a.

    onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

  • b.

    stelt passende normen en controlemaatregelen op;

  • c.

    implementeert beveiligingsmaatregelen;

  • d.

    coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 14

De beveiligingsbeheerder is het aanspreekpunt op het gebied van Informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 15

De beveiligingsbeheerder:

  • a.

    neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg;

  • b.

    participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeentebrede informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 16

De beveiligingsbeheerder rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeentebrede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

HOOFDSTUK 4 – HET PRIVACYBEHEER

Artikel 17

  • 1. De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet en Verordening BRP.

  • 2. De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 7, onder b, c en d van deze regeling;

    • b.

      het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de Wbrp en de AVG.

Artikel 18

De privacybeheerder adviseert over:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de Basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de Wbrp, respectievelijk artikel 15 van de AVG (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de Wbrp;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de Basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 19

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 17 lid 2, sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de Basisregistratie personen, waarbij sprake is van het in geding zijn van de persoonlijke levenssfeer.

Artikel 20

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wbrp en daarbij behorende regelingen, de AVG voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

HOOFDSTUK 5 – DE TOEZICHTHOUDERS

Artikel 21

De toezichthouders als bedoeld in artikel 4.2 van de Wbrp, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wbrp.

Artikel 22

De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (artikel 2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (artikelen 2.40 tot en met 2.42), zijn vertrek uit Nederland (artikel 2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.

Artikel 23

De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wbrp.

Artikel 24

  • 1. De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB).

  • 2. De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 21, bevoegd:

    • a.

      met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met in beslagname van apparatuur (zoals mobiele telefoon, laptop, fotocamera);

    • b.

      zich zo nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

    • c.

      zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

    • d.

      inlichtingen te vorderen;

    • e.

      inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

    • f.

      zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

    • g.

      onderzoek te doen;

    • h.

      rapport op te maken ter zake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wbrp, als genoemd in artikel 22.

Artikel 25

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 26

  • 1. de toezichthouder is bevoegd om namens burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete op te leggen.

  • 2. De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen de gemeente Maasdriel ter zake geldende beleidsregels in acht.

Artikel 27

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

HOOFDSTUK 6 – HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 28

  • 1. De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de Basisregistratie personen;

    • c.

      de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de Basisregistratie personen over gegevensverwerking;

    • d.

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;

    • e.

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

  • 2. De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de Basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel 29

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • 1.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wbrp;

  • 2.

    de controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de Basisregistratie personen.

Artikel 30

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder BRP, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de Basisregistratie personen.

Artikel 31

  • 1. Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de Basisregistratie personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3. De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Artikel 32

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e. genoemde overleg.

HOOFDSTUK 7 – HET APPLICATIEBEHEER

Artikel 33

De applicatiebeheerder BRP voorziet in:

  • 1.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • 2.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • 3.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder BRP en de informatiebeheerder op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • 4.

    de bijhouding van een dossier omtrent de autorisaties, die overeenkomstig artikel 7 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • 5.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • 6.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • 7.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • 8.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder 7 genoemde problemen en klachten;

  • 9.

    de voorlichting aan de alle in artikel 1 en 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • 10.

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

  • 11.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de Basisregistratie personen worden ontleend;

  • 12.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • 13.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 34

De applicatiebeheerder BRP is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    het beheer van de tabellen van de Basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 35

De applicatiebeheerder BRP is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de Basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassings-systeem;

  • b.

    gedragsregels op te stellen over het gebruik van de Basisregistratie personen.

Artikel 36

De applicatiebeheerder BRP is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 37

De applicatiebeheerder BRP ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 38

De applicatiebeheerder BRP neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

HOOFDSTUK 8 – DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 39

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • 1.

    het verwerken van de gegevens in de Basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de Wbrp voorgeschreven systeembeschrijving (Logisch Ontwerp GBA) en de handleiding uitvoeringsprocedures (HUP), voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • 2.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • 3.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • 4.

    de behandeling van mutaties;

  • 5.

    de behandeling van het netwerkverkeer;

  • 6.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerkberichten;

  • 7.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de Wbrp en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wbrp geen ontleningstatus is gegeven;

  • 8.

    de dagelijkse controle van de in de Basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

  • 9.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

    • -

      wijziging van het naamgebruik;

    • -

      vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de BRP;

  • 10.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene in geval van een inschrijving in de BRP;

  • 11.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de BRP overeenkomstig artikel 2.55 van de Wbrp, respectievelijk artikel 15 van de AVG (inzage);

  • 12.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de Wbrp ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van Wbrp;

  • 13.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 17 en 11 van de AVG;

  • 14.

    de kennisgeving ingevolge artikel 19 van de AVG;

  • 15.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de BRP aan overheidsorganen en derden.

Artikel 40

De gegevensverwerkers:

  • 1.

    beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de Wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 17 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • 2.

    beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • 3.

    stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

HOOFDSTUK 9 – SLOTBEPALINGEN

Artikel 41

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wbrp evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.

Artikel 42

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. De regeling Beheer en toezicht basisregistratie personen Maasdriel 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 43

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen Maasdriel 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van 6 mei 2020

Het college van Maasdriel.

de secretaris,

G.T. Wildeman

de burgemeester,

H. van Kooten

BIJLAGE 1 – AANWIJZING VAN BEHEERFUNCTIONARISSEN DOOR HET COLLEGE

Op grond van artikel 1, van de Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen is de navolgende beheerfunctionaris aangewezen:

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is aangewezen

Als plaatsvervanger is aangewezen

Stefan de Croon, Teammanager afdeling Publieke Dienstverlening

Eefje van der Heijden,

Senior medewerkster afdeling Publieke Dienstverlening

Aldus besloten in de vergadering van het college van 6 mei 2020

Het college van Maasdriel.

de secretaris,

G.T. Wildeman

de burgemeester,

H. van Kooten

BIJLAGE 2 – AANWIJZING VAN BEHEERFUNCTIONARISSEN DOOR DE INFORMATIEBEHEERDER

Op grond van artikel 2 van de Regeling beheer en toezicht Basisregistratie personen zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Beveiligingsbeheer

Als beveiligingsbeheerder is aangewezen

Als plaatsvervanger is aangewezen

Antoinette Wolfert,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Nuran Özdemir,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Privacybeheer

Als privacybeheerder is aangewezen

Als plaatsvervanger is aangewezen

Eefje van der Heijden,

Senior medewerkster afdeling Publieke Dienstverlening

Antoinette Wolfert,

Kwaliteitsmedewerstker cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Toezicht

Als toezichthouders zijn aangewezen

Alle medewerk(st)ers van de clusters Burgerzaken en KCC, afdeling Publieke Dienstverlening;

Bureau Legitiem

BOA’s

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder BRP is aangewezen

Als plaatsvervanger is aangewezen

Naast de gegevensbeheerders zijn tevens belast met het berichtenverkeer

Antoinette Wolfert,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Nuran Özdemir,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Alle medewerk(st)ers van het cluster Burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder BRP is aangewezen

Als plaatsvervanger zijn aangewezen

Antoinette Wolfert,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Nuran Özdemir,

Kwaliteitsmedewerkster cluster burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerker is aangewezen

Alle medewerk(st)ers van de clusters Burgerzaken en KCC, afdeling Publieke Dienstverlening

Afnemen verklaringen artikel 2.8, lid 2 van de Wbrp

De bevoegdheid tot het namens het college afnemen van de in artikel 2,8, lid 2 onder e, van de Wbrp bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

Alle medewerk(st)ers van cluster Burgerzaken, afdeling Publieke Dienstverlening

Maasdriel, 6 mei 2020

De informatiebeheerder,

S. de Croon

TOELICHTING OP REGELING BEHEER EN TOEZICHT BASISREGISTRATIE PERSONEN (BRP)

Inleiding

Sinds 1 januari 2010 geldt voor de hele overheid, en dus ook binnen gemeenten, de verplichting om bij de uitvoering van taken gebruik te maken van persoonsgegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), thans Basisregistratie personen (BRP). Organisatieonderdelen (volgens de wet ‘organen’) van de gemeente (voorheen gemeentelijke afnemers) dienen gegevens over de personen met wie ze zaken doen te betrekken uit de BRP.

Op grond van artikel 4.15 van de Wbrp mag de gemeente tot aan het moment dat ze overgaat op het gebruik van een nieuwe ‘BRP-voorziening’, gebruik blijven maken van het GBA-systeem waarmee ze werkte tot aan het moment van inwerkingtreding van de Wbrp. In aansluiting op artikel 4.15 van de Wbrp, wordt in deze regeling de term ‘oude gemeentelijke voorziening voor de uitvoering van de BRP’ gebruikt, in deze toelichting afgekort tot GV. In GV registreert de gemeente gegevens over haar inwoners.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op grond van artikel 1.9 Wbrp verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen waarmee de Wbrp wordt uitgevoerd. De centrale voorzieningen (afgekort CV) zullen gegevens gaan bevatten over alle personen die in Nederland woonachtig zijn (ingezetenen) en over personen die niet in Nederland wonen maar wel een relatie hebben met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Vooralsnog zal de minister aan de Wbrp uitvoering geven met behulp van de reeds bestaande landelijke voorziening voor de GBA, de GBA-V, en met een voorziening voor registratie voor de niet-ingezetenen (RNI). Het feitelijk gebruik van de RNI is voorzien voor de zomer van 2014. In deze regeling wordt op dat gebruik geanticipeerd.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Distributie BRP-gegevens

Voor het gebruik van persoonsgegevens uit de GV kunnen nadere regels worden gesteld bij of krachtens Verordening. De verkrijging van gegevens uit de BRP is gebaseerd op een autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

In de praktijk vindt distributie van persoonsgegevens doorgaans niet (meer) rechtstreeks vanuit de BRP plaats, maar vanuit een specifiek daarvoor ingericht gegevensmagazijn. Dat gegevensmagazijn wordt gevoed zowel vanuit de GV (inwoners) als vanuit de (toekomstige) centrale voorziening (voor de niet-inwoners en niet-ingezetenen). Het hiervoor beschrevene wordt geïllustreerd met figuur 1.

Beheer en toezicht

Uit oogpunt van privacy, beveiliging en beheer en toezicht is het noodzakelijk voor de GV een aantal taken te benoemen en vast te leggen in een regeling waarin de hoofdlijnen van het beheer van en toezicht op de GV is geregeld. Los van de noodzaak verplicht ook de wetgever het college van burgemeester en wethouders via artikel 1.11 Wbrp, zich te houden aan de nadere regels van de systeembeschrijving (vooralsnog Logisch Ontwerp GBA). Het logisch ontwerp schrijft in hoofdstuk 7 de aanwijzing door burgemeester en wethouders voor van functionarissen die een aantal beheertaken uitvoeren. Deze hebben alleen betrekking op de GV.

De regeling is formeel gezien bedoeld voor de gegevensgegevensverwerking in de GV. Op de gegevens van inwoners en niet-inwoners in het gegevensmagazijn is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en vanaf 25 mei 2018 de Wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. De verwerking van de uit de BRP afkomstige gegevens met behulp van het gegevensmagazijn dient te worden gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De Wbp en AVG schrijven geen vergelijkbare regeling voor.

Desondanks is het van belang om uit oogpunt van eenheid van persoonsinformatie- en privacybeleid en beheersbaarheid van de informatiestromen ook de voor het gegevensmagazijn relevante beheeraspecten onder te brengen respectievelijk te integreren in de regeling voor de GV. Daarmee ontstaat een ‘regeling voor informatievoorziening basisgegevens’, die zowel betrekking heeft op het beheer van de GV als op het gegevensmagazijn.

Verdeling beheer en toezichtrollen

Deze regeling onderkent naast een aantal beheerrollen, te weten informatiebeheer, gegevensbeheer, applicatiebeheer, technisch beheer, beveiligingsbeheer en privacybeheer ook de rol van de gegevensverwerker, toezichthouder en controller informatiebeveiliging. Gegevensverwerkers verwerken uitsluitend de persoonsgegevens voor de GV. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de basisgegevens van personen die niet tot de bevolking van de gemeente worden gerekend, ligt namelijk bij de beheerder van de GV’s van de andere gemeenten en bij de beheerder van de centrale voorzieningen, de minister van BZK.

De verdeling van de beheer- en toezichtrollen is mede afhankelijk van de inrichting van de (persoons-) informatiehuishouding en het informatie- en beveiligingsbeleid van de gemeente. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol en de bijbehorende competenties zijn richtinggevend voor de plaats in de organisatie waar deze belegd worden.

Beveiligingsbeheer en beveiligingscontrol

De inhoud van de rol van de beveiligingsbeheerder had onder het regime van de GBA vooral betrekking op toezichtaspecten (beveiligingscontrol). Voor een correcte uitvoering van beveiligingsbeheer en -toezicht (en tevens aansluiting op de baseline informatiebeveiliging gemeenten) is het noodzakelijk gebleken om de inhoud van beheer en toezicht in aparte rollen onder te brengen. De regeling bevat nu in hoofdstuk 9 het beveiligingsbeheer en in hoofdstuk 10 het beveiligingstoezicht.

Privacybeheer

De privacybeheerder heeft als rol de informatiebeheerder te adviseren over alle privacyvraagstukken aangaande de persoonsgegevensverwerking waarvoor de informatiebeheerder verantwoordelijk is. Daarnaast adviseert de privacybeheerder degenen die belast zijn met de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de Wbrp en Verordening BRP.

De taken van de privacybeheerder beperken zich in deze regeling niet tot de verwerking van persoonsgegevens uit de GV. Verzoeken uit de organisatie om gegevens uit de GV zowel als uit de centrale voorzieningen dienen door de privacybeheerder getoetst te worden op doelbinding, rechtmatigheid, proportionaliteit, et cetera. Daaronder valt ook de advisering over wijze van verstrekking van gegevens uit de BRP en over koppelingen tussen het gegevensmagazijn en de verschillende systemen van de gebruikers in de organisatie. De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder, die moet beslissen op dergelijke verzoeken. Een verzoek kan inhouden gebruik te maken van de bestaande ministeriële autorisatie, maar ook uitbreiding van de autorisatie in verband met de uitvoering van een taak die nog niet in het autorisatiebesluit is voorzien.

Leeswijzer

Het eerste hoofdstuk betreft de aanwijzing van de functionarissen die worden belast met de verschillende beheer- en toezichtrollen. Het college van burgemeester en wethouders wijzen de functionarissen aan waarvan de inhoud van de rol die zij vervullen, zich niet beperkt tot de GV of het gegevensmagazijn.

Gelet op de noodzaak van een onafhankelijke rolinvulling, wijzen burgemeester en wethouders de privacybeheerder aan. In de praktijk zal aan de rol van de privacybeheerder BRP veelal invulling gegeven worden door de functionaris die verantwoordelijk is voor het totale privacybeheer van de gemeente.

De informatiebeheerder voorziet in de aanwijzing van het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer uit de GV en het gegevensmagazijn. De informatiebeheerder als bronhouder beheert inhoud en kwaliteit van de gegevens in de GV en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacyvoorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de Basisregistratie personen.

De gegevensverstrekking binnen de gemeentelijke organisatie over niet-inwoners uit BRP, dient gebaseerd te zijn op het autorisatiebesluit van de minister van Binnenlandse Zaken. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit, maken deel uit van het functioneel inhoudelijk en verstrekkingenbeheer.


Noot
1

Verstrekkingsmogelijkheden zijn: van ad hoc vragen op persoon of adres, mutatieberichten op papier of via het gegevensmagazijn en selectieverstrekkingen.